zondag 1 februari 2015

Trip 3 : Halle, Braine-le-Comte ('s Gravenbrakel), La Louvière en Nivelles (Nijvel).

Datum : 01/02/2015
Begraafplaatsen : Halle Communal Cemetery, Braine-le-Comte Communal Cemetery ('s Gravenbrakel), La    Louvière Town Cemetery en Nivelles (Nijvel) Communal Cemetery
Afstand : 265 Km
Weer : IJskoude wind afwisselend met smeltende sneeuw en regen
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaeghe



Info :

Het lot had ervoor gezorgd dat we vandaag 1 februari 2015 onze 11de rit zouden gaan rijden waarbij een onschuldige kinderhand Trip 3 had geloot. We hielden, eveneens een paar van onze volgers, de weersberichten nauwlettend in de gaten de dagen ervoor en het beloofde niet veel goeds. 





Optimistisch zoals we altijd zijn vertrokken we stipt om 9u onder een donkere grijze hemel richting Halle. Toen we in de buurt van Gent de E40 richting Brussel opreden, vielen de eerste druppels regen.
Een uurtje later en zo'n 15 minuten voor op schema arriveerden we aan de ingang van de begraafplaats in Halle. Toen we uitstapten viel er nog een zware motregen uit de hemel zodat we onze pipes gingen tunen onder de openstaande achterdeur van de auto. Dat voordeel heb je natuurlijk als je met een grote gezinswagen rijd. Na het tunen maakten we ons klaar en Stuart maakte zich een beetje zorgen over de camera, het was inderdaad niet echt goed voor het toestel om een ganse dag in de regen te vertoeven. Een paraplu boven de camera plaatsen was de boodschap maar hoe houden we die dan vast?  We zochten wat rond in de auto maar vonden niet echt iets wat ons zou kunnen helpen tot Kurt aan de overkant van de weg iets zoals een turnzakje zag liggen. Met de 2 touwtjes die erin zaten zouden we ons kunnen behelpen dacht hij. Inventief zoals we zijn werd de paraplu vakkundig op het statief vast gebonden waarbij de camera mooi in het midden onder de paraplu stond. We waren klaar, we gingen ervoor.






Om 10u15 trokken we onder lichte regen Halle Communal Cemetery op, waarbij we niet lang dienden te zoeken naar de CWG's die in een lichte boog vooraan op de begraafplaats lagen. Volgens onze research werd Halle Communal Cemetery door de Duitsers gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog, en na de wapenstilstand verder gebruikt door het 1ste Australische veldhospitaal. Het bevat twee rijen CGWC graven. Langs de westzijde zijn negentien graven in rij B gehergroepeerd van het Duitse perceel aan de noordkant. Twee van de graven zijn in geïsoleerde posities elders op de begraafplaats gelegen. De begraafplaats telt 105 Gemenebest graven uit de Eerste Wereldoorlog. Er zijn ook twee Tweede Wereldoorlog-slachtoffers, begraven mei 1940, in de buurt van het Eerste Wereldoorlog plot.

We besloten om onze pipes op de stenen bank van het CWGC plot te leggen. Stuart plaatste het statief open en begon het lijstje met te zoeken graven te bekijken toen de wind kwam opzetten. Resultaat, met openstaande paraplu waaide het statief om zodat het in feite ook niet echt een hulp was. Door de weersomstandigheden, die we zo nog niet eerder hadden meegemaakt, moesten we inventief zijn en steeds zoeken naar oplossingen voor de regen. Kurt zag een grote schuilplaats bij de ingang en besloot om de pipes daar veilig en uit de regen te leggen. Op deze manier konden we iets aangenamer werken bij het nemen van foto's en andere. Net toen we zouden beginnen zagen we bij de ingang een bekend iemand arriveren. Het was Patrick Verhaeghe die ons vandaag zou volgen. We zegden elkaar een goeie dag en waren er het allen over eens, het zou een lange natte koude dag worden.






Private C Healing. 
Service number M2/102263. III Corps Troops M.T. Coy. Royal Army Service Corps. 
Gesneuveld 6 maart 1919. Graf referentie 24.4. Helemaal rechts achteraan in het burgerplot.




Serjeant Edwin Lucas. 
Service number 201091. 1st/4th Bn. The Loyal North Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 13 november 1916. Graf referentie 6.11. Vooraan in het burgerplot rechts aan de ingang.



Terwijl Stuart verder ging met het nemen van foto's voor het verhaal achter de steen, trokken Kurt en Patrick op zoek naar het Duitse plot aan de noordkant van de begraafplaats. Bij het doorkruisen van de begraafplaats vonden we vrij snel de geïsoleerde CWG's van WWI en ook de twee van WW2, maar geen van beiden vond ook maar enig teken van Duitse graven. We hadden het er ook over dat vele gegevens die je tegenwoordig 'online' kunt vinden gewoon, soms letterlijk, zijn gekopieerd van andere websites wat maakt dat vele info soms niet accuraat is, wat dan weer de realiteit bemoeilijk. Het is algemeen geweten dat de meeste Duitse slachtoffers op gewone burger begraafplaatsen bijna allemaal zijn weg gehaald. In 1952 besloten de regering van België en de Bondsrepubliek Duitsland om de Duitse begraafplaatsen samen te brengen tot 4 grote Duitse begraafplaatsen in Vladslo, Hooglede, Menen en Langemark. Bijgevolg werden deze begraafplaatsen in de periode 1955 – 1957 uitgebreid met zo'n 22000 doden afkomstig uit meer dan 60 kleinere begraafplaatsen over gans België. Waarschijnlijk was dat de reden waarom we hier geen Duitse graven vonden.

Rifleman Sydney Carpenter. 
Service number 46253. 2nd Bn. Rifle Brigade. 
Een mooi epitaaf: ‘He Gave All In His Youth For King And Country’. 
Gesneuveld 16 februari 1919, 19 jaar. Rij A Graf 47.

Quartermaster Serjeant AE Dyer MM and 2 bars (Military Medal). 
Service number 48248. 15th Div. Ammunition Col. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 17 februari 1919. Rij A Graf 54.

Lieutenant Randolph George Finlay McMahon MC (Military Cross). 
4th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 23 februari 1919, 32 jaar. Rij A Graf 68.

Pioneer Richard Friend. 
Service number 137268. Postal Sect. Royal Engineers. 
Gesneuveld 23 februari 1919, 41 jaar. Rij A Graf 49.

Captain L Woods MC (Military Cross). 
15th Div. Ammunition Col. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 25 februari 1919. Rij A Graf 75.

Pioneer John Murphy. 
Service number WR/126030. 271st Railway Coy. Royal Engineers. 
Zijn zerk werd blijkbaar hersteld. 
Gesneuveld 28 februari 1919, 22 jaar. Rij A Graf 76.

Brigadier General John Francis Innes Hay Doyle. 
CMG (Companion of the Order of St Michael and St George), 
DSO (Distinguished Service Order) en Legion of Honour (France). 
III Corps R.A. H.Q. Royal Field Artillery. 
Broer van Sir Arthur Conan Doyle. 
Gesneuveld 19 februari 1919, 45 jaar. Rij A Graf 58.

De wind wakkerde een beetje aan en de zware motregen werd regen. We gingen naar de schuilhut waar onze pipes lagen en bespraken hoe we het zouden aanpakken want ondertussen was de regen veranderd naar smeltende sneeuw. Hoewel het in feite geen zicht is omdat het bijna alles verbergt, besloten we toch om onze capes aan te trekken zodat we toch iets of wat beschermd waren tegen de nattigheid. Achter het glas van de schuilplaats keken we naar de vallende sneeuwvlokken en het zag er naar uit dat het niet direct zou stoppen. Wat gingen we doen? Doorgaan natuurlijk! We waren het er allen over eens, destijds in WW1 konden deze mensen de weersomstandigheden ook niet kiezen. Dus we gingen ervoor, onze vrienden (de WO1 slachtoffers) waren ons vandaag vergeten. Het was de eerste trip waarbij we regen kenden. Alle vorige trips kenden we steeds droog weer, hoewel het er toen ook dikwijls anders uitzag. We wreven onze handen en vooral vingers eens goed warm en trokken vanuit onze schuilplaats gewapend met onze pipes doorheen de smeltende sneeuwvlokken naar het Cross of Sacrifice waar we onze tunes zouden gaan spelen. We stonden klaar en dienden toch eerst onze handen en chanter nog even droog te maken alvorens we zouden beginnen. We begonnen Flower of Scotland te spelen wat door de koude en verkrampte vingers toch heel mooi klonk in deze natte ochtend. Toen niet veel later de eerste noten van Amazing Grace klonken, stopte het ineens met sneeuwen en ging het enkele seconden later over in motregen. Een magisch moment voor ons beiden.






Na het spelen van onze tunes namen we tussen de regendruppels in de groepsfoto en besloten om dan terug onze Pipes in het schuilhok te gaan leggen, waar ze toch iets veiliger en vooral droger zouden liggen. Terwijl we wat stonden na te praten in ons schuilhok ging Kurt het bezoekersregister halen dat was ingewerkt in de witte stenen zitbank bij de graven. Door de regen zou het tijdens het invullen helemaal nat worden met alle gevolgen van dien. Het register kende een laatste input van 12 november 2014 door een zekere G.G. Audrent uit Ierland en nadat Kurt het had ingevuld gaf hij het boek door aan Stuart. Ineens een brede glimlach op Stuart's gezicht. Toen Patrick vroeg wat er gaande was antwoordde hij; 'Onze Kurt doet het weer, 't manneke loopt een jaar achter.' Bij nader onderzoek bleek dat Kurt 01 februari 2014 had ingevuld in plaats van 2015. We konden ermee lachen want volgens Kurt kwam dat door de koude, de nattigheid en vooral door het ploegwerk. Volgens Patrick had Kurt wel altijd een uitleg om zijn fout te verantwoorden.









Nadat we het bezoekersregister hadden ingevuld trokken we richting Cross of Sacrifice waar we ons PRWWI In Remembrance kruisje zouden plaatsen en wonder boven wonder stopte het even met regenen. Doordat we niet veel plaats hadden bij het Cross of Sacrifice omdat dit naast een gangpad van de begraafplaats stond en aan de andere kant ervan het niet echt zichtbaar zou zijn besloten we om het tussen de graven te plaatsen. Ons PRWWI kruisje werd plechtig neergeplant waarna er enkele foto's van werden genomen. 






Niet veel later liepen we terug naar de schuilhok, namen onze pipes en bij het verlaten van de begraafplaats begon het terug stilletjes te druppelen. Na het inladen van onze spullen namen we plaats in de auto die ons naar de volgende bestemming zou brengen met de meer dan welkome warme lucht uit de chauffage.



Om 11u50, een tien minuten eerder dan voorzien, arriveerden we bij de begraafplaats van Braine-le-Comte. Deze burgerlijke begraafplaats telde een 33 CWG's uit de eerste Wereldoorlog. Al deze slachtoffers waren gestorven als krijgsgevangenen. Eveneens zouden er 1 Belg en 33 Duitsers en 7 WW2 piloten zijn begraven. Dankzij onze research op voorhand dienden we niet lang te zoeken naar de CWG's want ondertussen was er nog steeds een lichte regen die ons parten speelde. De graven lagen in perkjes van grijze kiezelsteentjes omringd door een ander soort kiezelsteentjes waardoor alles er grauw en grijs uitzag. Beschutting vonden we er niet echt zodat we onze pipes maar in de hand hielden om ons ding te doen.






Omdat hier op deze begraafplaats maar 33 slachtoffers waren begraven diende Stuart niet lang te zoeken naar de enkele graven die hij had uitgezocht voor het verhaal achter de steen. Dat voordeel heb je natuurlijk bij kleinere begraafplaatsen. Het bleef maar miezeren en ondertussen trachtte Patrick toch ook enkele verwoedde pogingen te ondernemen om een mooie foto te nemen waarbij hij en Stuart op zoek gingen naar de Belg op deze begraafplaats. Kurt ging ondertussen op zoek naar enkele bijzondere epitafen op de CWG's. Aan de overkant van het gangpad vonden we nog enkele WWI slachtoffers, waarvan verschillende afkomstig waren van de Cameron Highlanders. Daarnaast lag een gedenksteen, dat eerst op een andere plaats had gestaan, voor de bemanning van de Lancaster R5728 van het 50ste Squadron die allen om het leven kwamen. Het toestel werd neergehaald op 30 juli 1942 door Reinhold Eckardt en ontplofte boven Braine-le-Comte. Een motor van het toestel kwam neer op een school waar Duitse soldaten waren gelegerd, zes van hen kwamen om het leven. Hoewel het monument niet is beschermd, werd het wel geregistreerd door het Cultureel Erfgoed in België op 28 september 2006.

Corporal Albert John Spencer. 
Service number 305629. 2nd/5th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Bekend epitaaf: ‘Peace Perfect Peace’. 
Gesneuveld 5 april 1918, 33 jaar. Plot I Rij A Graf 10.

Corporal P Low MM (Military Medal). 
Service number 290110. 7th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 20 juli 1918. Plot I Rij A Graf 1A.

Lance Corporal Walter Tetley. 
Service number 16/320. 16th Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own). 
Gesneuveld 11 mei 1918, 22 jaar. Plot I Rij B Graf 1.

Private William Henry Croucher. 
Service number 35412. 2nd Bn. Essex Regiment. 
Gestorven aan een ziekte als Prisoner of War op 29 juni 1918, 39 jaar. Plot I Rij B Graf 2. 

Toen Stuart en Patrick terug bij de CWG’s kwamen, besloten we om onze tunes te spelen in het gangpad, daar stonden we ook een beetje centraal tussen de verschillende graven. Na het spelen van onze tunes besloten we om het PRWWI kruisje vooraan in een van de verschillende perkjes te steken. Op dergelijke plaats is het soms een beetje moeilijker om de plaats uit te zoeken waar we ons kruisje zouden zetten. We zochten dus een zo centraal mogelijk perkje uit en plantten er ons PRWWI kruisje tussen de grijze kiezelsteentjes. Kort nadien namen we de groepsfoto, eveneens op het gangpad en wandelden rustig naar de uitgang van de begraafplaats. Net voor de uitgang zag Stuart de Belgische driekleur op een grafsteen waarbij we allen op zoek gingen. Tijdens het stappen tussen de graven merkten we enkele orthodox kruisen op. Bij nader onderzoek bleek dat er hier heel wat van die orthodoxe kruisen stonden waar we uit af konden leiden dat er hier een hele grote Russische gemeenschap woonachtig is. Het bewuste graf dat we eerst hadden gezien bleek van een oud-strijder te zijn.





Het ‘PRWWI In Remembrance’ kruisje bij het graf van
Private John Munro. 
Service number 20644. 13th Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 14 april 1918, 20 jaar. Plot I Rij A Graf 21.



Toen we bij de auto aankwamen stonden we voor een dilemma. Normaal zouden we hier onze lunch nuttigen maar omdat we in een grote open vlakte stonden en nergens beschutting vonden om rustig en droog onze lunch te verorberen, besloten we maar om ineens door te rijden naar La Louvière Town Cemetery. Deze begraafplaats lag omgeven door huizen wat ons toch iets of wat bescherming zou geven tegen de koude wind. We verlieten Braine-le-Comte om 12u20 en trokken richting La Louvière waar we parkeerden in de straat bij de ingang van de begraafplaats om 12u50. Onze frigobox, waarin onze lunch zat, werd naar de auto van Patrick gebracht die de achterklep van de auto had opengezet zodat we toch een beetje beschermd stonden tegen de fijne motregen. Een kop warme koffie of thee was meer dan welkom en verwarmde ons toch een klein beetje. Na onze maaltijd borgen we alles proper op, namen onze pipes, mapje en canvas-zeiltje onder de arm en trokken de begraafplaats op. 






Het No. 30 Veldhospitaal was gelegerd in La Louvière na de wapenstilstand, van december 1918 tot april 1919, ze begonnen het CWGC-plot in de gemeentelijke begraafplaats. 11 CWG's gemaakt door de Duitsers, werden van elders op de begraafplaats bijgezet. De begraafplaats bevat nu 49 CWG's uit de Eerste Wereldoorlog waarvan 1 van deze graven, een Indiër, nog ligt begraven tussen de burger graven.
Niet ver van de ingang stond een groot gebouw op de begraafplaats en we besloten om een kijkje te gaan nemen. Het bleek een ganse muur te zijn met grafnissen in. Een enkele frontplaat was eraf en dan zagen we een vierkante opening met een lengte van ongeveer 2 meter. Alle andere frontplaten, de een al wat properder dan de andere, dateerden soms van enkele eeuwen terug. In een hoek vonden we dan op een frontplaat het logo van de vrijmetselarij terug. In het midden van de lange muur stond een voorhistorisch lift systeem om een kist bovenaan in een grafnis te kunnen schuiven. Het zien van dit stuk antiek had meer iets lugubers dan iets wat je hier zou verwachten. We verlieten het gebouw en gingen verder de begraafplaats op op zoek naar het CWGC plot dat niet veel verder lag. Zoals steeds vonden we er een mooi onderhouden en afgewerkt plot met het altijd groene gemillimeterd gras. Het oogde nog mooier omdat alles er rond er grauw en grijs uitzag. Niet dat deze begraafplaats in erbarmelijke staat was, het was zelfs een mooie begraafplaats maar tussen de grijze en zwarte grafstenen van de burgergraven stak het CWGC plot er bovenuit.






Naast het CWGC plot troffen we enkele soms soortgelijk grafstenen aan, of mooi wit geverfd. We zagen een volledige plot met een mooie wit geverfde boord er rond die onze aandacht trok. Dit bleken allemaal oud-strijders te zijn die hier begraven lagen. Onze volger gewapend met paraplu en wij met onze cape wandelden het kleine CWGC plot op waarbij Kurt onze pipes, ingewikkeld in het grote canvas doek ter bescherming tegen de regen, op de stenen bank ging leggen. We begonnen direct met het nemen van foto's en het zoeken naar de enkele graven die we hadden uitgekozen voor 'het gezicht achter de steen'. Terwijl Stuart op zoek ging naar het graf van een Indiër, die een geïsoleerde locatie had ergens verder op de begraafplaats, begon Kurt met het fotograferen van enkele bijzondere epitafen. Niet veel later stonden we allen rond het Cross of Sacrifice, niet echt beschut tegen de zachte regen die ondertussen viel. Het had geen zin om te blijven wachten tot de regen zou stoppen. We raapten onze moed bijeen en zeiden tegen elkaar, "Oké, we gaan ervoor."





Driver Achattan. 
Service number 21162. Royal Horse and Field Artillery, Indian Army. 
Gesneuveld 11 april 1919. Graf referentie Civ.1 Isolated, 
hij ligt alleen tussen de burger graven, rechts achter het CWGC plot gezien vanaf de ingang.

Private S Boardman. 
Service number 267207. “D” Coy. 5th Bn. Seaforth Highlanders. 
Mooi epitaaf: ‘He Is Not Dead. His Memory Lives In The Hearts Who Knew His Worth.’ 
Gesneuveld 27 februari 1919, 32 jaar. Rij B Graf 5.

Rifleman Edward Ernest West. 
Service number 44340. 2nd Bn. King’s Royal Rifle Corps. 
Op de foto samen met zijn zus Dorothy. 
Gesneuveld 19 januari 1919, 19 jaar. Rij A Graf 12.

Private Ernest Bond. 
Service number 85731. 42nd Bn. Machine Gun Corps (Infantry). 
Gesneuveld 8 november 1918. Rij A Graf 17.

We namen onze pipes op en besloten om onze tunes te spelen tussen het Cross of Sacrifice en de graven. Door de regen probeerden we zo goed als mogelijk onze chanters droog te houden want het is niet altijd evident met een glibberige chanter te spelen in combinatie met van de koude, verkrampte vingers. Het lukte vrij aardig, hoewel de koude en natte dag toch stilletjes zijn tol begon te eisen op de klank van onze pipes. Nadat we mooi en sereen ons muzikaal stuk hadden afgewerkt voor deze WWI slachtoffers, besloten we om onze pipes terug onder het canvas doek te steken.




Schuin over het CWGC plot vonden we enkele opvallende graven en we gingen op onderzoek uit. Het bleken de graven te zijn van 9 Russische WWI slachtoffers. Wat ons zo opviel was dat het precies gerecycleerde CWGC headstones bleken te zijn want het kruisteken erop, alsook andere inkepingen werden niet echt proper dichtgesmeerd met beton. Dit alles werd dan mooi in het wit geverfd alsof het leek dat ze eenzelfde steen hadden als in het CWGC plot. Hoewel geen van de grafstenen was voorzien van een naam en ze er wat verwaarloosd bij stonden, de een al wat schever dan de andere, had men hier toch wel enige moeite gedaan om deze mensen een klein plot te geven wat in schril contrast stond met het naastgelegen CWGC plot.


Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd plechtig neergeplant bij het Cross of Sacrifice. We vonden het bezoekersregister terug in de stenen  bank en vulden het in onder de takken van een spar. Daar vonden we toch een klein beetje beschutting want nog steeds was het aan het regenen. Met een bibberend hand van de kou, probeerden we het zo goed als mogelijk in te vullen. De laatste input was van 28 december 2014 van een zekere G. Willet. Nadat we plechtig het register hadden ingevuld borgen we het terug proper op in het kastje besloten we eerst de groepsfoto te nemen nu de camera nog beschut stond. 











Nadien gingen we terug richting uitgang want hier langer in de regen blijven staan had niet veel zin en we verlieten rond 14u00 de begraafplaats om niet veel later koers te zetten naar Nivelles Communal Cemetery.


Het regende nog zachtjes toen we aankwamen bij de begraafplaats van Nijvel om 14u20. We parkeerden de auto op de parking naast een gebouw van de Gendarmerie. Aan de ingang van de begraafplaats vonden we een klein rechthoekig bord waarop stond: 1815 - Français 104 - Prussiens 13 - Anglais 8 en Hollandes-Belges 4 welke ons te kennen gaf dat hier ook slachtoffers waren begraven uit de Napolitaanse periode van de Honderd Dagen of Zevende Coalitieoorlog (1804-1815) welke eindigde bij de Slag van Waterloo op 18 juni 1815. In de nog steeds zachte regen vervolgden we onze weg over het met fijne, rode kiezelsteentjes bezaaide pad naar het midden van de begraafplaats.



Langsheen het pad, ongeveer in het midden van de begraafplaats, vonden we een heel mooi onderhouden perk met graven en in het midden een monument voor beide wereldoorlogen waarnaast de Belgische driekleur wapperde, geflankeerd door de vlag van de Europese Unie. Op dat moment begon het ineens harder te regenen zodat we genoodzaakt waren om een in de buurt staand schuilhokje op te zoeken. Het was niet veel meer dan iets dat leek op een oud bushokje waar je met 3 personen in kon maar het bood toch min of meer wat bescherming en dat was de bedoeling. Ondertussen praatten we wat over de tocht en het slechte weer en wat we gingen doen als het zo hard zou blijven regen? Doorgaan natuurlijk. Niet veel later was het buitje over en er hing een lichte motregen in de lucht. Dat was het moment om naar het CWGC plot te trekken waar we 24 CWG's en 1 Fransman zouden terug vinden.






De CWG's die we ondertussen gewoon zijn, hadden allemaal een mooie witte steen terwijl het ene Franse graf, dat in dezelfde rij lag, een smeedijzeren zwaard voorstelde dat in een steen zat. Bij het zien van dit grafmonument dacht Kurt meteen aan Excalibur, het zwaard in de steen. Bij de WWI graven troffen we ook een grotere herdenkingssteen aan voor de 3 WW2 CWGC graven elders op deze begraafplaats. Dit waren allen geïsoleerde graven. We besloten niet veel later onze tunes te spelen in het gangpad waarnaast de CWG's zich bevonden. Voor de laatste keer vandaag klonk Flower of Scotland tussen de lichte regendruppels over de begraafplaats. Tijdens het spelen van Amazing Grace had Kurt een probleem, hij kon zijn lach bijna niet inhouden toen hij zag dat Stuart reeds een paar centimeter in de grond was gezakt. Stuart, die met zijn voeten de maat aan gaf tijdens het spelen, zakte steeds dieper in het, door de regen, doorweekte gangpad weg door steeds met zijn voeten te tikken op de grond. Kurt die nogal een levendige fantasie heeft zag Stuart daar al staan tot aan zijn knieën in de grond, vandaar het lachsalvo, hoewel dit het spelen van de tune niet hinderde.


Corporal Albert Harold Hammill. 
Service number 475093. Canadian Postal Corps. 
Mooi epitaaf: ‘ He Died As He Lived, Defending The Weak’. 
Gesneuveld 26 november 1918, 26 jaar. Graf 3.

Corporal Albert Harold Hammill. 
Service number 475093. Canadian Postal Corps. 
Mooi epitaaf: ‘ He Died As He Lived, Defending The Weak’. 
Gesneuveld 26 november 1918, 26 jaar. Graf 3.

Shoeing Smith Rupert Ginger. 
Service number 2627. 4th Dragoon Guards (Royal Irish). 
Een ‘rank’ die we nog niet vaak zijn tegen gekomen. 
Gesneuveld 30 november 1918, 31 jaar. Graf 11.

Lieutenant Albert Rouvier. 8ieme Regiment de Hussards. 
Dit regiment bevond zich op 20 augustus nabij Pont-à-Celles. De dag erna werd Lt. Rouvier samen met zes ruiters ter verkenning eropuit gestuurd richting Nijvel. Een vrouw die in Nijvel woonde vertelde na de oorlog het verhaal van Lt. Rouvier en één van zijn ruiters Julien Mouly. Zij verteld getuige te zijn geweest dat zeven Franse ruiters onder vuur werden genomen door een 40-tal Duitsers in de Chaussée de Charleroi nabij de kapel van Notre-Dame du Mont Carmel. Zij zelf hoorde de kogels rond de oren vliegen en dook weg achter een boom. De Duitsers bleven maar schieten en hun leider bleef maar schreeuwen als een gek. Op dat moment werd Lt. Rouvier geraakt. Burgemeester Charles Vanpee bewaarde gedurende de hele oorlog al zijn decoraties in een koffer. Ruiter Mouly werd aan een nabij gelegen boerderij vermoord aan zijn verwondingen aan zijn dij, darmen en pols. Hij vroeg hoe het met zijn kameraden was en de getuige vertelde dat ze dacht dat de Luitenant dood was. Zijn blik veranderde en hij zei: “De Luitenant werd gedood. Hij was een goede Luitenant.” Julien Mouly stierf zelf aan zijn verwondingen op 23 augustus 1914. Hij werd oorspronkelijk ook in Nijvel begraven maar werd 20 juni 1969 terug opgegraven om zeven dagen laten op de begraafplaats van Chartre zijn laatste rustplaats te krijgen. Lt. Rouvier ligt nog steeds begraven in Nijvel in dezelfde rij met de CWGC graven. 




Na onze tunes werd het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neergeplant in de kiezelsteentjes naast de herdenkingssteen voor de 3 WWII slachtoffers die voor de WWI graven lag. De groepsfoto werd kort nadien genomen voor de WWI graven en waar Stuart iets daarvoor zijn voetafdrukken had achtergelaten, merkten we op dat deze reeds vol stonden met water. Niet veel later trokken we langs de andere kant van de begraafplaats terug naar de ingang daar ook hier zoals op Braine-le-Comte geen bezoekersregister aanwezig bleek te zijn. We verlieten deze mooie begraafplaats rond 15u50  waarna we alles mooi opborgen in de koffer van onze wagen.






Hoewel trip 3 volledig in het water viel, met veel regen en zelf bij het begin smeltende sneeuw, denken we toch dat dit ondanks het zeer slechte en zeer koude weer toch terug een mooie tocht was. Bij het begin zakte de moed ons even in de schoenen maar we besloten toch door te gaan. We hadden reeds 10 trips gemaakt met goed weer, soms wel zeer koud maar droog. De koude, gevoed met nattigheid, dringt door tot in je beenderen en na enige tijd kun je jezelf niet meer verwarmen. De begraafplaatsen lagen allemaal zo ongeveer een half uurtje uit elkaar waardoor we ons toch een beetje konden opwarmen bij het kacheltje in de auto maar de lange koude en natte dag zorgde er toch voor dat we verkleumd thuis kwamen.

Eender hoe, we did it ! Op de parking naast het gebouw van de gendarmerie trakteerde onze volger Patrick ondertussen traditiegetrouw nog met een lekkere dram, hetgeen ons innerlijk iets of wat verwarmde. 



We praten nog wat na en vertrokken niet veel later huiswaarts. Op de ring rond Brussel tegen de wisselaar van Groot Bijgaarden stond het infobord langs de snelweg waarop te lezen stond; 'Opgelet - Winter toestanden' nog steeds te knipperen. En je raad het of niet, maar toen we in de buurt van Zelzate op de R4 reden kwam het kille zonnetje piepen vanachter de wolken en konden we niet veel later genieten van brede opklaringen.
Alweer een ervaring rijker en na een zeer warme douche en een warme kop choco vielen niet veel later de oogjes stilletjes toe.

Tot volgende
Stuart en Kurt