zondag 25 september 2016

Trip 22: Buffs Road Cemetery, Track ‘X’ Cemetery, No Man’s Cot Military Cemetery, Welsh Cemetery (Ceasar’s Nose), Colne Valley Cemetery, Dragoon Camp Cemetery, La Belle Alliance Cemetery, Divisional Collecting Post Cemetery and Extension, New Irish Farm Cemetery.

Datum : 25/09/2016
Begraafplaatsen : Buffs Road Cemetery, Track 'X' Cemetery, No Man's Cot Military Cemetery, Welsh Cemetery (Caesar's Nose), Dragoon Camp Cemetery, Colne Valley Cemetery, La Belle Alliance Cemetery, Divisional Collecting Post Cemetery and Extention, New Irish Fram Cemetery.
Afstand :  175 Km
Weer : zonnig droog in de ochtend, op de middag grijze wolken en enkele druppels.
Deelnemers : Stuart Jervis, Alec Jervis en Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaege, Jeroen Cool, Marnix Degruyter, Anthony Van Waelegem, Daphné Vangheluwe



Info :

Vandaag 25 september was het weer zover, na ons PRWWI Ardennen Offensief waarbij we 29 begraafplaatsen bezochten in een week had het lot Trip 22 geloot. Trip 22 was een tocht die ons naar de Westhoek zou brengen en waarbij we een 10-tal begraafplaatsen zouden bezoeken tussen St Jan en Boezinge. Geheel iets anders als de laatste periode maar met hetzelfde doel vertrokken we onder een zonnige hemel richting Ieper. Zoals altijd overliepen we de geplande tocht in het heen rijden en voor we goed en wel beseften hoe snel de tijd had gevlogen zagen we bij het verlaten van de autosnelweg al in de verte enkele auto's staan bij onze eerste stop. We zouden vandaag dus niet alleen zijn.


Bij aankomst zagen we dat we een extra piper zouden mee hebben op tocht, Alec Jervis stond reeds in te spelen toen wij de wagen nog moesten parkeren. Onze vaste volgfotografen Patrick, in vol ornaat met kilt, en Daphné stonden ook al te trappelen van ongeduld en Jeroen Cool, Marnix Degruyter en Anthony Van Waelegem wachtend op wat er komen zou. Toen we waren uitgestapt en iedereen een goeie dag hadden gezegd gingen we eerst onze pipes tunen met behulp van enkele moderne attributen. Daar dit niet van een leien dakje liep werd er toch maar gekozen om onze pipes te tunen op de oude manier, het gehoor. Kurt was in zijn nopjes omdat men moest terugvallen op de oude manier en zo was de trent voor vandaag reeds gezet.







Niet veel later gingen we onze eerste begraafplaats, Buffs Road Cemetery op. 'Buffs Road' was een weg tussen 'Boundary Road' en 'Admiral's Road', ten noorden van Sint-Jan en het gehucht 't Wieltje. Op het kruispunt van 'Buffs Road' met 'Admiral's Road' stond een grote boerderij die 'Cross Roads Farm' genoemd werd. De begraafplaats ligt iets ten oosten van deze boerderij en het kruispunt. De begraafplaats is ontstaan nadat dit stukje niemandsland werd veroverd op 31 juli 1917. Ze werd gebruikt door gevechtseenheden (vooral 'Royal Sussex' en de 'Royal Artillery') tussen juli 1917 en maart 1918, met andere woorden tussen het begin van de Derde Slag bij Ieper tot aan het Duitse Lente-Offensief. Na de wapenstilstand werden hier nog bijna 90 graven, afkomstig uit de omliggende slagvelden, gehergroepeerd. Het graf van 1 Belgische militair werd verwijderd. Het lichaam van 1 Britse officier die in 1915 gestorven was, werd vanuit Brielen Churchyard naar hier overgebracht. Volgens het huidige register liggen hier 265 doden uit het Verenigd Koninkrijk waaronder 67 onbekenden, 13 uit Australië waarvan 9 onbekenden, 10 onbekende Canadezen en 1 geïdentificeerde Zuid-Afrikaan, wat een totaal maakt van 289 doden. Voor 10 militairen, wiens graf niet meer teruggevonden kon worden, werd een 'Special Memorial' opgericht.






Iedereen ging een beetje zijn eigen kant op en Stuart begon direct met het afwerken van zijn lijstje. Anders dan tijdens ons Ardennen Offensief waar we geen namenlijstje hadden, is er voor CWG's wel info te vinden dus voor Trip 22 kon Stuart hem eens volledig laten gaan. Stuart ging op weg terwijl onze anders volgers over de begraafplaats wandelden en Kurt kon eveneens zijn gang gaan in het zoeken naar bijzondere epitafen. Toen Stuart enkele minuten later liet weten dat hij klaar was met zijn lijstje begonnen we ons klaar te maken om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. Tijdens onze laatste PRWWI tune Amazing Grace stopte er ineens een tros wielermannen die even luisterden maar daarna direct terug vertrokken. Raar mannen vond Kurt.










Private Albert Clarence Soan. 
Service number G/17973. 13th Bn. Royal Sussex Regiment. 
Gesneuveld 31 juli 1917, 21 jaar. Rij C Graf 6.

Lance Serjeant G Denny. 
Service number G/13364. “D” Coy. 2nd Bn. Royal Sussex Regiment. 
Mooi Epitaaf: ‘Rest In Peace, In a Hero’s Grave’. 
Gesneuveld 2 maart 1918, 26 jaar. Rij B Graf 4.

Corporal S Watters. 
Service number 2042. 1st Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 22 oktober 1914. Hij is hiermee de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Rij EE Graf 46.

Lance Corporal WJ Fussell. 
Service number 504468. 503rd Field Coy. Royal Engineers. 
Gesneuveld 20 september 1917, 26 jaar. Rij E Graf 22.

Gunner Henry George Small. 
Service number 64401. 22nd Heavy Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 25 september 1917, 20 jaar. Rij E Graf 27.

Second Lieutenant William Edward Balcombe-Brown. 
68th Bty. Royal Field Artillery. Gesneuveld 29 juni 1915, 22 jaar. 
Rij EE Graf 39.

Gunner Philip Hart. 
Service number 901158. 290th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 15 oktober 1917. Rij F Graf 2.

Captain James Elder. 
13th Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 29 december 1917, 24 jaar. Rij C Graf 58.










We besloten om eerst de groepsfoto te nemen vooraan op de begraafplaats bij het Cross of Sacrifice waar we niet veel later dan ook het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer planten bij de sokkel. Onze volgfotografen namen de ene na de andere foto tijdens onze kleine plechtigheid waar na we verzamelden bij het kastje waar het bezoekersregister in zat. Het bezoekersregister kende een laatste input op 18 september 2016 van een zekere J. Bruylandt uit Dendermonde (B). Iedereen ondertekende op zijn beurt het bezoekersregister waarbij Kurt vond dat Daphné dat precies deed zoals een minister, zo plechtig hé. Lachend om Kurt zijn commentaar schreef Daphné verder. 














Nadat iedereen klaar was verlieten we Buffs Road Cemetry om 10u54 en terwijl we onze spullen en pipes inladen stelde Daphné voor om te carpoolen daar men bij de meeste te bezoeken begraafplaatsen niet kon parkeren en er een straat tijdelijk eenrichtingsverkeer was geworden door werken in de buurt. Dus iedereen werd hier en daar heringedeeld en weg waren we naar onze volgende stop. We reden een loodzware en vermoeiende route van wel zeker 600 meter waar we in de berm toch makkelijk konden parkeren met onze colonne voertuigen. Na het uitladen van onze spullen trokken we met ons gevolg over het 60 meter altijd groene pad tot bij de ingang van de Track 'X' Cemetery waar we arriveerden om 10u55.








Deze begraafplaats werd gestart op 31 juli 1917, de eerste dag van de Derde Slag bij Ieper, toen dit stukje niemandsland veroverd werd. De begraafplaats werd gebruikt tot november 1917, behalve twee bijzettingen die in mei 1918 plaatsvonden. De Moortelweg was in 'Admiral's Road' omgedoopt, naar een kapitein die in 1915 met een gepantserde auto de weg op en af reed om zijn manschappen aan te sporen. Tot juni 1917 lag de grond van deze begraafplaats in het niemandsland, tussen de Duitse en Britse stellingen. De verovering van dit gebied, op 31 juli 1917, gebeurde door de '39th Division’ en ‘48th (South Midland) Division'. Volgens het register liggen hier begraven: 138 doden uit het Verenigd Koninkrijk waarvan er 20 niet geïdentificeerd konden worden en 5 Canadezen, waarvan er 1 niet geïdentificeerd kon worden, wat een totaal maakt van 143 doden. De voorbije jaren zijn er echter nog graven toegevoegd met lichamelijke overschotten die tijdens archeologische opgravingen gevonden zijn. Nu zouden er 149 doden begraven liggen, waarvan er 27 niet meer geïdentificeerd konden worden.

We openden het hek van deze kleine en mooie begraafplaats en lieten onze pipes achter op het sokkel van het Cross of Sacriffice wat direct bij de ingang stond. Het zonnetje scheen fel en met al die verschillende bloemen en planten bij de graven gaf dit een echt mooi zicht. We slenterden de begraafplaats op, Stuart zijn lijstje aflopend en zerkjes tellen, Kurt opzoek naar enkele bijzondere epitafen en onze volgfotografen op zoek naar een perfect plaatje. Hoewel perfect, volgens Kurt zijn die mannen nooit tevreden over hun foto's, altijd zien of ontdekken ze achteraf wel iets dat niet goed is aan een bepaalde foto. Ze wringen zichzelf dan ook wel altijd in bepaalde bochten om dat ene shot te maken.










Toen iedereen zo een beetje rond was besloten we om onze tunes te spelen op een beetje een lege plaats tussen het Cross of Sacrifice en enkele rijen CWG's. De klanken van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace verdwenen in het niets over de omliggende velden. Toen onze PRWWI muzikale plechtigheid achter de rug was weet niemand wat er precies gebeurde want voor men het wist was de groepsfoto genomen en stonden we het bezoekersregister in te vullen in plaats van ons PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen en de groepsfoto te nemen. Het Bezoekersregister kende een laatste input van een zekere Sally en Patrick Grainger uit de West-Midlands (UK) op 16 september 2016. Als boodschap schreven ze ‘Very peacefull place here to remember’, we konden dit alleen maar beamen.

Private Arthur Frank Spice. 
Service number 37925. 1st/4th Bn. Royal Berkshire Regiment. 
Gesneuveld 5 augustus 1917. 
Hij werd 42 jaar en hiermee de oudste op de begraafplaats. Rij E Graf 44.

Gunner Cyril Seaton Gray. 
Service number 17710. “A” Bty. 186th Bee. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 21 augustus 1917, 22 jaar. Rij D Graf 36.

Captain Frederick Dudley Andrews MC (Military Cross). 
1st/4th Bn. Gloucestershire Regiment. 
Gesneuveld 14 augustus 1917. Rij D Graf 21. 

Captain Ian Grant Fleming MC (Military Cross). 
6th Bn. Gordon Highlanders. Gesneuveld 31 juli 1917, 25 jaar. 
Rij E Graf 23. 




















Nadat iedereen het bezoekersregister had ingevuld was het eerst tijd om ons PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen. Maar voordat we dat deden moesten we toch even Daphné wat kalmeren want die ging daar zo ineens door de knieën voor onze pipers. Of dat dachten we. Daphné had het nodig gevonden om de stylo waarmee we het bezoekersregister invulden op de grond te smijten waarbij dat deze tussen de omheiningsdraad en tussen de onderste takken van de haag was terecht gekomen. Na dit oponthoud konden we verder doen waarvoor we gekomen waren. Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd plechtig neer geplant bij het Cross of Sacrifice waarbij onze volgfotografen er de ene na de andere foto van namen. Kurt vroeg zich af of ze ook zoveel foto's zouden nemen indien de fotografen nog zouden moeten werken met filmrolletjes in plaats van een digitaal geheugenkaartje. Hij amuseerde zich weer precies.





Alvorens we Track X Cemetery verlieten rond 11.29u keken we nog even om, om te zien of we niks waren vergeten en zetten niet veel later koers naar onze volgende bestemming dat zo een kilometer en een half verder lag en waarbij we letterlijk over en langsheen de frontlijn reden. Deze werd aangegeven met verschillende herdenkingsbomen waarrond een blauw, voor de Geallieerden of een rood, voor de Duitsers metalen frame stond opgesteld. Ook hier konden we vrij makkelijk parkeren in de berm en toen iedereen zo een beetje verzameld was aan het groene pad bleek ineens Kurt vermist te zijn. Hij had er niet beter op gevonden om een alternatieve route te nemen naar de begraafplaats zodat hij er iets vroeger zou aankomen om naar eigen zeggen enkele foto's te nemen van de pose die arriveert op No Man's Cot Military Cemetery.











No Man's Cot Military Cemetery is een begraafplaats dat zo een kleine 150 meter van de weg af ligt wat maakte dat Kurt toch wel even hoefde te wachten tot de pose aankwam. De nauwelijks waarneembare heuvelrug waarop de begraafplaats is aangelegd, werd tijdens de oorlog met ‘Pilckem Ridge’ aangeduid. No Man's Cot Cemetery is genoemd naar een nabijgelegen boerderij vlakbij 'Admiral's Road', die tijdens een groot deel van de oorlog in het niemandsland lag. De begraafplaats ontstond eind juli 1917 (Slag om Pilckem Ridge) en zou gebruikt worden tot maart 1918. Er liggen 45 mannen begraven van de '51th Highland Division', die deze locatie veroverden op 31 juli 1917. In het totaal liggen er 79 Britten begraven, waarvan er twee niet geïdentificeerd konden worden. Hiervan zijn er 55 doden, die omkwamen op die beruchte 31ste juli.

Onze pipes lieten we achter op de omheiningmuur bij de ingang van de begraafplaats en Stuart begon met het afwerken van zijn lijstje en na het nemen van enkele foto's stonden onze volgfotografen en volgers ineens zo precies wat lui geleund tegen de omheiningmuur. Akkoord het was een heel kleine begraafplaats en men was dus snel rond bij wijze van spreken. Nader onderzoek liet ons weten dat ze het allemaal ineens te warm hadden. No Man's Cot Military Cemetery lag in het midden van een maïsveld en doordat het zonnetje nog steeds fel scheen en de maïs op redelijk grote hoogte stond was er hier geen zuchtje wind te bespeuren die wat afkoeling kon brengen. Iedereen had het ineens veel te warm.







We besloten om naast het Cross of Sacrifice onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen waarbij onze volgers allen genoten op deze warme plaats. Na het spelen van onze PRWWI tunes ging Stuart opzoek naar de ideale plaats voor het nemen van de groepsfoto en verzette hierbij meerdere malen het camerastatief. Uiteindelijk vond hij het en niet veel later werden we allen vereeuwigd op No Man's Cot Military Cemetery. Er reste ons nog één ding te doen, namelijk het plaatsen van het PRWWI In Remembrance kruisje. Waar zouden we dit het beste zetten? Lang dienden we niet te zoeken want enkele ogenblikken nadien werd het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer geplant bij het graf van Pte. Paterson van het Black Watch Regiment omdat dat het dichtste bij het Croass of Sacrifice stond. 

Private J Lee. 
Service number 18679. 6th Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 31 juli 1917. Rij A Graf 27.

Second Lieutenant William Alexander Rae. 
“C” Coy. 6th Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Geboren in Arbroath, Scotland. Nadat hij geëmigreerd was naar de Verenigde Staten kwam hij in 1915 toch terug om zich aan te sluiten bij de Black Watch. Tijdens de ‘Battle of Loos’ raakte hij vermist en enkele weken later werd hij toch terug gevonden. 
Hij sneuvelde op 31 juli 1917, 32 jaar. Rij A Graf 38.













Daar we hier geen bezoekersregister aantroffen was ons bezoek ineens veel korter zodat we rond 12u00 No Man's Cot Military Cemetery verlieten en langs het pad tussen de maïs terug naar de auto wandelden. We laden onze spullen in en zetten koers naar het Welsh Cemetery (Caesar's Nose) dat zo een kilometer verder lag. 





We parkeerden er onze wagen op de berm naast de toegangsweg naar een boerderij en stapten uit om 12u05. Het moment dat we opweg waren naar de begraafplaats dat toch zo een kleine 150 meter in het midden van een stuk akkerland lag arriveerde er ook nog een jong gezin met de fiets. Een beetje nieuwsgierig naar die mannen met die kilts en pipes in de hand zouden ze toch een tijdje in de buurt blijven.






De nauwelijks waarneembare heuvelrug waarop de begraafplaats is aangelegd, werd tijdens de oorlog met 'Pilckem Ridge' aangeduid. Tot juli 1917 doorkruiste de Duitse frontlijn de locatie van deze begraafplaats. Het plekje verkreeg de naam 'Caesar's Nose', naar de vorm die de frontlijn hier maakte, namelijk een driehoekig vooruitspringend stukje. De aanleg van de begraafplaats werd gestart eind juli 1917, bij het begin van de Slag om Pilckem Ridge, Derde Slag bij Ieper. De '38th Welsh Division', die hier op 31 juli 1917 de regio veroverde, begroef er 23 van haar manschappen. De begraafplaats bleef in gebruik tot november 1917. Nu liggen er 68 Britten begraven, waarvan er 59 geïdentificeerd konden worden.

We liepen de begraafplaats op en wouden onze pipes achterlaten op de sokkel van het Cross of Sacrifice toen we er grote kei ontdekten waarop geschreven stond; 'From South Wales, A little Bit of Home'. Prachtig om te zien hoe sommige mensen de slachtoffers van WOI herdenken op hun manier. Stuart die eerst een kleine uitleg had gegeven aan het jonge gezin die was meegekomen ging meteen aan het werk met het fotograferen van de graven waarvan we wat meer achtergrond wouden van geven voor het item, het gezicht achter de steen. Daar het een redelijk kort namenlijstje was dat Stuart had genoteerd was het al gauw tijd voor onze PRWWI tunes. Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace gleden ook hier weg over de velden, de frontlijn waar zovele mensen het leven lieten dat het ons een goed gevoel gaf dit te mogen doen.












Private CL Kyffin. 
Service number 202533. 15th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 27 juli 1917. Hij werd 39 en is hiermee de oudste op de begraafplaats. 
Plot I Rij B Graf 12.

Private Frederick Parkhouse. 
Service number 29344. 7th Bn. East Yorkshire Regiment. 
Gesneuveld 25 november 1917. Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 31 jaar. Plot I Rij C Graf 1. 

Lance Corporal John Horace Gollick. 
Service number 8/41972. 8th South Staffordshire Regiment. 
Gesneuveld op 17 november 1917. 
Sommige bronnen spreken dat hij net 18 geworden is. Andere bronnen zeggen dat hij bijna 19 was 
en bij zijn geboorte officieel werd opgegeven als Thomas Horace Gollick. 
Plot I Rij C Graf 3.





Na het spelen van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace besloten we om ook hier ineens de groepsfoto te nemen waarbij Kurt alweer in de knoop zat met de planning, lees volgorde waarop alles gebeurt. Enkele van de volgers stonden hem bij en Kurt kwam eruit. Na het nemen van de groepsfoto vertrok het jonge gezinnetje verder op pad en namen afscheid waarna wij ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer planten bij het Cross of Sacrifice. Na deze kleine plechtigheid besloten we om terug te keren naar de auto's daar er hier blijkbaar geen bezoekersregister aanwezig was. Iedereen wandelde niet veel later terug het altijd groene pad af op weg naar de auto's waar een welkome kop koffie en lunch op ons zou wachten.




Tijdens onze lunch werd er zo een beetje over van alles en nog wat gepraat en was Kurt hem weer eens voor vandaag. Enkelen wouden het beruchte verhaal over Kurt die zijn pipes vergat horen zodat dit nog eens in alle geuren en kleuren werd verteld. Bij het einde van onze lunchpauze verliet Anthony ons groepje volgers, hij had nog andere plannen na de middag zodat we niet veel later ook op pad gingen naar onze volgende stop zo een kilometer in vogelvlucht verder. We stapten in en verlieten Welsh Cemetery Caesar's Nose.




Om 13u25, zo een half uurtje later dan voorzien, arriveerden we bij een veldweg die ons bij Dragoon Camp Cemetery zou brengen.  Dragoon Camp Cemetery lag een dikke 400 meter van de weg verwijderd waarbij Stuart de PRWWI mobiel zo ver als mogelijk in de veldweg reed. Alec en onze volgers deden hetzelfde. Nog een geluk dat men nergens kon parkeren zei Kurt tegen Stuart, doelend op de uitspraak van Daphné dat we moesten carpoolen omdat we nergens of toch heel moeilijk konden parkeren langs ons traject. Stuart manoeuvreerde de PRWWI mobiel zo danig in de veldweg dat we maar een 150 meter te voet moesten lopen alvorens we bij de ingang van Dragoon Camp Cemetery stonden. 






Net ten zuiden van de weg Boezinge-Pilkem lag 'Villa Gretchen', dat door de geallieerden 'Dragoon Camp' werd genoemd. Op 31 juli 1917, de eerste dag van de 'Slag om Pilckem Ridge', Derde Slag bij Ieper, werd deze plaats ingenomen door de '38th Welsh Division'. De begraafplaats, die oorspronkelijk 'Villa Gretchen Cemetery' heette, werd door de '13th Royal Welsh Fusiliers' aangelegd vanaf 9 augustus 1917 en werd gebruikt tot in oktober 1917. Er liggen 66 Britse militairen begraven, waarvan er 10 niet meer geïdentificeerd konden worden. Van de 66 graven behoren er 39 tot de Welsh Fusiliers en 15 tot artillerie-eenheden. 28 doden zijn gestorven op 31 juli 1917, vele andere lieten vlak vóór of vlak na deze dag het leven. Eén militair behoorde tot de luchtmacht.

We wandelden deze kleine en mooie begraafplaats op en bekeken even de omgeving waarbij Daphné een woordje uitleg gaf over waar destijds de frontlijn liep. Leerrijke informatie waar je uren naartoe zou kunnen luisteren ware het niet dat we met ons PRWWI project er een redelijk strak tijdsschema op nahouden. We moesten verder en terwijl Stuart zijn lijstje begon af te lopen gingen onze volgfotografen opzoek naar een mooi plaatje om dan een tijdje nadien samen te komen bij de ingang van de begraafplaats waar onze pipes op de omheiningsmuur lagen. We namen onze pipes op en liepen naar het Cross of Sacrifice om er onze PRWWI tunes te spelen. De klanken van onze PRWWI tune Flower of Scotland ebden weg over de velden, gevolgd door een ijzige stilte waarin je even in gedachten kon wegzinken. Amazing Grace volgde een dikke minuut later en ook hier genoten meerdere volgers van.












Private Tomas Hugh Davies. 
Service number 290490. 15th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Rechts op de foto samen met zijn oudste zoon Hugh. 
Over zijn zoon vonden we niets terug dus vermoeden we dat hij de oorlog overleefde. 
Het verhaal van de vader vind je hier https://livesofthefirstworldwar.org/lifestory/1126779
Gesneuveld 27 juli 1917, 39 jaar. Hij liet een vrouw en 7 kinderen achter. Rij B Graf 11.

Major E Davies. 15th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 28 juli 1917. Rij B Graf 1.
Private HM Davies. Service number 42187. 13th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 31 juli 1917, 30 jaar. Rij B Graf 2. 
Twee van de zes Davies’ op de begraafplaats. 
Allemaal onderdeel van de Royal Welsh Fusiliers. 
Voor zover wij konden terugvinden kunnen we niet met zekerheid zeggen dat ze familie zijn van elkaar. 

Second Lieutenant William Lloyd Davies. 
“C” Coy. 13th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 31 juli 1917, 23 jaar. Rij B Graf 4.

Private Robert Edward Davies. 
Service number 33291. 16th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
We vonden ergens terug dat ook zijn neef, die bij het 15th Bn. was, op dezelfde plaats en dag sneuvelde. Er is geen enkele Davies op de begraafplaats die zijn neef kan zijn volgens deze beschrijving. Robert sneuvelde op 31 juli 1917, 19 jaar. Rij B Graf 29.

Private James Dickson. 
Service number 72877. 13th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 31 juli 1917, 19 jaar. Rij B Graf 31.

Private Richard Gladstone Hough. 
Service number 16799. “C” Coy. 13th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 2 augustus 1917. Hij werd 38 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats. 
Rij B Graf 44.

Lieutenant Richard Walter Atkin. 
92nd Bde. Royal Field Artillery. 
Meer informatie kan je hier terug vinden 
Gesneuveld 14 augustus 1917, 20 jaar. Rij A Graf 11.

Lieutenant Thomas Cyril Nicholls-Jones. 
14th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 31 juli 1917, 30 jaar. Rij B Graf 34.








Alvorens we onze pipes terug op het muurtje bij de ingang legden werd eerst nog even gekeken waar we de groepsfoto konden nemen. Stuart verzette het statief van de camera en we gingen allen naar de door Stuart aangeduide plaats voor de groepsfoto. We werden vereeuwigd door de camera op Dragoon Camp Cemetery en besloten om ons PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen. Na een klein overleg tussen Stuart en Kurt stak Alec het PRWWI In Remembrance kruisje 189 plechtig neer bij het Cross of Sacrifice. De fotografen namen er de ene na de andere foto van. Patrick ging zelf op de knieën voor die ene foto en na deze korte plechtigheid wandelden we rustig tot bij de ingang. We overliepen alles nog eens om te zien of we niks vergeten waren en 'nope', alles was in orde. Een bezoekersregister was hier niet aanwezig wat ons liet weten dat we gelijk naar de auto konden wandelen. We verlieten Dragoon Camp Cemetery om 14u en vervolgden onze tocht.







Toen we bij Colne Valley Cemetery aankwamen, rond 14.10u, begon het het lichtjes te druppelen. Iedereen keek of tuurde even de lucht in en hoopte dat het niet te erg zou worden. Toen we goed en wel op de begraafplaats liepen was het al over, we zagen het dus volledig zitten. Na de Tweede Slag bij Ieper scheidde het kanaal Ieper-IJzer de geallieerde en Duitse troepen ter hoogte van het dorp Boezinge. Meer zuidwaarts helde het front af naar het oosten. In de omgeving van het Klein en Groot Zwaanhof liep een loopgraaf 'Colne Valley'. Hier werd in juli 1915 een begraafplaats aangelegd door de territoriale bataljons van de '49th West Riding Division', die dit gebied bezetten in juli en augustus 1915. Colne Valley Cemetery zou nog tot februari 1916 gebruikt worden. Tegen juli 1917 lag de begraafplaats in het niemandsland, totdat het heroverd zou worden tijdens de Slag om Pilckem Ridge, Derde Slag bij Ieper. Van de 47 Britten die hier begraven liggen, behoren er 30 tot het 'West Riding Regiment'. Vier van hen konden niet geïdentificeerd worden.









We wandelden over de begraafplaats, langsheen de verschillende graven, alles zag er heel mooi en proper uit, bijna nieuw. De reden daarvoor moesten we niet ver gaan zoeken. Aangezien Colne Valley Cemetery de laatste jaren meer en meer te kampen kreeg met wateroverlast, waardoor de begraafplaats voor langere tijd ontoegankelijk werd, besliste de CWGC om het maaiveld tot 1,2 meter op te hogen. Zo kon verzekerd worden dat de 47 militairen die er begraven liggen een waardige laatste rustplaats hebben, die bovendien het hele jaar door toegankelijk is. Hiervoor werden alle bovengrondse elementen van de begraafplaats ontmanteld en na de ophoging weer opgetrokken. Daarnaast werd ook een waterpomp en -put geïnstalleerd voor het wegpompen van overtollig water. Hoewel het hier gaat om een uniek project dat door de CWGC nooit eerder werd uitgevoerd, bleek het de afgelopen weken zijn effect niet gemist te hebben. Ondanks de hevige regenval die veel overstromingen veroorzaakte in de buurt, kwam de begraafplaats niet onder water te staan. Colne Valley Cemetery werd na volledige ophoging officieel heropend op woensdag 22 juni 2016 om 10u in aanwezigheid van de Britse ambassadeur H.E. Alison Rose en andere hoogwaardigheidsbekleders, werd de plechtigheid ook bijgewoond door de Vrije Basisschool van Boezinge en St John’s School van Kent.






Nadat Stuart rond was met het aflopen van zijn lijstje was het stilletjes aan tijd voor onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace welke we speelden in het midden van de begraafplaats. De fotografen deden hun job en namen de ene na de andere foto terwijl we onze PRWWI tunes speelden. Nadat de klanken van de PRWWI tune Amazing Grace vervlogen waren namen we eerst de groepsfoto. Iedereen trok zijn borst in en stak zijn buik vooruit om op zijn beste kant vereeuwigd te worden op Colne Valley Cemetery. Onze pipes legden we niet veel later op de omheiningmuur bij de uitgang en we verzamelden bij het Cross of Sacrifice. Plechtig stak Stuart er het 190ste PRWWI In Remembrance kruisje in de grond wat onze hulde aan de slachtoffers die hier begraven waren bevestigde.

Corporal Rees Benjamin Morgan. 
Service number S/6197. 8th Bn. Rifle Brigade. 
Pakkend epitaaf:’He Saved Others, Himself He Could Not Safe’. 
Gesneuveld 14 januari 1916, 20 jaar. Rij B Graf 5.

Rifleman C Sullivan. 
Service number R/11949. 7th Bn. King’s Royal Rifle Corps. 
Gesneuveld 9 februari 1916. Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Rij A Graf 4.

Private F Clough. 
Service number 7/1913. 1st/7th Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment). 
Gesneuveld 12 juli 1915. Samen met Private Butterworth is hij de eerst gesneuvelde op de begraafplaats. Rij D Graf 13.

Private Ernest Butterworth. 
Service number 7/2165. 1st/7th Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment). 
Gesneuveld 12 juli 1915, 26 jaar. Samen met Private Clough is hij de eerst gesneuvelde op de begraafplaats. Rij D Graf 14.

Private Maurice Crowther Standeven. 
Service number 4/2521. 1st/4th Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment). 
Gesneuveld 13 augustus 1915, 18 jaar. Rij D Graf 17.

Captain Maynard Percy Andrews. 
“A” Coy. 4th Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment). 
Gesneuveld op 15 augustus 1915. Hij werd 44 jaar en hiermee de oudste op de begraafplaats. 
Rij C Graf 7.















We namen enkele foto's en besloten verder te trekken op onze tocht omdat hier blijkbaar geen bezoekersregister aanwezig was. Toen niet veel later alle spullen en onze pipes waren ingeladen verlieten we Colne Valley Cemetery om 14u35 voor een rit van 2Km naar onze volgende stop. We parkeerden er de PRWWI mobiel zo'n 60 meter verder bij onze volgende stop, Divisional Collecting Post Cemetery and Extention. We wandelden samen met onze volgers terug en begaven ons in de maïs op het altijd groene pad dat ons op de begraafplaats zou brengen. We vonden het een beetje raar, de graven lagen onregelmatig wat ons deed vermoeden dat dit hier een frontbegraafplaats was. De graven zijn onregelmatig aangelegd en vaak is er dan sprake van collectieve graven, waarbij meerdere namen vermeld staan op 1 grafsteen. La Belle Allianca Cemetery werd aangelegd nabij de hoeve 'La Belle Alliance', die als medische hulppost was ingericht en die na de oorlog niet meer werd heropgebouwd.  









De eerste begravingen gebeurden in februari en maart 1916, door het 10de en 11de bataljon van het 'King's Royal Rifle Corps'. In juli en augustus 1917, tijdens de Derde Slag bij Ieper, werd de begraafplaats opnieuw gebruikt. Op één grafsteen (rij D) staat te lezen dat er 'several soldiers' liggen van het 'S. Staffordshire Regiment'. In het register wordt aangenomen dat het gaat om 8 militairen. Zodoende zouden er 60 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven liggen, waarvan er 10 niet meer geïdentificeerd konden worden. Het register is terug te vinden op het vlakbij gelegen Divisional Collecting Post Cemetery and Extension.










Stuart vloog er meteen in, want ook al was dit een vrij kleine begraafplaats, hier had hij terug enkele namen op zijn lijstje staan waarvan we met ons PRWWI project het verhaal wouden vertellen achter de steen. Niet veel later stond Alec reeds klaar met zijn pipes bij het Cross of Sacrifice wat ons liet weten dat het tijd was om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. De klank van onze pipes dwaalde door de bladeren van de maïs en op een gegeven moment begon Kurt raar te doen, hij meende een verloren gelopen soldaat uit de Eerste Wereldoorlog te hebben gezien. Nader onderzoek liet hem weten dat hij er weer eens volledig naast zat want zijn soldaat was niemand minder dan Jeroen die tussen de maïs foto's stond te nemen van ons bezoek. 'Die mannen steken toch van alle toeren uit voor hunne foto hé, ongelofelijk!'  


Pioneer John Glennie. 
Service number 88845. 284th Army Troops Coy. Royal Engineers. 
Hij werd geboren in Montrose en woonde in Dundee. 
Gesneuveld 5 augustus 1917, 38 jaar. 
Hij is daarmee de oudste en één van de laatst gesneuvelden op de begraafplaats. 
Rij D Graf 4.

'Several Soldiers of The Great War'.
Volgens het register zou het er 8 zijn.

Lance Corporal Ronald Reginald Percival Rigg. 
Service number 3/7384. 6th Bn. Somerset Light Infantry. 
Gesneuveld op 12 februari 1916, hij is daarmee de eerst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 19 jaar. Rij A Graf 4.

Lance Corporal John Walter Butterworth. 
Service number R/6873. 10th Bn. King’s Royal Rifle Corps. 
Gesneuveld 22 februari 1916, 22 jaar. Rij B Graf 4.

Rifleman David Boswell. 
Service number R/3191. “B” Coy. 10th Bn. King’s Royal Rifle Corps. 
Gesneuveld 29 februari 1916, 21 jaar. Rij B Graf 5.











Na het spelen van onze PRWWI tunes namen we eerst de groepsfoto waarna we het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer planten bij het graf van de acht onbekende soldaten. Enkele fotograaf volgers bleven maar kunsten uithalen voor het nemen van die ene foto. Raar gasten die fotografen. Daar er hier geen bezoekersregister aanwezig was, namen we onze spullen en pipes op en wandelden terug over het groene pad naar de weg en staken die over. 








Links van de weg, zoals het hoort, wandelden we tot bij onze volgende stop, Divisional Collecting Post Cemetery and Extention. Vooraan op de begraafplaats stond ongeveer in het midden tussen twee schuilgebouwtjes de Stone of Remembrance waar we onze pipes op achterlieten.










De begraafplaats bestaat in feite uit twee begraafplaatsen, die pas in 2001 bijeengevoegd werden. Divisional Collecting Post Cemetery is de oorspronkelijke begraafplaats en bestaat uit de onregelmatige rijen B tot E in perk I (nabij het 'Cross of Sacrifice'). Deze begraafplaats werd gestart door 'field ambulances' (medische posten) van de '48th (South Midland) Division' en ‘58th (2/1st London) Division' in augustus 1917. De begraafplaats werd genoemd naar een 'Collecting Post', een verzamelpunt voor gewonden dat tijdens de Derde Slag bij Ieper ingericht was bij het vlakbij gelegen 'Coney Street'. Een 'Collecting Post' vormde een schakel in het Britse medische evacuatiesysteem: van hieruit werden de gewonden verder achter het front gebracht. De laatste dode werd er begraven in januari 1918. Toen telde de begraafplaats 86 graven van de Commonwealth en 1 Duitse dode.

De 'Extension' is ontstaan tussen 1924 en 1926, toen graven uit de omliggende slagvelden en kleinere begraafplaatsen werden bijeengevoegd. Deze graven waren o.m. afkomstig uit 'Deerlijk Churchyard' (waar 20 Britten lagen, voornamelijk van de 31ste divisie, die in oktober en november 1918 gestorven waren), 'De Voorstraat German Cemetery (No 50)' (iets ten zuiden van Zandvoorde gelegen, waar 2 Britse doden uit 1914-1915 lagen), 'Houthulst Forest Chateau West Cemetery' (een Duitse begraafplaats temidden het bos van Houthulst, waar ook 2 Britse doden uit 1914 lagen) en tenslotte 'Westrozebeke Churchyard' (met 9 Britse doden die door de Duitsers begraven waren). In het totaal liggen er 765 mensen begraven, waarvan er 512 niet geïdentificeerd konden worden. Het gaat om 581 doden uit het Verenigd Koninkrijk waarbij 381 niet-geïdentificeerde doden meegerekend zijn, 31 geïdentificeerde en 71 niet-geïdentificeerde Australiërs, 19 geïdentificeerde en 56 niet-geïdentificeerde Canadezen, 3 geïdentificeerde en 2 niet-geïdentificeerde Nieuw-Zeelanders, 1 niet-geïdentificeerde Zuid-Afrikaan en 1 niet-geïdentificeerde Duitser. Twee 'special memorials' verwijzen naar vernielde graven, afkomstig van ‘Westroozebeke Churchyard’.

Terwijl onze volgers reeds over de begraafplaats wandelden opzoek naar een mooi plaatje of genoten van de kleurrijke bloemen die her en der bij de graven stonden, gingen Kurt en Stuart eerst iets opzoeken in het register van de begraafplaats. Dat vonden we terug in het kastje waar ook het bezoekersregister in zat. Van 2 namen waarover we iets meer wouden vertellen hadden we tijdens onze voorafgaande research niet de exacte graflocatie gevonden. Een kleine blik in het register liet ons vlug weten waar we moesten zijn zodat Stuart kon vertrekken op zijn ronde over de begraafplaats. Toen we net over de begraafplaats begonnen te wandelen en Stuart zijn lijstje begon af te werken begonnen er dikke druppels te vallen. Niet echt leuk maar we maken er het beste van en hopelijk zou het vlug over zijn. Stuart werkte naarstig zijn lijstje af onder de grote paraplu terwijl de volgers het ene na het andere plaatje schoten.



















Een tijdje later, Stuart had hier een groot lijstje te verwerken, verzamelden we in een van de schuilhuisjes waar we toch min of meer droog stonden. De camera werd opgesteld en niet veel later trokken we naar het midden van de begraafplaats om er onze PRWWI tunes te spelen. Ondanks de regendruppels klonk Flower of Scotland prachtig in deze open vlakte waar ooit zoveel geweld woede. Na een kleine stilte die even overheerste en waarvan sommigen genoten speelden we onze tweede PRWWI tune Amazing Grace. Nadat de laatste klanken van Amazing Grace wegebden over de velden wandelden we terug naar de ingang van de begraafplaats waar we ergens onderweg samen met onze volgers de groepsfoto namen.


Private James Parkins. 
Service number G/44744. 21st Bn. The Queen’s (Royal West Surrey Regiment) 
transf. to (77105) 129th Coy. Labour Corps. 
Hij diende ook in de Zuid-Afrikaanse oorlog. 
Hij sneuvelde op 17 september 1917, 47 jaar. Plot I Rij D Graf 13.

Lieutenant Dennis Meirville Crew. 
7th Bn. Cheshire Regiment. 
Gesneuveld op 5 juli 1917. 

Private Hugh Lynch. 
Service number 11297. 2nd Bn. Royal Dublin Fusiliers. 
Gesneuveld 24 april 1915, 19 jaar.
Ze werden allebei door de Duitsers begraven op Westroosebeke Communal Cemetery 
maar door latere gevechten ging hij graf verloren. 
Zij kregen een 'Special Memorial' in Plot I Rij E Graf 15A & B. 

Private Thomas Henry Curtis. 
Service number 6265. 12th Bn. Australian Infantry, A.I.F.  
Gesneuveld 6 oktober 1917, 30 jaar. Plot II Rij Q Graf 4. 

Private Clarence E. Bartlett. 
Service number 401521. 25th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 10 juni 1916. Hij werd amper 17 jaar. Plot II Rij M Graf 7.

Sergeant William Little MM (Military Medal). 
Service number 192909. 15th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 8 november 1917, 33 jaar. Plot II Rij H Graf 5. 

Private Augustus Thomas Harman. 
Service number 4378. 15th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 16 oktober 1917. Plot II Rij H Graf 20. 

Chaplain 4th Class The Rev. Geoffrey Maynard Evans MC (Military Cross). 
Army Chaplains' Departement. 
Gesneuveld 11 augustus 1917, 35 jaar. Plot II Rij E Graf 12. 

Serjeant Arthur James Scaife. 
Service number 9/397. 3rd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 18 oktober 1917, 27 jaar. Plot II Rij B Graf 7. 

Private Albert Shay. 
Service number 687205. 47th Canadian Infantry. 
Hij was afkomstig uit Minnesota, USA. 
Hij sneuvelde ergens tussen 26 en 28 oktober 1917, 31 jaar. 
Plot II Rij A Graf 8.

Gunner J Dick. 
Service number 73007. 261st Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 21 september 1917. Plot I Rij D Graf 7. 

Private Alfred Charles Slade. 
Service number 6347. 12th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 6 oktober 1917, 25 jaar. Plot I Rij G Graf 15.

Private Edmund James Cooper. 
Service number 2819. 12th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Scheepte op 27 oktober 1915 in Tasmanië in op de HMAT A38 Ulysses. Op 4 maart 1916 vervoegde hij het 26ste bataljon. Toen hij een kogel in de hand had gekregen werd hij naar Engeland gestuurd om te herstellen. Op 12 januari 1917 kwam hij terug aan in Frankrijk en op 6 oktober 1917 werd hij dodelijk getroffen nabij Westhoek Ridge. 
Hij werd 23 jaar. Na de wapenstilstand werd hij herbegraven in Plot I Rij H Graf 13.

Private Hemsley Hurtle Stanley Marshman. 
Service number 6530. 50th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 15 oktober 1917. Plot I Rij J Graf 1.

Corporal Saddler Ernest John Pollikett. 
Service number 5661. 10th (Prince of Wales’s Own Royal) Hussars. 
Gesneuveld 13 mei 1915. Plot I Rij J Graf 22.

Private William Mead. 
Service number 235488. 6th Bn. Leicestershire Regiment. 
Gesneuveld 29 april 1918, 30 jaar. Plot I Rij O Graf 12.












Het PRWWI In Remembrance kruisje werd niet veel later door Alec plechtig neer geplant bij het graf van een onbekend slachtoffer onder het vele geklik van de verschillende camera's van onze volgers. Een moment van stilte, ingetogen even stilstaan bij het zien van de vele slachtoffers die hier begraven zijn waarvan het grootste deel ervan alleen maar 'A Soldier Of The Great War' op hun grafsteen heeft staan. Ongelofelijk!
We gingen naar het ene schuilhuisje waarin we het kastje met het bezoekersregister in zouden terug vinden en één voor één ondertekenden we bet bezoekersregister dat een laatste input had op 24 september 2016 door en zekers Mike en Evi uit het Limburgse Meeuwen. Het bezoekersregister werd daarna terug zorgvuldig opgeborgen waarna we onze spullen en pipes in de PRWWI mobiel laden om rond 16u verder te trekken op onze tocht. 
















We reden een kleine 400 meter verder waarbij we net achter de hoek in de Briekestraat bij de ingang parkeerden van onze laatste stopplaats van vandaag. New Irish Farm Cemetery lag naast de zogenaamde 'Boundary Road' (Briekestraat), nabij een boerderij die 'Irish Farm' genoemd werd. Het vlakbij gelegen kruispunt met de Hogeziekenweg werd 'Hammonds Corner' genoemd. Deze begraafplaats werd geopend in augustus 1917, eens dit gebied dat tot nu toe steeds tegen de frontlijn gelegen was, als veilig beschouwd kon worden na de geallieerde vooruitgang op de zogenaamde 'Pilckem Ridge' tijdens de Derde Slag bij Ieper. De begraafplaats werd gebruikt tot november 1917 en nog eens in april en mei 1918. Na de wapenstilstand werd de begraafplaats, die bestond uit 73 graven (perk I), uitgebreid met circa 4560 graven afkomstig uit de omliggende slagvelden en kleinere begraafplaatsen. Er werden toen eveneens 6 Chinese arbeiders begraven. Ongeveer 70% van de doden kon niet meer geïdentificeerd worden.








Volgens het huidige register liggen hier 1449 geïdentificeerde en 3267 niet-geïdentificeerde doden begraven: 4356 doden uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan er 3000 niet geïdentificeerd konden worden, 65 Australiërs waarvan 26 niet geïdentificeerd, 258 Canadezen waarvan 230 niet geïdentificeerd, 7 Indiërs waarvan 4 niet geïdentificeerd, 23 Nieuw-Zeelanders waarvan 5 niet geïdentificeerd, 6 Zuid-Afrikanen waarvan 2 niet geïdentificeerd en 1 Duitser. Er zijn 38 'Special Memorials' voor doden waarvan aangenomen wordt dat ze onder naamloze graven liggen. Er zijn 30 andere 'Special Memorials' en een 'Duhallow Block' opgericht voor doden uit andere begraafplaatsen, wiens graf er niet meer teruggevonden kon worden wegens de vernielingen. Ze stierven allen in 1914, 1917 en 1918 en werden oorspronkelijk begraven in 'La Miterie German Cemetery' in Lomme, 'Francois Farm Cemetery', 'Vanheule Farm Cemetery' en 'Spree Farm Cemetery', alle drie Langemark.

We wandelden de begraafplaats op en liepen langs het pad rechtdoor tot aan de Stone of Remembrance waar we onze pipes achterlieten. Ondertussen was ook het zonnetje komen piepen wat maakte dat we een mooie afsluiter zouden hebben. Onze volgfotografen waren ook tevreden want zij konden nu blijkbaar weer meer met het licht gaan spelen wat Kurt weer heel raar vond. Terwijl Stuart zich klaar maakte om op pad te gaan om zijn lijstje af te werken deed Daphné het verhaal van de 3 laatste bijgezette graven. Zij werden hier in de buurt gevonden en konden helaas niet meer geïdentificeerd worden maar kregen toch een waardige laatste rustplaats hier op New Irisch Farm Cemetery. We vroegen ons daarna af, als je er even bij stilstaat en moest weten wat er hier nog steeds onder de grond zit of ligt, ongelofelijk!


































Stuart was al aardig een eindje opgeschoten met het tellen van 'zerkjes', dat we stilaan afzakten naar de Stone of Remembrance om er onze pipes op te halen. We besloten om hier in Plot 1, bij de Stone of Remembrance, onze PRWWI tunes te spelen. Flower of Scotland gevolgd door een kleine stilte en Amazing Grace galmde over de begraafplaats heen terwijl onze volgfotografen er enkele foto's van namen. Na het spelen van onze PRWWI tunes besloten we om ook weer eerst de groepsfoto te nemen alvorens we verder zouden gaan. Iedereen probeerde zijn borst in te trekken en zijn buik vooruit te steken, adem in te houden en dat gecombineerd met een brede glimlach en Kurt's commentaar, wachtend tot het 'lampeke' bleef branden en de camera 'klik' deed. Niet simpel voor sommigen onder ons.

Private S Butt. 
Service number 325237. 1st Bn. Cambridgeshire Regiment. 
Gesneuveld 31 juli 1917. Plot XX Rij B Graf 20.

Eén van de 3271 onbekende slachtoffers op de begraafplaats.

Private W Wyer. 
Service number 16400. 3rd Bn. Worcestershire Regiment. 
Gesneuveld 10 augustus 1917. Plot XXIX Rij C Graf 19.

Lance Corporal Herbert James Allison. 
Service number 25426. 2nd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 3 oktober 1917, 31 jaar. Plot II Rij C Graf 2. 

Lieutenant Maurice Cridland Hill. 
5th Bn. Nothumberland Fusiliers. 
Gesneuveld 24 mei 1915, 37 jaar. Plot III Rij F Graf 10.

Private Frank Harold Cammock. 
Service number 28099. “B” Coy. 3rd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 14 oktober 1917, 23 jaar. Plot V Rij H Graf 4.

Private TH Mainwaring. 
Service number 240611. 2nd/6th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 27 september 1917. Plot V Rij H Graf 14.

Lieutenant Hugh Alexander Forrest. 
Service number 30104. 2nd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade. 
Gesneuveld 12 oktober 1917. Plot VI Rij B Graf 4.

Sergeant Harold Victor McNaughton. 
Service number 123382. 13th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 1 november 1917, 30 jaar. Plot VII Rij D Graf 7.

Captain William Hunstone Brierley. 
Adjt. 6th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 26 september 1917, 20 jaar. Plot VII Rij E Graf 10.

Private Vernon Greensmith Parkin. 
Service number 306507. 2nd/8th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 26 september 1917, 21 jaar. Plot XIV Rij A Graf 20.

Lance Corporal James William Watt. 
Service number 240026. 5th Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 31 juli 1917, 24 jaar. Plot XI Rij A Graf 11.

Corporal Ernest A Brown. 
Service number 203874. 1st/4th Bn. Oxford and Bucks Light Infantry. 
Gesneuveld 16 augustus 1917. Plot XI Rij F Graf 13.

Corporal S Carrie. 
Service number 352146. 9th Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 8 september 1917. Plot X Rij B Graf 14.

Captain Frank Elliot Belchier MC (Military Cross). 
1st Bn. East Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 20 mei 1915, 24 jaar. Plot XXVII Rij A Graf 10.

Lance Corporal John Mitchell Duthie. 
Service number 241663. “D” Coy. 5th Bn. Gordon Highlanders. 
Hij was in 1915-16 ‘Medical Student’ aan de Aberdeen University. 
Gesneuveld 31 juli 1917, 19 jaar. Plot XXVI Rij B Graf 1.

Private AJ Scott. 
Service number S/20325. 1st/8th Bn. Argyll and Sutherland Highlanders. 
Gesneuveld 20 september 1917. Plot XXV Rij G Graf 5.

Private Joseph Archibald Darragh. 
Service number 22316. 1st Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 3 oktober 1917, 22 jaar. Plot XXV Rij C Graf 20.

Private William Robert Oakes. 
Service number 292538. 1st/7th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 1 juli 1917, 21 jaar. Plot XXV Rij B Graf 2.

Lieutenant Charles Lindsay Claude Bowes-Lyon. 
3rd Bn. attd. 1st Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Hij is de neef van Elisabeth Bowes-Lyon, voor de meesten onder ons beter gekend als ‘The Queen Mum’. https://en.wikipedia.org/wiki/Claude_Bowes-Lyon,_13th_Earl_of_Strathmore_and_Kinghorne 
Hij sneuvelde op 23 oktober 1914, 29 jaar. Plot XXX Rij D Graf 11. 

Lieutenant Thomas Anderson Street. 
10th Bn. Gloucestershire Regiment. 
Gesneuveld 27 januari 1918, 23 jaar. Plot XXXI Rij C Graf 6.

Captain John Edmund Valentine Isaac DSO (Distinguished Service Order). 
2nd Bn. Rifle Brigade. 
Gesneuveld 9 mei 1915, 35 jaar. Plot XXXI Rij F Graf 13.

Private Maurice William Gill. 
Service number 3535. 58th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 19 juli 1916, 24 jaar. Plot XXXI Rij F Graf 16.

Private Alexander Grant McKenzie. 
Service number 2214. 53rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 25 september 1917, 32 jaar. Plot XXXV Rij A Graf 25. 

Private Lindsay Mackrell. 
Service number 237. 15th Coy. Australian Machine Gun Corps. 
Gesneuveld 24 september 1917, 26 jaar. Plot XXXV Rij B Graf 21.

Corporal John Collin Goodall. 
Service number 325. 26th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 20 september 1917,20 jaar. Plot XXXV Rij B Graf 9. 

Lieutenant Robert Randle Egerton. 
1st Field Sqdn. Royal Engineers. 
Gesneuveld 16 november 1914, 26 jaar. Plot XXXIII Rij C Graf 2.

Private John Lancelot Andrews. 
Service number 3346. 54th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 26 september 1917. Hij werd amper 16 jaar. Plot XXXIV Rij E Graf 11.

Corporal John McKenzie MM (Military Medal). 
Service number 201292. 4th Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 1 augustus 1917, 21 jaar. Plot XVII Rij E Graf 19.

Gunner James Archibald McNair. 
Service number 13/2607. 7th Bty. New Zealand Field Artillery. 
Gesneuveld 14 oktober 1917. 
Zijn graf ging verloren waardoor hij herdacht word onder Vanheule Farm Memorial 5.

Private Hugh Campbell McKenzie. 
Service number 49781. 2nd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 18 oktober 1917, 37 jaar. 
Zijn graf ging verloren waardoor hij herdacht word onder Spree Farm Memorial 7.

Rifleman Lewis Fredrick Bartlett. 
Service number 1077. “C” Coy. London Regiment (London Rifle Brigade). 
Gesneuveld 13 mei 1915, 20 jaar. Special Memorial 34.

Private Leslie Garey Hopkins MM (Military Medal). 
Service number 3/1774. No.3 Field Amb. New Zealand Medical Corps. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 26 jaar. Plot XV Rij D Graf 1. 











Daarna overlegden Stuart en Kurt even over de plaats waar we ons PRWWI In Remembrance kruisje zouden steken. Ze waren er vlug uit, hun keuze viel bij de Stone of Remembrance welke in plot 1 stond, de oorspronkelijke begraafplaats. Stuart plantte het PRWWI In Remembrance kruisje neer aan de voet van de Stone of Remembrance naast een ander houten In Remembrance kruisje dat er was gezet. Onze volgers waren weer volledig in de weer om deze kleine ceremonie vast te leggen met hun camera want het was een geklik van jewelste. Volgens Kurt, echte paparazzi's, een echte plaag die gasten maar toch blij dat we deze mensen mee hebben op onze tochten.







 Niet veel later wandelden we naar het gebouwtje bij de ingang waar we het bezoekersregister terugvonden in het daarvoor voorzien kastje in de muur. Het bezoekersregister kende een laatste input van enkele ogenblikken voor ons van Eddy & Anita Van Grimbergen - Schellekens afkomstig uit Hoboken (B) die er als nota 'Nooit meer oorlog' bijschreven. Inderdaad als je dat bedenkt hoeveel graven we al hebben gezien sinds het begin van ons project. Ongelofelijk! Iedereen ondertekende het bezoekersregister, de een al wat triomfantelijker dan de andere waarna we het bruggetje overgingen naar onze geparkeerde auto's. 











Daar aangekomen diende Patrick nog even een belangrijk werkje te doen. Hij was garçon van dienst en schonk voor iedereen een dram uit naar keuze. Er was keuze uit verschillende whisky's; Ardbeg 10, Laphroig, Tomintoul of Ardmore die laatste een overblijfsel van ons beruchte Ardennenoffensief. Toen iedereen was bediend klonken we samen op een alweer mooie tocht langsheen verschillende CWG begraafplaatsen en werd er nog wat nagepraat over de voorbije dag en toekomstige tochten.





Nadat iedereen zijn dram had genuttigd werd alles opgeruimd en begonnen onze spullen in te laden waarna we allen huiswaarts keerden. Een dik uur en een half later ploften we moe maar zeker voldaan neer in onze zetel in het thuisfront met alleen alweer een mooi avontuur als herinnering. Nogmaals bedankt aan de volgfotografen en andere om er weer bij te zijn, het geeft ons telkens dat kleine zetje tijdens onze tochten en graag tot een volgende tocht.

Groeten Stuart en Kurt,