zondag 12 maart 2017

Trip 38: Potijze Burial Ground Cemetery, White House Cemetery St.Jean-les-Ypres, La Brique Military Cemetery N°1, La Brique Military Cemetery N°2, Wieltje Farm Cemetery & Oxford Road Cemetery.

Datum : 12 maart 2017
Begraafplaatsen : Potijze Burial Ground Cemetery, White House Cemetery, La Brique Military Cemetery No.1, La   Brique Military Cemetery N°2, Wieltje Farm Cemetery, Oxford Road Cemetery & 50th Northumbrian Division Memorial.
Afstand :  165Km
Weer : Mooi weer
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaeghe, Daphné Vangheluwe, Jeroen Cool




Info :

Deze ochtend werden we wakker gezoemd door de wekker en meteen zagen we dat het seizoen aan het veranderen was. Het begon al licht te worden en het gaf een mens toch een plezanter gevoel om op te staan. Na een licht ontbijt en het maken van ons lunchpakket begonnen we alles in te laden want vandaag zouden we terug een tocht rijden. Onze 33ste tocht sinds we begonnen in 2014. Voor vandaag hadden we Trip 38 uitgekozen dewelke ons richting Ieper zou brengen. Mooi om 9u00 gingen we op pad met de PRWWI mobiel en we merkten beiden op dat het vandaag wel eens mooi weer kon worden. Onderweg overliepen we zoals gewoonlijk de te bezoeken plaatsen, overliepen we waar we moesten op letten en wat we eventueel konden verwachten. 


Een klein uurtje nadien, rond 9u50 arriveerden we bij de ingang van Potijze Burial Ground Cemetery een Britse militaire begraafplaats van ongeveer een 4500m² groot die wordt omgeven door een bakstenen muur. De begraafplaats ligt een 2km ten noordoosten van de Grote Markt van Ieper in het gehucht Potijze.  Ongeveer 300 m noordwestelijker vanwaar we de PRWWI mobiel hadden geparkeerd liggen nog drie andere Britse oorlogsbegraafplaatsen in dit gehucht: Potijze Chateau Wood Cemetery, Potijze Chateau Lawn Cemetery en Potijze Chateau Grounds Cemetery. Volgens onze gegevens zouden hier op Potijze Burial Ground Cemetery 586 slachtoffers rusten.





Niet veel later arriveerden Daphné Vangheluwe en Jeroen Cool die ons vandaag zouden volgen. We zegden elkaar een goeie morgen en iemand vroeg of er iemand iets had gehoord van Patrick Verhaeghe, want die had laten weten dat hij er ook zou bij zijn. Op dat moment nog geen Patrick te bespeuren. Stuart en Kurt begonnen dan maar met het tunen van hun pipes en maakten hun stilaan klaar om de begraafplaats op te gaan toen ze in de verte een verdacht gedaante zagen naderen. Maar jongens toch, dat is Patrick! Waarachtig, even leek het of Patrick was helemaal te voet naar hier gekomen. "Stoefer", zei Kurt, "Meneer moet weer opvallen door tevoet naar hier te komen ofwa?" De toon werd meteen gezet voor vandaag. Patrick had daar een perfect logische verklaring voor. Hij had zijn gemotoriseerde caravan geparkeerd bij de laatste begraafplaats die we vandaag zouden bezoeken en was te voet naar hier gekomen om vanhier af met Daphné mee te rijden. "Afin, als jullie maar overeen komen" zei Kurt en we gingen de begraafplaats op.





Het gehucht Potyze was bijna de hele oorlog in Britse handen. Hier bevond zich het domein met kasteel dat de Britten 'White Château' noemden. Niettegenstaande dat het kasteel dikwijls artilleriebeschietingen te verduren had, was het ingericht als een Advanced Dressing Station (medische post). Tijdens de Tweede Slag om Ieper waren er eveneens de hoofdkwartieren van de 27ste divisie gevestigd. De aanwezigheid van nog drie begraafplaatsen in de omgeving geeft een indicatie van het hoge aantal slachtoffers welke tijdens deze strijd zijn gesneuveld. De begraafplaats werd gebruikt tussen april 1915 en oktober 1918. Er liggen 580 Britten, waarvan er 21 niet geïdentificeerd konden worden, 3 Australiërs, 1 Canadees en 2 Duitsers begraven. Onder de slachtoffers bevinden zich enkele onderscheiden militairen, Onderluitenant Robert Johnman Dewar, Sergeant A.R. Morgan, Drummer G. Ratcliffe en Soldaat John Joseph Nimmo werden onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM), Een militaire onderscheiding dat bestemd is voor militair personeel dat wordt uitgereikt 'voor moed te velde'. Deze onderscheinding werd voor het eerst uitgereikt in 1855 en voor het laatst in 1993 en wordt sindsdien niet meer uitgereikt. Over gans deze periode zijn er in totaal 29800 DCM's uitgereikt.



Stuart bekeek even zijn plannetje langs waar hij diende te lopen om de verschillende graven te zoeken waarover we een beetje meer uitleg wouden geven. Dit terwijl onze volgers als het ware uitzwermden over de begraafplaats opzoek naar het ideale te fotograferen plaatje. Nadat Stuart zijn rondgang had gedaan en een foto wou nemen leek er iets niet pluis te zijn met zijn camera. Kurt zo snel als de wind, "I know from notting, I'm from Barcelona.". Het probleem werd al snel gevonden want hij had per ongeluk een verkeerd knopje ingedrukt. "Ja, met al die moderne attributen, ik verschiet daar niet van" mompelde Kurt want in zijn tijd hadden ze dat nog niet. Onze volgers lachten met de commentaren van Kurt.  Toen de camera was opgesteld, namen we onze pipes op en namen plaats in de buurt van het Cross of Sacrifice om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. Onder het spelen door merkten we op vanuit onze ooghoeken dat enkele omwonende stonden te kijken en te filmen of foto's te nemen van in hun tuin.

















Eén van de 21 slachtoffers op de begraafplaats die onbekend bleven.

De twee Duitse slachtoffers op de begraafplaats.

Corporal William Edgar May.
Service number 9489. 2nd Bn. Hampshire Regiment.
Gesneuveld samen met 13 van zijn kameraden op 9 augustus 1916. William werd 20 jaar.
Zij rusten allemaal samen in Rij U Graf 1.

Lieutenant John Robertson Hill.
3rd Bn. Durham Light Infantry.
Gesneuveld 2 juni 1915, 25 jaar. Rij A! Graf 21. 

Lieutenant Cecil Gordon Salmon.
3rd Bn. attd. 2nd Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 14 juni 1915, 20 jaar. Rij B! Graf 20.

Private Thomas Tournay.
Service number 7028. 2nd Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 25 augustus 1915, 34 jaar. Rij C! Graf 8.

Serjeant Ernest Davison.
Service number 10938. 2nd Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 5 oktober 1915, 26 jaar. Rij D! Graf 3.

Private Sidney Bennett.
Service number 10253. 2nd Bn. York and Lancaster Regiment.
Via deze link vind je een zeer gedetailleerd overzicht van wat Sidney allemaal uitstak alsook de briefwisseling http://www.medaldetector.co.uk/guest-pages/sidney-bennett/#comment-1786.
Gesneuveld 24 oktober 1915, 20 jaar. Rij E! Graf 4. 

Private Arthur Duquette.
Service number 1007104. 6th Bn. Canadian Railway Troops.
Gesneuveld 1 november 1917, 22 jaar. Rij SS Graf 1.

Private Thomas Reay.
Service number 13145. 14th Bn. Durham Light Infantry.
Gesneuveld 27 januari 1916, 35 jaar. Rij P Graf 5.

Major Nathaniel Bridges Tyrwhitt.
16th Bn. London Regiment (Queen’s Westminster Rifles).
Gesneuveld op 28 december 1915, 44 jaar. Rij N Graf 7. 

Lieutenant James Robson Brass.
8th Bn. Durham Light Infantry.
Hij sneuvelde in de nacht van 26 op 27 april 1915 en werd 24 jaar.
Rij H Graf 11.

Serjeant Erasmus Kent.
Service number 8774. 1st Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own).
Nadat hij afgestudeerd was meldde hij zich aan bij de Royal Navy maar werd afgekeurd aangezien hij diabetes had.
In 1908 nam hij dienst bij het 1st Bn. West Yorkshire Regiment. Hij diende in Indië en Malta voordat hij op 10 september 1914 richting Frankrijk en Vlaanderen gestuurd werd. Tijdens de herfst van 1915 vertoefde hij een tijdje thuis om te herstellen van Frostbite. Nadien werd hij terug gestuurd en sneuvelde nabij Potijze op 11 februari 1916 op 25 jarige leeftijd. Hij werd dezelfde nacht nog zo’n 1,5 mijl achter het front begraven.
Nu rust hij In Rij H Graf 3. Ook zijn broer Fred sneuvelde. 

Private Alfred Ernest Atkinson.
Service number 19391. 4th Bn. Grenadier Guards.
Gesneuveld 11 april 1916, 23 jaar. Rij C Graf 4.

Lance Corporal Harry Dickinson.
Service number 19120. 4th Bn. Grenadier Guards.
Gesneuveld 19 april 1916, 21 jaar. Rij C Graf 13.

Second Lieutenant John Lauderdale Stewart-Richardson.
2nd Bn. Coldstream Guards.
Hij trouwde met Nora Joyce Rigby op 6 mei 1916 en hij sneuvelde 11 dagen later op 17 mei 1916, 38 jaar.
Rij A Graf 7.










Na onze muzikale ceremonie werd de camera verplaatst naar een andere hoek en werd niet veel later het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer geplant bij het Cross of Sacrifice waarna we vrijwel meteen overgingen naar het nemen van de groepsfoto.  Iedereen wandelde naar de ingang van de begraafplaats waar we het bezoekersregister terugvonden in het kastje dat was ingewerkt in de stenen omheiningsmuur. Iedereen stond te wachten want ze moesten wachten op Kurt. Deze liep nog ergens op de begraafplaats rond en kwam niet veel later ook in onze richting. "Achter wie staan jullie te wachten?" kijkend en zoekend naar iets op de begraafplaats, vroeg Kurt. Het bezoekersregister kende een laatste input op 6 februari 2017 door Ian Sythes uit Belfast. Iedereen ondertekende het bezoekersregister waarna we afscheid namen rond 11u00 van de 586 slachtoffers die hier begraven waren en zetten koers naar White House Cemetery zo een dikke kilometer verder.

















We parkeerden er onze PRWWI mobiel en zagen dat kleine blauwe autootje met onze volgers in zich ook parkeren. We namen onze spullen en trokken de begraafplaats op een kleine 5 minuutjes later dan voorzien. 







De begraafplaats is genoemd naar 'White House', dat gelegen was op de weg van Ieper naar Sint-Jan. Ze werd gestart in maart 1915 en zou door gevechtseenheden gebruikt worden tot april 1918. De oorspronkelijke perken I en II werden aangevuld met geïsoleerde graven uit de omliggende slagvelden. Ook perken III en IV ontstonden na de wapenstilstand: in het totaal werden meer dan 700 doden uit de omgeving en kleinere begraafplaatsen naar White House Cemetery overgebracht. Er liggen eveneens nog 8 Britten en 1 Belg die omkwamen ten gevolge van de terugtrekking naar Duinkerken (mei – juni 1940). Alvorens Stuart aan zijn af te werken lijstje begon, bekeken we alles eens rustig want we vonden beiden dat deze begraafplaats een beetje een rare indeling had.






Volgens het huidige register liggen er 1163 doden uit de Eerste Wereldoorlog begraven, waarvan 1002 doden uit het Verenigd Koninkrijk, waaronder 297 onbekenden, 45 Australiërs, waaronder 7 onbekenden, 85 Canadezen, waaronder 15 onbekenden, 1 Indiër, 25 Nieuw-Zeelanders, waaronder 1 onbekende, en 5 Zuid-Afrikanen, waaronder 3 onbekenden. Voor 44 van hen werd een 'special memorial' opgericht: van 16 onder hen wordt aangenomen dat ze zich onder de onbekenden bevinden. De 28 andere lagen oorspronkelijk op een andere begraafplaats begraven, maar hun graf raakte door het oorlogsgeweld vernield en kon niet meer teruggevonden worden. Een zogenaamde 'Duhallow Block' vermeldt onder meer hun oorspronkelijke begraafplaatsen.

Onze research had ons laten weten dat verschillende militairen van andere omliggende begraafplaatsen naar hier waren overgebracht toen de begraafplaats waar ze oorspronkelijk waren begraven na de wapenstilstand werd ontruimd. BASSEVILLE FARM GERMAN CEMETERY (Zandvoorde) Op deze Duitse begraafplaats langs de weg van Zandvoorde naar Zillebeke lagen 5 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die stierven in november 1914. BAVARIA HOUSE CEMETERY (Ieper) Deze begraafplaats lag bij een vooruitgeschoven medische post ('advanced dressing station') in de omgeving van Verlorenhoek vlakbij de weg van Potyze naar Zonnebeke. Hier werden in de periode tussen september en november 1917 17 militairen uit het Verenigd Koninkrijk, 4 uit Canada, 4 uit Australië, 3 uit Nieuw-Zeeland en 1 uit de West-Indië begraven. BEDFORD HOUSE CEMETERY, ENCLOSURE No. 1 (Zillebeke) In Enclosure No. 1 (de oudste van de 5 'Bedford House Enclosures') lagen de graven van 10 Franse militairen die stierven in 1914-1915 en 14 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die stierven in 1915 of 1917. COTTAGE GARDEN CEMETERY (Sint-Jan) Deze begraafplaats lag niet ver van de Brugseweg. Er lagen 44 graven van militairen uit het Verenigd Koninkrijk en 1 uit Canada, allen gestorven in 1914-1915. GREEN HUNTER CEMETERY (Vlamertinge) Deze begraafplaats lag vlakbij de herberg 'In den groenen jager' ten westen van de weg van Vlamertinge naar Voormezele. In 1915 en 1918 werden er 20 militairen uit het Verenigd Koninkrijk begraven. HENGEBAERT FARM CEMETERY (Dikkebus) Deze begraafplaats lag op circa 1,5 km ten noorden van het dorp Dikkebus en bevatte de graven van 16 militairen uit Australië en 10 uit het Verenigd Koninkrijk (alle 10 van de 'Royal Field Artillery'), gestorven in 1915-1917. NORTH BANK CEMETERY (Voormezele) Deze begraafplaats lag tussen Lankhof Farm en het kanaal en werd ook Lankhof Cemetery genoemd. Ze werd volledig vernield en bevatte de graven van 11 Canadese militairen die er begraven werden in april - mei 1916. WILDE WOOD CEMETERY (Zonnebeke) Deze begraafplaats lag iets ten noorden van de spoorweg Ieper-Roeselare en bevatte de graven van 17 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die begraven werden in juli - september 1917.

Onder de 'geconcentreerde' doden bevinden zich 4 militairen, die tijdens de oorlog terechtgesteld werden. Pte. Herbert H. Chase ('2nd Lancashire Fusiliers, 12th Brigade, 4th Division') verdween op 23 mei 1915 tijdens een Duitse gasaanval nabij ‘Mousetrap Farm’ (vlakbij ‘Buffs Road Cemetery'). Dit was zijn tweede desertiepoging. Hij werd uiteindelijk gefusilleerd in de St.-Sixtusabdij (West-Vleteren) op 12 juni 1915. Pte. William J. Turpie ('2nd East Surreys, 85th Brigade, 28th Division') deserteerde op 16 april 1915 toen zijn bataljon vanuit Vlamertinge richting het front nabij Zonnebeke trok. Hij was één van de weinige deserteurs die erin slaagde om Engeland te bereiken, maar 2 dagen na zijn aankomst werd hij gearresteerd. Hij werd terechtgesteld in de omgeving van Dikkebus op 1 juli 1915. Pte. A.E. Eveleigh en Pte. R.W. Gawler (beiden behorende tot de '1st Buffs, 16th Brigade, 6th Division') werden samen terechtgesteld op 'Burgomaster Farm' (ten zuidwesten van Poperinge) op 24 februari 1916, wegens desertie.

Terwijl Stuart volop bezig was met zerkjes tellen merkte Kurt op dat Patrick en Jeroen neer zaten op het muurtje dat het ene van het andere plot scheidde. Volgens hem waren beide heren al een beetje moe zo vroeg op de middag. 'Ja als je een beetje ouder wordt of op een bepaalde leeftijd, begint dat hé' liet hij hen weten en had er blijkbaar plezier in. Op een gegeven moment merkten we op dat de grafstenen genummerd waren aan de zijkant. Een zeldzaam verschijnsel, we hadden dit al eerder gezien op vroegere tochten. Toch raar dat je op al deze verschillende begraafplaatsen die allemaal hetzelfde lijken toch diversiteit ziet. Een beetje hetzelfde als met de rij 'I' op bepaalde begraafplaatsen. 




















Toen Stuart zijn lijstje was afgewerkt gingen we onze pipes halen die we hadden achtergelaten op de bank bij de ingang. We speelden onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace ongeveer in het midden van de begraafplaats waarna we vrijwel meteen over gingen naar het plaatsen van het PRWWI In Remembrance kruisje. Daar het Cross of Sacrifice helemaal achteraan op de begraafplaats stond en de Stone of Remembrance helemaal in een hoek van de begraafplaats stond, keken we uit naar een andere plaats. Lang moesten we niet nadenken en niet veel later werd ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer geplant bij het graf van Soldaat Robert Morrow, van het 1st Battalion Royal Irish Fusiliers die het Victoria Cross (VC) ontving voor het op eigen initiatief en onder hevig artillerievuur terugbrengen van manschappen die bedolven waren onder ingestorte loopgraven. Hij sneuvelde tijdens een actie in Sint-Jan op 26 april 1915 op de leeftijd van 24 jaar. Plot IV Rij A Graf 44. Onze volgfotografen hun camera's klikten erop los en zo werd deze kleine ceremonie vereeuwigd op White House Cemetery.


Brigadier General Julian Hasler.
General Staff Cdg. 11th Infantry Brigade formerly The Buffs (East Kent Regiment).
Meer informatie kan je hier terugvinden http://www.winchestercollegeatwar.com/archive/julian-hasler/.
Gesneuveld 26 april 1915, 46 jaar. Plot III Rij A Graf 5.

Gunner Leonard George William Wright.
Service number L/4663. “A”Bty.153rd Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 25 juli 1917, 24 jaar. Plot III Rij A Graf 13.

Lieutenant Colin McDiarmid Allardice.
14th King Goerge’s Own Ferozepore Sikhs attd. 47th Sikhs.
Gesneuveld 26 april 1915. Plot III Rij A Graf 18.

Captain Robert William Hill.
1st Bn. Cambridgeshire Regiment.
Gesneuveld 31 juli 1917. Plot III Rij E Graf 5.

Lieutenant John Prosser.
4th Bn. attd. 8th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Zijn vader was Writer to the Signet in Edinburgh.
Gesneuveld 28 september 1918, 29 jaar. Plot III Rij F Graf 10.

Private George Henry Hodgson.
Service number 41551. 2nd Bn. Canterburry Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 13 oktober 1917. Plot III Rij F Graf 13.

Rifleman Eric Sanderson.
Service number 31437. “J” Coy. 3rd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade.
Gesneuveld 14 oktober 1917, 20 jaar. Plot III Rij F Graf 18.

Captain Herbert Sutton Tarrant.
1st Bn. Highland Light Infantry.
Hij diende ook in Zuid-Afrika, West-Afrika en Indië.
Gesneuveld 27 april 1915, 36 jaar. Plot III Rij G Graf 1.

Lieutenant James Anderson.
16th Bn. Cameronians (Scottish Rifles) attd. 87th/2nd Trench Mortar Bty.
Gesneuveld 20 augustus 1916, 23 jaar. Plot III Rij H Graf 2.

Second Lieutenant Archibald Chalres Spark.
8th Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 31 juli 1917, 21 jaar. Plot III Rij H Graf 17. 

Private George Edwin Middleton.
Service number 38423. 6th (Hauraki) Coy. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 2 oktober 1917, 25 jaar. Plot III Rij K Graf 2.

Captain Ernest Francis Turton.
117th Heavy Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 27 oktober 1917, 30 jaar. Plot III Rij O Graf 21.

Second Lieutenant Stuart Donaldson.
15th Bn. Highland Light Infantry.
Gesneuveld 28 september 1918. Plot III Rij P Graf 19. 

Driver William George Graham.
Service number 2181. 4th Div. Train Australian Army Service Corps.
Ook zijn drie broers dienden tijdens WWI. Volgens onze gegevens overleefden zij. William sneuvelde op 19 oktober 1917 door een granaat inslag in de Menin Road hij werd 31 jaar. Plot III Rij S Graf 26.

Naast hem, in graf 25, rust Driver Frederick Cullen.
Service number 1347A. 26th Coy. Australian Army Service Corps formerly 14th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Hij sneuvelde diezelfde dag op dezelfde plaats maar door een andere granaat. Hij werd 28 jaar. 

Private Robert Morrow VC (Victoria Cross).
Service number 10531. 1st Bn. Royal Irish Fusiliers.
Zijn verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Robert_Morrow.
Gesneuveld 26 april 1915, 24 jaar. Plot IV Rij A Graf 44.

Lieutenant Alexander James Bolton Milne.
4th Bn. attd. 9th Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 22 augustus 1917, 30 jaar. Plot IV Rij A Graf 1.

Private Edward Cole Peters.
Service number 475988. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment).
Gesneuveld 2 juni 1916, 26 jaar. Plot II Rij F Graf 24.

Driver Leonard Phillip Cave.
Service number 2/2091. Div. Ammunition Col. New Zealand Field Artillery.
Gesneuveld 18 oktober 1917. Plot II Rij B Graf 24.

Lance Corporal Alexander Edward (Lex) Butler.
Service number 3/388. No.1 N.Z. Field Amb. New Zealand Medical Corps.
Gesneuveld 5 oktober 1917, 25 jaar. Plot II Rij A Graf 2.
Ook zijn broer Ernest diende maar hij overleefde de oorlog.

Captain Eric Watson Hall MBE (Member of the Most Excellent Order of the British Empire) .
2nd/4th Bn. Lincolnshire Regiment.
Gesneuveld 26 september 1917, 24 jaar. Plot II Rij A Graf 6.

Second Lieutenant Hugh Fabian Barton.
9th Bn. Norfolk Regiment.
Gesneuveld 12 februari 1916, 19 jaar. Plot I Rij C Graf 3.

Captain John Robinson Woods.
4th Canadian Mounted Rifles Battalion.
Gesneuveld 24 oktober 1917, 25 jaar. Plot I Rij C Graf 18.

Lieutenant Sir Richard William Levinge 10th Bart. of Knockdrin.
1st Life Guards formerly (Reserve of Officers) 8th (King’s Royal Irish) Hussars.
Meer informatie kan je hier vinden http://www.isle-of-wight-memorials.org.uk/people_l/levinge_rw.htm
en hier https://en.wikipedia.org/wiki/Knockdrin.
Gesneuveld 24 oktober 1914, 36 jaar. Plot I Rij D Graf 28.

Serjeant Mark Cutler.
Service number 12436. No.2 Coy. 2nd Bn. Grenadier Guards.
Gesneuveld 6 mei 1916, 27 jaar. Plot I Rij G Graf 17.

Private F Small.
Service number 2584. 1st/5th Bn. The Loyal North Lancashire Regiment.
Gesneuveld 6 juni 1915, 25 jaar. Plot I Rij K Graf 4.

Major Reginald Thomas Annesley Ball-Acton.
7th Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry.
Gesneuveld 22 mei 1916, 38 jaar. Special Memorial 9. 










Net toen we bijna bij de ingang waren om er het bezoekersregister te ondertekenen stopte er een taxibusje waaruit een koppel stapte die naar iemand specifiek opzoek waren. Stuart die net gans de begraafplaats had overlopen moest daarom niet lang nadenken en ging vlekkeloos naar het graf van zijn grootoom naar waar ze opzoek waren. Terwijl die mensen een groet brachten bij het graf deden wij stilletjes verder met ons ding en namen de groepsfoto niet ver van de ingang vandaan. Kurt mompelde 'Opletten, borst intrekken en buik vooruit' net voor de zelfontspanner van de camera afging  waardoor iedereen op het juiste moment stond te lachen. Kurt blij dat hij goede punten had gescoord trok naar de ingang om het bezoekersregister te ondertekenen. Het bezoekersregister kenden een laatste input van 11 maart 2017 door de familie Volkaerts uit Tremelo. Dat we ooit last gingen hebben van paparazzi's tijdens het PRWWI hadden we ook niet verwacht want Kurt moest zich in alle bochten wringen om deftig het bezoekersregister te kunnen ondertekenen. Patrick nam de ene na de andere foto van heel dichtbij om Kurt af te leiden. Wat die fotografen allemaal niet doen om dat ene plaatje. Maar Kurt zijn wraak zou zoet zijn. Toen Stuart het bezoekersregister ondertekende was hij er ook als de kippen bij om Stuart van de wijs te brengen om dan toch maar op de ene of andere manier Stuart een fout te laten schrijven.
















Toen iedereen het bezoekersregister had ingevuld trokken we het toegangshek terug mooi dicht en konden we denken aan onze lunch die we hier aan deze begraafplaats zouden verorberen. Iedereen genoot van zijn lunch en onder de maaltijd door werd er over ditjes en datjes gepraat op een vrij relaxte manier. Toen onze lunch verorbert was zetten we koers naar La Brique Military Cemetery No.1 dat zo een 400 meter in vogelvlucht van ons was verwijderd. We arriveerden om 13u50 bij de begraafplaats en parkeerden er de PRWWI mobiel aan de overkant van de straat. Ja onze volgers vonden toch dat wij erg waren want we waren precies twee toeristen op stap die midden op straat liepen en de weg overstaken. We liepen de kleine en vooral mooi begraafplaats op en legden onze pipes neer op een stenen bank aan de zijkant.






De naam van deze begraafplaats verwijst naar een oude steenbakkerij die voor de oorlog in dit gehucht, dat "Brieke" werd genoemd, gelegen was. Men startte in mei 1915 met de aanleg ervan en het werd gebruikt tot december 1915. Toen op 5 juni 1915 de 6th Division deze sector overnam kon men nog steeds de gasgeur waarnemen van de gasaanval die hier twee maanden tevoren had plaatsgevonden. Van de 91 doden die hier begraven werden konden er 4 niet geïdentificeerd worden. Terwijl Stuart niet goed wist waar hij zou beginnen en zijn lijstje overliep namen onze volgers Daphné, Patrick en Jeroen de eerste foto's van de begraafplaats. Daar dit eerder een iets kleinere begraafplaats was diende Stuart geen ellen lange lijst af te lopen zodat hij hier vrij snel klaar was. We namen onze pipes en begonnen met onze muzikale ceremonie. De PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace klonken prachtig en we merkten vanuit onze ooghoeken dat enkele passanten op straat halt hielden om alles te volgen. 










Private John Halligan.
Service number 4734. “B” Coy. 2 Bn. Leinster Regiment.
Gesneuveld 8 juni 1915, 19 jaar.
Er word aangenomen dat hij ergens op de begraafplaats begraven werd.
Hij kreeg een ‘Special Memorial’ in Rij B Graf  6A.

Private G Webb.
Service number 20045. 8th Bn. Bedfordshire Regiment.
Gesneuveld 4 januari 1916. Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats.
Rij E Graf 14.

Private William Henry Hood.
Service number 3/10123. “A” Coy. 1st Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own).
Gesneuveld 24 augustus 1915. Hij werd 40 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats.
Rij F Graf 1.

Private Ernest Henry Cook. 
Service number 2504. 1st/5th Bn. South Lancashire Regiment.
Gunner W Fishwick. 
Service number 771. 5th (Durham) Howitzer Bty. Royal Field Artillery.

Ze sneuvelden allebei op 8 mei 1915 en zijn daarmee de eerst gesneuvelden op de begraafplaats. 
Private Cook werd 29 jaar en Gunner Fishwick 18 jaar. 
Ze rusten naast elkaar in Rij A Graven 4 & 5.

Corporal Frederick Walter Jeffreys.
Service number L/9845. 1st Bn. The Buffs (East Kent Regiment).
Gesneuveld 25 augustus 1915, 20 jaar. Rij C Graf 8.







Niet veel later staken we ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer bij een van de vier onbekende slachtoffers waarna we even in gedachten verzonken. Enkele ogenblikken stil blijven staan voor de vele slachtoffers van de Grote Oorlog. Het lijkt steeds hetzelfde maar is op elke begraafplaats steeds anders. Direct na het plechtig neer planten van het PRWWI In Remembrance kruisje namen we op de achter zijde van de begraafplaats de groepsfoto met op de achtergrond onze volgende stop. Bij de ingang vonden we ook het kastje terug met daarin het bezoekersregister. Het kende een laatste input op 3 december 2016 door een zekere Stephen and David Sempers uit York (UK). Kurt kreeg het weer op zijn heupen toen hij net begon te schrijven de volgers weer eens op zijn vingers stonden te kijken. Hij maakte er een meesterwerk van en ondertekende het bezoekersregister met 'Je Kapoen, Assenede'. Het moet gezegd zijn, zelf de paparazzi's waren onoplettend want achteraf had niemand maar dan ook niemand iets opgemerkt van wat er geschreven stond.













We verlieten La Brique Military Cemetery No.1 en staken de straat over om La Brique Military Cemetery No.2 te bezoeken.  Jeroen nam hier afscheid aangezien hij nog veel werk had voor school. We bedankten hem voor zijn komst, legden onze pipes op de omheiningsmuur en trokken de begraafplaats op langs een klein trapje. La Brique Military Cemetery No.2 werd gestart in februari 1915 en zou gebruikt worden tot maart 1918. De oorspronkelijke begraafplaats bevatte 383 graven. Perk I bestaat uit 25 onregelmatige rijen, meestal aangelengd met geconcentreerde graven, die er na de wapenstilstand uit de omliggende slagvelden verzameld werden. Perk II bestaat enkel uit geconcentreerde graven. Eén dode lag oorspronkelijk begraven op 'Kemmel No 2 French Cemetery', dat in de velden tussen Kemmel en De Klijte lag. Volgens het huidige register zouden op 'La Brique Military Cemetery No.2' 782 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven liggen waarvan 350 niet geïdentificeerd, 18 Australiërs waarvan 14 niet geïdentificeerd, 23 Canadezen waarvan 15 niet geïdentificeerd, 1 Indiër, 9 Nieuw-Zeelanders waarvan 2 niet geïdentificeerd en 7 Zuid-Afrikanen waarvan 5 niet geïdentificeerd. In het totaal zouden er hier dus 840 militairen begraven liggen, waarvan er 386 niet geïdentificeerd konden worden. Voor 4 doden, waarvan aangenomen wordt dat ze onder een naamloze grafsteen liggen, werd een 'Special Memorial' opgericht.






Stuart en Kurt schoten meteen in actie terwijl onze volg paparazzi's ook enkele mooie plaatjes schoten. Toen ze in de noordelijke hoek van de begraafplaats liepen merkten ze op dat ze in de gaten werden gehouden van door het raam van een aanpalend huis. Een ganse familie zat hen gade te slaan. Een ervan dierf het aan om op hen af te stappen en te vragen of we ook zouden spelen. Na een bevestigend antwoord haastte zij zich binnen en ging de andere familieleden inlichten maar we dienden eerst ons ritueel te vervolmaken. Stuart schoot in actie en ging op weg met camera en mapje terwijl Kurt opzoek ging naar bijzondere epitafen. Onze volgers lieten het ook niet aan hun hart komen en namen genoegen met het fotograferen van enkele bloemetjes op de begraafplaats. Toen Stuart en Kurt rond waren besloten ze om ongeveer in het midden van de begraafplaats hun PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. De omwonende stonden meteen klaar toen ze ons zagen aankomen en niet veel later konden ze dan ook genieten van onze PRWWI tunes.












Serjeant Victor Bruce Finlayson.
Service number 590. “D” Coy. London Regiment (Queen’s Westminster Rifles).
Treffend epitaaf: ‘If Love Could Have Saved Thee, Thou Hadst Not Died’.
Gesneuveld 23 september 1915, 28 jaar. Plot I Rij N Graf 33.

Captain William Stuart Ross.
6th Bn. Border Regiment.
Gesneuveld 23 juli 1917, 25 jaar. Plot I Rij A Graf 5.

Rifleman Walter Hards.
Service number B/1725. 8th Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 12 december 1915, 26 jaar. Plot I Rij B Graf 8.

Corporal Alfred George Drake VC (Victoria Cross).
Service number S/107. 8th Bn. Rifle Brigade.
Zijn verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Alfred_George_Drake.
Gesneuveld 23 november 1915, 22 jaar. Plot I Rij C Graf 2. 

Corporal Charles Harold Cribb.
Service number 45269. 3rd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F.
Enkel zijn cap badge komt niet overeen met dat van het Otago Regiment. Vreemd.
Gesneuveld 13 januari 1918. Plot I Rij E Graf 8.

Private William Thompson.
Service number 49488. 3rd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 13 januari 1918, 42 jaar. Plot I Rij E Graf 9.

Private William Lindsay.
Service number 58892. 3rd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F.
Hij was afkomstig uit Schotland.
Gesneuveld 13 januari 1918, 44 jaar. Plot I Rij E Graf 10. 

Major Bernard Maynard Lucas Brodhurst.
1st Bn. 4th Gurka Rifles.
Zijn verhaal vind je hier http://www.roll-of-honour.com/Middlesex/LordsWW1.html en een beetje naar beneden.
Gesneuveld 27 april 1915, 41 jaar. Plot I Rij G Graf 21.

Captain Henry George Coulson Colville.
1st Bn. King’s Shropshire Light Infantry attd. H.Q. 16th Infantry Brigade.
Gesneuveld 22 september 1915, 29 jaar. Plot I Rij I Graf 21.

Rifleman William W Jagger.
Service number Z/2229. 3rd Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 17 juni 1915, 32 jaar. Plot I Rij I Graf 24.

Second Lieutenant Percival Powell.
9th Bn. attd. 3rd Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 1 augustus 1915. Plot I Rij K Graf 24. 

Lieutenant Alexander Evan Fraser.
2nd Bn. Monmouthshire Regiment.
Gesneuveld 2 mei 1915, 34 jaar. Plot I Rij K Graf 34. 

Lieutenant Frederick Alfred Trenchard.
86th Bty. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 24 mei 1915, 27 jaar. Plot I Rij L Graf 29.  

Rifleman H Broadbent.
Service number Z/2213. 3rd Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 17 juni 1915. Plot I Rij L Graf 25.

Captain Edmond Ernest Charles Wellesley.
9th Bn. Norfolk Regiment.
Gesneuveld 30 april 1916, 29 jaar. Plot I Rij N Graf 22.

Second Lieutenant Alfred Saunders Hill.
109th Siege Bty. Royal Garrison Artillery.
Studeerde af aan Glasgow University.
Gesneuveld 20 november 1917, 24 jaar. Plot I Rij O Graf 21.

Private George Llewelyn Davies.
Service number 10298. 1st Bn. King’s Shropshire Light Infantry.
Hij is één van de broers waarop JM Barrie de familie Darling baseerde in Peter Pan.
Gesneuveld 27 juli 1915, 22 jaar. Plot I Rij O Graf  32. 

Corporal William Angus Campbell.
Service number 24/1611. 2nd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 7 juni 1917, 27 jaar. Plot I Rij V Graf 4.









Na de kleine muzikale ceremonie werd de camera verplaatst en ook hier hadden we besloten om het PRWWI In Remembrance kruisje neer te planten bij een onbekend slachtoffer. Natuurlijk wordt het PRWWI In Remembrance kruisje neer geplant voor alle slachtoffers die hier begraven zijn maar het is soms een beetje zoeken naar een geschikte plaats. Dikwijls kiezen we dan voor een onbekend slachtoffer. Zo ook hier, het PRWWI In Remembrance kruisje werd plechtig neer geplant bij het graf van 'A Scottish Soldier of the Great War', de meest logische gezien ons muzikale gedeelde, onze outfits en gedachtegang. We namen de groepsfoto waarna we ons begaven naar de ingang waar het bezoekers register terugvonden in het kastje dat was ingewerkt in de omheiningsmuur. Het bezoekersregister kende een laatste input op 8 januari 2017 door George & Sarah Hoxford uit Workington UK, mensen die we op onze vorige tocht ook al waren tegengekomen in het bezoekersregister van een andere begraafplaats.











Toen iedereen zijn naam plechtig had neergepend in het bezoekersregister was het stilaan tijd om verder te trekken. We namen onze spullen, laden die proper in en zetten koers naar onze volgende stop alweer een anderhalve kilometer verder. Ongelofelijk hoeveel begraafplaatsen hier in deze streek liggen op een afstand van een paar honderd meter. Wieltje Farm Cemetery, de begraafplaats dankt haar naam 'Wieltje Farm' aan een boerderij, omgeven door een walgracht in de wijk Wieltje. Tijdens de Derde Slag om Ieper, in juli en augustus 1917, werd deze begraafplaats gebruikt door gevechtseenheden van vooral de 2nd/4th Gloucesters. Er worden 116 doden herdacht, waaronder 113 Britten waarvan er 10 niet geïdentificeerd konden worden, 1 Canadees, 1 Nieuw-Zeelander en 1 Duitser. Voor 20 doden werden Special Memorials opgericht omdat hun graven door artillerievuur werden vernietigd en niet meer gelokaliseerd konden worden. We liepen langs het 175 meter lange altijd groene pad naar de ingang van de begraafplaats. Verstopt achter de huizen in het midden van de akkers lag deze kleine maar mooie begraafplaats stil en een beetje verlaten.










We legden onze pipes op het sokkel van het Cross of Sacrifice dat we net na de toegangspoort vonden. Daphné en Patrick schoten meteen de kleine begraafplaats op opzoek naar 'het' perfecte plaatje, terwijl Stuart en Kurt hun ding deden. De twintig 'Special Memorials' stonden vooraan om de kleine begraafplaats en het viel ons beiden op dat hoewel zijn graf niet meer gelokaliseerd kon worden Private Jack Parbery (Special Memorial A1) Service number 242650 van het 1st/5th Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment), gesneuveld op 3 augustus 1917 nog steeds niet vergeten was door zijn familie want bij zijn 'headstone' stond een bordje gezet waarop we konden lezen; ' Jack Parbery, Never met, but never forgotten. From all your Family, God Bless.' Nog maar eens een bewijs van hoe erg dit leeft bij nabestaanden.







Private Jack Parbery.
Service number 242650. 1st/5th Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment).
Nog steeds niet vergeten door zijn familie.
Gesneuveld 3 augustus 1917. Special Memorial A1.

Company Serjeant Major Arthur Henry Godfrey DCM (Distinguished Conduct Medal).
Service number 15140. 419th Field Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 31 juli 1917. Rij B Graf 3.

Unteroffizier Otto Hofmeister.
R.Inf.R.91.
Gesneuveld 22 september 1917. Rij C Graf 17.

Sapper Thomas Walter Church.
Service number 48494. 150th Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 5 augustus 1917. Rij A Graf 2. 

Lance Corporal Edgar Harvey Robertson.
Service number 28801. 2nd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Hij was afkomstig van Orkney, Scotland.
Gesneuveld 24 oktober 1917, 21 jaar. Rij A Graf 32.  

Private George Blanchard.
Service number 201757. 4th Bn. South Lancashire Regiment.
Gesneuveld 4 augustus 1917, 36 jaar. Rij B Graf 6.

Private Winstanley Carlyon-Britton.
Service number 242341. 2nd/5th Bn. Leicestershire Regiment.
Gesneuveld 26 september 1917, 30 jaar. Rij C Graf 14.


Nadat Stuart zijn korte lijstje waarop hij zeven namen had genoteerd had afgewerkt overlegden we even waar we het beste zouden spelen. Zo centraal mogelijk leek wel in orde en niet veel later weerklonken onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace 'in the middle of nowhere' over deze kleine begraafplaats. Meteen na ons muzikale plechtigheid werd ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer geplant bij het 'Special Memorial' van twee onbekende slachtoffers. Het bezoekers register dat een laatste input kende op 6 februari 2017 door een zekere Paul en Janette Panter uit Wellingborough (UK) vonden we terug in het kastje de was ingewerkt in de omheiningsmuur. Iedereen ondertekende het bezoekersregister waarbij heel wat camera's het plaatje vastlegden. Precies een of andere beroemdheid die gaat kiezen, vond Kurt. Neen, eerlijk gezegd gewoon paparazzi's vond hij.













We verlieten Wieltje Farm Cemetery terug langs het altijd groene pad en daar merkte Kurt iets heel verdachts op. Het leek of er lagen 'grasworsten' langs het pad die ons terug naar de hoofdweg zou brengen. Hij vond het raar en haastte zich verder want de anderen waren inmiddels al een heel eindje verder gegaan. Toen alles mooi en proper in de PRWWI mobiel was geladen namen we nog snel een slok drinken en zetten koers naar onze laatste stop voor vandaag. 

We arriveerden rond 14u55, een 20 minuutjes later dan voorzien, bij Oxford Road Cemetery een begraafplaats die werd genoemd naar een weg die door de Britten 'Oxford Road' werd genoemd en die achter de ondersteuningsloopgraven ten zuidwesten van het gehucht Wieltje, naar de weg van Potyze naar Zonnebeke liep. De begraafplaats werd door gevechtseenheden gebruikt van augustus 1917 tot april 1918. In oktober 1917 startte men vlakbij een tweede begraafplaats, de 'Oxford Road Cemetery No.2', die nu als perk 'V' een geheel vormt met de andere delen. Na de wapenstilstand werden nog doden bijgezet die afkomstig waren uit de omliggende slagvelden ten oosten en zuidoosten van Ieper. Er liggen nu 657 Britten waaronder 254 niet geïdentificeerde, 74 Australiërs waaronder 40 niet geïdentificeerde, 83 Canadezen, 37 Nieuw-Zeelanders waaronder 3 niet geïdentificeerde en 2 Duitsers. Voor 3 slachtoffers werden Special Memorials opgericht omdat hun graven niet meer teruggevonden werden en waarvan men aanneemt dat ze zich onder de naamloze grafzerken bevinden.





Net voor we Oxford Road Cemetery wouden opgaan bleek Daphné ineens vermist te zijn. Iemand Daphné gezien? Neen , allez waar is die nu. Madam werd niet veel later terug gevonden achter de mobilehome van Patrick bij een weide en ze was blijkbaar een klapke aan het doen met enkele schapen in de wei. Arme schapen, liet Kurt zich ontvallen en iedereen lachte met zijn altijd verassende commentaren. Stuart schoot meteen in actie want het was precies of het weer ging draaien naar minder goede omstandigheden. Hij schoot van links naar rechts en omgekeerd over de begraafplaats opzoek naar de namen op zijn lijstje. Onze volgers namen genoegen met het schieten van enkele plaatsjes of een 'klapke' met een of ander schaap.




























Landsturmmann Otto Henze en Musketier Franz Berlin.
Ze behoorden beide bij het J.Regt.92.
Otto sneuvelde op 4 oktober 1917 en Franz op 5 oktober 1917.
Zij zijn de enige twee Duitsers op de begraafplaats en rusten samen in Plot I Rij E Graf 1.

Private David Alexander Russell.
Service number 38446. 2nd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 3 oktober 1917, 22 jaar. Plot I Rij B Graf 6.

Private Edmond Bloomfield Swindley.
Service number 36841. 3rd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 4 oktober 1917, 20 jaar. Plot I Rij C Graf 1.

Private Norman Reginald Robinson.
Service number 42402. 1st Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 4 oktober 1917, 21 jaar. Plot I Rij D Graf 5.

Second Lieutenant Allan Morpeth.
Service number 18899. 1st Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 2 oktober 1917, 33 jaar. Plot I Rij E Graf 3.

Gunner Thomas Alexander Perterkin.
Service number 13227. New Zealand Field Artillery.
Gesneuveld 25 oktober 1917, 22 jaar. Plot I Rij G Graf 3.

Private Albert Ashbaugh.
Service number 757835. 16th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 27 oktober 1917, 31 jaar. Plot I Rij H Graf 10.

Private Percy Melville Lemay.
Service number 195128. 5th Canadian Mounted Rifles Battalion.
Gesneuveld 28 oktober 1917, 28 jaar. Plot I Rij H Graf 12.

Gunner Charles Reginald Newson.
Service number 408852. 1st Trench Mortar Bty. Canadian Field Artillery.
Gesneuveld 4 november 1917, 23 jaar. Plot I Rij K Graf 10.

Serjeant Colin (Charlie) Blythe.
Service number 49296. 12th Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry.
Meer info vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Colin_Blythe.
Gesneuveld 8 november 1917, 38 jaar. Plot I Rij L Graf 2. 

Private Harry James McDermott.
Service number 675398. 21st Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 10 november 1917, 27 jaar. Plot I Rij N Graf 3.

Private Geoffrey Gladstones.
Service number 1074. 30th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 29 september 1917, 24 jaar. Plot II Rij C Graf 7.

Private Arnold Joseph Lawson.
Service number 7270. 11th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 12 maart 1918, 24 jaar. Plot II Rij C Graf 8.

Private Charles Foster.
Service number 2867. 10th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 27 maart 1918, 29 jaar. Plot II Rij C Graf 12.

Lance Corporal Robert Blezard.
Service number 14190. “A” Coy. 10th Bn. Yorkshire Regiment.
Gesneuveld 4 oktober 1917, 27 jaar. Plot II Rij H Graf 2.

Private Earnest Baulch.
Service number 5339. 60th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 26 september 1917, 33 jaar. Plot III Rij A Graf 1.

Rifleman Robert John Ross.
Service number 42711. 4th Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade.
Gesneuveld 20 februari 1918, 26 jaar. Plot III Rij D Graf 5.

Captain Clement Robertson VC (Victoria Cross).
3rd Bn. The Queen’s (Royal West Surrey Regiment) attd. “A” Bn. Tank Corps.
Meer informatie over hem vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Clement_Robertson.
Gesneuveld 4 oktober 1917, 28 jaar. Er word aangenomen dat hij begraven ligt in Plot III Rij F Graf 7. 

Private John Allan Hutchison.
Service number 52612. 2nd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 28 januari 1918. Plot III Rij G Graf 6.

Corporal George Neal.
Service number 23/1763. 2nd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 30 januari 1918. Plot III Rij G Graf 8. 

Lance Corporal Percival Cyril Bonner.
Service number 4137. 7th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 4 oktober 1917, 23 jaar. Plot III Rij H Graf 8.

Private Percy Arthur Rook.
Service number 15779. 2nd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 11 februari 1918, 26 jaar. Plot III Rij J Graf 12.

Rifleman James Stephen Hawkins.
Service number 51838. 4th Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade.
Gesneuveld 15 februari 1918, 34 jaar. Plot III Rij L Graf 3.

Private Charles Gordon Johnston.
Service number 192799. 16th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 30 april 1916, 18 jaar. Plot III Rij M Graf 2.

Second Lieutenant Thomas Brew DCM (Distinguished Conduct Medal).
2nd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 4 oktober 1917, 21 jaar. Plot IV Rij D Graf 3.

Private William Henry Tooley.
Service number 39102. 3rd/5th Bn. Lancashire Regiment.
Gesneuveld 17 november 1917, 34 jaar. Plot V Rij C Graf 7.

Private Lester D Barbour.
Service number 3709. 1st Bn. Royal Newfoundland Regiment.
Gesneuveld 10 maart 1918, 23 jaar. Plot V Rij D Graf 22.

Second Lieutenant Alexander Gordon Sutton.
2nd Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 2 januari 1918, 19 jaar. Plot V Rij H Graf 9.


Niet veel later speelden we onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace op Oxford Road Cemetery bij het Cross of Sacrifice dat het meest in het midden van de begraafplaats was gelegen. De begraafplaats bestond precies uit drie verschillende delen met in het midden het Cross of Sacrifice. Na onze muzikale plechtigheid werd het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer geplant bij het Cross of Sacrifice waarna we opzoek gingen naar een goede pose voor de groepsfoto. Die werd gevonden, en allen met ingetrokken borst en vooruit gestoken buik werden we op Oxford Road Cemetery vereeuwigd. Het enige dat niet te zien is of liever te horen op de groepsfoto was het geblaat van Daphné haar schapen. Daarna wandelden we terug naar de ingang waar we het kastje vonden waarin het bezoekersregister zat. Het had een laatste input op 12 maart 2017 door een zekere S. Atkins, A. Atkins, P. Askey en M. Spiby uit Burton-on-Trent, UK. We ondertekenden het bezoekersregister en laden niet veel later onze spullen in de PRWWI mobiel.




















Alvorens we onze tocht zouden eindigen besloten we om nog even naar het 200 PRWWI meters verder liggende 50th Northumbrian Division Monument te wandelen. 


Ongeveer half weg passeren we de Wieltjesstraat of de vroegere 'Oxford Road' waarna we na nog een laatste kleine inspanning het perk opwandelden waarop het 50th Northumbrian Division Monument is opgetrokken. De '50th Northumbrian Division', een territoriale eenheid uit Noord-Engeland met inwoners van onder meer Newcastle, Alnwick en Hexham, arriveerde op het Europese vasteland in april 1915. Binnen de 7 dagen was de eenheid aan het vechten tijdens de Tweede Slag bij Ieper. Hier, op het gehucht 'Wieltje', werd de divisie voor het eerst ingezet. Tijdens gevechten tussen 26 april en 4 mei 1915 zou de divisie naar verluidt 472 doden, 1996 gewonden en 1278 vermisten onder de officieren en manschappen tellen. Het gedenkteken werd op 1 september 1929 onthuld door veldmaarschalk Plumer.







Voor het ontwerp van het gedenkteken werd een wedstrijd uitgeschreven. Winnaar werd Captain R. Mauchlen, ('M.C')., behorende tot het 9de bataljon 'Durham Light Infantry', een eenheid dat behoorde tot de '50th Northumbrian Division'. De stevige monumentale obelisk moest in al haar eenvoud niet alleen een baken vormen in het vlakke, Vlaamse landschap, het diende eveneens te verwijzen naar het graafschap in Noord-Engeland, waar de divisie gerekruteerd werd. De dubbele 'T' in het embleem van de divisie verwijst naar de rivieren Tyne en Tees. Boven het omgekeerde zwaard is het ‘Paard van Northumbria’ aangebracht in een medaillon.

De gedenkzuil meet een hoogte van 17,41m, een breedte van 2,20m en een diepte van 4,60meter en ligt in het verlengde van de oostelijke as van het nabijgelegen Oxford Road Cemetery, waarop het offerkruis en de 'Stone of Remembrance' staan. Op de zuil: op de voorkant, bovenaan in vlakreliëf een kop van een paard in medaillon tussen twee lauriertakken, in het midden is een groot zwaard uitgehouwen, aan de linker- en rechterkant een lauwerkrans in reliëf. Op de sokkel: aan de voorkant bovenaan lezen we; 'To the enduring memory of all ranks of the 50th Northumbrian division who fell in the great war 1914-1918 and in memory of their comrades of the same division who gave their lives in the war of 1939-1945 for the liberation of France, Belgium and Holland', onderaan 'Pro Patria'. We namen enkele foto's en planten niet veel later ook plechtig een PRWWI In Remembrance kruisje neer bij het stenen muurtje waarop  de gedenkzuil was opgetrokken.









We wandelden niet veel later terug naar de geparkeerde wagens want daar wachtte onze traditionele dram op ons. We werden uitgenodigd in de mobilehome van Patrick waar we rijkelijk verwent werden. We kregen de keuze uit maar liefst 4 verschillende drams; Jura, Cardhu, Talisker Skye, BenRiach. Iedereen koos een dram uit en we toosten op onze gepasseerde tocht. Terwijl we allen genoten van het glas whisky werd er nog wat nagepraat over de gepasseerde dag, de begraafplaatsen die we hadden bezocht en de ervaringen die we weer rijker waren.

Niet veel later namen we afscheid van elkaar en vertrokken richting thuisfront waar we een dik uur later veilig en wel arriveerden. Tocht 38 was een heel mooie tocht waarbij we verschillende heel mooie begraafplaatsen en Memorials bezochten. Met alweer een avontuur en een ervaring rijker konden we thuis nagenieten van de voorbije dag. We hebben er meer dan van genoten en kijken uit naar de volgende tocht. Trouwe volgers, bedankt dat jullie er weer bij waren, dank voor de vele en mooie foto's en een extra bedankje voor Patrick Verhaeghe die ons op het einde van elke tocht blijft verrassen met zijn lekkere drams.
Groetjes en graag tot een volgende
Stuart en Kurt