zondag 9 april 2017

Trip 23: Passchendaele New British Cemetery, Tyne Cot Cemetery, Tyne Cot Memorial, Dochy Farm New British Cemetery, Bridge House Cemetery & Scots Memorial.

Datum : 09/04/2017
Begraafplaatsen : Passchendaele New British Cemetery, Tyne Cott Cemetery & Memorial, Bridge House Cemetery, Scots Memorial
Weer : Zonnig en mooi lente weer
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke, Marijke Dechamps, Charlien van der Haeghen
Volgers : Patrick Verhaeghe, Magali van Looke, Chloë Van Vooren, Filip Bert, Kristien Eggelen



Info :

Zondag 9 april 2017 trokken we na een veel te korte nacht terug op pad om Trip 23 te gaan rijden. Een trip die ons naar Zonnebeke zou brengen in de Westhoek. We vertrokken mooi op tijd in Moerkerke voor een rit van een uurtje en zoals meestal het geval is, werd de te volgen route en de te bezoeken begraafplaatsen overlopen in de auto met hier en daar een extra aandachtspunt. 




Onder een inmiddels mooi ochtend zonnetje arriveerden we om 10u aan de Passchendaele New British Cemetery. Bij aankomst merkten we op dat we vandaag zeker niet alleen gingen zijn want er stonden verschillende mensen te wachten op de smalle parkeerstrook voor de begraafplaats. We stapten uit, en Kurt heel blij dat we er waren want een ganse rit K3, Piet Piraat en Samson, begon teveel te worden voor hem. We gingen een goeie morgen wensen aan onze volgers voor vandaag. Patrick Verhaeghe, onze vaste volgfotograaf had ondertussen al kennis gemaakt met Marijke Dechamps die haar pipes had meegebracht, en Charlien van der Haeghen die er voor de eerste keer bij was en haar drum had meegebracht. Ook Filip Bert, Kristien Eggelen waren er voor het eerst bij om ons te volgen vandaag. Een extra piper en drummer voor vandaag, we zagen het volledig zitten.





Nadat we onze pipes hadden gestemd, gingen we Passchendaele New British Cemetery op waarbij Stuart eerst een woordje uitleg gaf over hoe we te werk gaan tijdens onze tochten omdat Charlien, Kristien en Filip ervoor het eerst bijwaren. Eveneens kwam daar ook het verhaal boven water over die ene keer dat er iemand zijn pipes was vergeten. Wat dat te maken had met hoe we te werk gaan tijdens de tochten wist Kurt niet maar dacht bij zichzelf dat het er wel iets mee te maken had. Vooraan, langs straatzijde, bevindt zich een monumentaal toegangsgebouw met daarachter centraal het Cross of Sacrifice. Nog wat verder staat de Stone of Remembrance. De graven bevinden zich in 16 perken op een aantal niveaus, gescheiden door trapjes. Voor de begraafplaats staat een van de provinciale Naamstenen 1914-1918 die herinnert aan het eindoffensief bij Passendale. Er worden 2.101 doden herdacht, waaronder 1.600 niet geïdentificeerde.





Rond het dorp Passendale werd tijdens de Eerste Wereldoorlog meermaals gevochten. Passendale lag op een strategische heuvelrug (Passchendaele Ridge), een deel van de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug. Op 20 oktober 1914 viel het dorp in Duitse handen. Tijdens de daaropvolgende eerste oorlogswinter was de heuvelrug een ver vooruitgeschoven stuk frontlijn van de Ieperboog, verdedigd door Fransen en daarna door Britten. Na Duitse gasaanvallen in april 1915 bij de Tweede Slag om Ieper trokken de Britten zich van de frontlijn terug en de Duitsers bouwden hier de volgende jaren verdedigingsstellingen uit. In de nazomer van 1917 werd hier opnieuw zwaar gevochten tijdens de Derde Slag om Ieper, ook wel Slag om Passendale genoemd, toen de Britten er de Duitse linies wilden doorbreken. De Britten maakten weinig vorderingen, maar in de bloedige slag vielen wel bijna een half miljoen doden en gewonden. In november werd Passendale toch heroverd, maar bij het Duitse lenteoffensief in april 1918 moesten de geallieerden zich weer terugtrekken. Uiteindelijk werd het dorp door het Belgische 4de Regiment Karabiniers en Grenadiers eind september 1918 bevrijd.

Pas na de oorlog werd begonnen met de aanleg van de begraafplaats, waar slachtoffers uit de slagvelden rond Passendale en Langemark werden begraven. Op enkele doden na zijn de meeste slachtoffers hier gesneuveld in de herfst van 1917. Er worden nu 1.026 Britten, waarvan 894 niet geïdentificeerde, 292 Australiërs, waarvan 171 niet geïdentificeerde, 654 Canadezen, waarvan 450 niet geïdentificeerde, 126 Nieuw-Zeelanders, waarvan 83 niet geïdentificeerde en 3 Zuid-Afrikanen, waarvan 2 niet geïdentificeerde herdacht. Voor 4 Britten en 3 Canadezen werden Special Memorials opgericht omdat hun graven niet meer teruggevonden werden en men aanneemt dat ze zich onder naamloze graven bevinden. In januari 2003 werden bij graafwerken in Passendale de stoffelijke resten van drie Canadese gesneuvelden gevonden. Zij werden op 9 juni 2003 hier met militaire eer herbegraven.

Onze pubers Magali en Chloë vertrokken naar de andere kant van de begraafplaats terwijl Stuart zijn turbo in gang zette en gevolgd door Charlien zijn op voorhand uitgestippelde route over de begraafplaats begon af te lopen, namen de anderen genoegen met het nemen van enkele foto's of het gewoon even stilstaan bij enkele van de vele slachtoffers die hier zijn begraven. Kurt vond hier ook enkele bijzondere epitafen die hij meteen noteerde.









Private John William Peachey.
Service number 263. 47th Australian Infantry, A.I.F.
Links op de foto samen met zijn broers Fred en Charlie,
volgens onze research overleefden zij de oorlog.
John sneuvelde op 12 oktober 1917, 23 jaar. Plot IV Rij E Graf 2. 

Rifleman William Campbell White.
Service number 26726. 4th Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade.
Gesneuveld 12 oktober 1917, 24 jaar. Plot VIII Rij B Graf 3.

Private Ernest George Bennington.
Service number 6/3990. 1st Bn. Canterburry Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 12 oktober 1917. Plot VIII Rij C Graf 8.

Private Russel McBrien.
Service number 408044. 2nd Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 6 november 1917, 24 jaar. Plot X Rij A Graf 8.

Private Oliver William Ridley.
Service number 622352. 27th Bn. Canadian Infantry.
Links bovenaan op de foto.
Gesneuveld 6 november 1917, 21 jaar. Plot XII Rij F Graf 19. 

Private William Thomas Bloxham.
Service number 4595. 18th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 8 oktober 1917, 32 jaar. Plot XIV Rij A Graf 13. 

Lance Corporal Ernest East.
Service number 103. 24th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 9 oktober 1917, 24 jaar. Plot XIV Rij B Graf 18.

Lance Corporal Russel Highfield Hawse.
Service number 967. 23rd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 9 oktober 1917, 25 jaar. Plot XIV Rij E Graf 22.

Rifleman Sydney George Milne Cook.
Service number 48703. 3rd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade.
Gesneuveld 12 oktober 1917, 29 jaar. Plot XVI Rij D Graf 25. 

Lieutenant Gordon Alan Cockburn.
Canadian Field Artillery attd. Royal Flying Corps.
Gesneuveld 8 november 1917, 22 jaar. Plot XVI Rij E Graf 1.

Private Matthew Herbert Austin.
Service number 707. 35th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Hij was een pistier voor hij zich op 29 december 1915 aanmeldde.
Op de foto met zijn vrouw Elisabeth Roberts en hun zoontje Donald Hugh.
Via deze link vind je Australian Red Cross Society Wounded and Missing Enquiry Bureau Files voor Matthew https://www.awm.gov.au/images/collection/pdf/RCDIG1035513--1-.pdf.
Hij sneuvelde op 12 oktober 1917, 24 jaar.  Plot XIII Rij F Graf 5.

Corporal Francis Miller Lodge.
Service number 2668. 51st Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 12 oktober 1917, 20 jaar. Plot XIII Rij D Graf 1. 

Private Archibald Reginald Craig.
Service number 3140. 51st Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 13 oktober 1917, 27 jaar. Plot XIII Rij C Graf 1.

Lieutenant Thomas Hewett Boyd MC (Military Cross).
6th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 4 oktober 1917. Plot XIII Rij C Graf 7.

Private Jack Berryman Wrigley.
Service number 3689. 6th Coy. Australian Machine Gun Corps.
Gesneuveld 9 oktober 1917, 20 jaar. Plot XIII Rij A Graf 19. 

Second Lieutenant Henry Johnson Hall.
Service number 30111. “A” Coy. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 4 oktober 1917, 28 jaar. Plot XI Rij D Graf 5.

Private Alexander Wuttunee “Alex” Decoteau.
Service number 231462. 49th Bn. Canadian Infantry.
Meer informatie vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Alex_Decoteau.
Gesneuveld 30 oktober 1917, 28 jaar. Plot XI Rij A Graf 28. 

Corporal David Leslie Clyde Absolom.
Service number 1782. 40th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 13 oktober 1917, 23 jaar. Plot VII Rij B Graf 8.

Private Richard Eddles.
Service number 10369. 2nd Regt. South African Infantry.
Hij is de enige bekende Zuid-Afrikaan op de begraafplaats. De andere twee bleven onbekend.
Gesneuveld 16 oktober 1917, 22 jaar. Plot V Rij C Graf 11.

Enige tijd later zagen we Stuart stilaan naar de voorkant van de begraafplaats komen wat ons liet weten dat zijn lijstje bijna was afgewerkt. Terwijl Filip Charlien een beetje meehielp met haar harnas waaraan haar drum hing, wandelden Marijke, Stuart en Kurt op hun gemak naar de Stone of Remembrance waar we onze PRWWI tunes zouden spelen. Flower of Scotland en Amazing Grace klonken prachtig, voller met een drum erbij en de klanken rolden over de begraafplaats en velden in de buurt. Het was wel mooi zo met die drums er bij. 









 Na onze muzikale ceremonie werd meteen ook ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig bij de Stone of Remembrance neer geplant onder het geklik van enkele paparazzi's. Die mannen geven ook nooit op hé, dacht Kurt bij zichzelf toen hij op de achtergrond het geklik van de camera's hoorde. Waar zouden we de groepsfoto nemen? Op zulke grote begraafplaats heb je in principe keuze genoeg. We besloten om het niet te ver te gaan zoeken en even later werd bij de Stone of Remembrance de groepsfoto genomen met het Cross of Sacrifice op de achtergrond.




We liepen terug naar de ingang want we dienden nog een item te vervolmaken. Het ondertekenen of invullen van het bezoekersregister dat we terug vonden bij de ingang. We openden het kastje dat was ingewerkt in de muur van het toegangsgebouwtje en merkten op dat het bezoekersregister een laatste input kende op 8 april 2017 door een zekere Leanne Landrum & Brian Binnlecombe uit Bowon Island BC Canada. Eén voor één ondertekenden we dan ook niet veel later het bezoekersregister waarna we ons stilaan klaarmaakten om naar onze volgende stop te rijden. We verlieten Passchendaele New British Cemetery om 11u15.










Een rit van 3 kilometer die ons achteraan op de parking bracht bij Tyne Cott Cemetery & Memorial, een parking die redelijk goed gevuld was en er stonden ook enkele bussen te wachten waarvan de passagier waarschijnlijk ergens op de begraafplaats liepen. 'Man, man, man, wat is dat hier allemaal', liet Kurt zich ontvallen toen we verder de parking opreden. 'Wat een verschil met de begraafplaats van die ene onbekende Franse militair die ligt begraven in Neufchateau!'. Stuart kon dit alleen maar beamen, het is inderdaad een schraal contrast met die Franse militair die in een totaal verwaarloost en overgroeid graf ligt begraven in Neufchateau.





We namen onze spullen uit de PRWWI mobiel en trokken ten strijde. We liepen over de parking en merkten op dat we heel wat bekijks hadden. Enkelen die zich hadden geïnstalleerd aan een opvouwbaar campingtafeltje waar ze iets zaten te eten gniffelden toen we passeerden. 'Allez zunne, twee maal raden waar die over bezig zijn', zei Stuart tegen Kurt. 'Ja kem het gezegd hé, een groot verschil met de kleinere of zelfs enkelen die her en der liggen begraven op andere plaatsen, hier komen ze de toeristen gewoon afzetten met bussen, terwijl er anderen zijn die nooit bezoek krijgen.' antwoordde Kurt. 'Inderdaad, gelukkig is er ons project waarmee we ze even in het daglicht kunnen stellen' antwoordde Stuart terug en naarstig gingen we allen verder naar het bezoekerscentrum. In het bezoekerscentrum deden we ons te goed aan de rijkelijke informatie die er te lezen viel en was uitgestald.







Een tijdje later trokken we richting begraafplaats zelf en merkten op toen we buiten kwamen dat het zonnetje redelijk begon te branden. Het was warm en liepen rond de begraafplaats heen naar de feitelijke ingang van de begraafplaats. We liepen de begraafplaats op, door de hoofdingang, onder verschillende verbaasde blikken van andere bezoekers, waarschijnlijk hadden ze nog nooit mensen in kilt gezien. Hoe gaan we dat hier aanpakken, onze instrumenten ergens achter laten en ons ding doen. Mmm, het is hier groot, veel volk, niet echt tevreden en gans de tijd onze pipes of drum meesleuren gaat ook lastig worden. Toen Stuart het vroeg aan de volgers gaven Magali en Chloë zich meteen op als vrijwilligers om onze pipes en drum van Charlien met hun leven te bewaken terwijl wij over de begraafplaats liepen tot we onze PRWWI tunes zouden spelen. Bij de restanten van een van de bunkers die op de begraafplaats staan waar wat schaduw was van omstaande bomen namen de meisjes plaats en begon hun bewakingsopdracht.









Het terrein van Tyne Cott Cemetery heeft een oppervlakte van 34.941 m² en is omgeven door een muur van zwarte vuurstenen keien, afgedekt met witte natuursteen. Het toegangsgebouw is eveneens uit zwarte vuursteen opgebouwd. Achteraan bevindt zich de halfcirkelvormige Tyne Cot Memorial met de namen van vermiste Britse soldaten en, in een afzonderlijke apsis, vermiste Nieuw-Zeelanders. Centraal op het terrein bevindt zich het Cross of Sacrifice, gebouwd boven op een bunker die vóór de verovering als Duitse commandopost dienst deed. De Stone of Remembrance staat achteraan, tussen het Memorial to the Missing en het Cross of Sacrifice. Twee bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de begraafplaats, twee andere bevinden zich achteraan, onder de paviljoenen langs weerszijden van de Memorialmuur. Deze begraafplaats is een 'Open Cemetery', d.w.z. dat er nog stoffelijke resten uit de omringende slagvelden kunnen bijgezet worden. Er liggen 11.957 doden begraven, waarvan 8.369 niet meer geïdentificeerd konden worden.

De naam Tyne Cot(tage) werd door de 50th Northumbrian Division aan een schuurtje gegeven dat te midden van een vijftal Duitse betonnen bunkers stond, langs de weg van Broodseinde naar Passendale. Hiermee verwezen ze naar de huisjes (cottages) langs de Tyne, een rivier in Noord Engeland die door Northumberland loopt. De grootste bunker werd na de verovering op 4 oktober 1917 door de 3rd Australian Division ingericht als Advanced Dressing Station (medische verbandpost). Tot eind maart 1918 werden hier ook de gesneuvelden begraven. Dit was de start van deze begraafplaats. Na de oorlog werd de begraafplaats uitgebreid met doden uit de slagvelden rond Langemark en Passendale en door de ontruiming en overbrenging van kleinere begraafplaatsen. Deze waren de: Iberian South Cemetery en Iberian Trench Cemetery in Sint-Juliaan, Kink Corner Cemetery en Levi Cottage Cemetery in Zonnebeke, Oostnieuwkerke German Cemetery in Oostnieuwkerke, Praet-Bosch German Cemetery in Vladslo, Staden German Cemetery in Staden, Waterloo Farm Cemetery in Passendale en Zonnebeke British Cemetery No.2 in Zonnebeke.

Hedendaags liggen er 8.963 Britten, waaronder 6.627 die niet geïdentificeerd konden worden, 1.369 Australiërs, waaronder 791 ongeïdentificeerde, 1.011 Canadezen, waaronder 560 niet geïdentificeerde, 520 Nieuw-Zeelanders, waaronder 322 niet geïdentificeerde, 90 Zuid-Afrikanen, waaronder 66 niet geïdentificeerde en 1 geïdentificeerde en 3 niet geïdentificeerde Duitsers. Onder de geallieerde slachtoffers zijn er ook één Zwitser, drie Japanners en 16 Amerikanen. Voor 38 Britten, 27 Canadezen, 15 Australiërs en 1 Nieuw-Zeelander werden Special Memorials opgericht omdat men hun graven niet meer kon lokaliseren en waarvan men aanneemt dat ze zich onder de ongemarkeerde graven bevinden. Zestien Britten en één Nieuw-Zeelander worden eveneens herdacht met Special Memorial omdat ze oorspronkelijk op andere begraafplaatsen waren begraven maar hun graven door oorlogsgeweld vernield werden.

Iedereen liep her en der op de begraafplaats terwijl Stuart zijn lijstje afwerkte waarbij hij hier en daar een woordje uitleg gaf over de zerk tegen Charlien die hem op de voet volgde. Onze volgfotograaf liep aan de andere kant van de begraafplaats, opzoek naar hét ideale shot terwijl Kurt uitkeek naar bijzondere epitafen. Toen ze elkaar kruisten, een blik, we verstonden elkaar, het zijn er zo velen. Ongelofelijk! In de verte zagen we Marijke lopen, zo te zien op weg naar Stuart. Waar zijn de anderen? Magali en Chloë hielden nog steeds trouw de wacht bij de pipes en drum. Filip en Kristien zagen we dan weer helemaal aan de voorkant van de begraafplaats lopen. Leuk om te zien hoe iedereen bezig was met zijn ding in de brandende zon. Op een gegeven moment zagen we Stuart in de richting van de bunker wandelen waar Magali en Chloë zaten wat ons liet weten dat het bijna tijd was, dus iedereen wandelde dan ook in dezelfde richting. Bij aankomst aan de bunker zagen we dat onze meisjes die de wacht hadden gehouden zich niet hadden verveeld. Beiden hadden ze ineens heel mooie vlechten in hun haar. We besloten om eerst het Memorial te doen om daarna onze tunes te spelen.




















Serjeant James Procter Brett served as Proctor.
Service number 25/1008. No.2 (South Canterbury) Coy. 3rd Bn. Canterburry Regiment, N.Z.E.F.
en Private George Herbert Proctor.
Service number 29859. 3rd Bn. Canterburry Regiment, N.Z.E.F.
Op het eerste zicht lijken het wel eens broers te kunnen zijn.
Maar als je beter kijkt James Brett diende als Proctor, dus is het niet zijn echte naam.
Later onderzoek liet weten dat zijn volledige naam James Procter Brett was waardoor we vermoeden dat er waarschijnlijk iets verkeerd liep bij zijn registratie.
Ze sneuvelden beide op 4 oktober 1917. James werd 28 jaar.
Ze rusten naast elkaar in Plot XXIV Rij G Graf 21.

Private Alexander Barter.
Service number 4001. 1st Bn. Royal Newfoundland Regiment.
Zijn verhaal vind je hier https://www.therooms.ca/sites/default/files/barter_alexander_4001.pdf.
Gesneuveld 29 september 1918, 17 jaar.
Hij is hiermee één van de twee jongste op de begraafplaats. Plot LIX Rij C Graf 6.

Corporal Arthur Long.
Service number 28721. 7th Signal Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 18 oktober 1914. Hij is hiermee de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats.
Hij werd 24 jaar. Plot LXIII Rij J Graf 16.

Private Frederick C Sedge.
Service number G/24296. 1st Bn. Queen’s Own (Royal West Kent Regiment).
Gesneuveld 26 oktober 1917. Hij werd 17 jaar en is hiermee één van de twee jongste op de begraafplaats.
Plot LIV Rij F Graf 6. 



Piper Henry Barrie.
Service number 5173. “D” Coy. 1st Bn. Cameron Highlanders.
Hij ging in 1900 reeds in dienst bij het 2nd Battalion en werd naar Gibraltar gestuurd. In 1906 werd hij aangesteld als Piper en diende hij in 1908 in Hong Kong en het jaar erna in Tientsin in China. In 1909 werd hij overgeplaatst naar het 1st Battalion en keerde hij terug naar Groot-Brittanië. Daar bleef hij tot het het uitbreken van de oorlog. Hij was een competitie Piper en Highland Dancer. Op de Army Athletic Meeting van 1910 behaalde hij de 1ste prijs bij de ‘Sword Dance’. Tijdens de ‘Annual Games’ in Murrayfield in 1913 behaalde hij de 1ste prijs bij de ‘Highland Fling’ en ‘Reel’ (Dans) en 2de prijs met Piobaireachd (uitgesproken als Pibroch, een speciale vorm van doedelzak muziek). Hij sneuvelde door hevig granaatvuur nabij Verbeek Farm op 5 november 1914. Hij werd 33 jaar. Er word aangenomen dat hij één van de onbekende slachtoffers op de begraafplaats is waardoor hij een ‘Special Memorial’ kreeg. Special Memorial 60. Hij is de enige Piper die begraven ligt of herdacht word in België. Zijn enige zoon sneuvelde tijdens WWII. 

Sergeant Lewis McGee VC (Victoria Cross).
Service number 456. 40th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Zijn verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Lewis_McGee.
Gesneuveld 12 oktober 1917, 29 jaar. Plot XX Rij D Graf 1.

Captain Clarence Smith Jeffries VC (Victoria Cross).
34th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Zijn verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Clarence_Jeffries.
Gesneuveld 12 oktober 1917, 23 jaar. Plot XL Rij E Graf 1.

Brigadier General James Foster Riddell.
General Staff Cdg. 149th (1st/1st Northumberland) Inf. Bde. late 2nd/5th Bn. Northumberland Fusiliers.
Gesneuveld 26 april 1915, 52 jaar. Hij is hiermee één van de twee oudste op de begraafplaats.
Plot XXXIV Rij H Graf 14. 

Private James Peter Robertson VC (Victoria Cross).
Service number 552665. 27th Bn. Canadian Infantry.
Zijn verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/James_Peter_Robertson.
Gesneuveld 6 november 1917, 35 jaar. Plot LVIII Rij D Graf 26. 

Private Henry John De Voogd.
Service number 1643. 51st Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Zijn verhaal vind je hier http://www.forumeerstewereldoorlog.nl/viewtopic.php?t=23519.
Gesneuveld 12 oktober 1917, 34 jaar. Plot XXXV Rij G Plot 18. 

Private John Nicholas Crowley.
Service number 2917. 34th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 12 oktober 1917. Hij werd 52 jaar en is hiermee één van de twee oudste op de begraafplaats.
Plot XIX Rij D Graf 1.

Private Peter Hunter Johnston.
Service number S/41089. 8th/10th Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 31 juli 1917, 24 jaar. Plot X Rij E Graf 18. 

Lance Corporal Richard Verhaeghe MM (Military Medal).
Service number 114186. 5th Bn. Canadian Mounted Rifles.
Hij werd geboren op 26 april 1878 in Zerkegem. Hij kwam terug om zijn land te verdedigen.
Een beetje extra informatie vind je hier terug http://archives.passchendaele.be/nl/soldier/1309.
Hij sneuvelde in de nacht van 30 op 31 oktober 1917, 39 jaar. Plot XXVIII Rij H Graf 1.

Bombardier Herbert Johnson. Service number 785295.
Gunner Leslie C Withams MM (Military Medal). Service number 23755.
Gunner Ernest Halliwell. Service number 179067.
Acting Bombardier R Clifton. Service number 27461. 
Zij behoorden alle vier tot “D” Bty. 232nd Bde. Royal Field Artillery. 
Ze sneuvelden ook allemaal op 12 oktober 1917. 
Hun stoffelijke resten werden terug gevonden in een zandzak. 
Ze werden samen begraven in Plot XXVIII Rij H Graf 18. 

Enkele ogenblikken later wandelden we allen op naar het Tyne Cot Memorial. Het Tyne Cot Memorial is een gedenkmuur, gelegen aan de noordoostzijde van de Tyne Cot Cemetery. Het is opgericht ter herdenking voor de 34.949 slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog die na 15 augustus 1917 in de Ieperboog gesneuveld zijn en geen gekend graf hebben. Zij stierven voornamelijk tijdens de Derde Slag om Ieper en het Duitse lenteoffensief van 1918. Het ontwerp is van Herbert Baker en bestaat uit een 150 m lange boogvormige muur opgebouwd met silex stenen en aan de uiteinden begrensd door een natuurstenen paviljoen afgewerkt met een koepelvorming dak. Deze gebouwen staan – net zoals het Cross of Sacrifice - op Duitse betonnen bunkers gebouwd. De muur werd afgewerkt met kunstwerken van de beeldhouwers F.V. Blundstone en Joseph Armitage.






Aan de buitenzijde achter de muur bevinden zich twee rotondes en aan de noordelijke en zuidelijke uiteinden een halfcirkelvormige apsis. Aan de hele constructie hangen panelen in Portlandsteen waarop de namen van de vermisten gegraveerd zijn. Boven de panelen staat de volgende tekst gegraveerd: "1914 - HERE ARE RECORDED THE NAMES OF OFFICERS AND MEN OF THE ARMIES OF THE BRITISH EMPIRE WHO FELL IN YPRES SALIENT, BUT TO WHOM THE FORTUNE OF WAR DENIED THE KNOWN AND HONOURED BURIAL GIVEN TO THEIR COMRADES IN DEATH - 1918". Ook in het midden van de muur is een halfcirkelvormige apsis gebouwd waarin eveneens op panelen de namen gegraveerd staan van 1.176  Nieuw-Zeelandse vermisten. Dit is één van de acht memorials voor de gesneuvelde Nieuw-Zeelanders aan het westfront. Het memorial werd onthuld op 20 juni 1927 door Sir Gilbert Dyett. Uit de Eerste Wereldoorlog zijn in België nog 2 'Memorial to the Missing' opgericht: de Menenpoort in Ieper en Ploegsteert Memorial in Ploegsteert. Daar naast zijn er nog 2 'New Zealand Memorial to the Missing': de Buttes New British Cemetery (N.Z.) Memorial, Polygon Wood in Zonnebeke en Messines Ridge (New Zealand) Memorial in Mesen.

Ook hier had Stuart een lijstje af te werken welke heel vlot liep want we zagen hem van hier naar daar en ginder lopen om de namen op de lange muur te fotograferen. Nadien gingen we onze pipes ophalen en onderweg  spraken af waar we zouden spelen en dat leek het beste ergens tussen de begraafplaats en het Memorial. Eveneens zouden we maar enkel onze twee PRWWI tunes spelen voor de begraafplaats en het Memorial. We namen onze pipes en drum op en wandelden terug gans de andere kant van de begraafplaats op, naar de Stone of Remembrance. Onderweg liet Filip ons weten dat hij met een Engelse filmploeg had staat praten en deze zouden ons muzikale ceremonie vastleggen met hun camera's.




Serjeant Charles Kenny.
Service number 132223. 74th Chinese Labour Coy. Labour Corps.
Gesneuveld 10 juni 1919. Hij is hiermee de laatste vermeld op het memoriaal.
Addenda Paneel. 

Private Arthur Jervis.
Service number 377503. “B” Coy. 2nd/10th Bn. Manchester Regiment.
Gesneuveld 9 oktober 1917, 37 jaar. Paneel 120 tot 124. 

Private John Thomas Jervis.
Service number 43614. 16th Bn. Welsh Regiment.
Gesneuveld 26 augustus 1917, 21 jaar. Paneel 93 en 94. 

Private Harry Jervis.
Service number 68051. 7th Bn. Royal Fusiliers.
Gesneuveld 30 oktober 1917. Paneel 28 tot 30.

Company Serjeant Major Ernest Miller Watts.
Service number 9549. 10th Bn. Northumberland Fusiliers.
Gesneuveld 20 september 1917.
Hij werd 54 jaar en is hiermee de oudste vermeld op het memoriaal.
Paneel 19 tot 23.

Private Frederick George Tapp.
Service number 132227. 19th Bn. Machine Gun Corps (Infantry).
Gesneuveld 29 april 1918, 19 jaar. Paneel 154 tot 159. 

Private John James Mann.
Service number 201344. 11th Bn. Manchester Regiment.
Gesneuveld 16 augustus 1917. Paneel 120 tot 124. 

Lieutenant Colonel Harry Moorhouse DSO (Distinguished Service Order) TD (Territorial Decoration)
en zijn zoon Captain Ronald Wilkinson Moorhouse MC (Military Cross).
Ze behoorden beide tot het 4th Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry.
Hun verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Harry_Moorhouse,
hier http://lorely-writingfromtheedge.blogspot.be/2011/11/tragedies-of-war.html
en hier http://www.flandersfields.be/en/1917/footsteps-harry-ronald-moorhouse-uk.
Ze sneuvelden allebei op 9 oktober 1917 en staan vermeld op Paneel 108 tot 111. 

Lance Corporal Ernest Seaman VC (Victoria Cross) MM (Military Medal).
Service number 42364. 2nd Bn. Royal Inniskilling Fusiliers.
Zijn verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Ernest_Seaman.
Gesneuveld 29 september 1918, 25 jaar. Paneel 70 tot 72. 

Corporal William Clamp VC (Victoria Cross).
Service number 42537. 6th Bn. Yorkshire Regiment.
Zijn verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/William_Clamp.
Gesneuveld 9 oktober 1917, 26 jaar. Paneel 52 tot 54.

Corporal Robert John Keppie.
Service number 270933. 16th Bn. Royal Scots.
Gesneuveld 22 oktober 1917, 30 jaar. Paneel 11.

Private Philip Green.
Service number 101739. 29th Bn. Durham Light Infantry.
Gesneuveld 4 oktober 1918. Panel 128 tot 131.

Onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace klonken prachtig waarbij de klanken wegebden over de graven van de vele slachtoffers die hier begraven waren. Na het spelen van onze PRWWI tunes trokken we naar de voorkant van de begraafplaats waar Marijke de eer had om het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer te planten bij de 'headstone' van Piper H. Barrie, de enige gekende Piper die begraven of herdacht word in België want op zijn grafsteen lazen we ook 'Believed to be buried in this cemetery'. Het was ondertussen heel warm, om maar niet te zeggen, 'heet' geworden en we trokken naar de hoofdingang van de begraafplaats waar we ook in het portaal het bezoekersregister vonden. Een voor een ondertekenden we het bezoekersregister terwijl de meisjes enkelen overhaalden om eens een zotte 'sefie' te nemen. Kurt stond hier direct op de eerste rij om zich van zijn mooiste kant te laten zien.






















Van bij de ingang trokken we over de begraafplaats terug naar de linker zijde van het Memorial waar in het schuilgebouwtje eveneens een kastje was voorzien waarin een bezoekersregister stak voor het Memorial. Ook hier stonden we in het rijtje om het bezoekersregister te ondertekenen waarbij de wachtende in de buurt een plaatsje zochten in de schaduw. Toen iedereen het bezoekersregister had ondertekend gingen we allen op weg naar één van de apsissen. We moesten trouwens nog ons PRWWI In Remembrance plaatsen voor de slachtoffers die vermeld staan op het Memorial. Stuart plaatste ons kruisje bij het paneel waar Private Arthur Jervis vermeld staat. Hij is één van de drie Jervissen die vermeld staan op het Memorial. Nadat dit gebeurt was gingen via de achteruitgang terug naar de PRWWI mobiel. Hier aangekomen konden we ons tegoed doen aan een ware verfrissing uit de lunchbox. We nuttigden niet veel later onze lunch en deze was meer dan welkom. Iets voor 13u30 maakten we ons allen klaar en zetten we koers naar Dochy Farm New Britisch Cemetery dat zo'n dikke 3 kilometer verder op onze tocht lag.
















Mooi op tijd, om 14u, arriveerden we bij Dochy Farm New Britisch Cemetery. De plaats was tijdens de oorlog lange tijd Duits bezet gebied. Vlakbij lag een boerderij die door de Duitsers tot een versterking werd uitgebouwd en door de Britten "Dochy Farm" werd genoemd. Op 4 oktober 1917 slaagde de 4th New Zealand Brigade er in deze boerderij te veroveren bij de gevechten om Broodseinde. Er worden 1.439 doden herdacht, waarvan 958 niet geïdentificeerd konden worden. Omwille van de centrale ligging en vlotte bereikbaarheid werd de begraafplaats hier aangelegd na de oorlog. Hier werden gesneuvelden begraven die verspreid lagen in de omliggende slagvelden rond Boezinge, Sint-Juliaan, Frezenberg en Passendale. Nu rusten er 936 Britten, 305 Australiërs, 83 Canadezen, 98 Nieuw-Zeelanders en 17 Zuid-Afrikanen. Voor 1 Brit en 1 Australiër werden Special Memorials opgericht omdat hun graven niet meer gevonden werden en men aanneemt dat ze onder een naamloos graf liggen.




Onze PRWWI mobiel stond nog niet stil op de smalle parkingstrook of een wel berucht paparazzifotograaf stond reeds foto's ten nemen. "Ongelofelijk die gasten hé" zei Kurt tegen Stuart. We stapten uit en enkelen van onze volgers stonden reeds te wachten bij de ingang. "Jamaja as die ambetanterikken met unne fotokodak je niet doorlaten, we moede dan doen" Kurt was weer volledig in zijn element. Nadat Stuart en Marijke nog snel het een en ander hadden opgezocht over de begraafplaats via hun 'mobile' gingen we aan het werk. Stuart zijn lijstje was niet overdreven lang wat maakte dat hij vrij snel klaar was met het fotograferen van de graven waarover we iets meer wouden vertellen van het gezicht achter de steen. We besloten niet veel later onze PRWWI tunes te spelen in het midden van de begraafplaats. Voor de derde keer vandaag konden onze volgers genieten van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace met drum, een specialeke van Charlien, waarna we vrijwel meteen over gingen naar het plaatsen van ons PRWWI In Remembrance kruisje bij een 'Special Memorial'













Lieutenant Roland Belfield Glanville MC (Military Cross). 
8th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 4 oktober 1917, 25 jaar. Plot III Rij B Graf 27. 

Gunner Francis Fisher. 
Service number 27277. 5th Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 21 oktober 1917, 21 jaar. Plot III Rij C Graf 26.

Lieutenant Harry Forster Rutledge. 
7th Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 9 oktober 1917, 26 jaar. Plot VIII Rij D Graf 2.

Lance Corporal Herbert Adler. 
Service number 412. 4th Coy. Australian Machine Gun Corps. 
Gesneuveld 17 oktober 1917, 24 jaar. Plot VII Rij D Graf 14.

Private Frederick William Gleadhill. 
Service number 2420. 45th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 20 oktober 1917, 20 jaar. Plot VII Rij A Graf 13. 

Serjeant James Hamilton Speirs MM (Military Medal). 
Service number S/18170. 7th Bn. Cameron Highlanders. 
Hij was een Schots voetballer. 
Zijn verhaal vind je hier https://en.wikipedia.org/wiki/Jimmy_Speirs
Gesneuveld 20 augustus 1917, 31 jaar. Plot VI Rij E Graf 15. 

Private Reginald Edward Brown. 
Service number 38112. 3rd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 4 oktober 1917. Plot X Rij B Graf 4.

Private William Ruxton Seys Esselborn. 
Service number 22567. “B” Coy. 2nd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 4 oktober 1917, 28 jaar. Plot IX Rij B Graf 4. 

Private W Clark. 
Service number S/14410. 8th Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 22 augustus 1917, 19 jaar. Plot IX Rij A Graf 11.

Serjeant Cecil Matthews Kivell. 
Service number 25/203. 3rd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 22 jaar. Plot V Rij D Graf 28. 

Lance Corporal Frederick John Loram. 
Service number 30577. 1st Bn. Devonshire Regiment. 
Gesneuveld 4 oktober 1914, 24 jaar. Plot II Rij D Graf 12.

Private Clifford James McMillan. 
Service number 875311. 12th Bn. Canadian Machine Gun Corps. 
Gesneuveld 14 november 1917, 20 jaar. Plot II Rij D Graf 19.








Na het nemen van de groepsfoto gingen we onder een veel te warme stralende zon op weg naar het schuilhuisje dat was opgetrokken in een hoek dicht bij de straat. Het statief met camera werd opgesteld en we konden beginnen met het ondertekenen van het bezoekersregister. Het kende een laatste input op 1 April 2017 door een zekere Mr. Ken Devoir afkomstig uit Stafford England. Zoals altijd was Kurt als eerste aan de beurt waarbij hij geassisteerd werd door Marijke die erop toezag dat hij geen fouten schreef. De anderen volgden een voor een en Kurt zat ineens op zijn knieën om enkele foto's te nemen. "Wat? Als die paparazzi's hier op hun buik mogen liggen kruipen om een foto te nemen, mag ik hier toch wel op m'n knieën gaan zitten zeker" Aan commentaar ontbrak het hem niet. Marijke en Charlien hadden plezier toen ze het bezoekersregister ondertekenden. Hadden ze toch iets verdachts gevonden in het register? Toen iedereen aan de beurt was geweest merkten we allen op dat onze 2 pubers Chloë en Magali plat lagen bij de ingang van de begraafplaats. De jeugd was al moe zei Kurt vol onbegrip, in zijn tijd zagen we dat niet, liet hij weten. "Ja, ja in uwen tijd schreven ze nog met n'n hamer en n'n beitel" antwoordde Stuart waarop hij een boze blik kreeg van Kurt.















We laden onze spullen in, dronken vlug nog een slok water en verlieten Dochy Farm New Britisch Cemetery om 14u45. Drie minuten later arriveerden we bij Bridge House Cemetery, een erg kleine begraafplaats die in het midden van een weide lag naast de stallen van een boerderij. Deze begraafplaats werd eind september 1917 aangelegd door de 59th (North Midland) Division en werd genoemd naar een boerderij in de nabijheid van een brugje over de Steenbeek. Deze boerderij werd geregeld door een aantal eenheden gebruikt als medische post. Met uitzondering van 5 graven behoren alle gesneuvelden tot de eerder genoemde divisie waarvan de soldaten gesneuveld zijn tussen 26 en 28 september 1917 tijdens de slag om Polygon Wood. Eén slachtoffer (W. Baker) sneuvelde op 16 augustus 1917. Hedendaags liggen hier 45 Britten begraven waaronder 4 niet geïdentificeerde.







Vanwaar we de PRWWI mobiel hadden geparkeerd liepen we niet veel verder het 25 meter lange altijd groene pad op naar de begraafplaats. 'Hoe gaan we dat hier aanpakken?' zei Stuart nadenkend tegen Patrick in een hoek van de begraafplaats. "Gelijk anders" antwoordde Kurt en infeite kon Stuart niks anders dan toegeven dat hij inderdaad zo tewerk moest gaan. Hij had hier niet echt een namenlijstje omdat er weinig info was te vinden over de slachtoffers die hier zijn begraven. Na het nemen van enkele foto's besloten we om in een hoek onze PRWWI tunes te spelen. Het klonk prachtig op de kleine begraafplaats en onder het spelen door kregen we in de gaten dat enkele volgfotografen boven op de omheiningmuur van de begraafplaats stonden om een deftige foto te kunnen nemen terwijl we onze PRWWI tunes speelden. Op diezelfde plaats namen we ook de groepsfoto alvorens we zouden overgaan naar het plechtig neerplanten van het PRWWI In Remembrance kruisje.




Private Willie Crowcroft.
Service number 240482. 2nd/5th Bn. Lincolnshire Regiment.
Gesneuveld 26 september 1917. Hij werd 35 jaar en is daarmee de oudste op de begraafplaats.
Rij A Graf 7. 

Private Ronald Frederick Collett.
Service number 242228. 2nd/6th Bn. South Staffordshire Regiment.
Gesneuveld 29 september 1917, hij is hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats.
Hij werd 21 jaar. Rij B Graf 21. 

Private W Baker.
Service number 6916. 14th Bn. Royal Irish Rifles.
Gesneuveld 16 augustus 1917, hij is hiermee de eerst gesneuvelde op de begraafplaats.
Rij C Graf 1.

Lance Corporal P Pashley.
Service number 241960. 2nd/5th Bn. Leicestershire Regiment.
Gesneuveld 26 september 1917. Rij A Graf 10.





Het PRWWI In Remembrance kruisje werd plechtig neer geplant, en dit voor het eerst door een niet Piper. Drummer Charlien mocht het kruisje plaatsen bij Drummer Sidney Arthur Wright. Service number 200599. 2nd/4th Bn. Lincolnshire Regiment. Gesneuveld 26 september 1917, 20 jaar. Rij A Graf 15. We namen nog enkele foto's en maakten ons op om te vertrekken naar onze laatste stop voor vandaag. We verlieten Bridge House Cemetery  omstreeks kwart na drie en zetten koers naar het Scots Memorial dat een 3 kilometer verder lag. 






Dit gedenkteken is de enige op het voormalige westelijke front dat toegewijd is aan alle Schotten en alle Schotse afstammelingen die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk en Vlaanderen vochten. Het is nu de belangrijkste plaats van herinneringsactiviteiten voor alle Scots. Het monument werd ook opgericht voor de mannen van de Zuid-Afrikaanse Brigade die tijdens de oorlog met de Scots als onderdeel van de 9de (Schotse) Divisie gevochten hebben.




Tussen 31 juli en 10 november 1917 waren alle drie de Schotse Divisies op het Westelijk Front. De 9de en 15de Schotse Divisie en de 51st Highland Division waren betrokken bij de Derde Slag van Ieper - beter bekend vandaag als Passchendaele. Daarnaast dienden veel Highland en Lowland bataljons in gemengde Britse divisies.
Het Schotse Gedenkteken in Vlaanderen werd in augustus 2007 gewijd aan de soldaten van de 9de en 15de (Schotse) Divisies die in de Slag om Passchendaele zijn overleden. Het is gelegen op de Frezenberg Ridge op de plaats van dat slagveld dicht bij het dorp Zonnebeke. Voor de eeuwenoude strijd verruimen de organisatoren het Memorial Park door grotere-dan-leven stalen silhouetten te creëren in de vorm van marcherende schotse soldaten uit de regenachtige Highlands en Lowlands.







We namen onze pipes en speelden voor het monument onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace en met de tekst "It is in truth not for glory nor riches, nor honours that we are fighting, but for freedom , for that alone, which no honest man gives up but with live itself", die op het Memorial stond in gedachten, brachten we hulde aan alle Schotse slachtoffers van die Grote Oorlog. Volger Filip kreeg de eer om hier plechtig ons PRWWI In Remembrance neer te planten bij het Schots Monument. Direct na het plechtig neerzetten van ons PRWWI In Remembrance kruisje besloten we om de groepsfoto te nemen waarna we onze welverdiende en traditionele dram konden nuttigen.  Patrick had voor vandaag een Aberlour, BenRiagh en Glenglassaugh mee gebracht. We toasten op de mooie en warme tocht en praten wat na over de te komen tochten.








Bedankt aan alle volgers en een speciaal woordje van dank aan Marijke Dechamps, Charlien van der Haeghen om er vandaag bij te zijn wat terug een meerwaarde was voor het PRWWI project. Het was ons meer dan een waar genoegen.


Groeten en tot een volgende, Stuart en Kurt