zondag 31 augustus 2014

Trip 11: Beveren-Leie, Harelbeke, Stasegem, Kortrijk, Moorsele.

Datum : 31/8/2014
Begraafplaatsen : Beveren-Leie Churchyard / Harlebeke New British Cemetery / Stasegem Communal Cemetery / Kortrijk Communal Cemetery / Moorseele Military Cemetery.
Afstand : 169Km
Weer : Bewolkt, af en toe een buitje, in de late namiddag opklaringen
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaeghe



Info :



Nadat ik m'n dagelijks ritueel achter de rug had en naar buiten keek, zag ik toch hier en daar een flauw zonnestraaltje komen piepen. Dat mocht ook wel want de voorbije dagen kenden we veel regen. Ik was net klaar met het maken van het lunchpakket toen m'n collega Stuart mooi op tijd en iets voor 9u stopte. 
We vertrokken richting Beveren - Leie in de Westhoek waar we Trip nummer 11 zouden gaan rijden. Zoals meestal het geval is werd de te volgen route en de te bezoeken begraafplaatsen overlopen in de auto met hier en daar een extra aandachtspunt. Een rit van een klein uurtje onder een inmiddels goed bewolkte hemel bracht ons om 9.55u aan de burgerlijke begraafplaats van Beveren - Leie. Via onze PRWWI Facebook pagina hadden we vernomen dat Patrick Verhaeghe ons vandaag zou volgen en net voor we zouden beginnen met het tunen van onze pipes arriveerde Patrick er met zijn mobilehome. Na elkaar te hebben voorgesteld en een goede dag gezegd te hebben begonnen we met het tunen van onze pipes.



We gingen de begraafplaats op en dienden dank zij onze research niet lang te zoeken naar het graf van een onbekend Iers soldaat, omgekomen in 'De Grote Oorlog'. Natuurlijk zoals steeds trok onze outfit de aandacht van enkele bezoekers die van op een kleine afstand ons doen en laten observeerden. Niet dat het er verwaarloosd bij stond ofzo maar het graf lag er naar onze mening toch een beetje verlaten bij en kon misschien wel een kleine opknapbeurt gebruiken, typisch Belgisch, daarover waren we het alle drie eens. We maakten ons klaar en speelden Flower of Scotland, gevolgd door Amazing Grace toen we zagen dat nog enkele mensen stonden te kijken, waarschijnlijk allen gewekt door onze pipes.
Nadat we onze tunes hadden gespeeld deden we verder met onze ceremonie en plaatsten het PRWWI kruisje tussen de kiezeltjes van het graf. We maakten ook nog enkele foto's voor ons archief, eveneens werd hier een groepsfoto genomen en gingen we ook nog even op de foto met enkele omstanders die ons vroegen wat we precies deden. Nu dienden we niet vlug alles op een papiertje te schrijven maar konden we de nieuwe PRWWI naamkaartjes afgeven aan de geïnteresseerden wat alles veel vergemakkelijkte.








We borgen onze pipes op, checkten het adres van de volgende locatie met Patrick die ons zou volgen met zijn mobilhome en maakten ons klaar om te vertrekken naar Harelbeke waar onze volgende stop zou liggen.



Om 10u40 arriveerden we aan het Harlebeke New British Cemetery in Harelbeke waar 1116 slachtoffers uit WWI begraven lagen. Harelbeke, let op het verschil in schrijfwijze, was al de hele oorlog door Duitse troepen bezet, maar in de nacht van 19 op 20 oktober 1918 werd het na hevige gevechten bevrijd door de 9th (Scottish) Division. De begraafplaats werd na de wapenstilstand aangelegd met doden uit de omliggende slagvelden (gevallen tijdens deze laatste gevechten) en een veertigtal Duitse en kleinere gemeentelijke begraafplaatsen, verzameld in 1924-1925.
Toen we net waren uitgestapt en de straat gingen oversteken kwamen er een paar mensen aangereden met de fiets en toen die ons passeerden hoorden we zeggen; "Amaai, ge zij gulder nog redelijk van ulder woord, 5 minuten later dan voorzien" doelend op de stiptheid van onze tocht. Stuart en Kurt stonden wat verbaasd naar elkaar te kijken door de uitspraak van deze heer en kwamen tot de conclusie dat toch verschillende mensen blijkbaar de tocht volgden via internet wat hen beiden wel beviel. Hoe anders zouden deze mensen  weten om welk uur en waar we zouden opduiken? Wat later bleken het dezelfde mensen te zijn die we hadden ontmoet tijdens Trip 25 toen onze Engelsman bij Mud Corner Cemetery in de beek tuimelde.

Met een goed gevoel trokken we de begraafplaats op, gevolgd door de fietsers en enkele andere geïnteresseerden. Patrick liep langsheen de verschillende graven, terwijl Stuart zijn lijstje begon af te lopen vergelijkend met onze research gegevens en foto's begon te nemen. Op een gegeven moment liet Stuart weten dat er iets niet klopte met de gegevens die hij had over Thomas Ernest Bruce (Irish Rifles). Oké we gingen opzoek naar het namenregister wat zich aan de ingang van de begraafplaats bevond en al vrij vlug kwamen we tot de conclusie wat er mis bleek te zijn. Thomas Ernest Bruce lag begraven in Graf C.1. van Plot II. Volgens onze research lag Thomas in Plot III. Dus vonden we hem snel terug. We deden verder ons werk terwijl we ondertussen hier en daar een woordje uitleg deden aan geïnteresseerden die ons op de begraafplaats waren gevolgd. Terwijl het zonnetje ondertussen toch af en toe eens kwam piepen speelden we midden op de begraafplaats onze tunes waarna we het PRWWI kruisje neerplanten aan het Cross of Sacrifice. Onze volger Patrick had ondertussen ook niet stilgestaan, die liep daar ineens rond met een sliert plastiek dat als zwerfvuil rond dwarrelde op de begraafplaats. Waarschijnlijk meegenomen door de wind van op een of andere bouwwerf in de buurt wat niet kon gezegd worden van een paar sigarettenpeuken die we meenamen van in het midden op de begraafplaats. Alles werd later in de vuilnisbak gedeponeerd. Na het nemen van de groepsfoto aan het Cross of Sacrifice gingen we het register tekenen en zagen dat de laatste input van vandaag was, mensen uit Heusden die waarschijnlijk net voor ons de begraafplaats hadden bezocht.















Rifleman Thomas Ernest Bruce MM (Military Medal). Service Number 16274. 15th Bn. Royal Irish Rifles. Gesneuveld 20 oktober 1918, 22 jaar. Plot II Rij C Graf 1.

Private James Reid Dallinger. Service Number 26147. 12th Bn. (Bermondsey) East Surrey Regiment. Gesneuveld 22 oktober 1918. 20 jaar. Plot V Rij C Graf 5. 

Private A Garrett. Service Number 9895. ‚A’ Coy. 1st Bn. Royal Welsh Fusiliers. Gesneuveld op 30 oktober 1914, 27 jaar. Hij werd door de Duitsers begraven op Granat Farm German Cemetery maar zijn graf ging verloren door latere aanvallen. Zijn gedenkteken staat aan de ingang meteen links. Het Granat Farm German Cemetery, Memorial 20.

Private Reginald C. Gray. Service Number G/95458. 2nd Bn. Royal Fusiliers. Hij nam oorspronkelijk dienst bij het East Surrey Regiment met nummer 5913. Bij zijn dood vocht hij samen met zijn broer bij het 2nd Bn. Royal Fusiliers, City of London Regiment. Hij sneuvelde op 6 oktober 1918, 29 jaar. Plot III Rij C Graf 2. Zijn broer diende in de Tweede Wereldoorlog bij het ARP, Air Raid Precautions, nadat hij medisch ongeschikt werd verklaart door zijn acties in de Eerste Wereldoorlog. Er word gezegd dat hij in zijn sigaretten kistje steeds de peuk bewaarde die hij samen met zijn broer had gerookt voor hun laatste aanval samen. 

Private Reginald Holebrook. Service Number 201603. 1st/4th Bn. Cheshire Regiment. Gesneuveld op 25 oktober 1918, 37 jaar. Plot V Rij C Graf 11. Zijn broer Private Charles Holebrook ligt begraven op Dozinghem Military Cemetery. Hij sneuvelde 23 augustus 1917.


Second Lieutenant Alfred John Avalon Hutchins. 2nd Bn. Royal Sussex Regiment. Hij werd geboren 29 juli 1897 nabij Avalon in Catalina Island, Californië in de Verenigde Staten. Nadat hij oktober 1916 afgestudeerd was trad hij in dienst bij het Royal Sussex Regiment en vertrok in december van dat jaar naar Frankrijk. Op 20 maart 1918, nadat hij hevig gewond raakte in het gezicht en linker dij bij een gasaanval, werd hij gevangen genomen door de Duitsers. Hij overleed in een Duits veldhospitaal in Pittem, hij werd 20 jaar. Zijn lichaam werd  begraven op Bergmoolen Military Cemetery nabij Ardooie. Later werd hij herbegraven op Harlebeke New British Cemetery. Plot II Rij C Graf 16. 


Second Lieutenant Walter Kember. 6th Sqdn. and 7th Bn. Lancashire Fusiliers Royal Flying Corps. Bij het uitbreken van WWI was Walter Kember een student tandheelkunde aan de Universiteit van Liverpool. Maar hij gaf zich meteen op voor militaire dienst bij zijn lokaal bataljon, 7th King’s Liverpool Regiment. Op 3 augustus 1915 werd hij naar Frankrijk gestuurd waar hij op 16 mei 1915, de eerste dag van de Slag bij Festubert, gewond raakte aan beide benen. Hij herstelde van zijn verwondingen in een ziekenhuis in Londen. Hier werd hij geselecteerd voor een Officer Cadet Training waarna hij Second Lieutenant werd in het 7th Bn. Lancashire Fusiliers. In juli 1917 werd hij overgeplaatst naar het 6th Sqdn. Royal Flying Corps dat opereerde vanuit Abeele. Enkele dagen later, 1 september 1917, maakte hij als Gunner/Observer een vlucht samen Second Lieutenant John Bristo Culley Madge, de piloot. Tijdens deze vlucht werd Madge geraakt in de rug en verloor het bewustzijn, waardoor het vliegtuig een duikvlucht nam. Dit was nadat Kember reeds neergeschoten werd toen hij rechtopstaand zwaaide naar wat voor hem een bevriend vliegtuig was. Niets was minder waar. Het vliegtuig bleek een prototype te zijn van het eerste driedek vliegtuig voor de Duitsers, de Fokker Tri. Deze werd geleverd op 21 augustus 1917 en aan boord zat ’The Red Baron’. Dit maakte van Kember het 60ste slachtoffer van Von Richthofen. Von Richthofen kreeg voor elk slachtoffer een 5cm hoge zilveren trofee en voor elk 10de slachtoffer was de trofee 10cm. Deze werden gemaakt door een Berlijnse juwelier. Op deze trofeeën stond telkens de hoeveelste overwinning, het type vliegtuig, het aantal inzittenden en de datum. Kember was de laatste trofee dat gemaakt werd door een tekort aan kostbaar metaal. Madge overleefde de crash en werd enkele dagen later wakker in een duits krijgsgevangen-kamp. Waar hij in 1919 vrij kwam. Kember werd 26 jaar en ligt begraven in Plot XII Rij A Graf 8. 


Captain Laurence Minot MC (Military Cross). 57th Sqdn. Royal Flying Corps.
Second Lieutenant Sidney John Leete. 57th Sqdn. Royal Flying Corps.

Minot werd geboren op 21 juli 1896 in Wandsworth, Surrey. In april 1915 schreef Minot zich in bij de Royal Flying Corps Flying School en kreeg zijn ‚Wings’ in juli 1916. Als Second Lieutenant werd Minot bijna meteen naar Frankrijk overgebracht waar hij eerst het 16th Squadron vervoegde om later overgeplaatst te worden naar het 57th Squadron voor verkenningen en bombardeer opdrachten. Minot werd gepromoveerd tot Captain en door zijn '6 kills' kreeg hij na zijn dood de Military Cross. 3 van deze kills dateerden van de dag voor hij sneuvelde. Minot’s gewoonlijke Observer Lieutenant Arthur Fredrik Britton raakte gewond tijdens deze vlucht maar overleefde de oorlog, om op 19 februari 1919 te sterven aan de Spaanse griep. Minot sneuvelde een week na zijn 21ste verjaardag.
Leete werd geboren op 8 juni 1983 in Woodford. Hij ging op 21 augustus 1914 in dienst bij het 13de reserve cavalerieregiment in Scarborough. Zijn woonplaats was toen in Wickford en als beroep gaf hij pluimveehouder op. 
Leete klom snel op en werd op 24 augustus 1914 al benoemd tot Corporal waarna hij op 9 mei 1915 het Worcestershire Regiment vervoegde. Hij arriveerde in Frankrijk op 25 mei 1916 waar hij zich bij het 8th Worcester Regiment voegde. Nabij Neuve-Chapelle raakte Leete tijdens de nacht van 6 op 7 september gewond tijdens een aanval op Duitse loopgraven. Op 10 april 1917 kreeg Leete zijn overplaatsing naar het Royal Flying Corps terwijl hij in Reading verbleef. Waarschijnlijk kreeg hij zijn opleiding bij de No. 1 School of Aeronautics. Na zijn opleiding bij de No. 1 School of Aerial Gunnery verbleef hij nog een korte periode in het ziekenhuis tot 22 juni 1917. Toen werd Leete terug naar Frankrijk gestuurd waar hij op 29 juni 1917 het 57th Squadron vervoegde. Gedurende de hele maand juli nam hij deel aan verschillende bombardeer en verkenningen vluchten. Op 27 juli 1917 nam Leete deel aan een bombardement op de Passchendaele Ridge toen ze aangevallen werden door vijandige vliegtuigen. Leete claimde een ‚Kill’ toen hij zijn kogels een duitse vleugel zag doorboren en de vleugel zag inklappen. Zijn gebruikelijk piloot Lieutenant Irwin raakte licht gewond tijdens deze actie.

Doordat Minot’s Observer en Leete’s Pilot gewond raakten tijdens de acties de dag ervoor stegen beide heren op 28 juli 1917 samen met nog vier andere vliegtuigen op vanaf Boisdinghem om 16u15 met de opdracht om de luchthavens van Heule en Ingelmunster aan te vallen. Om 17u55 werden de vijf vliegtuigen aangevallen door vliegtuigen van het Duitse Jasta 6. De laatste berichten zagen Minot en Leete een duits vliegtuig achtervolgen in een duikvlucht. Men denkt dat Minot en Leete neergeschoten werden door Leutnant Hans Ritter von Adam, een Duitse ‚Ace’ die zelf werd neergeschoten op 15 november 1917.

Minot en Leete liggen nu zij aan zij begraven in Plot I Rij A Graf 13 en 14.

Sergeant De Bloise Fairburn Leonard. Service Number 73064. 28th Bn. Candadian Infantry (Saskatchewan Regiment). Gesneuveld 8 juni 1916, 21 jaar. Plot XIII Rij A Graf 13.

Private Gordon Harold Main. Service Number 475333. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). Gordon meldde zich aan bij 4th University Corps in september 1915. Dit Corps werd opgericht om de plaatsen bij het prestigieuze Princess Pats regiment aan te vullen. Gordon was één van de vermisten tijdens een aanval in juni 1916. En later werd bevestigd dat hij gestorven was als POW in Wurtt. Hij stierf op 8 juni 1916, 20 jaar. Plot XIII Rij D Graf 17.  

Private J W Martin. Service Number 267310. 2nd/1st Bucks Bn. Oxford and Bucks Light Infantry. Gesneuveld 28 augustus 1917, 19 jaar. Plot XII Rij D Graf 1.


Private Angus MacNeil. Service Number S/4936. 7th Bn. Seaforth Highlanders. Gesneuveld 25 oktober 1918, 25 jaar. Plot II Rij A Graf 19.
Hier werd een foutje gemaakt in onze research, deze gaf de locatie van Private A McNeil. Service Number 220084. 5th Bn. Cameron Highlanders. Gesneuveld 25 oktober 1918. Plot III Rij A Graf 5. Wel heel toevallig bijna dezelfde naam op dezelfde dag gesneuveld en op dezelfde begraafplaats. Dit heeft wel als resultaat dat we geen foto hebben van de Headstone van Angus MacNeil. 

Private James Gordie Murray. Service Number 452055. "B" Coy. 58th Bn. Canadian Infantry. Gesneuveld 13 juni 1916, 19 jaar. Plot XIV Rij D Graf 5.

Lieutenant Clement Wattson Payton DFC. 210th Sqdn. Royal Air Force. Gesneuveld 2 oktober 1918, 21 jaar. Hij werd gedecoreerd met het ‚Distinguished Flying Cross’ en het Belgische ‚Croix de Guerre’. Plot II Rij B Graf 6.

Corporal of Horse William Thomas Leggett. Service Number 2880. 1st Life Guards. Gesneuveld 14 oktober 1914, 23 jaar. Plot VII Rij C Graf 9.

Niet veel later trokken we terug naar onze wagen en was het de bedoeling dat we hier onze lunch zouden nuttigen maar besloten toch om bij de volgende stop een hapje te eten.  We verlieten Harlebeke New British Cemetery om 11u30 en reden richting Stasegem waar we een tien minuten later aankwamen op de burgerlijke begraafplaats. Patrick die voor ons was vertrokken in Harelbeke was nergens meer te bespeuren en we zagen ook niet direct zijn mobilehome staan. Verkeerd of verloren gereden, we wisten het niet. 



We gingen de begraafplaats op en vonden algauw de 24 CWG's graven terug. Nadat we ons hadden klaargemaakt en de tune Flower of Scotland stonden te spelen, zagen we vanuit onze ooghoeken Patrick aankomen die ons na de tune Amazing Grace liet weten dat hij hier een stuk verder stond geparkeerd. Hier in het smalle straatje was dat met zijn gevaarte niet echt mogelijk en bovendien ging er om de hoek een rommelmarkt door waardoor er enkele straten waren afgesloten. Geen probleem, Patrick was er terug bij en begon ook met het nemen van enkele foto's.









Lieutenant David Stuart McGregor VC. 6th Bn. attd 29th Bn. Machine Gun Corps Royal Scots. McGregor werd geboren op 16 oktober 1895. Hij kreeg de Victoria Cross voor zijn uitmuntend gedrag op de dag dat hij sneuvelde 22 oktober 1918. Nabij Hoogemolen had McGregor zijn machine geweren op paard en kar verstopt achter de berm van een lager gelegen weg. Nadat ze hevig onder vuur werden genomen door vijandige machine geweren besefte McGregor dat het onmogelijk was geworden zijn machine geweren zonder grote vertragingen in veiligheid te brengen. Hierop gaf hij zijn mannen het bevel een veiligere route te nemen en ging hij zelf op de kar liggen. De bestuurder ging er in volle galop vandoor terwijl McGregor dekking gaf van op de kar. Ze slaagden in hun opzet en de machine geweren konden in stelling gebracht worden voor de aanval. Lieutenant McGregor bleef het gevecht aanvoeren tot hij een uur nadien werd doodgeschoten. Hij werd 23 jaar. Zijn graf is het meest rechtse, een beetje apart van de rij. Graf A1. 


We planten er het PRWWI kruisje neer en zagen donkere wolken komen aanzetten en hoopten dat het zou overblijven met regenen. Na het nemen van de groepsfoto wandelden we terug naar de ingang van de begraafplaats en besloten hier een hapje te eten. Onze woorden waren nog niet koud of het begon te druppelen natuurlijk. Patrick nodigde ons uit om onze lunch te nuttigen in zijn mobilehome, daar zouden we toch een iets meer op ons gemak kunnen zitten om te eten. Een heel mooi aanbod dat we niet afsloegen omdat het redelijk hard begon te regenen dat moment. We parkeerden enkele minuten later de auto achter zijn mobilehome die een paar straten verder stond geparkeerd en trokken naar binnen waar Patrick net water stond te koken om koffie te maken. "Iemand zin in koffie?" Kurt die zowat verslaafd is aan koffie moest niet lang nadenken en genoot dan ook echt van de warme kop koffie die hem werd aangeboden.

Onder de maaltijd kwamen we tot de conclusie dat we een heel klein beetje voor liepen op schema en dat we hier in de buurt ook het Newfoundland Memorial konden terug vinden welke in feite niet op onze tocht stond gepland. We zouden het rakelings passeren op onze weg naar de volgende stop en niet veel later besloten we om toch maar een extra stop aan het Memorial in te lassen. Ondertussen stonden de hemelsluizen helemaal open en viel de regen met bakken uit de lucht. We waren beiden heel blij dat we in grote luxe onze maaltijd konden nuttigen in Patrick's mobiele huis terwijl het buiten water goot.  Onze weerman Armand Pien aka 'Stuart' liet ons weten dat het binnen enkele minuten zou gedaan zijn met regen en dat zou dan het moment zijn om te vertrekken en inderdaad niet veel later om 12u50 gingen we op weg naar het Newfoundland Memorial onder een stralende hemel.


Het Newfoundland Memorial werd in de jaren '20 opgericht voor de gesneuvelden uit het Canadese Newfoundland en toont een bronzen kariboe. De kariboe is een typisch dier van Newfoundland, en is ook het embleem van het Newfoundland Regiment dat aan het Westfront streed tijdens de Eerste Wereldoorlog.  De bronzen kariboe staat op een aarden verhoog bedekt met rotsblokken en kijkt uit over de omgeving.  Het is 1 van de 5 gelijkaardige monumenten in West Europa ( 4 in Frankrijk en 1 in België) die worden onderhouden door de Veterans Affairs Canada.
Hoewel het een heel mooi en imposant Memorial is, vooral met de kariboe die uitkijkt over de streek, vonden we alle drie dat door toedoen van het drukke kruispunt van de 2 grote wegen net naast het Memorial dat het er een beetje verloren bijstaat mede ook dat ze in de jaren '20 waarschijnlijk niet wisten dat hier jaren later er een druk verkeerspunt zou komen te liggen. Iedereen raast of scheurt hier voorbij wat maakt dat weinigen er nog oog voor hebben. Ook hier speelden we onze tunes en merkten we op dat enkele auto's toch iets vertraagden toen we stonden te spelen. De uitspraak van Patrick was hier dan ook passend; "Voila, terug een paar mensen die nu weten dat hier iets merkwaardigs te zien is.".  We maakten enkele foto's en lieten er ook een PRWWI kruisje achter aan de voet van de rotsblok waar de kariboe op staat en maakten ons klaar voor de volgende stop. Het kleine en zeker te bezoeken prachtig Memorial verlieten we om 13u18 en trokken richting Kortrijk.









Na een ritje van een kleine 10 minuten kwamen we aan op de burgerlijke begraafplaats in Kortrijk waar we net voor de poort konden parkeren. We wandelden de oude maar wel mooie begraafplaats op waar we vooraan een Memoriaal zagen staan voor alle oorlogsslachtoffers. Stuart liet weten dat hij hier op zoek moest gaan naar enkele Belgen waarvan een paar verzetsstrijders waren maar deze bleken hier vooraan op het Memorial te staan vermeld en bleken hier niet te zijn begraven. We wandelden verder de begraafplaats op waar we helemaal achteraan de CWG's zouden vinden.  Groot was onze verwondering toen we tegenover de graven in het CWG's Plot nog een iets kleine, ietwat verwaarloosd Frans Plot vonden met 10 WWI graven waar ook een iets kleiner 'Cross of Sacrifice' stond dat bijna geen kleur meer had. Een schril contrast vergeleken met het CWG Plot. 



We gingen opzoek naar de graven die we extra uit onze research hadden gehaald welke we vrij snel hadden gevonden.  Eveneens vonden we er enkele Nederlands klinken namen terug zoals bijvoorbeeld, Gerard De Vries of P.H. Engelbrecht die hier destijds met de Zuid-Afrikaanse regimenten vochten. Ook vonden we er acht graven terug van het Chinese Labour Corps terug langs de zijkant in het CWG Plot.  Zoals Patrick zei een kleine mooie begraafplaats maar het nemen van mooie foto's lukte hier minder goed door de gevel van een bedrijf waartegen de begraafplaats lag. Eender hoe de gevel stond er telkens wel op een of andere manier bij. We speelden onze PRWWI tunes bij het Cross of Sacrifice gevolgd door het neerzetten van ons In Remembering kruisje. Daar kwamen we tot de conclusie dat dit niet zo evident bleek te zijn daar het Cross of Sacrifice helemaal was omringd met vaste stenen, zelfs geen kiezels. We kwamen op het idee om misschien kleine houten voetjes te maken om het kruisje erin te zetten of om kleine Pritt buddies te gebruiken waar vooral posters maar ook andere kleine dingen mee vast gemaakt worden. We gingen eens onderzoeken wat de beste manier zou zijn.  We gingen het register invullen waar de laatste input geleden was van 24 augustus 2014 door mensen, volgens Stuart vermoedde, afkomstig uit Schotland. Na het register te hebben ingevuld wandelden we terug naar de ingang van de begraafplaats en aan de auto gekomen bekeken we samen met Patrick onze volgende stop.

















Soldaat Gustaaf Moerman. 22ste Linie-Regiment. Gesneuveld 18 augustus 1914, 23 jaar.
Aloïs-Emiel Vangheluwe. Eerste - Wachtmeester op rust bij de Rijkswacht. Gefusilleerd door de Duitsers op 11 augustus 1916 te Gent. 59 jaar.
Achiel Coigné. Gefusilleerd door de Duitsers op 13 augustus 1917 te Gent. 24 jaar.
Maurice Decabooter. Gefusilleerd door de Duitsers op 14 september 1917 te Gent. 31 jaar.
Theophile Goedhuys. Gefusilleerd door de Duitsers op 19 maart 1918 te Gent. 37 jaar.
Maurice Hofman. Gefusilleerd door de Duitsers op 13 augustus 1917 te Gent. 40 jaar.
Cyrille-Joseph Vandevelde. Gefusilleerd door de Duitsers op 14 september 1917 te Gent. 38 jaar.
Allemaal herdacht op het memoriaal.

Private Henry Coopey. Service Number 9733. 1st Bn. Gloucestershire Regiment. Wounded in action and taken prisoner. Gesneuveld 28 januari 1915, 18 jaar. Special Memorial 28. 


Private John Frampton. Sevice Number 4102. 1st Bn. Royal Newfoundland Regiment. Gesneuveld 23 november 1918, 19 jaar. Een mooie tekst. He Followed Duty Into The Everlasting.

  

Private Barend De Vries. Service Number 51. 1st Coy Cape Coloured Labour Regiment. Gesneuveld 13 mei 1919, 21 jaar. Rij D Graf 10. Blijft wennen om een Nederlandse naam op een CWG-steen te zien.


Private N B J Lane. Service Number 54800. 15th Bn. Hampshire Regiment. Gesneuveld 22 oktober 1918, 19 jaar. Rij C Graf 49. Een mooie tekst. The Bugle Sounded And He Passed Over On The Other Side.

Lance Bombardier George Crichton Scrimgeour. Service Number 193149. „D” Bty. 157th Bde. Royal Field Artillery. Gesneuveld 17 november 1918, 24 jaar. Rij A Graf 19. Een mooie tekst. Till The Day Dawns And The Shadows Flee Away.


Air Mechanic 1st Class Percy Frederick Dangerfield. Service Number 19365. 74th Sqdn. Royal Air Force. Gesneuveld 3 januari 1919, 27 jaar. Rij B Graf 11. Een mooie tekst. Sweetest Toughts Shall Ever Linger Around The Spot Where Thou Art Laid.

Sapper John Jarvis. Service Number 264522. Railway Operating Div. Royal Engineers. Gesneuveld 4 maart 1919, 22 jaar. Rij B Graf 20. Eén letter verschil maar wel het regiment dat later REME werd, het regiment dat Stuart’s grootvader tijdens WWII naar België (en verder) bracht. 

Rond 14u10 verlieten we de begraafplaats in Kortrijk en reden we richting Moorsele waar we het Moorseele Military Cemetery zouden vinden. Een tien minuten later parkeerden we er onze wagens aan de ingang van of beter gezegd aan het begin van het pad die ons naar de begraafplaats zou brengen. We wandelden een mooi met kort gereden gazon pad op en kwamen een eindje verder aan de begraafplaats die was omringt met een haag. Een mooie en rustig gelegen begraafplaats die destijds achter het klooster was opgericht maar waar nu een middelbare school was ingericht.  Het werd in 1915 opgericht door de Duitsers die enkele medische eenheden hadden opgericht in het klooster, en bleef in gebruik tot aan de inname van het dorp door het 15th Royal Irish Rifles op 14 oktober 1918.  Hedendaags liggen er enkel 90 Britten en 8 Canadezen begraven. De meer dan 800 Duitse graven werden in 1930 verplaatst naar de begraafplaats in Mesen.



We gingen de begraafplaats op en begonnen meteen onze zoektocht voor onze research. Hier bleek dat het graf met aanduiding 'Fr.' niet meer aanwezig was. Waar 'Fr.' voor staat (waarschijnlijk een Frans graf) en waar het graf naar toe is bleek een raadsel. Een prachtig onderhouden begraafplaats zoals we wel gewoon zijn van de CWGC die er heel vredig bijlag omringt door veel groen. Na het nemen van enkele foto's speelden we achteraan de begraafplaats en tegenover het Cross of Sacrifice onze tunes onder een inmiddels lang verwachte stralende zon. Wat later namen we aan het Cross of Sacrifice ook de groepsfoto en planten we er het PRWWI kruisje neer waarna we opzoek gingen naar het register. Heel merkwaardig, maar ook al telde deze begraafplaats een kleine 100 graven, hier was nergens een register te vinden, zelfs geen kastje waar het in opgeborgen zou moeten zijn. Spijtig want we hadden alles samen maar 2 registers gevonden op deze rit waar toch 5 begraafplaatsen op stonden.







Corporal J Graham MM. Service Number 11897. 11th Bn. Royal Scots. Gesneuveld 18 oktober 1918, 25 jaar. Rij D Graf 7.

Private Percy Alfred Thomas Male. Service Number 205492. 15th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). Gesneuveld 20 oktober 1918, 19 jaar. Rij D Graf 6.

Lance Corporal John Pullar Peatie DCM (Distinguished Contuct Medal). Service Number 50699. 12th Bn. Royal Scots. Gesneuveld 22 oktober 1918, 20 jaar. Rij D Graf 2.

Private G Hooper. Service Number 3/53910. 17th Bn. Lancashire Fusiliers. Gesneuveld 29 oktober 1918, 19 jaar. Rij A Graf 9. Onderaan zijn graf staat: Also in Memory of his Brother William Hooper 1st Cl Sto to H.M.S. Partridge. Died Dec.12 1917. Age 19.
Het gaat hier over Stoker 1st Class William Hooper. Service Number SS/117210 H.M.S. Partridge Royal Navy. Gesneuveld 12 december 1917, 19 jaar. Tweeling broers? William word herdacht op het Portsmouth Naval Memorial.

Nadien hebben we nog een klein half uurtje staan napraten met Patrick op de begraafplaats die ons gans de rit had gevolgd en niet veel later wandelden we terug naar onze geparkeerde wagens waar Patrick ons nog even uitnodigde voor een Whiskey-tje ter afsluiting van een mooie en leerzame dag welke we niet afsloegen. Aan zijn mobilehome haalde Patrick een mooie fles Connemara uit, een lekkere en zachte Ierse Single Malt en we toasten samen op onze gezondheid en de tocht van PRWWI. We praten nog wat na over de gepasseerde dag, een dag die voorbij vloog waarbij we zowel een paar burgerlijke- als ook militaire begraafplaatsen bezochten.  Trip 11 gaf ons een aangenaam gevoel met een prachtige afsluiter aan de mobilehome van Patrick. Alweer een paar herinneringen rijker en de uitspraak van Patrick; "Een bewonderenswaard initiatief dat veel meer waardering zou moeten krijgen. Mijn hoed (of beter pet) af voor hun inspanningen" later die dag, liet ons weten dat we goed bezig waren zodat we alvast kunnen uitkijken naar de volgende trip.

Patrick nogmaals bedankt voor de gastvrijheid in je mobilehome zodat we droog onze lunch konden nuttigen, de kop koffie die ferm deugd deed en het glas whiskey op het einde van de dag, we hebben ervan genoten... Bedankt namens ons beiden.

Groeten en tot volgende,



Geen opmerkingen:

Een reactie posten