zondag 4 februari 2018

Trip 31: Irish House Cemetery, Lindenhoek Chalet Military Cemetery, Kemmelberg Ossuaire Français, Kemmel Communal Cemetery, Kemmel Chateau Military Cemetery & La Laiterie Military Cemetery.

Datum: 04/02/2018
Begraafplaatsen: Irish House Cemetery, Lindenhoek Chalet Military Cemetery, Kemmelberg Ossuaire Français, Kemmel Churchyard, Kemmel Chateau Military Cemetery, La Laiterie Military Cemetery
Afstand:  180Km
Weer: Bewolkt met ijskoude snijdende wind
Deelnemers: Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers: Patrick Verhaege, Danielle Roubroeks, Rudi Rasker, Daphné Vangheluwe en Monique Duhayon.



Info :

Toen we vanmorgen onderweg waren richting Westhoek om onze 39ste rit te rijden van het Pipers Remembering WWI project, hadden we het erover dat het weer eens een frisse dag zou worden. Het waren koude temperaturen en er stond een ijzige wind. 




Na een dik uur arriveerden we rond 10u20 bij Irish House Cemetery en merkten we op de Danielle en Rudi reeds op post waren. Goed ingeduffeld met een warme dikke jas, gewapend met hun camera zouden zij ons vandaag opnieuw volgen langsheen enkele begraafplaatsen. Net toen we onze pipes wouden gaan het tunen arriveerde ook Patrick aan de horizon. Na iedereen een goeie morgen te hebben gewenst stemden we eerst verder onze pipes en namen al onze spullen zodat we er weer helemaal klaar voor waren.





Toen we richting begraafplaats liepen die in feite een beetje verscholen lag achter een boerderij, zagen we in de verte op de Kemmel een van onze volgende stops liggen. We gingen verder en bij het ingangshek dienden we toch een beetje uit te kijken waar we onze voeten zetten want het altijd groene pad lag er zompig bij. Door de hoge waterstand stond het pad bijna onder water. Eens op de begraafplaats vonden we aan de zijkant een stenen bank die we direct in beslag namen om onze pipes op achter te laten. Een zeiltje werd gelegd om ze toch iets of wat te kunnen beschermen en weg waren we. Onze volgers trokken over de begraafplaats op zoek naar enkele mooie plaatjes terwijl Stuart en Kurt eveneens hun ding begonnen te doen. Stuart telde het ene na het andere zerkje en af en toe hield hij even halt om enkele foto's te nemen van het graf waarover we wat meer wilden vertellen.



De naam van deze begraafplaats, Irish House Cemetery, komt van een nu verdwenen boerderij die door de Britten 'Irish House' werd genoemd. In juni 1917 startte de 16th (Irish) Division met de aanleg ervan en het werd met tussenpozen gebruikt tot september 1918. Er liggen nu 103 Britten, waarvan er 40 niet geïdentificeerd konden worden, en 14 Australiërs begraven. In een massagraf liggen 33 officieren en manschappen van de 1st Gordon Highlanders. Zij kwamen om tijdens een aanval van de 3rd Division op Wijtschate in december 1914 en werden door de 11th Royal Irish Rifles in juni 1917 hier herbegraven. Voor één Australiër werd een Special Memorial opgericht omdat zijn graf niet meer teruggevonden werd en men neemt aan dat hij zich onder een naamloze grafzerk bevindt. Er liggen ook nog 4 onbekende Duitsers onder 1 grafsteen begraven.






De vier onbekende Duitse slachtoffers.

Private Harold Murray. 
Service number 29010. 1st/1st Bn. King’s Shropshire Light Infantry attd. Herefordshire Regiment. 
Gesneuveld 3 september 1918, hij is hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 18 jaar. Rij AA Graf 2.

Private George William Guest. 
Service number 18502. 7th Bn. South Staffordshire Regiment. 
Gesneuveld 9 juni 1917. Hij werd 41 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats. 
Rij A Graf 28.

‘Thirty Non-Commissioned-Officers and Men of the Great War’. 
Eigenlijk gaat het hier over 33 slachtoffers van de Gordon Highlanders die op 14 december 1914 samen sneuvelden en hier samen in juni 1917 werden herbegraven door de 11th Royal Irish Irish Rifles. Het gaat inderdaad over 33 slachtoffers want 3 onder hen konden geïdentificeerd worden. Zij kregen dan ook een aparte grafzerk naast deze in Rij A Graf 32. 
Het gaat over Lieutenant William Findlay Robertson Dobie, 27 jaar, Lieutenant James Julian Gordon McWilliam, 19 jaar en Company Quartermaster Serjeant McKinlay. 

Lance Corporal Maurice Albert Thistlethwaite. 
Service number 458. 8th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 2 april 1918, 24 jaar. Men weet dat hij een laatste rustplaats kreeg op de begraafplaats 
maar de exacte locatie ging verloren, hierdoor kreeg hij een Special Memorial in Rij C Zerk 1A.

Lance Corporal Fred Latham MM (Military Medal). 
Service number 15952. 11th Bn. Manchester Regiment. 
Gesneuveld 7 juni 1917. Rij A Graf 19. 

Lieutenant William Findlay Robertson Dobie. 
1st Bn. Gordon Highlanders. 
Samen met 32 van zijn kameraden gesneuveld op 14 december 1914. 
William is één van de drie die geïdentificeerd konden worden. 
Hij werd 27 jaar en zijn zerk staat in Rij A Graf 30. 

Lieutenant James Julian Gordon McWilliam. 
1st Bn. Gordon Highlanders. 
Samen met 32 van zijn kameraden gesneuveld op 14 december 1914. 
James is één van de drie die geïdentificeerd konden worden. 
Hij werd 19 jaar en zijn zerk staat in Rij A Graf 30. 

Private Robert Tomlin. 
Service number 3893. 32nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 19 november  1917, 20 jaar. Rij C Graf 6.

Nadat Stuart zijn namenlijstje had afgewerkt gingen we onze pipes ophalen op de stenen bank en trokken ermee naar het Cross of Sarcifice waar we in de buurt onze Pipers Remembrance tunes Flower of Scotland en Amazing Grace zouden spelen. Toen niet veel later de eerste klanken van Flower of Scotland over de begraafplaats rolden leek het alsof de ijskoude en vooral snijdende wind een beetje ging liggen. Na Flower of Scotland werd een kleine stilte in acht genomen waarna we verder gingen met Amazing Grace. Nadien gingen we meteen over tot het nemen van de groepsfoto. Met ingetrokken borst, vooruit gestoken buik en een brede glimlach werden we vereeuwigd op Irish House Cemetery.






Het PRWWI In Remembrance kruisje zou niet veel later neer geplant worden in de buurt van het Cross of Sacrifice bij het graf van een onbekend slachtoffer, 'Known unto God'. Net toen het kruisje plechtig zou neer geplant worden kwam ineens de zon doorheen het zware wolkendek piepen. Kurt stond daar ineens al met zijn beide armen in de lucht omhoog kijkend naar onze vrienden die toch een beetje warmte op ons lieten stralen. Het was een zalig gevoel. Na ons PRWWI In Remembrance  plechtigheid trokken we naar de ingang waar we plechtig het bezoekers register gingen invullen. Het kende een laatste input op 8  december 2017 door een zekere Frank Swart uit Amsterdam, Nederland. We vulden het bezoekers register in en niet veel later verlieten we rond 11u15 Irish House Cemetery om koers te zetten naar Lindenhoek Chalet Military Cemetery.














Na een tweetal minuten rijden met de PRWWI mobiel parkeerden we naast de begraafplaats waarna we onze pipes, camera en andere spullen namen en liepen Lindenhoek Chalet Military Cemetery op. De begraafplaats ligt op ongeveer een 870m ten zuiden van het dorpscentrum, ze is omgeven door een bakstenen muur en ligt iets hoger dan het straatniveau. Het Cross of Sacrifice staat centraal tegen de westelijke muur. Er liggen 315 doden begraven waarvan 67 niet geïdentificeerd konden worden.




De naam van deze begraafplaats verwijst naar een gehucht ten zuiden van Kemmel, waar toen een chalet stond. In maart 1915 werden door medische posten, Field Ambulances en gevechtseenheden de eerste slachtoffers begraven. Dit bleven ze doen tot oktober 1917. Na de wapenstilstand werden nog meer dan 100 gesneuvelden uit de slagvelden rond Kemmel bijgezet. Er liggen nu 282 Britten, waaronder 65 niet geïdentificeerde, 10 Australiërs, waaronder 1 niet geïdentificeerde, 15 Canadezen en 8 Nieuw-Zeelanders, waaronder 1 niet geïdentificeerde begraven. Voor 4 Australiërs en 2 Britten werden Special Memorials opgericht omdat hun graven niet meer gelokaliseerd konden worden en men aanneemt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden.

We legden onze pipes op de omheinginsmuur en alvorens meteen in gang te schieten overliep Stuart alles eens om te dubbel checken. Een oude grijze man had hem ooit eens gezegd dat hij alles moest dubbel checken. Niet veel later trokken we  tussen de graven opzoek naar de uitgekozen graven waar we iets meer over zouden willen vertellen en hoewel het zonnetje fel aan de hemel zat bleef het toch ijs koud. 











Hier in beide plots een rij 'I' (i). Heel vreemd dat hier nog steeds geen duidelijk antwoord over is.


De twee Duitse slachtoffers op de begraafplaats.

Ook enkele gemeenschappelijke graven op de begraafplaats.

Private William Richard Reeves. 
Service number 2804. 56th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 21 maart 1918. De exacte locatie van zijn graf is verloren gegaan 
maar men weet zeker dat hij op de begraafplaats rust. 
Daarom word hij herdacht op Special Memorial A 4. 

Lance Corporal Walter Francis Eager. 
Service number 3491. 18th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 27 maart 1918, 30 jaar. De exacte locatie van zijn graf ging verloren 
maar er word aangenomen dat hij op de begraafplaats rust. 
Daarom word hij herdacht op Special Memorial B 5. 

Corporal Alexander Leslie McLaren. 
Service number 122. 18th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 26 maart 1918. De exacte locatie van zijn graf ging verloren 
maar er word aangenomen dat hij op de begraafplaats rust. 
Daarom word hij herdacht op Special Memorial B 6. 

Rifleman Leslie Charles Denize. 
Service number 15349. 2nd Bn. 3rd. New Zealand Rifle Brigade. 
Gesneuveld 7 juni 1917, 21 jaar. Plot II Rij K Graf 9.

Sapper Charles Sacks. 
Service number 4341. 13th Field Coy. Australian Engineers. 
Gesneuveld 8 juni 1917, 23 jaar. Plot II Rij I Graf 1. 

Sergeant John Robert Prindiville. 
Service number 3842. 52nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 8 juni 1917, 24 jaar. Plot II Rij I Graf 5. 

Private Walter Allen. 
Service number 1175. 1st/5th Bn. Leicestershire Regiment. 
Gesneuveld 18 april 1915, 21 jaar. Plot II Rij H Graf 2. 

Lance Corporal Henry George Cook. 
Service number 10/1106. 1st Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 7 juni 1917. Plot II Rij F Graf 10.

Rifleman James Aspinall. 
Service number 227032. 1st Bn. Monmouthshire Regiment. 
Gesneuveld 15 april 1918. Plot II Rij D Graf 6.

Private P McGrory. 
Service number 14916. 16th Bn. Highland Light Infantry. 
Gesneuveld 6 juni 1917.  Plot I Rij B Graf 2.

Private Alwyne John Baum. 
Service number 2278. 1st/5th Bn. Leicestershire Regiment. 
Gesneuveld 4 juni 1915, 19 jaar. Plot I Rij C Graf 6. 

Private William Arthur Smith. 
Service number 19552. 1st Bn. Welsh Regiment. 
Geboren in Toronto, Canada maar ging in Wales in dienst. Hij schreef de brief op de foto volgens het krantenartikel een dag volgens een andere bron een maand voor zijn dood. In de brief schrijft hij dat regelmatig bijna geraakt was maar tot op vandaag was het nooit raak. Op 17 juli 1915 werd hij toch geraakt en werd het hem fataal. Hij rust in Plot I Rij F Graf 4. 

Private Jacob Alan Mancktelow. 
Service number 71617. “C” Coy. 27th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 9 januari 1916, 25 jaar. Plot I Rij G Graf 8. 

Private Albert George Palmer. 
Service number 71945. 27th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 21 januari 1916. Plot I Rij G Graf 10. 

Private David William Blackwell. 
Service number 71877. 27th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 22 januari 1916, 22 jaar. Plot I Rij G Graf 11. 

Private John Thorold Blowers. 
Service number 71573. 27th Bn. Canadian Infantry. 
Op de foto de man met de pijp. 
Gesneuveld 6 februari 1916, 22 jaar. Plot I Rij G Graf 13.

Gunner Harold Mather. 
Service number 84981. 155th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 28 september 1917, 28 jaar. Plot I Rij H Graf 1(Jt.)

Corporal William Robert Beeton. 
Service number 12844. 2nd Bn. Suffolk Regiment. 
Gesneuveld 9 mei 1916, 24 jaar. Plot I Rij J Graf 10. 

Toen Stuart klaar was met het verwerken van zijn lijstje ging Kurt op zijn beurt de pipes halen en trok ermee naar het midden van de begraafplaats. Hij moest toch nog even wachten op Stuart want die was blijkbaar weer het een of ander aan het uitleggen. Uiteindelijk kwam hij er aan en enkele ogenblikken later klonken onze Pipers Remembrance WWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace over de kleine en mooie begraafplaats. Na het spelen van onze tunes werd meteen de groepsfoto genomen. Op deze manier moesten we niet teveel onze pipes blootstellen aan de koud en vochtige omgeving. 







Iedereen haalde een brede glimlach tevoorschijn hoewel het volgens Kurt gewoon de zon was die fel op ons gezicht scheen. Na het nemen van de groepsfoto zouden we over gaan tot het plechtig neerplanten van het PRWWI In Remembrance kruisje waarbij Kurt binnensmonds weer commentaar stond te geven over het handelen van Stuart. Danielle, Rudi en Patrick konden met moeite hun lach bedwingen. Helemaal liep het mis toen Kurt de camera onder handen nam om een selfie te nemen onder het mom van; Hoe macheerd dat hier nu eigenlijk. Stuart kwam een handje toesteken waarbij onze volgers zich allen even moesten omdraaien om niet in een deuk te liggen. Het lukte uiteindelijk om een deftige foto te nemen van ons PRWWI In Remembrance kruisje. Niet veel later zakten we af naar de ingang van de begraafplaats waar we het bezoekersregister aantroffen in het ingebouwd kastje onder de steen waarin de naam van de begraafplaats was gebeiteld.





Kurt haalde het bezoekersregister tevoorschijn en ging ermee op de stenen bank zitten die was ingewerkt achter het toegangshek van de begraafplaats. Zijn gezicht vertrok en even sloeg hij wit uit want de bank was eveneens ijskoud en met zijn kilt. Men moest er geen tekeningetje van maken. Stuart en onze volgers stonden allen hartelijk te lachen bij het zien van de gekke bekken dat Kurt trok toen hij ineens omhoogschoot om zijn billen terug wat op te armen. Tot iedereen een beetje bekomen was tekenden we plechtig het bezoekersregister dat een laatste input kende van 11 januari 2018 van een groepje kinderen uit Brugge. Bij het bezoekersregister zat ook de foto van Pte Charles Shephert met wat info bij. Hij sneuvelde op 8 april 1915 op 20 jarige leeftijd en was hier eveneens begraven. Stuart liep direct de begraafplaats terug op om een foto te nemen van het graf zodat Pte Charles Shephert eveneens mee stond op het namenlijstje van Stuart.








Private Charles M Shepherd. 
Service number 2023. 1st/7th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Zijn foto vonden we terug bij het register. 
Gesneuveld 8 april 1915, 20 jaar. Plot I Rij B Graf 10. 

Niet veel later verlieten we Lindenhoek Chalet Military Cemetery rond 12u, een kwartiertje later dan voorzien en zetten koers naar het Franse Ossuarium op de Kemmelberg. Het Ossuaire Kemmelberg is een Frans militair massagraf met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. De begraafplaats ligt op de westelijke flank van de Kemmelberg, op de grens van de Belgische deelgemeenten Kemmel en Loker. Er worden 5294 Franse doden herdacht; slechts 57 konden met naam worden vermeld. Het is de grootste Franse militaire begraafplaats in België, en telt zo'n 1000 gesneuvelden meer dan de begraafplaats Saint-Charles de Potyze in Ieper. De begraafplaats heeft een driehoekig grondplan en bestaat uit vier massagraven. Centraal staat een witte natuurstenen obelisk met gedenkplaten. De aanleg van de begraafplaats begon na het einde van de oorlog. Deze begraafplaats werd in 2008 als monument beschermd


We gingen de begraafplaats op en legden onze pipes op het zeiltje bovenop een houten bank. Kurt begon zich wat te ergeren aan wat rondslingerende lege blikjes en plastieken drankflesjes en deponeerde die niet veel later in de vuilnisbak bij de ingang. Stuart was in tussentijd al druk in de weer om samen met de andere volgers wat foto's te nemen van het Ossuarium. In feite een kleine mooi begraafplaats waarvan je je niet kon voorstellen hoeveel slachtoffers hier eigenlijk wel waren begraven. Meer dan 5000 op enkele vierkante meter, ongelofelijk. Toen iedereen een beetje klaar was gingen we onze pipes ophalen onder het toezicht van enkele nieuwsgierige belangstellende pasanten die ons nauwlettend in de gaten hielden. We speelden onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace bij of voor de centraal staande obelisk. Na het spelen van onze tunes Grace gingen we ook hier direct over tot het nemen van de groepsfoto waarna we onze pipes terug op het zeiltje gingen leggen. 



















Nadat we onze pipes veilig weg gelegd hadden besloten we het PRWWI In Remembrance kruisje bij de Obelisk te leggen. Nadien vonden we schuin tegeover het houten bankje in de richting van de ingang een stenen zuil terug waarin het bezoekersregister zat. Het bezoekersregister werd plechtig ingevuld en kende een laatste input op 13 januari 2018 door een zekere Vincent Fleurbaie. 








Even nadien, toen iedereen het bezoekersregister had ingevuld, borgen we onze pipes veilig op in de PRWWI mobiel en besloten we tot helemaal boven op de Kemmelberg tot gaan waar nog een groot monument was opgericht voor de vele Franse slachtoffers die hier waren gevallen in de oorlog. Het werd een serieuze klim en met Kurt op kop stonden we voor we het besften helemaal boven op de Kemmelberg. Boven gekomen konden we even genieten tussen de bomen door van de mooie horizon terwijl Stuart en onze volgers enkele foto's namen van het monument. Niet veel later zetten we terug de afdaling en maar was het toch even uitkijken met de stalen hielen van onze schoenen op de kasseien. Stuart en Kurt besloten voor alle veiligheid maar naast de kasseien te gaan lopen want als ze niet uitkeken zouden ze uitglijden. 













Met een brede glimlach wandelden we allen naar de PRWWI mobiel toe alwaar onze lunch en warme koffie tevoorschijn werd gehaald. De lunch smaakte heerlijk en de koffie nog meer zo op een houten bank net buiten het Franse Ossearium terwijl we de al gepasseerde tocht met zijn allen overliepen. 




Na de lunch werd alles zorgvuldig opgeruimd en ingeladen waarna we koers zetten richting Kemmel waar we zo rond 13u20 arriveerden, een klein half uurtje later dan voorzien. We parkeerden er de PRWWI mobiel laden onze spullen uit en gewapend met onze pipes en camera trokken we richting de ingang van Kemmel Churchyard. Opeens kwam de geur van een vers gebraden kip aan het spit ons tegemoet. Stuart en Kurt keken eens naar elkaar en vonden het beiden spijtig dat ze net gegeten hadden. Anders had onze tocht nog net iets langer uitgelopen zo lekker rook het. Maar we waren niet naar hier gekomen om kip te eten, op naar Kemmel Churchyard. 





Door ons voorafgaande research moesten we niet lang zoeken waar we alle slachtoffers konden vinden. We wandelden naar het plot met de 21 CWG's waar Stuart meteen in gang schoot om enkele foto's te nemen van de graven die we met ons PRWWI project een gezicht wouden geven. Toen Stuart daarna klaar was met zijn lijstje, gingen we naar de andere kant van de kerk want daar lagen ook nog enkele CWG's. Ook hier werden er een paar foto's genomen waarna we opzoek gingen naar onze pipes die we hadden achtergelaten bij een groot grafmonument aan de andere zijde van de kerk.










Lieutenant Percy Dale Kendall. 
10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment). Hij was een Rugby Union speler. 
Gesneuveld 25 januari 1915, 36 jaar. 
De exacte locatie van zijn graf ging verloren door latere bombardementen. 
Daarom wordt hij herdacht op Special Memorial 14.

Second Lieutenant Frederick Harding Turner. 
10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment). Hij was een Schots Rugby International. 
Gesneuveld 10 januari 1915, 27 jaar. 
De exacte locatie van zijn graf ging verloren door latere bombardementen. 
Daarom wordt hij herdacht op Special Memorial 13.

Captain Miles Radcliffe. 
2nd Bn. Border Regiment attd. 1st Bn. Royal Scots Fusiliers. 
Gesneuveld 12 december 1914, 31 jaar. 
De exacte locatie van zijn graf ging verloren door latere bombardementen. 
Daarom wordt hij herdacht op Special Memorial 2.

Lieutenant James Robertson Jack Mylles. 
3rd Bn. Highland Light Infantry attd. 1st Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 30 december 1914, 21 jaar. 
De exacte locatie van zijn graf ging verloren door latere bombardementen. 
Daarom wordt hij herdacht op Special Memorial 12.

Second Lieutenant Musgrave Cazenove Wroughton. 
12th (Prince of Wales’s Royal) Lancers. 
Gesneuveld 30 oktober 1914, 23 jaar. Rij A Graf 3. 

Toen we onze pipes onder de arm hadden genomen wandelden we naar het plot met de 21 CWG's en in het midden daarvan speelden we onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace. Het klonk heerlijk zo naast de kerk op die stille plaats en terwijl we aan het spelen waren zagen we vanuit onze ooghoeken 2 bekenden aangewandeld komen. Daphné en Monique konden nog net mee genieten van de laatste klanken van onze PRWWI tune Amazing Grace tot er terug een stilte viel over de begraafplaats. Onze pipes werden terug op hun veilige plaats gelegd waarna Stuart ineens met een brede glimlach zijn handschoenen terug aantrok. Ja, ja, lach maar, mijn handen zullen geen kou hebben met die Heating Pads. "Met wa!?" vroeg Kurt. 'Awel ja, er zitten zo van die zakjes in mijn handschoenen die warmte afgeven en das lekker warm nu. "Man, man, man... " antwoordde Kurt met zijn hoofd schuddend "waar gaat dat naartoe met de jeugd?" Iedereen stond daar op dat moment te lachen met de commentaar die Kurt had.













Toen volgens Kurt meneer zijn handen warm genoeg waren trokken we naar de andere zijde van de kerk waar we het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neerplanten bij het graf van het onbekend slachtoffer die hier was begraven. Onder het vele geklik van de camera's van onze volgers werd zo ook ons kruisje vereeuwigd op het kerkhof van Kemmel. Niet veel later gingen we onze pipes terug ophalen, namen onze spullen van wandelden richting PRWWI mobiel waar we alles inladen om onze tocht verder te zetten. 







We verlieten Kemmel omstreeks 14u en zetten koers naar Kemmel Chateau Military Cemetery waar we zo een drie minuten later aankwamen. We parkeerden er onze PRWWI mobiel en toen we uitstapten bleek het ineens een stuk kouder aan te voelen. De temperaturen zakten weer een beetje wat dan ook gelijk een beetje vochtigheid met zich meebracht.





We gingen Kemmel Chateau Military Cemetery op en lieten onze pipes voor alle zekerheid achter in de PRWWI mobiel om ze niet teveel bloot te stellen aan de koude en vooral vochtige omgeving waarin we vertoefden. Stuart ging meteen aan de slag om zijn namenlijstje af te werken, terwijl anderen hier en daar even stilstonden bij de vele slachtoffers die hier begraven waren. Kemmel lag tijdens de oorlog nabij het front van de Ieperboog, in geallieerd gebied. In het noordoosten van het dorpscentrum stond tot voor de oorlog het kasteel van Kemmel. In het noorden van het kasteeldomein begon men in december 1914 met de aanleg van de begraafplaats. De troepen bleven de begraafplaats gebruiken tot maart 1918, want eind april dat jaar namen de Duitsers bij hun lenteoffensief het dorp in. Op 31 augustus 1918 kon Kemmel heroverd worden, maar door de beschietingen van de voorbije maanden waren het kasteel en de begraafplaats verwoest. Het kasteel werd niet meer herbouwd. Er liggen nu 1.030 Britten, waarvan 21 niet geïdentificeerd konden worden, 24 Australiërs,waaronder 1 niet geïdentificeerde, 80 Canadezen en 1 Nieuw-Zeelander uit de Eerste Wereldoorlog begraven. Onder hen zijn 11 gesneuvelde tunnelgravers die op 10 juni 1916 omkwamen bij de explosie van een mijnschacht in Petit Bois in Wijtschate. Er rusten ook nog 21 Britten, waarvan 3 niet geïdentificeerde en 1 Noord-Afrikaanse Franse soldaat uit de Tweede Wereldoorlog. Zij kwamen om tijdens de terugtrekking van het British Expeditionary Force naar Duinkerke in mei 1940. 







Op een gegeven moment, toen iedereen over de begraafplaats zwierf begon het even lichtjes te regenen, hoewel er toch gelijk heel kleine hagelsteentjes bij waren. Stuart liep ineens achter een hulpstuk naar de PRWWI mobiel en kwam terug met zijn grote paraplu waaronder hij plaats nam om verder te doen. Toen niet veel later zijn lijstje was afgewerkt ging Kurt de pipes ophalen in de PRWWI mobiel en verzamelden we tussen de Stone of Remembrance en het Cross of Sacrifice aan de zijkant van de begraafplaats om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. Hoewel het ondertussen heel koud geworden was voor onze vingers konden we toch moeiteloos onze tunes spelen en pas op, nu ook zonder 'heating pads' hé, volgens Kurt. Onze volgers hadden er weer alle plezier in.












De slachtoffers van WWII.

Private Stanley Stewart. 
Service number 6730. 2nd Bn. Royal Scots Fusiliers. 
In november 1914 vocht hij voor het eerst maar raakte gewond en werd voor verzorging naar huis gestuurd. Aangezien hij in shock was verbleef hij enkele jaren in een instelling. In de zomer van 1917 werd hij zonder enige medische keuring terug richting het front gestuurd tot grote verbijstering van zijn moeder. Op weg naar zijn plaats aan het front probeerde hij op 25 juli 1917 te vluchten en verliet zijn regiment. Hiervoor werd hij wegens desertie opgesloten maar toen een granaat in de buurt van zijn cel ontplofte zette hij het terug op een lopen. In de ochtend van 29 augustus 1917 werd hij door zijn collega’s van het 2nd Bn. Royals Scots Fusiliers geëxecuteerd. 
Hij werd amper 21 jaar. Zijn verhaal haalde toen de pers en werd zelfs besproken in het parlement zonder veel gevolg. 
Het was pas veel later dat men de gevolgen van ‘Shellshock’ ernstig is beginnen nemen is. 
Stanley ligt begraven in Rij G Graf 66.  

Private James Smith. 
Service number 52929. 17th Bn. The King’s (Liverpool Regiment). 
Shot at Dawn voor desertie op 5 september 1917, 26 jaar. Rij M Graf 25. 

Private D Langley. 
Service number 3176. 3rd Bn. Monmouthshire Regiment. 
Treffend epitaaf: ‘ Mother Waited His Return To Clasp His Loving Hand But God Postponed The Meeting.’ 
Gesneuveld 26 augustus 1915, 21 jaar. Rij K Graf 15. 


Private H Jervis. 
Sevice number 30049. 1st Bn. Welsh Regiment. 
Voor zover bekend geen familie. 
Gesneuveld 8 augustus 1915. Rij B Graf 55. 

Lieutenant Joseph Charles Tyndall. 
4th Bn. Royal Dublin Fusiliers attd. 2nd Bn. Royal Irish Rifles. 
Gesneuveld 2 maart 1915, 22 jaar. Rij A Graf 1. 

Private Guy Barclay Pollexfen. 
Service number 3406. 10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment). 
Gesneuveld 26 januari 1915. Rij A Graf 6. 

Captain Henry Gordon Wright. 
8th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 6 juni 1915, 29 jaar. Rij D Graf 60. 

Second Lieutenant William Humphrey Hollins. 
8th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 15 juni 1915, 19 jaar. Rij D Graf 70. 

Serjeant John Herbert Fletcher. 
Service number 2364. 1st/6th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Op 13 april 1915 werd hij door een scherpschutter neer geschoten toen hij de loopgrachten in ging. 
Rij E Graf 48. 

Private John William “Jack” Wright. 
Service number 2243. 1st/8th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 20 april 1915, 18 jaar. Rij E Graf 62. 

Private Maurice Gurney Jameson. 
Service number 1116. Honourable Artillery Company. 
Gesneuveld 6 maart 1915, 28 jaar. Rij H Graf 54. 

Lieutenant Fergus Algernon Sutton. 
2nd Bn. South Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 27 februari 1915, 23 jaar. Rij H Graf 24. 

Private Ino Laurence Kennedy Nuttall. 
Service number 79867. 31st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 3 oktober 1915, 23 jaar. Rij K Graf 35. 

Private John Grant Anderson. 
Service number 71568. 27th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 13 oktober 1915, 20 jaar. Rij K Graf 45. 

Corporal William Crawford MacKinnon. 
Service number 80045. 31st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 7 november 1915, 28 jaar. Rij K Graf 56.

Private David Edward Walsh. 
Service number 432420. 49th Bn. Canadian Infantry. 
Hij sneuvelde op 11 november 1915, blijkbaar zijn 25ste verjaardag. Rij K Graf 58. 

Private Count One Krag-Juel-Vind-Frijs. 
Service number 73446. 28th Bn. Canadian Infantry. 
Hij was de zoon van Jens Christian, Graaf van Juellinge, Lolland, Denemarken. 
Zijn epitaaf komt uit een bekend Deens begrafenis lied. Vertaald wil het zeggen: 
‘Nu sluit ik mijn ogen, God in de hemel neem me in jou zorgen’. 
Hij sneuvelde op 15 november 1915, 25 jaar. Rij K Graf 59. 

Private William Scott. 
Service number 74137. 28th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 6 januari 1916. Rij K Graf 80. 

Sergeant Thomas Armstrong. 
Service number 73744. 27th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 31 januari 1916, 25 jaar. Rij K Graf 82. 

Private Hilton Gustard. 
Service number 2760. 9th Bn. Durham Light Infantry. 
Gesneuveld 4 juli 1915, 31 jaar. Rij L Graf 78. 

Corporal John Ernest Lysle “Laddie” Millen. 
Service number A/10988. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Gesneuveld 19 februari 1916, 20 jaar. Rij L Graf 55. 

Private Frank Thornton. 
Service number 2417. 1st/4th Bn. Yorkshire Regiment. 
Gesneuveld 10 juli 1916, 20 jaar. Rij X Graf 16. 

Lieutenant William Louis Tate. 
3rd Bn. Royal Fusiliers. 
Gesneuveld 13 maart 1915, 24 jaar. Rij X Graf 7. 

Private Henry Harry Jackson. Service number 129532. 
En Private DR Jackson. Service number 145080. 
Ze behoorden beide tot het 72nd Bn. Canadian Infantry en sneuvelden allebei op 16 september 1916. 
Maar verder hebben we geen informatie gevonden dat er op wijst dat ze familie van elkaar waren. 
Op de foto staat Henry Harry Jackson, hij rust in Rij X Graf 30. 
DR Jackson werd 20 jaar en rust in Rij X Graf 31.  

Captain Alfred Sackville Cresswell. 
2nd Bn. The Buffs (East Kent Regiment). 
Gesneuveld 13 maart 1915, 36 jaar. Rij X Graf 4. 

Second Lieutenant John Nisbet. 
3rd Bn. attd. 2nd Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 15 april 1915, 23 jaar. Rij Y Graf 16. 

Second Lieutenant James Acheson MacLean MC (Military Cross). 
Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 30 september 1917. Rij L Graf 26. 

Lieutenant Tristram Freeman. 
“C” Coy. 3rd Bn. Worcestershire Regiment. 
Gesneuveld 12 maart 1915, 23 jaar. Rij L Graf 14. 

Lieutenant Frederick Bonham Burr. 
3rd Bn. Worcestershire Regiment. 
Gesneuveld 12 maart 1915, 28 jaar. Rij L Graf 9. 

Private James Bean Redpath. 
Service number 130266. 72nd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 9 september 1916, 25 jaar. Rij L Graf 8. 

Lieutenant Rupert Vardon De Burgh Griffith. 
3rd Bn. Royal Fusiliers. 
Gesneuveld 12 maart 1915, 22 jaar. Rij L Graf 7. 

Lance Corporal James Elvidge Young. 
Service number 7644. 1st Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 30 april 1916, 32 jaar. Rij M Graf 12. 

Private Archibald McIntyre. 
Service number 10368. 1st Bn. Gordon Highlanders. 
We twijfelen een beetje aan de correctheid van de foto vanwege de volledig zwarte ‘Glengarry’. 
Maar een beetje opzoekwerk leerde ons dat de Gordon Highlanders tijdens hun opleiding in WWI een ‘Plain Glengarry’ droegen. Dus kan het zijn dat de foto tijdens zijn opleiding genomen werd. 
Gesneuveld 30 april 1916, 26 jaar. Rij M Graf 20. 

Second Lieutenant Henry Thomas Henley MM (Military Medal). 
7th Bn. Royal Irish Rifles. 
Gesneuveld 8 maart 1917, 29 jaar. Rij N Graf 53. 

Gunner Thomas Lloyd. Service number 15647. 
En Driver William Horace Lloyd. Service number 1988. 
Ze behoorden allebei tot het 14th Bde. Australian Field Artillery en sneuvelden allebei op 25 maart 1918. 
Verder hebben we geen informatie terug gevonden dat er op wijst dat ze familie van elkaar zijn. 
Ze rusten naast elkaar in Rij O Graven 35 & 36. 

Gunner Charles Howard Nurse. 
Service number 34319. 2nd Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 21 maart 1918, 27 jaar. Rij O Graf 32. 

Sergeant Albert Walker. 
Service number 1530. 2nd Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 21 maart 1918, 30 jaar. Rij O Graf 31. 

Private Charles Keith Douglas. 
Service number 4778. 12th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 15 maart 1918, 20 jaar. Rij O Graf 28. 

Gunner Charles Norman Moir. 
Service number 34779. 2nd Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 14 maart 1918, 23 jaar. Rij O Graf 25. 

Sergeant Patrick Thomas Marshall. 
Service number 3842. 2nd Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 11 maart 1918, 32 jaar. Rij O Graf 21. 

Private Edward Ernest Skeats. 
Service number 6247. 1st Bn. Wiltshire Regiment. 
Op de foto met zijn vrouw Maria Sarah Skeats en hun zoon. 
Edward sneuvelde op 16 februari 1915, 36 jaar. Rij D Graf 36. 











Na het spelen van onze PRWWI tunes Flowers of Scotland en Amazing Grace werd meteen de groepsfoto genomen en was het ineens buik vooruit en borst intrekken geblazen voor iedereen. Toen iedereen vereeuwigd was op Kemmel Chateau Military Cemetery werden onze pipes terug mooi opgeborgen in de PRWWI mobiel waarna we meteen over gingen tot het plechtig neerplanten van het PRWWI In Remembrance kruisje. Met de warme handen ging het heel vlot volgens Kurt, het scheelde dus echt volgens hem. Onze volgers hadden er alle plezier in omdat Kurt zich weer van zijn mooiste kant liet zien. We gingen naar de uitgang waar we op zoek gingen naar het bezoekersregister. Dat zat verborgen bij de ingang in het ondertussen bekende kastje in de muur bij de ingang. Kurt riskeerde het zich niet meer om op de stenen bank te gaan zitten bij de ingang want naar eigen zeggen zou hij er waarschijnlijk aanvriezen omdat hij kou begon te krijgen. Hij ondertekende plechtig het bezoekersregister rechtstaand tegen de muur van het toegangshek. Het bezoekersregister kende een laatste input op 30 januari 2018 uit naam van het 5e en 6e leerjaar van een school uit Kemmel.











Nadat iedereen het bezoekersregister had ondertekend liepen we naar de PRWWI mobiel, stapten we in en zetten koers naar La Laiterie Military Cemetery waar we rond 15u10 arriveerden. 








De begraafplaats kreeg haar naam wegens de nabijheid van een melkerij. Ze werd gestart in november 1914 en bleef in gebruik tot oktober 1918. De meeste graven werden gegroepeerd volgens hun regiment zoals de 26th, 25th & 24th Canadian Infantry Battalions en de 5th Northumberland Fusiliers. Tijdens het Duitse lenteoffensief viel op 25 april 1918 de begraafplaats in Duitse handen maar begin september werd ze heroverd. Na de oorlog werd de begraafplaats uitgebreid met slachtoffers uit de slagvelden ten noordoosten van Kemmel. Nu liggen er 547 Britten, waaronder 169 niet geïdentificeerde, 197 Canadezen, waaronder 7 niet geïdentificeerde en 7 Australiërs, waaronder 4 niet geïdentificeerde. Voor twee doden werden Special Memorials opgericht omdat hun graven werden vernietigd door artillerievuur en niet meer teruggevonden werden.

Het rare aan deze begraafplaats was ook dat deze toch wel een twee meter onder straatniveau ligt. Men heeft dus van op straat een volledig overzicht van de begraafplaats die toch een 5200 vierkante meter groot is. We gingen de begraafplaats op en liepen naar de Stone of Remembrance om er onze pipes achter te laten. We overliepen even het namenlijstje en niet veel later schoot Stuart in gang. Kurt ging op zoek naar bijzondere epitafen en onze volgers gingen eveneens op zoek naar het mooiste plaatje. 














Eén van de 180 onbekende slachtoffers op de begraafplaats.

Lieutenant Hugh Christison Graham. 
9th Bn. Royal Scots Fusiliers attd. 33rd Coy. Machine Gun Corps (Infantry). 
Gesneuveld 8 juni 1917, 23 jaar. Plot II Rij AA Graf 1. 

Lieutenant Harry Wensley Ferguson. 
26th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 15 maart 1916, 27 jaar. Plot II Rij B Graf 10. 

Private Clarence James Buckley. 
Service number 69090. 26th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 13 oktober 1915, 19 jaar. Plot II Rij A Graf 21. 

Private George South. 
Service number 69946. 26th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 13 oktober 1915, 33 jaar. Plot II Rij A Graf 20. 

Corporal Tom Bell. 
Service number 906. 12th (Prince of Wales’s Royal) Lancers. 
Gesneuveld 20 november 1914. Plot I Rij B Graf 34. 

Corporal Henry Scott MM (Military Medal). 
Service number 2252. 4th Bn. East Yorkshire Regiment. 
Gesneuveld 22 juli 1916, 25 jaar. Plot III Rij D Graf 9. 

Company Sergeant Major William Roy McLeod. 
Service number 67717. 25th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 14 januari 1916, 19 jaar. Plot III Rij C Graf 4. 

Sergeant Lloyd Arthur Dorman. 
Service number 67858. “D” Coy. 25th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 14 januari 1916, 20 jaar. Plot III Rij C Graf 5. 

Private Maurice Howard Gilchrist. 
Service number 133050. 73rd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 31 augustus 1916, 20 jaar. Plot VII Rij C Graf 12. 

Captain Edward GC Bagshawe. 
5th Bn. Yorkshire Regiment. 
Gesneuveld 20 juli 1916, 36 jaar. Plot VII Rij D Graf 12. 

Private Brian Hards. 
Service number 66179. “C” Coy. 24th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 11 november 1915, 18 jaar. Plot X Rij D Graf 2. 

Lieutenant Reginald Heber Bancroft Buchanan. 
24th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 18 januari 1916, 21 jaar. Plot X Rij C Graf 8. 

Private Ernest Stewart. 
Service number 65938. 24th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 6 januari 1916, 21 jaar. Plot X Rij C Graf 10. 

Private Archibald McLeod. 
Service number 65706. 24th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 10 februari 1916, 27 jaar. Plot X Rij B Graf 1. 

Private Charles Lawrence Hardman. 
Service number 65413. 24th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 2 april 1916, 20 jaar. Plot X Rij B Graf 9. 

Second Lieutenant Dermot Joseph Macsherry. 
3rd Bn. attd. 6th Bn. Connaught Rangers. 
Gesneuveld 4 juni 1917, 19 jaar. Plot IX Rij B Graf 2. 

Major Adolph Victor Roy. 
22nd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 6 oktober 1915, 47 jaar. Plot VII Rij A Graf 14. 

Private Moise Godin. 
Service number 61042. 22nd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 23 september 1915, 18 jaar. Plot VII Rij A Graf 18. 

Corporal Harold Wilfred Bennett. 
Service number 68128. 25th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 8 oktober 1915, 22 jaar. Plot III Rij A Graf 6. 

Private A Higgs. 
Service number 10696. 1st Bn. Coldstream Guards. 
Gesneuveld 25 oktober 1914. Plot IV Rij C Graf 14.  

Niet veel later was Stuart klaar met zijn lijstje en gingen we onze pipes ophalen bij de Stone of Remembrance. Tussen de graven bij het Cross of Sacrifice speelden we voor de laatste keer vandaag onze PRWWI tunes Flower of Scotland gevolgd door een kleine stilte, om onze vingers een beetje op te warmen, om daarna de PRWWI tune Amazing Grace te spelen. Men voelde de temperatuur met de minuut zakken ofwel koelden wij gewoon verder af. 





Hoewel het zonnetje fel leek te schijnen was het verdikke koud met een snijdend windje. We lieten het niet aan ons hart komen, het was immers bijna het einde van de tocht van vandaag en na het nemen van de groepsfoto  zochten we een plaatsje uit om het PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen. Het was even overleggen want iets wat meegegroeid is tijdens het PRWWI project is het plaatsen van het PRWWI In Remembrance kruisje. In het begin werd dit meestal bij het Cross of Sacrifice neer geplant als we niet direct een bepaald persoon in gedachten hadden. Maar het PRWWI In Remembrance kruisje verdween vrij snel na ons bezoek van de begraafplaats. Naarmate het project vorderde werd het meer en meer bij een onbekend slachtoffer neer gepland. Enerzijds omdat deze persoon veelal geen of zelfs nooit bezoek krijgt en anderzijds omdat we reeds ondervonden dat het PRWWI In Remembrance kruisje langer op de begraafplaats blijft staan. In sommige gevallen reist het PRWWI In Remembrance kruisje enkele graven af op dezelfde begraafplaats werd ons medegedeeld van enkele van onze vaste volgers. 

Hier op deze begraafplaats werd het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer geplant bij een Canadees onbekend slachtoffer die een beetje centraal op de begraafplaats was begraven. Onder het vele geklik van verschillende camera's werd ook deze kleine ceremonie vereeuwigt op La Laiterie Military Cemetery. 






Enkele ogenblikken later begaven we ons naar de witstenen trap aan de ingang van de begraafplaats omdat daar het bezoekers register opgeborgen lag in het voorziene kastje. Het bezoekersregister kende een laatste input op 26 januari 2018 door een persoon die afkomstig was uit Kent in Engeland. Helaas de naam konden we niet duidelijk genoeg lezen om er zeker van te zijn. Kurt zei daarop dat de persoon waarschijnlijk ook veel kou moet hebben gehad omdat het zo gekribbeld was. Ja, op alles weet hij wel een antwoord hoor, wat onze volgers deed lachen. 










Toen we terug bij de PRWWI mobiel waren werd alles zorgvuldig opgeborgen en ingeladen terwijl Patrick alles in gereedheid bracht voor de traditionele dram op het einde van de tocht. Na het nemen van enkele foto's kon er dan toch niet veel later geklonken worden op een koude, droge maar vooral mooie tocht binnen het PRWWI project langsheen Belgische begraafplaatsen uit een lang vervlogen tijd. Alweer hadden we vandaag een 7663 slachtoffers bezocht van een waanzinnig stuk geschiedenis. We toasten op een mooie, alweer iets andere tocht en praten nog wat na bij de PRWWI mobiel. 





Niet veel later namen we afscheid van elkaar en zetten koers richting Moerkerke waar deze 39ste tocht deze ochtend was begonnen. Een dik uurtje later kwamen we veilig en wel aan op het thuisfront en na een opwarmende douche met nadien een warme choco konden we nog enkele uurtjes warm keuvelen onder een fleecen dekentje in de zetel alvorens in te dommelen. Iedereen en vooral onze volgfotografen heel erg bedankt om er weer bij te zijn, het was ons terug een waar genoegen. Hopelijk tot een volgende keer.

Groeten Stuart en Kurt