zondag 2 augustus 2015

Trip 8 : Orcq Communal Cemetery, Tournai Communal Cemetery Allied Extension, Esquelmes Churchyard, Pecq Communal Cemetery, St. Leger Churchyard, Warcoing Churchyard, Spiere (Espierres) Churchyard en Kooigem Churchyard.


Datum : 02 augustus 2015
Begraafplaatsen : Orcq Communal Cemetery, Tournai Communal Cemetery Allied Extension, Esquelmes Churchyard, Pecq Communal Cemetery, St. Leger Churchyard, Warcoing Churchyard, Spiere (Espierres) Churchyard & Kooigem Churchyard 
Afstand : 220 Km
Weer : Zonnig en warm
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Davina Lauwers, André Stevens, Daphné Vangheluwe en Monique Duhayon



Info :

Na enkele weken van rust voor de buitenwereld, want achter de schermen draaien we steeds op volle toeren om opzoekingen te doen en alle informatie te verwerken, was het weer eens tijd om er op uit te trekken. 2 augustus werd de geplande datum om een nieuwe trip te rijden en de trip die vorige keer al was geloot was nummer 8. De reden daarvoor was dat de vorige trip (nr.44) heel wat voorafgaande planning en organisatie vroeg zodat deze werd omgewisseld met de trip die we vandaag zouden rijden. We zouden vandaag de taalgrens overschrijden en hoofdzakelijk kleinere, vooral kerkhoven bezoeken op onze tocht. De rit vertrok bij Kurt zodat deze zich niet hoefde te haasten om zich klaar te maken. Kurt was heel tijdig klaar wat hij van zichzelf niet had gedacht en moest zelfs wachten op Stuart, hoewel deze mooi op tijd arriveerde. Stuart zijn echtgenote, Davina, wou eens een tocht van dichtbij beleven en eveneens fotograferen zodat zij eveneens was meegekomen  met de wagen.



Mooi om iets voor 9u vertrokken we voor een rit van ongeveer een dik uur en arriveerden om 10u bij Orcq Comunnal Cemetery waar André Stevens reeds op onze komst stond te wachten. Daar hij van de streek was en ons reeds een tijdje volgde via verschillende sociale kanalen vond hij het de ideale kans om ons eens van dichterbij te volgen. Nadat we waren uitgestapt en elkaar een goede dag hadden gezegd schoten we meteen in actie en begonnen direct met het tunen van onze pipes. Tijdens het tunen kwam er nog een bekend blauw autootje aangereden die ons liet weten dat Daphne en Monique eveneens gearriveerd waren. Iedereen werd aan elkaar voorgesteld en niet veel later trokken we de begraafplaats van Orcq op waar we een 16-tal graven terug zouden vinden waarvan de helft afkomstig was van de Black Watch. De anderen waren hoofdzakelijk van de 74ste Yeomanry Divisie. Allen sneuvelden ze tijdens het eindoffensief in oktober 1918.





Zoals onze voorafgaande research ons al deed vermoeden zouden we er ook het graf van Soldaat Louis-François Taquet terug vinden in een burgergraf. Soldaat Louis-François Taquet diende bij de 3de Jagers te Voet toen hij op 4 september 1914 sneuvelde nabij Breendonk, amper een maand na het uitbreken van de oorlog. Hij werd oorspronkelijk begraven op de begraafplaats in Willebroek maar in 1922 werd zijn stoffelijk overschot  onder veel belangstelling naar Orcq overgebracht. Davina en Daphné begonnen zich stilaan in allerlei bochten te wringen om dat ene goede plaatje te schieten dat ze nodig hadden en Stuart fotografeerde de verschillende graven om het verhaal achter de steen te vertellen.






De acht van de Black Watch. Allemaal gesneuveld op 23 oktober 1918.


De drie van de Somerset Light Infantry.



Private William Gordon Williams. 
Service number 39985. “A” Coy. 12th (West Somerset Yeomanry) Bn. Somerset Light Infantry. 
Gesneuveld 22 oktober 1918, 19 jaar. Rij B Graf 6.



Private H Malpass. 
Service number 18742. 12th (West Somerset Yeomanry) Bn. Somerset Light Infantry. 
Gesneuveld 22 oktober 1918. Rij B Graf 7.



Private GW Hill. 
Service number 31351. 12th (West Somerset Yeomanry) Bn. Somerset Light Infantry. 
Gesneuveld 21 oktober 1918. Rij B Graf 8.


Second Lieutenant F K Cumming. 
3rd Bn. attd. 14th (Fife and Forfar Yeomanry) Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 23 oktober 1918. Hij werd 18 jaar en is hierdoor de jongste op de begraafplaats. 
Rij A Graf 2.


Lance Corporal R Izatt, MM (Military Medal). 
Service number S/26870. 14th (Fife and Forfar Yeomanry) Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 23 oktober 1918. Hij werd 35 jaar en is daarmee de oudste op de begraafplaats. 
Rij A Graf 1.


Soldaat Louis-François Taquet. 3de Jagers te Voet. 
Gesneuveld nabij Breendonk op 4 september 1914 amper een maand na het uitbreken van de oorlog.
Hij werd oorspronkelijk begraven in Willebroek maar in 1922 werd hij, onder veel belangstelling, overgebracht naar Orcq. Zie ook http://www.lavenir.net/cnt/DMF20140819_00515809.


Kort nadien besloten we om onze tunes te spelen ongeveer in het midden van het CWG's plot. Flower of Scotland klonk heerlijk in de vroege ochtend, gevolgd door Amazing Grace wat al even mooi klonk. Nadien besloten we om ons PRWWI In Remembrance kruisje in het midden van de rij graven te plaatsen waarbij Kurt zich opofferde om alweer met de knieën in de kiezeltjes te zitten om het kruisje plechtig neer te planten. Hij mopperde een klein beetje en zei iets in de aard van; 'Mijn wraak zal zoet zijn." waarop Stuart doodleuk antwoordde; "Beloven Ja...". Gelukkig kwamen ze er uit en niet veel later besloten we om verder te trekken op onze tocht. Daar er op deze begraafplaats geen register aanwezig was leek het een vrij kort bezoek. Nadat alles was ingeladen in de auto, zetten we rond 10u40 koers naar Tournai Communal Cemetery Allied Extension.









Een rit van een tien minuutjes bracht ons bij de Tournai Communal Cemetery Allied Extension om 0.1050u. waar we parkeerden bij de ingang langs de Chaussée de Douai. De kleine oprijlaan met bomen was prachtig om zien en straalde een immense rust uit. We merkten ook op dat Daphné en Monique even op zich lieten wachten. Net toen we aanstalten maakten om de begraafplaats op te gaan arriveerden ze op de parking met de uitleg dat hun gps verkeerd was gereden. Ook altijd vindingrijk om een excuus te vinden volgens Kurt.  We wandelden de begraafplaats op en passeerden enkele heel oude en, als je dat zoal kan noemen, mooie grafmonumenten uit vervlogen tijden. We wandelden verder en in de verte zagen we reeds het Cross of Sacrifice staan wat ons liet weten dat we er bijna waren.




Op 23 augustus 1914 werd Doornik door het Duitse II Korps bezet en bleef in hun handen tot de stad op 8 november 1918 door de 47th (Londen) en 74e (Yeomanry) werd bevrijd. Tijdens de bezetting werden de gewonde en zieke Duitse en geallieerde soldaten verzorgd in het "Asile" en het "Hopital Notre-Dame". Degenen die overleden werden op de gemeentelijke begraafplaats en de uitbreiding (extension) bijgezet. Op 14 november 1918 kwam de 51ste (Highland) Casualty Clearing Station (veldhospitaal) in de stad en bleef er tot 20 juli 1919.
Na de oorlog werden de graven gehergroepeerd volgens nationaliteit en vele slachtoffers werden vanuit 63 kleine begraafplaatsen in de wijde omgeving van Doornik naar hier overgebracht.
Er worden 861 doden herdacht waarvan 34 niet geïdentificeerd konden worden. Er liggen nu 645 Britten, 30 Canadezen, 5 Australiërs, 1 Nieuw-Zeelander, 5 Zuid-Afrikanen, 4 Indiërs en 2 Belgen uit de Eerste Wereldoorlog. Er liggen ook nog 117 Russen die in krijgsgevangenschap stierven. Voor twee Britten werden Special Memorials opgericht omdat zij oorspronkelijk op andere begraafplaatsen lagen maar niet meer teruggevonden werden. Voor nog twee andere Britten werden ook Special Memorials opgericht omdat hun graven hier niet meer gelokaliseerd konden worden.
Eveneens zijn hier ook 52 Britse slachtoffers uit WW2 begraven, 50 die sneuvelden in mei en juni 1940, tijdens de gevechten tegen het oprukkende Duitse leger en de terugtrekking naar Duinkerke. De twee andere stierven in 1944.







De Allied Extention, met zoals we ondertussen reeds gewoon zijn op de CWGC begraafplaatsen, altijd gemillimeterde eeuwig groene gras, oogde heel mooi op deze begraafplaats. We stapten langs het Cross of Sacrifice de Extention op waar we meteen onze pipes achterlieten in de schaduw van de 2 grote bomen die er naast stonden. We gingen meteen aan het werk. Onze volgers begonnen meteen met allerhande en uit verschillende hoeken foto's te nemen, terwijl Stuart begon met het tellen van de vele zerkjes opzoek naar de namen op zijn lijstje. Kurt zwierf ook rond op de begraafplaats opzoek naar bijzondere epitafen waarbij hij opmerkte dat elk land toch min of meer het zelfde soort epitaaf gebruikte op de grafmonumenten.






















Het zonnetje brandde fel op dit middaguur wat ons te kennen gaf dat dit wel eens heel warme dag zou worden. Stuart bleef volgens Kurt maar bezig met het nemen van foto's voor het verhaal achter de steen, zodat hij opzoek ging naar het kleine plot waar de oud strijders uit beide oorlogen waren begraven,welke hij kort bij de hoofdingang van de begraafplaats terug vond en er eveneens enkele foto's nam. Toen hij niet veel later terug kwam merkte hij op dat Daphné en Monique in het zonnetje zaten op een bankje, terwijl Davina en André nog ijverig bezig waren met het nemen van foto's. Kurt overkeek de begraafplaats nog eens rustig en in een oogwenk was hij Davina ineens kwijt. Hij ging op onderzoek uit en merkte op dat ze plat op haar buik in het gras lag in de buurt van de Stone of Remembrance. Nee, Davina was niet flauw gevallen maar was bezig met het nemen van een foto wat Kurt meteen gerust stelde. Blijkbaar waren het niet alleen onze vaste volg fotografen die stunts uit haalden om het perfecte beeld te nemen maar zat het volgens Kurt blijkbaar in de genen van alle fotografen om soms rare dingen te gaan doen.





Private Arthur Cummings. 
Service number 815. 1st. Bn. Royal Newfoundland Regiment. 
Hij ging in dienst op 28 december 1914. Na een verblijf van in Gallipoli van september tot december 1915 raakte hij nabij Beaumont Hamel gewond op 1 juli 1916. In februari 1917 keerde hij terug naar het front nabij Monchy-le-Preux waar hij op 14 april 1917 gevangen genomen werd. Hij stierf aan de gevolgen van Tuberculose in een POW camp op 4 september 1917. Hij werd 22 jaar. Plot I Rij C Graf 7.


Sapper T McMullen. 
Service number WR/319926. Inland Waterways and Docks, Royal Engineers. 
Gesneuveld 4 januari 1919. Hij werd 50 jaar en hiermee is hij de oudste op de begraafplaats. 
Plot V Rij K Graf 8.


Captain Donald William Edwards MC, Military Cross. 
45th Sqdn. Royal Flying Corps and Army Service Corps. 
Gesneuveld op 6 april 1917. Plot II Rij J Graf 6.


Private Albert Lay. 
Service number 33292. 2nd Bn. Oxford and Bucks Light Infantry. 
Mooi epitaaf: ‘No More Sorrow, No More Parting, No More Pain. From His Loving Wife & Son’.
Gesneuveld 23 april 1918, 39 jaar. Plot I Rij K Graf 9.


Soldaat Ocatve Nuytens. 
Belgian Army. Verdere info ontbreekt. 
Gesneuveld 27 oktober 1918. Plot III Rij D Graf 2.


Soldaat De Ryse Rene. 
Belgian Army. Verdere info ontbreekt. 
Gesneuveld 27 september 1918. Plot III Rij C Graf 8.


Private Thomas Sproule. 
Service number 41038. 2nd New Zealand Entrenching Battalion, N.Z.E.F. 
De enige Nieuw-Zeelander op de begraafplaats. 
Gesneuveld 28 juli 1918. Plot III Rij H Graf 3.


Lance Serjeant George Ernest Kinsey. 
Service number 202. 4th Bn. Guards Machine Gun Regiment. 
Hij stierf op 22 februari 1919 aan een longontsteking, 
dit 10 dagen nadat hij terug keerde naar zijn bataljon na zijn verlof. 
Plot IV Rij E Graf 12.


Company Serjeant Major FP Chapman. 
Service number PO/11934. 2nd. R.M. Bn. R.N. Div. Royal Marine Light Infantry. 
Gesneuveld 16 mei 1917. Plot V Rij B Graf 13.


Quartermaster Serjeant GE Smith MSM, Meritorious Service Medal. 
Service number S/12751. 55th Div. H.Q. Royal Army Service Corps. 
Gesneuveld 28 december 1918. Plot V Rij D Graf 10. 


Second Lieutenant Pilot John Reginald Stanhope Proud en Lieutenant Pilot Jack Henry Butcher Wedderspoon. 
Beide van het 27th Sqdn. Royal Flying Corps. Samen gesneuveld op 6 april 1917. 
Ze werden 22 en 21 jaar. Plot V Rij D Graf 11 & 12.


Lance Corporal Frederick J. Grisley. 
Service number 528484. 74th Div. Signal Coy. Royal Engineers. Links op de foto. 
Gesneuveld 1 november 1918. Plot V Rij J Graf 8.


Private George Douglas. 
Service number 266365. 1st/4th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 23 april 1918. Plot II Rij F Graf 2.


Lance Corporal Harry Shepard. 
Service number 10804. 1st Bn. Coldstream Guards. 
Harry raakte gewond tijdens het lente offensief. Hij werd gevangen genomen door de Duitsers en overgebracht naar Doornik waar hij op 24 april 1918 overleed aan zijn verwondingen. 
Hij werd 22 jaar. Plot II Rij H Graf 3.


Private WS Holt. 
Service number 241091. 2nd/5th Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment). 
Gesneuveld 22 oktober 1918. Plot II Rij J Graf 4.


Corporal Christopher Henry Hancock MM, Military Medal. 
Service number 69778. 22nd. Bn. London Regiment. 
Gesneuveld 7 november 1918, 26 jaar. Plot II Rij J Graf 5.


Private Frederick Albert Hawkins. 
Service number 18542. 11th Bn. Somerset Light Infantry. 
Gesneuveld op 23 oktober 1918 onderweg naar zijn eerste keer in de loopgraven. 
Plot II Rij J Graf 13. 


Lieutenant James Drue Cook & 2nd Lieutenant Herbert Henry Ankrett. 
James was Pilot en Herbert Observer bij het 107th Sqd. Royal Air Force. 
Hun toestel, een DH9, werd neergeschoten door Jasta 29 op 11 juli 1918. 
De laatste berichten meldden dat het toestel nog onder controle was, 
dus dacht men eerst dat ze het overleeft hadden. 
Er werden die dag nog 2 andere DH9’s geclaimd. 
Zij overleefden het wel en werden POW. James werd 24 jaar en Herbert 19. 
Ze rusten nu naast elkaar in Plot II Rij J Graf 19&20.


Private T H Bowen. 
Service number 886574. 4th Bn. Canadian Machine Gun Corps. 
Gesneuveld 12 april 1919. Plot II Rij J Graf 43.


Lieutenant Charles George Gordon Bayly en Second Lieutenant Vincent Waterfall. 
Beide van het 5th Sqdn. Royal Flying Corps. Zij waren één van de eersten van de Royal Flying Corps die sneuvelden tijdens WWI. Hun verhaal vind je hier. 

Waterfall




Bayly




Samen gesneuveld op 22 augustus 1914, ze werden beide 23 jaar en rusten nu naast elkaar in Plot III Rij G Graf 3 en 4.


Private William Middleton. 
Service number 241236. 9th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 8 december 1918, 25 jaar. Plot IV Rij E Graf 7.


Driver Thomas Goodier. 
Service number 97426. “A” Bty. 158th Bde. Royal Field Artillery. Hij was één van vier broers in WWI. Eén broer werd voor het leven verminkt. Een andere sneuvelde en zijn lichaam werd nooit terug gevonden. De derde broer overleefde. Thomas zelf overleefde gek genoeg ook, maar een kranten artikel zegt dat hij op 27 november 1918 in de onderarm geschoten werd. Waarop hij de griep griep kreeg en alsnog overleed op 19 december 1918. Waarom hij twee weken na de wapenstilstand gewond geraakte is niet duidelijk. Hij werd 20 jaar. Plot IV Rij F Graf 9.



Toen Stuart zijn lijstje had afgewerkt besloten we bij de Stone of Remembrance, die een beetje centraal stond op de begraafplaats, onze tunes te spelen. Kurt ging de pipes ophalen bij het Cross of Sacrifice terwijl Stuart de camera in stelling bracht. Enkele ogenblikken later weerklonken de klanken van onze tunes Flower of Scotland en Amazing Grace over de begraafplaats waarbij enkele bezoekers van de burger begraafplaats een kijkje kwamen nemen naar wat er zich afspeelde in het CWGC plot. Nadat het geluid van onze pipes weg ebde besloten we om ons PRWWI kruisje (97) neer te planten bij de Stone of Remembrance. Stuart met een brede glimlach op zijn gezicht naar Kurt toe, ging galant op zijn knie zitten in het zachte gras.














Niet veel later, toen enkelen gedaan hadden met Kurt wat te jennen, trokken we naar het 'schuilhuisje' waar we het register terug vonden. Dat had een laatste input van 17 juli 2015 van een zekere familie Sanderson uit Aiskew, North Yorkshire, UK. Iedereen die wou, vulde het register in wat volgens Kurt al meer en meer op een meeting begon te lijken van paparazzi's door de vele klik geluiden van de verschillende camera's. Nadat iedereen het register had getekend werd er nog even nagepraat en besloten we om stilaan te vertrekken naar onze volgende stop. Een kleine wandeling over deze mooie begraafplaats bracht ons terug bij de auto waarna we alles inladen en vertrokken om 12u10 opzoek naar onze volgende bestemming.










Onderweg naar onze volgende bestemming die zo'n kleine tien kilometer verder lag, besloten we om bij onze volgende stop eveneens onze lunch te nuttigen. Volgens onze research lag er voor de kerk een kleine dreef omringd met dikke bomen wat een ideale en vooral schaduwrijke omgeving zou zijn om te lunchen want de zon brandde. Groot was onze verbazing toen we arriveerden. Alle bomen in de kleine dreef als ook op het kerkhof bleken gerooid te zijn wat een beetje een teleurstelling was. De dreef en kerkhof met bomen bood niet alleen schaduw maar zou eveneens ook veel fotogenieker zijn geweest. De foto die Goole Earth ons verschafte bleek dus niet recent te zijn. Geen probleem we namen het aan zoals het op ons af kwam en trokken nadat we de wagen hadden geparkeerd het kerkhof van Esquelmes op.






 De kerk van Saint Eleutherius Esquelmes is één van de oudste Romaanse kerken in Europa. Het is gewijd aan Sint Eleutherius, bisschop van Doornik, die stierf in 531. Volgens de legende werd de kerk verbonden met enkele onderaardse tunnels, die een bolwerk van de Tempeliers waren, waarvan één naar het kasteel van de duivel liep. Voorheen een eenvoudige kapel, die werd opgericht als een parochie door de bisschop van Doornik op 25 oktober 1803. Op het kerkhof liggen 10 Britse militaire graven met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Zij kwamen om tijdens het geallieerde eindoffensief in oktober en november 1918, en de Belg Soldaat Emiel Verschoor die sneuvelde op 5 augustus op het veld van Eer te Diksmuide.












Private Frederick William George Collins. 
Service number 97360. 25th Bn. The King’s (Liverpool Regiment). 
Eén van de twee niet Durham Light Infantry op de begraafplaats. 
Gesneuveld 21 oktober 1918, 34 jaar. Rij C Graf 4.


Lance Corporal George Slater. 
Service number 154417. 200th Bn. Machine Gun Corps (Infantry). 
Eén van de twee niet Durham Light Infantry op de begraafplaats. 
Gesneuveld 27 oktober 1918, 21 jaar. Rij C Graf 1.


Private Archibald Thomas Booth. 
Service number 43183. “B” Coy. 2nd/6th Bn. Durham Light Infantry. 
Op de foto samen met zijn vrouw Florence Rachel Booth. 
Gesneuveld 26 oktober 1918, 27 jaar. Rij A Graf 2.


Soldaat Emile Verschoor(e). 17de Linie. 
Geboren in Ramegnies-Chin en gesneuveld 5 augustus 1917, 23 jaar. 
Hij rust naast de kerk, naast de CWG’s. Graf F109.


Daar de graven wat verspreid liggen rond en tegen de kerk aan de voorkant, was het even puzzelen waar we onze tunes zouden gaan spelen. Vooraan, aan de zijkant, of centraal tussen de verschillende graven? Het werd de laatste keuze, het enige nadeel was dat we deels in de schaduw stonden en op de hoek van de kerk. Geen probleem onze tunes werden opgedragen aan alle WOI slachtoffers die hier lagen begraven. Onder het spelen door kwamen enkele toeschouwers kijken aan de andere ingang van het kerkhof die niet ver van een restaurant met terras lag. Nadat we onze tunes hadden gespeeld besloten we om ons PRWWI In Remembrance kruisje (98) plechtig neer te planten bij de 4 Britse graven die aan de zijkant tegen de kerk lagen.










De groepsfoto werd bij ons PRWWI kruisje genomen nadat we waren uitgelijnd want Kurt presteerde het weer om deels in de zon te staan met zijn gezicht. Hij had last van de warmte, volgens hij ons liet weten, wij niet of zo, een uitleg heeft hij wel altijd. Wonder boven wonder lukte het dan toch om een deftige groepsfoto te nemen waarna we afscheid namen van Esquelmes Churchyard om 12u50 en wandelden naar onze auto voor de meer dan welkome lunch. Door de gerooide bomen was er nergens schaduw te vinden zodat we besloten om naar de andere kant, het blokje om, van de kerk te rijden waar we waarschijnlijk wel schaduw zouden vinden. Daar gekomen was het al niet veel beter, ook hier bleken de bomen gerooid te zijn. Verder zoeken was geen optie zodat we in het beetje schaduw van de achterklep van de auto onze lunch konden nuttigen.




Rond 13u40  nadat onze lunch was verorberd, zetten we koers richting Pecq Communal Cemetery dat zo'n dikke vier kilometer verder lag. Om 13u45, een half uurtje later dan voorzien, arriveerden we op de parking van de gemeentelijke begraafplaats van Pecq. 




Vooraan op de begraafplaats vonden we een monument terug dat was opgedragen aan degenen die onze vrijheid met hun leven hadden betaald van de gemeente Pecq in de oorlogen 1914-1918 en 1940-1945, een mooi en onderhouden monument. Onze research over deze begraafplaats liet ons weten dat we hier 19 CWG's zouden vinden waarvan er 2 afkomstig waren uit WO1. De andere 17, waarvan 2 ongeïdentificeerde, kwamen allen om tussen 20 en 23 mei 1940 toen het Britse Expeditieleger strijd leverde met de oprukkende Duitse troepen. De 2 andere graven van; Pte. W. Nutton  en Pte W.J. Hatherell, beiden gesneuveld op 6 november 1918, lagen achteraan het kleine CWGC plot zodat we niet lang hoefden te zoeken.

Stuart begon met het nemen van foto's voor ons archief, onze volgers Davina, Daphné en André eveneens. We merkten ook op dat bij elk CWG een bloem was gezet en bij de meeste nog een houten Poppy kruisje stond wat ons liet weten dat de oudstrijdersverenigingen hier in Pecq redelijk bezig waren met de graven van de gesneuvelden uit beide wereld oorlogen. Ook de graven van oud strijders die na de oorlogen stierven stonden er allemaal heel verzorgd en netjes bij. Het kon dus volgens ons ook anders, merkten we op, waarvan dit hier het voorbeeld was. We hadden op vorige tochten andere gezien. Op het nieuw stuk van de begraafplaats vond Kurt zelfs een nieuw en nog in aanbouw perkje waar een eiken boom was geplant op 7 november 2014 ter nagedachtenis van de Eerste Wereldoorlog. Ja het moest gezegd zijn, hier in Pecq waren ze actief bezig met de slachtoffers uit beide oorlogen.






Private William Nutton. Service number 33567. 13th Bn. East Lancashire Regiment. 

Private William James Hatherell. Service number 265919. 11th Bn. Somerset Light Infantry.

Beide gesneuveld op 6 november 1918. Private Hatherell werd 39 jaar. 
Naast elkaar begraven Rij F Graf 2 & 3.



Nadat iedereen zo een beetje gedaan had met het fotograferen besloten we om op het pad naast en achter de WOI graven onze tunes te spelen. Flower of Scotland klonk geweldig op deze open vlakte toen ineens Stuart stopte met spelen en met zijn hand begon te schudden omdat een wesp aanstalten maakte om op een van zijn handen te gaan zitten terwijl hij aan het spelen was. Kurt die verder speelde had het even moeilijk bij het zien van dit komische voorval en had de grootste moeite om ook niet te stoppen met spelen. Stuart die niet veel later terug inpikte in de tune bracht het tot een goed einde. Tijdens Amazing Grace was onze wesp nergens meer te bespeuren en klonk dit ook prachtig op deze afgelegen begraafplaats.







Het PRWWI In Rememberance kruisje (99), werd niet veel later door Stuart tussen de graven van Pte. W. Nutton en Pte W.J. Hatherell plechtig neer geplant waarna we nog enkele foto's namen en nog wat napraten met onze volgers bij het CWGC plot. Niet veel later wandelden we terug over deze mooi verzorgde begraafplaats naar de parking waar onze auto's stonden geparkeerd. We laden alles in en zetten koers naar onze volgende bestemming die maar een vier minuten verder lag. We verlieten  Pecq Communal Cemetery om 14u15 op weg naar het magische getal in Saint Léger.







De rit van een dikke 3 kilometer bracht ons een 5 tal minuten later op de parking naast de kerk in Saint Léger. Toen we uit stapten werden we direct gespot door enkele bezoekers op het terras zaten van een plaatselijk café. We stapten met ons gevolg naar de ingang van het kerkhof waar we besloten om eerst een foto te maken bij de ingang van de 100ste begraafplaats die we bezochten met Pipers Remembering WWI, ditmaal het kerkhof van Saint Léger. Nu wisten we wat er gebeurde, dit was het magische getal waarmee Kurt steeds bezig was. Na elk PRWWI kruisje die we hadden geplaatst vandaag zei hij; 'Nog drie te gaan', 'Nog twee te gaan', 'Nog Eén te gaan'... Kurt was aan het aftellen tot het magische getal 100 en was dan ook niet te houden toen we arriveerden.





Davina ging voor ons de foto nemen met Stuart's gsm toen we bij de ingang op het kerkhof stonden waarna Stuart de foto direct op onze faceboek pagina plaatste. Kurt was al helemaal niet meer mee met al die moderne technieken maar vond het toch plezant dat er enkele ogenblikken later reeds reactie was op gekomen via faceboek. We gingen het kerkhof op, en onze research had ons laten weten dat we aan de zijkant van de kerk moesten zijn wat André alleen maar kon beamen. Hier op dit kerkhof zouden we 18 CWG's vinden waarvan er 6 Briste militairen uit Eerste Wereldoorlog afkomstig waren. Zij sneuvelden allen tijdens het geallieerd eindoffensief van oktober en november 1918. De overige 12 waren Britse slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, zij sneuvelden tijdens de Duitse opmars in mei 1940 toen het Britse Expeditieleger zich moest terug trekken naar Calais.

Met Stuart op kop gingen we naar de zijkant van de kerk waar we twee rijen CWG's vonden. De eerste rij, dichts bij het pad, waren de zes graven uit WO1, de tweede rij waren de twaalf graven met gesneuvelden uit WO2. We zagen ook dat hier onlangs een herdenking was geweest want er lagen ook twee bloemenkransen tussen het gangpad en de graven. Stuart begon meteen met het nemen van foto's voor de verhaal achter de steen terwijl onze volgfotografen Davina, Daphné en André eveneens in actie kwamen opzoek naar het perfecte schot.  Kurt waren we ineens kwijt, die werd even nadien gans aan de andere kant van de begraafplaats opgemerkt. Toen hij niet veel later terug was liet hij ons weten dat hij de Tempelierhoeve, die aan de achterzijde en juist naast het kerkhof stond, even was gaan bekijken. Mooi om eens te zien maar heel spijtig dat er nieuwe bakstenen werden gebruikt voor de restauratie in plaats van natuursteen. Zo verdwijnt altijd meer en meer een stukje geschiedenis volgens hem.








Private RJ Cowen. 
Service number 282513. 23rd Bn. Lancashire Fusiliers. 
Mooi epitaaf: ‘ e Fought the Good Fight, Time Passed, But Memory Never Fades. 
Gesneuveld 29 oktober 1918, 32 jaar.



Niet veel later waren we even aan het zoeken naar de beste plaats voor de cameraopstelling tijdens het spelen want door de hoge omheiningmuur hadden we niet veel plaats voor een goede opstelling. Dit zouden we meer tegenkomen op dergelijk kerkhoven zodat we maar besloten om gewoon ons ding te doen, dat was immers het belangrijkste en de reden waarvoor we hier waren. We speelden Flower of Scotland wat immens klonk juist naast de kerk, gevolgd door Amazing Grace en enkele passanten stopten even om te kijken wat hier gaande was. Kort daarna werd ons PRWWI kruisje (100) plechtig neer geplant in het midden van de eerste rij graven waarna we nog enkele foto's namen en rustig langs de andere kant van de kerk naar de auto wandelden.








Bij de auto gekomen, laden we alles in, dronken nog iets fris want het zonnetje brandde nog steeds heel fel, en verlieten Saint Léger om 14u50 op weg naar onze volgende bestemming. We hadden zopas de eerste 100 plaatsen met ons PRWWI project bezocht wat ons toch een speciaal gevoel gaf. We hadden sinds die eerste trip, Tocht 1, richting Luik, Huy en Namen, 100 verschillende plaatsen bezocht, plaatsen waarvan we dachten wat is het hier rustig en prachtig maar ook plaatsen waar we het schandalig of compleet verwaarloosd vonden. We kwamen op plaatsen waar we, steeds met alle respect voor het project, wel eens lachten, maar eveneens ook op plaatsen waar we ingetogen waren. We kenden op onze weg alle weertypes, van zonnig en heel warm tot koud en kil, van guur en regenachtig weer tot buien met smeltende sneeuw. We ontmoeten verschillende mensen die allemaal veel respect hadden voor wat we deden, een deel daarvan volgde ons nadien, zelfs tot in het buitenland. Kortom ons project loopt goed, fantastisch zelfs, en nu we de eerste 100 van onze lange lijst hebben afgewerkt zien we het des te meer zitten om verder te gaan met hulde te brengen aan de slachtoffers van WOI in België.

Een rit van een vijftal minuten bracht ons bij Warcoing Churchyard waar we arriveerden om 14u55 onder een nog steeds stralende hemel. Op het kerkhof liggen 4 Britse militairen begraven die allen sneuvelden tijdens het geallieerde eindoffensief in oktober en november 1918. 




De graven liggen aan de noordelijke zijkant van de kerk waar zich ook de ingang bevond, wat maakte dat we niet lang hoefden te zoeken. Alle graven op dit kerkhof lagen in kiezelsteentjes en was mooi en proper onderhouden wat wel een speciaal zicht gaf. Bij de vier CWG's gekomen merkten we op dat bij elke grafsteen een Poppy bloemenkrans was gelegd. Bij een daarvan lag ook een foto, Wilfred Bartrop, geboren in 1887 en gesneuveld in 1918 bleek een professioneel voetballer te zijn geweest. Tegen de muur van de kerk vonden we ook nog 3 gerestaureerde en proper onderhouden graven terug van 3 Belgen die in een burgergraf waren begraven. Twee hadden dezelfde naam, ze sneuvelden beiden in de strijd, een in Cuise op 29 augustus 1914 de andere sneuvelde in Dixmuide op 8 juli 1915. Het derde graf was van Ernest Ghisdale die stierf aan zijn verwondingen in een hospitaal te Fécamp, Frankrijk. Deze slachtoffers werden waarschijnlijk na de oorlog naar hier gerepatrieerd en begraven in een burgergraf op vraag van de familie.




De Belgische gesneuvelden. 
Soldaat Emile Moïse Trenteseaux. 1ste Infanterie Regiment. 
Gesneuveld nabij Cuise op 29 augustus 1914, 21 jaar.
Soldaat Emile Trenteseaux. 1ste Linie Regiment. 
Gesneuveld nabij Diksmuide op 8 juli 1915, 23 jaar.
Soldaat Ernest Ghisdale. 3de Jagers te Voet. 
Gesneuveld in het Hospitaal van Fécamp op 28 februari 1915, 21 jaar.



Gunner Charles Henry Wilfred Bartrop. 
Service number 252418. “X” 40th T.M. Bty. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld op 7 november 1918, 30 jaar. 

Private H Stanton. 
Service number 64507. 16th Bn. Manchester Regiment. 
Gesneuveld op 22 oktober 1918, 19 jaar. 

Private DT Pilcher. 
Service number 126363. 31st Bn. Machine Gun Corps (Infantry). 
Gesneuveld 21 oktober 1918, 19 jaar.

Second Lieutenant Harold Perceval Nixon. 
6th (Wiltshire Yeomanry) Bn. Wiltshire Regiment. 
Gesneuveld 26 oktober 1918, 22 jaar.


Nadat we van elk graf een paar foto's hadden genomen en onze volgers dan weer andere foto's hadden  genomen namen we onze pipes en besloten om bij het CWGC plot onze tunes te spelen. Tijdens de tune Flower of Scotland kwam een gezin, waarschijnlijk gewekt door het geluid van onze pipes, kijken aan de ingang van het kerkhof naar wat er gaande was. Niet veel later verscheen er ook een oudere heer die gans de tijd geïnteresseerd bleef staan kijken tot we gedaan hadden met de tune Amazing Grace. Nadat we onze tunes hadden gespeeld besloten we om eerst de groepsfoto te nemen, wat de laatste tochten wel meer in die volgorde gebeurd om daarna onze pipes ergens veilig neer te leggen en overgaan tot het plechtig neerplanten van ons PRWWI In Remembrance kruisje. Ons kruisje werd bij de vier CWG's geplaatst waarbij terug de gebruikelijke klikjes te horen waren van de verschillende camera's van onze volgers.










Nadat ons PRWWI In Rememberance kruisje was geplaatst namen we stilaan afscheid van Warcoing kerkhof rond 15u20 en maakten ons klaar om onze volgende bestemming op te zoeken. Een ritje van een kleine 5 minuten bracht ons om 15u25, zo'n 5 minuten vroeger dan gepland, bij de kerk van Spiere (Espieres) waarrond de begraafplaats zich bevond. We parkeerden er onze wagen net achter die van André in de schaduw wat zeer welkom was. De zon brandde nog steeds fel wat de temperatuur in de auto redelijk liet oplopen toen deze stond geparkeerd. We namen onze spullen en gingen niet veel later de trap op welke ons bij de kerk en op het kerkhof zou brengen. De kerk was gebouwd op een heuvel dat zo'n 4 meter boven de begane grond lag.





Door onze voorbereidende research wisten we dat op het kerkhof van Spiere 9 Britse militaire waren begraven die sneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zij kwamen om tijdens het geallieerde eindoffensief in oktober 1918 en werden na de wapenstilstand tegen de noordwestelijke rand van het kerkhof begraven. Het kerkhof had wel iets speciaals volgens ons, alles was precies ingedeeld in verschillende terrassen die door middel van een rij voetpadtegels met elkaar waren verbonden. Bij de graven gekomen was het eerst even alles goed bekijken voor de opstelling van de camera, de plaats waar we zouden spelen want het was er wel echt smal. Voor de graven lag een pad van 30 centimeter breed, aan de andere zijde van het pad stond een soort van grote hoge struik, dus het was er wel echt smal. Net er voorbij vonden we een klein driehoekig platform terug waar ook aanpalend aan de CWG's een monument was opgericht voor enkele dorpsgenoten die eveneens sneuvelden tijdens WO1 maar hier niet waren begraven.







Private F Mackenzie MM, Military Medal. 
Service number 528148. 
2nd/14th Bn. formerly (5318) 2nd Lovat Scouts London Regiment (London Scottish). 
Gesneuveld 21 oktober 1918, 32 jaar.


Corporal T Brannen. 
Service number G/58132. 20th Bn. Middlesex Regiment. 
Gesneuveld 21 oktober 1918.


Private EH Nozedar. 
Service number 57463. 12th Bn. Suffolk Regiment. 
Gesneuveld 20 oktober 1918.


Corporal WC Chapman. 
Service number 42462. 14th Bn. Machine Gun Corps (Infantry). 
Gesneuveld 22 oktober 1918.


Rifleman James Davies. 
Service number S/1771. Rifle Brigade posted to 17th Bn. London Regiment. 
Gesneuveld 21 oktober 1918, 28 jaar. 


Second Lieutenant RC Badman. 
2nd Bn. South Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 21 oktober 1918.


Lance Corporal Richard Thomas Bragg. 
Service number 570909. 2nd/17th Bn. London Regiment. 
Gesneuveld 21 oktober 1918, 20 jaar.


Rifleman Herbert Mornington Cleave. 
Service number 576770. 2nd/17th Bn. London Regiment. 
Gesneuveld 21 oktober 1918.


Serjeant L Perryman. 
Service number 50773. Rifle Brigade posted to 2nd/17th Bn. London Regiment. 
Gesneuveld 21 oktober 1918, 20 jaar.



Enkele van onze volgers besloten om een beetje te wachten naast de kerk omdat daar toch nog een beetje schaduw te vinden was. We besloten om onze tunes te spelen op het driehoekig platform tussen de CWG's en het monument voor de Belgische gesneuvelden. Misschien niet ideaal voor het licht van de fotografen, of de plaats voor de foto maar dat was volgens ons ook niet de reden waarvoor we hier waren. We namen van elk graf een aparte foto waarna we onze pipes namen en ons klaar maakten om onze tunes te spelen. Onze tunes, Flower of Scotland en Amazing Grace, klonken fantastisch terwijl het grootste deel van onze volgers stonden of zaten mee te genieten in de schaduw van de kerk. Nadat we gedaan hadden met spelen, namen we hier ook eerst de groepsfoto waarna we onze pipes eveneens in de schaduw gingen leggen.






Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd kort nadien plechtig neer gepland in het midden bij de CWG's waarna we stilletjes aan afscheid namen van Spiere (Espieres) Churchyard, de straat overstaken om er eerst aan de auto nog iets te drinken alvorens verder te rijden naar onze laatste bestemming voor vandaag. We verlieten Spiere om 15u50 en zetten koers naar Kooigem waar we zo'n 10 minuten later zouden arriveren. 








We parkeerden er de wagen op de kleine parking voor de kerk die was omgeven door mooie oude bomen. Hier waren ze niet gerooid wat resulteerde dat het hier mooi groen was en ons vooral veel schaduw gaf welke we na een dag chambreren in de zon wel konden gebruiken.


Toen we waren uitgestapt en onze spullen hadden genomen wandelden we kerkhof op. We moesten niet lang zoeken want onze research had ons laten weten dat we aan de zuidoostelijke kant van de kerk een perk met 17 geïdentificeerde Britse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog zouden vinden. Na de wapenstilstand werden twee slachtoffers vanuit het gehucht Meuleken hier bijgezet en 8 andere afkomstig uit een kleine begraafplaats dicht bij het kerkhof. Alle doden vielen tijdens het geallieerd eindoffensief van oktober en november 1918.
Ook hier was het eerst even bekijken wat we zouden gaan doen want je kon maar alleen bij de graven komen door op een lang smal pad van ongeveer 30 centimeter breed. De rest rondom de graven was overgroeid met een soort van bodem bedekker die proper en regelmatig was bij gesnoeid.











Stuart en Kurt trokken direct het smalle pad op, Stuart om foto's te nemen van de graven waarvan we het verhaal achter de steen wilden vertellen, Kurt opzoek naar bijzondere epitafen. Onze volgers trokken langs het iets bredere pad naast de kerkhofmuur om vandaar betere foto's te kunnen nemen van onze activiteiten. Niet veel later besloten we om onze tunes te gaan spelen en omdat we hier ook niet veel plaats hadden besloten we om dat te doen op het smalle pad waarop we stonden voor de CWG's. Met enige lenigheid en evenwichtsoefeningen lukte het ons dan toch om plechtig onze tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen waar onze volgers en enkele nieuwsgierige dorpelingen van genoten.

Corporal J Scott MM, Military Medal. 
Service number 26207. 7th Bn. Royal Irish Regiment. 
Gesneuveld 31 oktober 1918. Rij A Graf 9.

Lieutenant Alan Luis Pink. 
41st Sqdn. Royal Air Force and 1st/4th Bn. Rifle Brigade. 
Gesneuveld op 30 oktober 1918, 20 jaar. Rij A Graf 10.

Private T Lingard. 
Service number 31176. 2nd Bn. South Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 25 oktober 1918. Rij A Graf 11.

Sapper James V Mitchell. Service number 31288. (foto)
Sapper Burton Clegg. Service number 217542.
Sapper AP Fuller. Service number 31287.
Alle drie maakten ze deel uit van het 200th Field Coy. Royal Engineers. 
Sapper Mitchell en Sapper Clegg sneuvelden op 23 oktober 1918 en werden 28 en 32 jaar.
Sapper Fuller sneuvelde twee dagen later op 25 oktober 1918.
Ze rusten nu samen. Rij A Graf 15.





Nadat we onze tunes hadden gespeeld waagden onze volgers zich ook aan enkele evenwichtsoefeningen op het smalle pad omdat we ons PRWWI In Remembrance kruisje gingen plaatsen en de fotografen dat wouden vast leggen. Tewijl Stuart het In Remembrance kruisje plaatste vond hij tussen de kiezeltjes een metalen klavertje waarop de letters 'SIH' stonden. Niemand wist wat de betekenis ervan was, waarschijnlijk hier eerder neergelegd of verloren. Stuart plaatste het klavertje bij het PRWWI kruisje waarna er enkele foto's van werden gemaakt. Daarna besloten we om de groepsfoto eveneens te nemen op het smalle pad wat voor sommigen onder ons een serieuze uitdaging was op de smalle pad. Toen iedereen zijn evenwicht gevonden had werd de groepsfoto genomen waarna we allen stilletjes het kerkhof van Kooigem verlieten om 16u35.








Terug op de parking gekomen werd alles ingeladen in de auto en waren we blij dat we deze tocht tot een goed einde hadden gebracht. Het was gans de dag heel warm geweest, te warm in feite want zowel wij als enkele van onze volgers puften. André vroeg of hij ons nog iets kon aanbieden in het plaatselijk café rechtover de parking waar we stonden maar eerst wouden we onze tocht plechtig afsluiten met onze ondertussen traditiegetrouwe 'dram'. Omdat we vandaag het 100ste PRWWI In Remembrance kruisje hadden geplaatst had Kurt voor de gelegenheid een fles The Balvenie mee gebracht, die hij in, volgens hem, veel te kleine glaasjes inschonk. Terwijl we stonden te genieten van onze dram werd nog nagepraat over de voorbije tocht. Een tocht met vooral kleine burgerbegraafplaatsen en kerkhoven die heel rustig en ontspannen was verlopen. Voor Davina en André die voor de eerste keer in de voetsporen hadden gelopen van Pipers Remembering WWI smaakte het naar meer wat ons beiden goed stemde.



We waren opgelucht, tot nu toe 103 plaatsen bezocht verspreid over het ganse land waar we hulde hadden gebracht aan slachtoffers van WWI verspreid over 17 verschillende routes. We waren beiden tevreden over onszelf. André nam afscheid van ons en vervolgde zijn weg huiswaarts, terwijl wij nog wat verder stonden te praten. Omdat de tocht na onze gebruikelijke dram officieel was afgelopen vroeg Monique of we op het 100ste PRWWI In Remembrance kruisje iets wouden gaan drinken in het café St. Laurentius recht over. Iedereen installeerde zich niet veel later op het terras in de schaduw om alsnog wat afkoeling te vinden want het leek erop dat Davina een beetje verbrand was op de bovenarmen. Stuart deed gans het project uit de doeken voor enkele mensen die eveneens op het terras zaten terwijl wij ons verfrissend drankje nuttigden.



Een klein half uurtje later besloten we om onze tocht huiswaarts aan te vangen omdat de vermoeidheid begon toe te slaan en we toch nog een ganse rit voor de boeg hadden. We namen afscheid van Daphné en Monique en zetten enkele ogenblikken later de wagen in beweging richting Assenede waar we deze ochtend waren vertrokken. Trip 8 was een mooie en door de verschillende kleine burger begraafplaatsen, eveneens speciale tocht waarop we fantastisch weer kenden, een beetje te warm maar liever zulk weer dan smeltende sneeuw of regen. Na een tocht van een dik uur kwamen we moe maar voldaan aan bij het thuisfront.

Bedankt aan onze volgers Davina, Daphné, Monique en André om er bij te zijn toen we ons 100ste PRWWI kruisje plaatsten en de verschillende mooie foto's. Graag tot een volgende keer.

Groeten Stuart en Kurt