zondag 25 oktober 2015

Trip 32: La Clytte Military Cemetery, Westouter Churchyard & Extension, Westoutre British Cemetery, Reninghelst New Military Cemetery, Reningelst Churchyard, Reninghelst Churchyard Extension & Grootebeek British Cemetery

Datum : 25/10/2015
Begraafplaatsen : La Clytte Military Cemetery, Westouter Churchyard & Extension, Westoutre British Cemetery, Reninghelst New Military Cemetery, Reningelst Churchyard, Reninghelst Churchyard Extension & Grootebeek British Cemetery
Afstand : 190 Km
Weer : zonnig met hier en daar een klein wolkje.
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke en Alec Jervis
Volgers : Daphné Vangheluwe, Magali van Looke en Chloë Van Vooren



Info :

Na het ontwaken en het klaarmaken van ons lunchpakket moesten we toch nog enkele minuten wachten vooraleer de twee BV's Magali en Cholë klaar waren om te kunnen vertrekken. Uiteindelijk zo'n 10 minuten later dan het normale vertrekuur konden we op weg naar Moerkerke waar de tocht van vandaag van start zou gaan.
Stuart stond al op wacht toen Kurt arriveerde met zijn BV's en direct werd alles overgeladen in de PRWWI Mobiel om vandaar op weg te gaan richting Ieper. Toen Ieper aan de horizon verscheen waren onze pubers op de achterbank nog steeds aan het tetteren dat het niet schoon was en Kurt keek op een manier van; 'gaat dat hier zo gans de tocht duren' naar Stuart waarop deze in een lach schoot.




Na Ieper was het nog een eindje rijden want de te bezoeken begraafplaatsen voor vandaag situeerden zich tussen Poperinge en Heuvelland, meerbepaald in Klijte, Westouter, Reningelst en het gehucht Ouderdom.

We arriveerden om 10u10 bij La Clytte Military Cemetery, mooi op schema, waar Daphné Vangheluwe en Alec Jervis, die vandaag zou meegaan als derde piper, ons al stonden op te wachten. Na elkaar een goeie morgen te hebben gewenst werden onze pipes gestemd en maakten we ons klaar om de begraafplaats op te gaan. Magali en Chloë zaten reeds te wachten bij de ingang want deze vonden dat we toch veel tijd nodig hadden om onze spullen te nemen, want de tijd van een BV was kostbaar volgens hen.








In het gehucht "De Klijte" waren tijdens de oorlog enkele brigadehoofdkwartieren gevestigd. De begraafplaats werd door eenheden van de infanterie, artillerie en genie aangelegd en gebruikt van november 1914 tot april 1918. Aan het einde van de oorlog lagen er bijna 600 doden begraven. Later werd ze nog uitgebreid met geïsoleerde doden uit de omringende slagvelden en van enkele kleinere begraafplaatsen in de buurt. Voor 20 slachtoffers werden Special Memorials opgericht, omdat men aanneemt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden. Er liggen 1082 doden waaronder 1010 Britten en waarvan 234 niet geïdentificeerd konden worden, 12 Australiërs, waarvan 2 niet geïdentificeerd konden worden. 51 Canadezen, waarvan 1 niet geïdentificeerd kon worden, 3 Nieuw-Zeelanders en 6 Zuid-Afrikanen waarvan 1 niet geïdentificeerd kon worden.

We gingen de vrij grote en langwerpige begraafplaats op en merkten op dat er heel veel verweerde grafstenen op deze begraafplaats stonden. Na al die jaren begonnen de weersinvloeden langzaam hun tol te eisen, vele opschriften waren ondertussen moeilijk te lezen geworden maar dankzij onze research en de archivering van de Commonwealth War Graves Commission werden de graven van de personen waarvan we het verhaal achter de steen wouden vertellen vrij snel gevonden. Door de fel opkomende zon weerkaatste het zonlicht enorm op de witte verweerde grafstenen wat het dan weer moeilijk maakten voor onze fotografen om een deftige foto te nemen.














Bij het graf van Sgt. C. Bailey die bij de Royal Field Artillery diende en die sneuvelde op 23 november 1915 op de leeftijd van 29 jaar vonden we een houten kruisje met daarnaast drie kleinere eveneens houten maar in zilver geverfde kruisjes terug. Eveneens stond er een geplastificeerde foto met tekst bij die als volgt luidde.
"Peter Bailey grandson of Wheeler Sgt. Cornelius Bailey. A little piece of England brought with us for you. The birds sing in the meadow, the sky is clear and blue. Yes, a little piece of England brought with us for you. Lucky to have been here before, bringing a cross and poppy too. A grave so far from England, for a grandad we never knew." Een moment die ons even liet stil staan en wat ons liet weten dat het verlies van een familielid, ook al hebben ze die nooit gekend, nog steeds verder leeft ook al is het bijna exact 100 jaar geleden dat deze persoon stierf.

Serjeant Clifford James Loggey DCM, Distinguished Conduct Medal. 
Service number 4183. 9th Bn. Machine Gun Corps (Infantry). 
Gesneuveld op 23 april 1918, 26 jaar. 
Hij word herdacht bij de Special Memorials omdat de exacte locatie van zijn graf verloren ging.


2nd Corporal MC Dowding, Mentioned in Despatches. 
Service number 46174. 90th Field Coy. Royal Engineers. 
Gesneuveld 22 april 1918, 39 jaar. 
Hij word herdacht bij de Special Memorials aangezien 
zijn exacte locatie in Plot 4 Rij E niet werd terug gevonden.


Private Joseph Sylva Gallant. 
Service number 69366. 26th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld op 13 oktober 1915, 21 jaar. Plot VI Rij D Graf 13.


Second Lieutenant N McDonald MC, Military Cross. 
Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 25 april 1918, 24 jaar. Plot V Rij A Graf 22.


Captain Talbert Stevenson MC and Bar, Military Cross. 
Adjt. 4th/5th Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 14 november 1917, 22 jaar. Plot IV Rij A Graf 2.


Chaplain 4th Class The Rev. Charles Gustave Clark Meister MC, Military Cross. 
Army Chaplains’ Department attd. 10th Bn. Argyll and Sutherland Highlanders. 
Gesneuveld 18 april 1918, 36 jaar. Plot IV Rij E Graf 1.


Corporal Daniel Henderson Currie. 
Service number 1099668. 10th Bn. Canadian Railway Troops. 
Gesneuveld 30 oktober 1917, 46 jaar. Plot III Rij F Graf 14.


Gunner Walter Moore. 
Service number 221227. “D”Bty. 315th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 23 september 1917, 29 jaar. Plot III Rij B Graf 10.


Private A MacAskill. 
Service number 3/5966. 1st Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 7 mei 1915, 19 jaar. Plot I Rij A Graf 8.


Private James Orr Cruickshank. 
Service number 200176. 1st/4th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 15 april 1915, 19 jaar. Plot I Rij B Graf 3.


Private Exhibitioner Lancelot Graham Harris. 
Service number 1112. Honourable Artillery Company. 
Gesneuveld 28 april 1915, 20 jaar. Plot I Rij B Graf 8.


Serjeant Wheeler Cornelius Bailey. 
Service number 1791. 1st/10th (Lancs.) Bty. 1st/2nd (West Lancs.) Bde. Royal Field Artillery. 
Hij kreeg een gedichtje van zijn kleinzoon Peter. 
Gesneuveld 26 november 1915. Hij werd 29 jaar. Plot I Rij B Graf 16.


Private William John Finnie. 
Service number 55201. “A” Coy. 19th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 28 november 1915, 36 jaar. Plot I Rij B Graf 17. 


Private Alexander Mitchell. 
Service number 2520. 1st/4th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 28 april 1915, 25 jaar. Plot I Rij C Graf 8.


Chaplain 4th Class The Rev. Basil Pemberton Plumptre MC, Military Cross. 
Army Chaplains’ Department attd. 1st/21st Bn. London Regiment (First Surrey Rifles). 
Gesneuveld 16 juli 1917, 34 jaar. Plot II Rij F Graf 36.


Private Erwin Leslie Pearson. 
Service number 675163. 2nd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 29 mei 1917, 2 dagen voor zijn 27ste verjaardag. Plot II Rij B Graf 16.


Private Reginald John Fortman. Service number 57323. 
En Lance Corporal Victor Henry Hawkins MM (Military Medal). Service number 39821. 
Allebei van het 3rd Bn. Worcestershire Regiment. 
Zij rusten samen in Plot V Rij C Graf 1 aangezien ze niet meer geïdentificeerd konden worden. 
Wat vreemd is want ze sneuvelden niet samen. 
Reginald sneuvelde op 30 april 1918 en werd 19 jaar. 
Victor sneuvelde twee dagen eerder op 28 april 1918 en werd 20 jaar.


Captain Matthew Struan Robertson. 
1st Bn. Gordon Highlanders. 
Treffend Epitaaf: ‘We Miss You Sonny Boy’. 
Gesneuveld 2 maart 1916, 23 jaar. Plot I Rij C Graf 23.



Toen Stuart zijn lijstje met namen had afgewerkt werd het stilaan tijd om onze tunes te spelen en wandelden we vrij ontspannen terug van het Cross of Sacrifice, dat zich achteraan op de begraafplaats bevond, naar de ingang van de begraafplaats waar we onze pipes hadden achter gelaten op een stenen bank. We waren nog niet ver gewandeld of we passeerden er een grafsteen waarop een regimentsbadge was afgebeeld die we nog niet eerder hadden gezien. Nader onderzoek liet ons weten dat dit het graf  van Chaplain 4th Class the Rev. Basil Pemberton Plumptre was van het Regiment/Service: Army Chaplains' Department was die eveneens ook een Military Cross had ontvangen voor dapperheid en toewijding. Ja inderdaad een aalmoezenier. De Army Chaplains' Department (AChD), is een afdeling van het leger waarin Kapelaans of aalmoezeniers dienden. De AChD werd gevormd door het Royal Warrant van 23 september 1796. Het waren aalmoezeniers die eerder deel hadden uitgemaakt van de individuele regimenten. Alleen Anglicaanse geestelijken werden gerekruteerd tot 1827, toen presbyterianen werden erkend. Rooms-katholieke pastoors werden gerekruteerd sinds 1836, Methodist aalmoezeniers van 1881, en Joodse aalmoezeniers van 1892.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden een 4400 Army Kapelaans gerekruteerd waarvan 179 hun leven verloren in actieve dienst. Sinds februari 1919 ontving de AChD officieel het voorvoegsel 'Royal'. Het Royal Army Chaplains' Department had zijn hoofdkwartier, Depot en Training Centre in Bagshot Park in Surrey. In 1996 verhuisden ze naar de gemeenschappelijke dienst Strijdkrachten Chaplaincy Centre Amport House in de buurt van Andover waar ze tot op vandaag nog steeds gevestigd zijn.

Toen we niet veel later onze pipes hadden opgehaald namen we plaats in het midden van de begraafplaats waar we onze tunes Flowers of Scotland en Amazing Grace speelden. Het geluid golfde over de omliggende velden en blijkbaar hadden we de aandacht getrokken van enekele koeien die stonden te grazen op de weide ernaast want ineens stonden die beesten allemaal tegen de omheiningmuur te lonken naar ons.  Na het spelen van onze tunes  legden we onze pipes neer op The Stone of Rememberance die helemaal vooraan op de begraafplaats stond. Bij de Stone of Rememberance werd ons PRWWI kruisje plechtig neer geplant en de groepsfoto genomen. 











Nadien wandelden we naar de toegangspoort om er het register te tekenen.Het bezoekersregister kende een laatste input van 24 oktober 2015 Elisabeth Townsend uit de streek rond Cambridge UK en vermelde de boodschap: Remembering my great, great uncle Rev. Basil Pemberton Plumptre MC.  Blijkbaar hadden de nabestaanden van Chaplain Basil Pemberton Plumptre gisteren het graf van hun familielid nog bezocht. Nadat iedereen het register had ingevuld maakten we ons stilaan klaar en werden onze spullen ingeladen in de auto. We verlieten La Clytte Military Cemetery om 11u15 en trokken verder op onze tocht welke ons in de richting van Westouter stuurde.









Een rit van een vijf kilometer bracht ons in het dorp Westouter waar we onze wagens parkeerden naast de muur van het kerkhof. Westouter bleef de ganse oorlog in geallieerde handen. In het voorjaar van 1918 naderde, tijdens het Duitse lenteoffensief, de frontlijn tot op 2,5 km van het dorp. Het kerkhof en de uitbreiding werden tussen november 1914 en september 1918 met tussenpozen door Britse veldhospitalen en gevechtseenheden gebruikt. 





We gingen het kerkhof op en merkten meteen op dat alle graven hier kris kras door elkaar lagen, onregelmatig verdeeld en zonder structuur. Soms een verhard grindpad van een 30 centimeter breed en soms een pad van met de breedte van 1 voetpadtegel breed die je langs grote omwegen naar je bestemming bracht. We kregen er geen eind aan. Hier zouden volgens onze research ook twee Belgen begraven liggen, helaas hebben we deze niet gevonden. Waarschijnlijk zijn zij begraven in een burgergraf wat door de warboel die er heerste op het kerkhof het terug heel tijdrovend zou worden om alle graven af te gaan opzoek naar hen.

Hoewel het kerkhof toch wel iets speciaals had met zijn ligging en zijn oude bomen bracht een grindpad ons naar de achterkant van de kerk waar we de Westouter Churchyard Extension vonden. Hier zagen we in 2 rechthoekige perken de CWG's uit de Eerste Wereldoorlog. Aan de zijkant van het grootste perk zagen we een metalen plaat die werd geplaatst door de CWGC waarop we de slag rond Westouter konden lezen. Volgens onze research lagen hier 101 militairen begraven, waaronder 76 doden uit het Verenigd Koninkrijk, 19 Canadezen waarvan 1 niet meer geïdentificeerd kon worden, 1 Australiër, 1 Nieuw-Zeelander, 1 Indiër en 3 Duitsers. Het Kerkhof van Westouter is opgenomen in de inventaris van het Wereldoorlogerfgoed.







Terwijl onze volgfotograaf Daphné opzoek ging naar het perfecte plaatje, wij voor onze PRWWI archieven enkele graven fotografeerden trokken onze 2 BV's Magali en Chloë naar het naast gelegen speeltuintje waar ze nog eens hun hartje ophalen en onopgemerkt voor het grote publiek even konden doen alsof ze 10 jaar jonger waren. Terwijl onze pubers zich amuseerden vonden we hier ook het graf van de broers James Alfred en Charles Frederick Robinson terug. Het merkwaardige is dat de twee broers in hetzelfde graf liggen begraven maar elk een eigen grafzerk hebben. James Alfred en zijn broer Charles Frederick Robinson sneuvelden beiden op 16 september 1917. Een andere broer, William Charles Robinson, sneuvelde eveneens tijdens WWI en ligt in London Cemetery and Extension begraven.

Musketier Robert Glass. Infanterie Regiment 44. 
Gesneuveld 7 juni 1917. Plot II Rij A Graf 13.


Unteroffizier Johann Heilmeier. Bayer 25. Inf. Regiment. 
Gesneuveld 14 oktober 1918 en daarmee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Plot II Rij A Graf 9.


Schuetze Otto Muenkel. Reserve Infanterie Regiment 231. 
Gesneuveld 27 september 1917. Plot II Rij F Graf 7.


Private Charles Frederick Robinson. 
Service number MS/1566. 594th M.T. Coy. Army Service Corps. 

Gunner James Alfred Robinson. 

Service number 81330. 12th Bty. 35th Bde. Royal Field Artillery.

Broers. Ze sneuvelden allebei op 16 september 1917. 

Rusten nu naast elkaar Plot II Rij A Graf 5.

Ook de derde broer William Charles sneuvelde 

en rust op London Cemetery and Extension.

Uiterst rechts nog een Robinson. Private J Robinson. 

Service number 42555. 20th Bn. Durham Light Infantry. 

Gesneuveld 23 september 1917. Plot II Rij A Graf 6.
Er rust nog een vierde Robinson op de begraafplaats. 
Gunner PN Robinson. 
Service number 206117. “A”Bn. Machine Gun Corps (Heavy Branch). 
Gesneuveld 8 juni 1917. Plot II Rij B Graf 10.

Driver James McIntyre. 
Service number T/23584. 3rd Div.Train Army Service Corps. 
Gesneuveld op 26 november 1914 
en daarmee de enige gesneuvelde in 1914 op de begraafplaats. 
Plot I Rij F Graf 3.


Lieutenant Colonel A.G. Stuart. 
40th Pathans (G.S.O.I. 50th Div.) and late 2nd Bn. Royal Scots. 
Via volgende link vind je passage in het boek Sniping in France waarin Lt-Cl Stuart voorkomt. 
Gesneuveld 4 juni 1916. Hij werd 43 jaar en daarmee de oudste op de begraafplaats. 
Plot II Rij F Graf 6.


Private W Dixon. 
Service number 2104. 5th Bn. Border Regiment. 
Gesneuveld 25 mei 1916, 22 jaar. Plot II Rij F Graf 3.


Private James Syder. 
Service number 65955. 24th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 5 december 1915, 23 jaar. Plot II Rij C Graf 3



Toen we niet veel later onze tunes stonden te spelen merkten we vanuit onze ooghoeken op dat er een grote groep mensen stonden te kijken op het naastgelegen pad. Toen de laatste klanken van Amazing Grace klonken wandelden ze verder met hun gids naar hun bestemming. We legden onze pipes terug op de grote metalen plaat met daarop het plan en uitleg van de slag rond Westouter en moesten even overleggen waar we ons PRWWI In Rememberance kruisje zouden zetten daar er hier geen Cross of Sacrifice stond. Stuart stelde voor om het bij Lt. Col. A.G. Stuart die bij het 40th Pathans diende toen hij sneuvelde op 4 juni 1916, te zetten vanwege de naam gelijkenis. Het epitaaf op zijn grafsteen luidde: "Behold; I am alive for ever more".








Nadat het PRWWI kruisje plechtig was neer geplant besloten we om de groepsfoto te nemen met de CWG's op de achtergrond. Toen iedereen vrij ontspannen op zijn plaats stond was het wachten tot de camera zijn werk deed waarna we onze spullen opnamen en terug op weg gingen naar onze wagen aan de andere zijde van de kerk want een bezoekers register was er niet aanwezig. We verlieten Westouter Churchyard Extension om 11u50, laden alles in de auto en zetten koers naar Westoutre British Cemetery zo een dikke 400 meter verder aan de andere kant van het dorp. 





Toen we een minuut later kwamen aangereden bij Westoutre British Cemetery zagen we dat er enkele jongeren bij de ingang stonden van de begraafplaats. We stapten uit, begonnen al onze spullen uit te laden en in een mum van tijd stond er een groep van ongeveer een 30 jongeren bij de ingang van de begraafplaats toen we de begraafplaats waren opgewandeld. 







Westouter bleef gedurende de ganse oorlog in geallieerde handen. De begraafplaats werd gestart in oktober 1917 en bleef in gebruik tot april 1918 toen tijdens het Duitse lenteoffensief het front was genaderd tot ongeveer 2,5 km. Van april tot augustus 1918 werd de begraafplaats gebruikt door Franse troepen. Daarna opnieuw door Britse troepen van augustus tot oktober 1918. Na de oorlog werden de 72 Franse graven die er toen lagen naar een Franse begraafplaats overgebracht. Er werden toen ook graven bijgezet die afkomstig waren van de omliggende slagvelden en de Ieperboog. De graven van de kleinere begraafplaatsen Bixschote German Cemetery en Kemmel French Cemetery No 2 werden ook naar hier overgebracht. Er liggen nu 167 Britten waarvan er 49 niet geïdentificeerd konden worden, 5 Canadezen waaronder 3 niet geïdentificeerde en 3 Nieuw-Zeelanders. Voor 5 Britten werden Special Memorials opgericht omdat men aanneemt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden en drie Chinezen van het Chinese Labour Corps.
Er liggen ook 4 Britten en 1 Fransman uit de Tweede Wereldoorlog, die in mei 1940 sneuvelden tijdens de terugtrekking naar Duinkerke. Zoals vele van de CWGC begraafplaatsen werd de begraafplaats in 2009 als monument beschermd.








Het enige Franse slachtoffer op de begraafplaats. 
Eugène Cellier. Hij sneuvelde op 27 mei 1940 tijdens WWII.




Onder grote belangstelling van de Scouts jongeren die ons nauwlettend in de gaten hielden begonnen we over de begraafplaats te wandelen opzoek naar enkele graven waarvan we het verhaal achter de steen wouden vertellen en wat ons opviel was dat ongeveer de helft van de graven andersom lagen. Een deel van de graven lag naar de straatkant, een ander deel lag naar de achterzijde van de begraafplaats, we vonden het raar. De Special Memorials vonden we vooraan bij de ingang van de begraafplaats. Een daarvan was dat van Eric Stuart Dougall, majoor bij de 88th Brigade, Royal Field Artillery. Hij ontving het Victoria Cross voor zijn uitzonderlijke dapperheid en bekwaam leiderschap en was ook drager van het Military Cross. Hij sneuvelde op 14 april 1918 op de leeftijd van 32 jaar. Dit bewees nog maar eens welke ravage hier destijds was geweest.

Major Eric Stuart Dougall VC (Victoria Cross) MC (Military Cross). “A” Bty. 88th Bde. Royal Field Artillery. An extract from "The London Gazette," dated 31st May, 1918, records the following:-"For most conspicuous bravery and skilful leadership in the field when in command of his battery. Capt. Dougall maintained his guns in action from early morning throughout a heavy concentration of gas and high-explosive shell. Finding that he could not clear the crest owing to the withdrawal of our line, Captain Dougall ran his guns on to the top of the ridge to fire over open sights. By this time our infantry had been pressed back in line with the guns. Captain Dougall at once assumed command of the situation, rallied and organised the infantry, supplied them with Lewis guns, and armed as many gunners as he could spare with rifles. With these he formed a line in front of his battery which during this period was harassing the advancing enemy with a rapid rate of fire. Although exposed to both rifle and machine gun fire this officer fearlessly walked about as though on parade, calmly giving orders and encouraging everybody. He inspired the infantry with his assurance that "So long as you stick to your trenches I will keep my guns here". This line was maintained throughout the day, thereby delaying the enemy's advance for over twelve hours. In the evening, having expended all ammunition, the battery received orders to withdraw. This was done by man-handling the guns over a distance of about 800 yards of shell-cratered country, an almost impossible feat considering the ground and the intense machine gun fire. Owing to Captain Dougall's personality and skilful leadership throughout this trying day there is no doubt that a serious breach in our line was averted. This gallant officer was killed four days later whilst directing the fire of his battery.” Hij sneuvelde op 14 april 1918 en werd 32 jaar. Aangezien de exacte locatie waar hij begraven werd verloren ging word hij herdacht op Special Memorial 1.


Private William Vanderwolf. 
Service number 35498. 10th Bn. Royal Warwickshire Regiment. 
Gesneuveld 15 april 1918, 19 jaar. 
Er wordt aangenomen dat hij op deze begraafplaats rust 
en wordt daardoor herdacht op Special Memorial 4.


Lieutenant James Lionel Bagguley. 
13th Bn. Durham Light Infantry. 
Zijn ouders keken niet op een letter meer of minder. 
Gesneuveld 6 december 1917, 24 jaar. Rij B Graf 1.


Serjeant FM Ralph, MSM (Meritorious Service Medal). 
Service number 110577. North Riding Heavy Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 25 april 1918, 30 jaar. Rij E Graf 2.


Private D Pickup. 
Service number 103161. 2nd Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 17 april 1918, 20 jaar. Rij F Graf 7.


Private Michael Cush. 
Service number 6587. 7th (South Irish Horse) Bn. Royal Irish Regiment. 
Gesneuveld 18 augustus 1918. Hij werd 17 jaar en is daarmee de jongste op de begraafplaats. 
Rij M Graf 1.


Private G Ramsay. 
Service number S/19286. Gordon Highlanders posted to London Regiment (London Scottish). 
Hij is de enige van de Gordon Highlanders op de begraafplaats. 
Gesneuveld 25 september 1918, 27 jaar. Rij N Graf 17.


Eén van de onbekende slachtoffers op de begraafplaats. 

Second Lieutenant F Butterworth. 
Royal Air Force and 1st/2nd Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own)

Lieutenant Tom Ormand Henderson. 4th Sqdn. Royal Air Force. 19 jaar.

Zij sneuvelden samen op 14 september 1918 en rusten nu naast elkaar in Rij O Graf 4 & 5.


Gunner George O’Donnell. 
Service number 886332. 2 Field Regt. Royal Artillery. 
Hij is één van de WWII slachtoffers op de begraafplaats. 
Hij sneuvelde op 19 mei 1940, 20 jaar. Rij F Graf 12.



Niet veel later wandelden we naar het Cross of Sacrifice waar we onze pipes hadden achter gelaten om deze op te halen en onze PRWWI tunes te spelen. Alle blikken werden op ons gericht toen we ons klaarmaakten om te spelen. Toen de tune Flowers of Scotland was gedaan werd er door de jongeren van de scouts, die ons nog steeds nauwlettend in de gaten hielden,  redelijk lang geapplaudisseerd. Na een minuutje stilte gingen we verder met Amazing Grace welke mooi klonk op deze mooie en kleine begraafplaats. Ook na deze tune applaudisseerden de kijkende jongeren lang waarna we onze pipes terug op de sokkel van het Cross of Sacrifice neerlegden.









Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd bij het Cross of Sacrifice, dat zich in het midden van de begraafplaats bevond langs de straatkant, plechtig neer geplant waarna het tijd was om de groepsfoto te nemen. Na de groepsfoto was het tijd om het bezoekersregister te tekenen wat we terugvonden bij de ingang in de muur. Onze 2 pubers Magali en Chloë vonden ook een ander boek terug in het kastje waarin het register zat. Dit bleek het namenregister te zijn van de begraafplaats. Dat hadden ze nog niet eerder gezien maar ze werden volledig van uitleg voorzien door Alec die hen vertelde hoe dit allemaal in elkaar zat. Zo zag je maar dat ook BV's altijd nog iets konden bijleren. Het bezoekersregister kende een laatste input op: 23 oktober 2015 door Meg Harter en Helen / Dane Earle afkomstig uit Scunthorpe, North Lincolnshire - UK.












Toen iedereen het register had getekend en onze BV's wat hielpen met het nemen van foto's, zat ons bezoek er hier op en was het tijd voor onze lunch. We verlieten de begraafplaats om 12u25 en besloten om hier langs de straatkant bij de auto onze lunch te nuttigen. De belegde sandwiches, koffie voor de een, thee of cola voor de ander smaakte overheerlijk onder deze zonnige middaghemel. Er werd wat over en weer gepraat en ineens merkte Kurt op dat Chloë de muts van Stuart op had. Toen Kurt vroeg wat er gaande was antwoordde Chloë dat ze als BV toch echt wel incognito moest zijn op onze tochten. Compleet van zijn stuk en schuddend met zijn hoofd van 'pubers, hoe is het mogelijk' nam hij nog een kop koffie.


Toen onze lunch op was gepeuzeld, laadden we alles terug in de auto en maakten we ons stilaan klaar om andere oorden op te zoeken. Terwijl onze pubers zich installeerden achteraan in de auto, stelde Stuart de trut in om de route naar onze volgende bestemming aan te wijzen. Een rit van een drie kilometer zou ons in Reningelst brengen waar we maar liefst drie begraafplaatsen zouden bezoeken. Om 13u05 arriveerden we zo een vijf minuutjes later dan voorzien bij Reninghelst New Military Cemetery. Nadat we de wagen hadden geparkeerd langs de straatkant bracht een lang pad dat tussen twee huizen liep ons op de begraafplaats.









Reningelst bleef de hele oorlog in geallieerde handen. In het dorp werd het hoofdkwartier van de 41st Division ingericht met de bijhorende rustkampen en veldhospitalen. Door de nabijheid van het front en belangrijke infrastructuur, zoals een nieuwe spoorlijn, had het dorp regelmatig vijandelijke beschietingen te verduren. De slachtoffers van deze schermutselingen werden van maart tot november 1915 op het kerkhof en de ernaast liggende uitbreiding begraven. Vanaf dan werd de New Military Cemetery gestart om de gesneuvelden van de veldslagen in de Ieperboog te begraven. Reninghelst New Military Cemetery werd gebruikt tot september 1918 en er liggen nu 461 Britten waaronder 5 die niet geïdentificeerd konden worden, 104 Australiërs, 230 Canadezen waaronder 1 niet geïdentificeerde, 2 Nieuw-Zeelanders, 1 Zuid-Afrikaan, 7 Chinezen die behorenden tot het Chinese Labour Corps en 2 Duitsers. Destijds werden hier ook 51 Franse militairen begraven maar zij werden later naar andere plaatsen overgebracht.

Het was immens stil op deze begraafplaats, dat kwam allicht omdat deze mooie begraafplaats een redelijk eind van de weg af lag. Bij de toegangspoort vonden we er direct het Cross of Sacrifice terug met daarnaast de Stone of Rememberance. We lieten onze pipes achter op de Stone of Rememberance waarna we elk onze weg gingen op deze begraafplaats. Stuart begon direct met zijn lijstje af te werken van de te zoeken graven vergezeld van Alec, Kurt ging opzoek naar bijzondere epitafen, Daphné opzoek naar een mooi shot terwijl onze pubers vooraan bij de Stone of Rememberance bleven om onze pipes te bewaken terwijl wij achteraan op de begraafplaats liepen.



Ook hier geen rij I









Het Chinese plot









Private J Cooney. 
Service number 21452. 11th Bn. South Lancashire Regiment. 
Er werd blijkbaar geprobeerd zijn naam duidelijker zichtbaar te maken. 
Gesneuveld 20 juni 1917. Plot III Rij G Graf 12.


Landsturmmann Peter Steinberg. 
Infanterie Regiment 172. 
Gesneuveld 15 juni 1917. Plot II Rij C Graf 26.


Unteroffizier Maximilian Kalt. 
RJR 213. 
Gesneuveld 11 augustus 1917. Plot III Rij B Graf 28.


Colonel Harold Edward Street CMG 
(Companion to the Order of St. Michael and St. George). 
106th Bde. Royal Field Artillery. 
Hoewel hij reeds meevocht in Zuid-Afrika is het voor nog onduidelijk waarom de CMG titel kreeg aangezien dit een titel is binnen de Royal Navy. Een artikel in de Edinburgh Gazette vermeldt zijn naam op 28 februari 1916 en 17 maart 1916. In beide word vermeldt dat hij onderdeel was van de Royal Artillery. En de link tussen deze Brigade en de Royal Navy is onduidelijk. 
Hij sneuvelde op 25 augustus 1917 en werd 41 jaar. Plot III Rij A Graf 19. 


Private H Drinkwater. 
Service number 54015. 18th Bn. Canadian Infantry. 
What’s in a name. Zijn register spreekt ook dat hij de zoon was van 
Mr. & Mrs. H Drinkwater., of 177, 5th ‘Water’ Street, Galt, Ontario. 
Ze hadden blijkbaar iets met water. 
Gesneuveld 25 april 1916, 21 jaar. Plot I Rij D Graf 13.


Lieutenant William Ormiston Brown. 
18th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 8 augustus 1916, 22 jaar. Plot I Rij H Graf 21.


Lieutenant Arnold Monroe Thurston. 
2nd Div. Ammunition Col., seconded to 2nd Trench Mortar Bty. Canadian Field Artillery. 
Gesneuveld 26 juni 1916, 25 jaar. Plot I Rij F Graf 11.


Corporal David Andrew Dunn. 
Service number 75721. 29th Canadian Infantry. 
Hij was van Ierse komaf. 
Gesneuveld 21 juni 1916, 38 jaar. Plot I Rij F Graf 9.


Captain Arthur Lawrence McGovern. 
28th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 7 juni 1916, 24 jaar. Plot I Rij E Graf 6.


Lieutenant John Lockhart Godwin. 
1st. Div. Ammunition Col. attd. Z.I.C. Trench Mortar Bty. Canadian Field Artillery. 
Gesneuveld 8 juli 1916, 26 jaar. Plot I Rij E Graf 14.
En zijn broer Lieutenant Charles Richard Magrath Godwin. 
1st Bde. Canadian Field Artillery. 
Gesneuveld 4 april 1916, 24 jaar. Plot I Rij A Graf 16.


Lieutenant Duncan John MacLeod Campbell. 
31st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 11 juli 1916, 20 jaar. Plot I Rij E Graf 15.


Corporal Walter Henry Browne Collier. 
Service number 75891. 29th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 19 juli 1916, 24 jaar. Plot I Rij E Graf 18.


Captain Ronald Riach Davidson. 
“C” Coy. 2nd Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 27 maart 1916, 20 jaar. Plot I Rij D Graf 12.


Lance Corporal Charles Ernest Cort Bashford. 
Service number 71349. 27th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 25 mei 1916, 31 jaar. Plot I Rij C Graf 20.


Lance Corporal William Bain. 
Service number 68275. “C” Coy. 25th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 24 augustus 1916, 21 jaar. Plot II Rij E Graf 2.


Lieutenant Archer Ekers. 
87th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 16 september 1916, 25 jaar. Plot II Rij C Graf 12.


Captain Clive Alan Whittingham. 
Royal Army Medical Corps attd. 12th Bn. Royal Fusiliers. 
Gesneuveld 9 juni 1917, 24 jaar. Plot II Rij C Graf 24. 


Second Lieutenant AJF Osborne. 
7Th Bn. The Queen’s (Royal West Surrey Regiment). 
Het originele kruis op zijn graf is nog steeds terug te vinden op 
Cuxham Churchyard in Oxfordshire UK. 
Gesneuveld 10 juli 1917, 31 jaar. Plot III Rij F Graf 9. 


Bombardier Stanley Gordon Wise. 
Service number 2253. 2nd Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 16 augustus 1917, 27 jaar. Plot III Rij B Graf 13.


Driver William John Mountain. 
Service number 25919. 1st Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 24 augustus 1917, 25 jaar. Plot III Rij A Graf 18.


Private Alec Coe MM (Military Medal). 
Service number 2967. 5th Field Amb. Australian Army Medical Corps. 
Gesneuveld 25 september 1917, 31 jaar. Plot IV Rij D Graf 17.


Shoeing Smith Corporal Russell Stewart MacDonald. 
Service number 304524. 9th Bde. Canadian Field Artillery. 
Gesneuveld 21 oktober 1917. Plot IV Rij B Graf 7.


Private Frank Sheard. 
Service number 26407. 2nd Bn. The Loyal North Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 28 augustus 1918, 21 jaar. Plot V Rij B Graf 9.


Achteraan op de begraafplaats vonden we een schuilgebouwtje terug waar we allemaal zo een beetje verzamelden om daarna langzaam af te zakken naar de voorzijde om onze pipes op te halen. We besloten om onze tunes in het midden van de begraafplaats te spelen tussen twee kleine bomen in waar we een breder stuk gras vonden tussen de vele graven. De tunes Flower of Scotland en Amazing Grace klonken echt prachtig in het open veld waar Reninghelst New Military Cemetery lag. Tussen beide tunes zat een kleine minuut stilte welke hier volledig tot zijn recht kwam. Na het spelen van onze twee PRWWI tunes trokken we naar de voorzijde van de begraafplaats om er ons PRWWI kruisje plechtig neer te planten bij het Cross of Sacrifice of bij de Stone of Remembrance. Doch dit lukte niet echt omdat gans de ingang, het Cross of Sacrifice en de Stone of Remembrance volledige waren omgeven door geplaveid witte steen. Alles stond als het ware op een plateau, een soort terras waardoor we nergens ons PRWWI kruisje konden neerplanten.

We moesten niet lang zoeken naar de ideale plaats om het kruisje plechtig neer te planten. Bij het plateau, naast de stenen trap die toegang gaf tot de begraafplaats vonden we een klein perkje waarin we het PRWWI kruisje plechtig neerplanten. Niet veel later werd op diezelfde plaats ook de groepsfoto genomen. Toen Stuart vroeg of iedereen klaar was en we op het kleine lichtje op zijn camera moesten letten werd het lachen geblazen. Op het moment dat iedereen geconcentreerd stond te kijken en het lichtje begon te branden riep Alec ineens 'Lampeke' waarbij Kurt ineens bijna de slappe lach kreeg. De groepsfoto werd voor alle zekerheid opnieuw genomen en terug klonk 'Lampeke' in ons gezelschap. Het is eens wat anders dan cheeeeeese te zeggen.












 Nadat het ons uiteindelijk lukte om een deftige groepsfoto te nemen gingen we bij het toegangshek in de zuil het register nemen dat we allemaal tekenden. Terwijl we het register invulden ontdekten we ineens dat onze twee BV's twee, drie meter boven de grond op de stenen zuil van het Cross of Sacrifice zaten. Na het vereeuwigen van onze pubers hun klim, besloten we om stilaan verder te trekken op onze tocht en verlieten om 14u Reninghelst New Military Cemetery opzoek naar onze volgende bestemming.









Een tocht van welgeteld 240 meter bracht ons bij onze volgende te bezoeken begraafplaats Reninghelst Churchyard waar we om 14u05 arriveerden. We parkeerden er onze wagen op een kleine parking naast de weg. We namen onze spullen en gingen het kerkhof op waar we door onze voorafgaande research niet lang hoefden te zoeken naar de drie Commonwealth militairen die er lagen begraven. Het Britse perkje ligt in de oostelijke hoek van het kerkhof, achter de kerk waar we 2 graven en 1 'Special Memorial' zouden vinden. Er werden verschillende foto's genomen van de graven waarna we even overlegden wat we hier zouden doen om te spelen. Daar onze volgende te bezoeken begraafplaats net aan de andere kant van het lage omheinginsmuurtje lag van het kerkhof vonden we het allen een beetje raar om hier onze 2 tunes te spelen om dan nadien vijf meter verder ze terug opnieuw te spelen.





Private Frank Sheared. 
Service number 26407. 2nd Bn. The Loyal North Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 28 augustus 1918, 21 jaar. Plot V Rij B Graf 9.


Lieutenant Chalres Geoffrey Butcher. 
1st Bn. Dorsetshire Regiment. 
Hij was waarschijnlijk één van de slachtoffers van de chloorgas aanval van de Duitsers op 1 mei 1915 nabij Hill 60. Waarom hij hier rust is voor ons een raadsel aangezien zijn regiments genoten Private Barwick, Private Day en Lance Corporal Hayward ook op 2 mei 1915 sneuvelden en zij rusten op het aanpalende Reninghelst Churchyard Extension. Lieutenant Butcher werd 23 jaar.


Lance Corporal W Till.
Service number 7940. 1st Bn. North Staffordshire Regiment.
Gesneuveld 2 november 1915, 31 jaar.
De locatie van zijn graf ging verloren waardoor een
Special Memorial werd opgericht ter nagedachtenis.

We besloten om hier enkel de tune Flowers of Scotland te spelen bij de drie WWI graven en konden niet veel later toch op enkele toeschouwers rekenen die op een eindje alles in de gaten hielden. Nadien werd ook hier tussen de graven in de kiezeltjes ons PRWWI kruisje plechtig neer geplant waar het nu eens aan de beurt was aan Stuart om in de kiezeltjes te zitten. Toen we de groepsfoto gingen nemen waren we ineens onze twee pubers Chloë en Magali kwijt. Blijkbaar waren de twee meisjes dringend opzoek gegaan naar een toilet dat ze aan de overkant van de straat in de lokalen van een plaatselijke jeugdbeweging vonden, dachten we toen nog. We besloten om een beetje te wachten tot ze terug waren waarbij Alec iets verder een ontdekking deed. Er bleek hier ook twee Belgische militairen te zijn begraven in een burgergraf. Nader onderzoek liet ons weten dat het vader en zoon waren die naast elkaar waren begraven. De zoon Camiel Deman had volgens het graf opschrift gediend bij het 24ste maar er stond niet bij vermeld van welke eenheid, later onderzoek wees uit dat het hier ging om het 24ste Liniregiment van de 7de Infanteriedivisie. Wel liet het ons weten dat hij was gesneuveld in het bos van Houthulst op 29 september 1918









Hier rust ook één Belgisch slachtoffer. Camiel Deman.
Soldat bij het 24ste. Linie Regiment van de 7de Infanteriedivisie.
Hij sneuvelde in het bos van Houthulst op 29 september 1918 en hij rust nu naast zijn vader.

Daar we niet langer konden wachten op onze pubers besloten we maar om verder te trekken omdat er zich hier ook geen register bevond. We wandelden rustig van het kerkhof af om 14u20, draaiden het hoekje om en betraden om 14u20 Reningelst Churchyard Extension. Het rare aan deze begraafplaats was dat ze een grote rechthoekige vorm heeft van ongeveer een 630 vierkante meter en dat de CWG's maar aan een enkele zijde tegen de rode bakstenen omheiningmuur van het kerkhof liggen.





Reningelst was in Britse handen vanaf de herfst 1914 tot het einde van de oorlog. Het dorp lag voldoende ver van het front om dienst te doen als standplaats van 'Field Ambulances'. Het kerkhof en de Extension werden gebruikt van maart tot november 1915 tot de 'New Military Cemetery' werd geopend. De helft van de doden van de 'Extension' kwamen om bij Hill 60 (Zillebeke), toen Duitse eenheden er op 1 mei 1915 met chloorgas poogden de kunstmatige heuvel te heroveren. De eenheden van de Britse 5de divisie hielden stand, maar meer dan 300 mannen dienden met gasvergiftiging overgebracht te worden naar 'Field Ambulances' achter het front. Hier in Reningelst werden de gewonden onder meer opgevangen in de '15th Field Ambulance', die in de meisjesschool ingericht was. Op 5 mei lanceerden de Duitsers wel een succesvolle poging tot verovering van Hill 60, wat opnieuw heel wat slachtoffers opleverde. In de weide naast de kerk werden twee militairen geëxecuteerd: soldaat William Smith en een Australische militair. Smith ligt begraven op Reninghelst New Military Cemetery. Hier op de Extention liggen nu 55 Britten waaronder 1 niet geïdentificeerde en 1 Australiër uit de Eerste Wereldoorlog en 2 Britten uit de Tweede Wereldoorlog begraven.






We begonnen met fotograferen van de graven waarvan we het verhaal achter de steen wouden vertellen op deze mooi onderhouden begraafplaats met gemillimeterd altijd groene gras. Terwijl Alec en Daphné rondwandelden langs de lange rij graven, nam Stuart hier en daar een foto en noteerde Kurt enkele bijzondere epitafen. Het zonnetje scheen nog steeds fel en gezien de tijd van het jaar was het nog steeds aangenaam warm toen we niet veel later in het midden van de begraafplaats onze tune Amazing Grace speelden. Nadat we gedaan hadden met spelen en onze pipes terug op de sokkel van het Cross of Sacrifice gingen leggen kwamen onze puber BV's ook de begraafplaats opgewandeld, gibberend zoals pubermeisjes wel eens doen.

Private T Brammer. 
Service number 10163. 2nd Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment). 
Gesneuveld op 5 mei 1915. Hij werd 40 jaar 
en is daarmee de oudste op de begraafplaats. Graf 33.


Private J Devaney. 
Service number 6324. 1st Bn. Royal Irish Fusiliers. 
Hij sneuvelde op 21 maart 1915. Hij is hiermee het eerste slachtoffer dat hier begraven werd. Zelfs nog voor de slachtoffers op Reningelst Churchyard. Waarom de drie slachtoffers op de Churchyard dan toch nog op de burger begraafplaats werden bergraven blijft een vraag. Graf 57. 


Flight Lieutenant - Pilot Thomas Glynn Finlayson Ritchie. 
Service number 73010. 602 Sqdn. Royal Air Force Volunteer Reserve. 
Opvallend epitaaf: ‘One Of The Few To Whom So Many Owe So Much. 
May His Sacrifice Be Not In Vain.’ 
Gesneuveld tijdens WWII op 21 juli 1941 en rust in Graf 5A.


Chaplain 3rd Class The Rev. M Bergin MC (Military Cross). 
Australian Army Chaplains Department. 
Hoewel hij op 12 oktober 1917 sneuvelde en vanaf november 1915 Reninghelst New Military Cemetery in gebruik was werd hij toch hier begraven. Zo ook Private William James Barr die op 4 september 1918 sneuvelde. Bergin rust in Graf 1 en Barr in Graf 56. 


Rifleman Frederick Doggett. 
Service number 1622. 1st Bn. Monmouthshire Regiment. 
Mooi epitaaf: ‘Picturing You Dear Son In My Memory Just As I Saw You Last’. 
Gesneuveld 29 september 1915, 18 jaar. Graf 9. 


Second Lieutenant Curwen Vaughan Rawlinson. 
3rd Bn. attd. 1st Bn. Dorsetshire Regiment. 
Op de foto een kaart die de familie toegestuurd kreeg met een bericht van Curwen zelf. Op de voorzijde een foto van Reningelst, de plaats die zijn laatste rustplaats zou worden. Volgens de verslagen sneuvelde hij op Hill 60 tijdens een nacht patrouille op 21 mei 1915. Omdat hij in Reningelst rust doet vermoeden dat hij niet op Hill 60 sneuvelde maar eerst gewond werd overgebracht naar een veldhospitaal in Reningelst en daar stierf aan zijn verwondingen. 
Hij werd 24 jaar. Hij rust in Graf 26.


Private Henry Wilson. 
Service number 13991. 8th Bn. South Staffordshire Regiment. 
Gesneuveld 26 augustus 1915. Graf 27.


Private Tom Langman. 
Service number 11274. 2nd Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment). 
Gesneuveld door gifgas op 5 mei 1915, 23 jaar. Graf 31.












Bij het Cross of Sacrifice werd er nog wat nagepraat over enkele graven op deze begraafplaats waarna Alec ons PRWWI In Remembrance Cross plechtig neerplantte. We overliepen vlug ons lijstje om te zien of we alles hadden gehad dat we moesten hebben voor ons archief en besloten om te vertrekken naar onze volgende stop. Bij het verlaten van de begraafplaats kreeg Stuart iets in de gaten. Halfweg de begraafplaats en de parking vond hij een bord langs de weg waarop te lezen stond, "Cafe Open - Kinderbrouwerij" met een pijl naar de overkant van de straat. "Vandaar dat die twee pubers zo lang weg zijn geweest voor hun toilet bezoek.", liet hij zich ontvallen waarop de meisjes reageerden in koor, "O, als we dat hadden geweten!" Het was verdacht. We stapten in en begaven ons naar het gehucht Ouderdom langs de Vlamertingseweg waar we onze laatste begraafplaats voor vandaag zouden vinden.






Een rit van 2 Km bracht ons om 14u50 bij Grootebeek British Cemetery, een zeer mooie en toch wel speciale begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Op de begraafplaats lagen 111 slachtoffers begraven en het was gelegen op een soort van eiland dat je alleen maar kon bereiken via een 130 meter lang pad, met eeuwig groen gemillimeterd gras en een in natuursteen opgetrokken bruggetje.













Reningelst was vanaf de herfst van 1914 tot het einde van de oorlog in geallieerde handen. Het dorp lag ver genoeg van het front om dienst te doen als standplaats voor de veldhospitalen. De slachtoffers werden van maart tot november 1915 begraven op het kerkhof en zijn uitbreiding (Extension) en vanaf november 1915 ook op het pas geopende Reninghelst New Military Cemetery. In april 1918 (Slag om de Leie) werd een nieuwe begraafplaats aangelegd door veldhospitalen en gevechtseenheden bij het gehucht Ouderdom. De eerste naam van deze begraafplaats was trouwens Ouderdom Military Cemetery, maar werd later gewijzigd in Grootebeek British Cemetery, naar de Grotebeek die er langs stroomt. Bij de aanleg werd er een kleine begraafplaats met 7 Indische graven uit april 1915 in opgenomen.
Er liggen 109 doden uit de Eerste Wereldoorlog, waarvan er 2 herdacht worden met een Special Memorial omdat hun graven door artillerievuur vernietigd werden. Er liggen nu 100 Britten, waaronder 2 niet geïdentificeerde, 7 Indiërs, 1 Nieuw-Zeelander en 1 Zuid-Afrikaan. Drie Franse militairen die in april 1918 sneuvelden, werden later naar een andere begraafplaats overgebracht. Er liggen ook nog 2 Britse doden uit de Tweede Wereldoorlog begraven. Zij stierven tijdens de terugtrekking van de Britse troepen naar Duinkerke in mei 1940.




Het Indisch Plot

Hier toch een rij I







Terwijl Stuart zijn af te werken lijstje met de namen voor het verhaal achter de steen en Kurt opzoek was naar bijzondere epitafen werden onze twee pubers ineens heel actief. Nader onderzoek liet ons weten dat ze een 'cache' hadden ontdekt hier ergens op deze begraafplaats. Een 'cache' is een 'schat' of een aanwijzing naar een schat van het internationale spel Geocachen. Het is een gratis schatzoekspel in de echte wereld, gebruik makend van GPS-ontvangers. Deelnemers navigeren naar een specifieke plek met behulp van GPS coördinaten en doen dan een poging de geocache (container) te vinden die op die locatie is verstopt. Er zijn 2,751,675 actieve geocaches en meer dan 6 miljoen geocachers in de hele wereld.

Sepoy Muhammad Elahi. 
Service number 1761. 129th Duke of Connaught’s Own Baluchis. 
Eén van de 7 Indiërs op de begraafplaats. 
Gesneuveld 27 april 1915. Rij B Graf 3.


Serjeant E Perkins DCM (Distinguished Conduct Medal). 
Service number 33429. “D” Bty. 50th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 25 april 1918. Zijn graf ging verloren dus werd er 
een ’Special Memorial’ voor hem opgericht. 


Private F Payne. 
Service number 291717. 8th Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
De enige van de Black Watch op de begraafplaats. 
Gesneuveld 25 april 1918, 21 jaar. Rij B Graf 9.


Private John William Linley. 
Service number 5882433. 2nd Bn. Northamptonshire Regiment. 
Eén van de twee WWII slachtoffers op de begraafplaats. 
Mooi epitaaf: 'Sleep On Dear Husband While Life And Memory Last, 
I Will Remember Thee. Loving Wife Vera.’ 
Gesneuveld 28 mei 1940, 29 jaar. Rij G Graf 12.


Lance Corporal John Clifford Green. 
Service number 42399. 9th Bn. Cameronians (Scottish Rifles). 
Gesneuveld 26 april 1918, 19 jaar. Rij C Graf 8.


Private John Lynn VC (Victoria Cross) DCM (Distinguished Conduct Medal). 
Service number 1272. 2nd Bn. Lancashire Fusiliers. 
An extract from the "London Gazette," dated 29th June, 1915, records the following:-"For most conspicuous bravery near Ypres on 2nd May 1915. When the Germans were advancing behind their wave of asphyxiating gas, Pte. Lynn, although almost overcome by the deadly fumes, handled his machine gun with very great effect against the enemy, and when he could not see them he moved his gun higher up on the parapet, which enabled him to bring even more effective fire to bear, and eventually checked any further advance. The great courage displayed by this soldier had a fine effect on his comrades in the very trying circumstances. He died from the effects of gas poisoning.” 
Gesneuveld 2 mei 1915, 27 jaar. Hij werd begraven op Vlamertinghe Churchyard maar zijn graf ging verloren door latere gevechten. Daarom wordt hij hier herdacht op Vlamertinghe Churchyard Memorial.



Toen Stuart klaar was met zijn lijstje ging hij eens luisteren bij de meisjes en ontdekte dat ze de opdracht niet goed hadden gelezen. Hier kon je met behulp van het bezoekersregister aanwijzingen vinden naar een volgende locatie om de uiteindelijk 'cache' te vinden. Niet veel later toen alles een beetje opgehelderd was besloten we om onze PRWWI tunes te spelen bij het Cross of Sacrifice waarnaast we ook het graf terug vonden van Soldaat John Lynn. Soldaat John Lynn van het 2nd Bn. Lancashire Fusiliers werd onderscheiden met het Victoria Cross voor zijn moedig optreden op 2 mei 1915 bij een aanval van de Duitse troepen tijdens de Tweede Slag om Ieper nabij Shell Trap Farm. Hij was 28 jaar toen hij op 3 mei 1915 stierf als gevolg van chloorgasvergiftiging. Hij werd begraven op het kerkhof van Vlamertinge maar zijn graf werd door inslaande granaten vernield. Hier in het Grootebeek British Cemetery wordt hij herdacht met een Special Memorial. Hij ontving eerder ook nog de Distinguished Conduct Medal (DCM) en het Kruis van de Orde van St. George, 4e klas (Rusland).
Aan de andere zijde van het Cross of Sarcifice vonden we het Special Memorial terug van Sergeant E. Perkins die eveneens een D.C.M. behaalde.





 Flower of Scotland en gevolgd door Amazing Grace klonken immens mooi op deze kleine, mooie en vooral rustige begraafplaats waarna we onze pipes terug op de stenen bank legden aan de zijkant van de graven. We wandelden terug naar het Cross of Sacrifice waar we plechtig ons PRWWI In Remembrance kruisje neerplantten. We besloten om iets verder de groepsfoto te nemen met enkele van de graven op de achtergrond waarna we stilaan naar de brug die toegang gaf aan de begraafplaats trokken om er het bezoekersregister terug te vinden. We tekenden allen een voor een het register om niet veel later terug richting auto te trekken. Bij het verlaten moest Kurt toch eens uitvissen hoe diep het water uiteindelijk wel scheen te zijn. Toen Magali en Chloë opkeken zagen ze dat Kurt tot aan zijn knieën was weggezakt in het riet. Bij nader onderzoek van de meisjes bleek dat hij hun had gefopt want hij bleek achteraf gewoon op zijn knieën te zitten aan de zijkant van de sloot.

















Terug bij de auto gekomen laden we alles in en werd er nog even bijgepraat want we kwamen tot de conclusie dat we wel een stuk vroeger geëindigd waren dan voorzien. Waarschijnlijk kwam dat omdat we een paar kleinere begraafplaatsen hadden bezocht en toch evenveel tijd hadden uitgetrokken als bij de grotere begraafplaats. Kurt schonk, zoals we hem reeds kennen, op zijn manier de traditiegetrouwe dram uit. Dit maal had hij gekozen voor een Kilchoman whisky welke heerlijk rook en uiteraard proefde. Nadat we onze dram hadden genuttigd besloot Alec huiswaarts te keren en namen afscheid, komende van Antwerpen had hij natuurlijk nog een heel stuk weg voor de boeg. Wijzelf bleven nog een tijdje napraten met Daphné over de voorbije tocht en de nog komende tochten omdat we vonden dat we toch minstens huiswaarts moesten keren op het uur dat we hadden afgesproken.




Rond 16u10, een dik half uur later namen we afscheid van Daphné, stapten in en begaven ons ook huiswaarts. Onze inmiddels 19de tocht zat erop voor vandaag en we waren heel tevreden over het verloop ervan, alles verliep rustig en ontspannen en de weergoden waren ons goed gezind. Bedankt Alec, Daphné en natuurlijk niet te vergeten onze BV meisjes Magali en Chloë, want dit is toch altijd een meerwaarde, om er terug bij te zijn. We hopen dat jullie er evenzeer van hebben genoten als wij deden en kijken reeds uit naar een volgende tocht...

Groeten Stuart en Kurt