zondag 20 december 2015

Trip 13: Le Touquet Railway Crossing Cemetery, Tancrez Farm Cemetery, Motor Car Corner Cemetery, Gunners Farm Military Cemetery, Calvaire (Essex) Military Cemetery & London Rifle Brigade Military Cemetery.

Datum : 20 december 2015
Begraafplaatsen : Le Touquet Railway Crossing Cemetery, Tancrez Farm Cemetery, Motor Car Corner Cemetery, Gunners Farm Military Cemetery, Calvaire (Essex) Military Cemetery & London Rifle Brigade Military Cemetery
Afstand : 170 Km
Weer : Zonnig maar fris
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Daphné Vangheluwe, Patrick Verhaeghe



Info :

Vandaag was het precies 28 dagen geleden dat we in november de 20ste rit hadden gereden met PRWWI en wat voor een. Een ganse dag in de nattigheid en barre weersomstandigheden, ja deze rit werd unaniem uitgeroepen tot de rit die alle records brak. Nu een maand later zouden we terug op pad gaan, ondertussen december geworden en wat moet je verwachten van het weer? Wij in ieder geval hoopten op een droge tocht. In de vroege uurtjes van vandaag keken we naar buiten en zagen dat het droog was, wat ons ergens toch al een beetje gerust stelde. Na het maken van het lunchpakket en het zetten van een thermos koffie, reden we richting Moerkerke waar de tocht voor vandaag van start zou gaan. Mooi op tijd arriveerden we bij Stuart die net buiten kwam en meteen al onze spullen begon te laden in de auto. Niet veel later vertrokken we richting Ploegsteert waar in de buurt alle te bezoeken begraafplaatsen in een omtrek van 2,5 kilometer  bij elkaar lagen.


We arriveerden onder een stralend ochtendzonnetje om 10u00 bij Le Touquet Railway Crossing Cemetery dat ongeveer in het midden van de Touquetstraat lag op een 300 meter van de N58 expresweg. We parkeerden er de wagen en merkten op dat we nog, buiten enkele omwonenden die door het spleetje van hun gordijn stonden te gluren, nog helemaal alleen waren. We maakten ons stilaan klaar en toen we onze pipes uit de auto haalden en aanstalten maakten om ze te tunen wouden toch enkele omwonenden de situatie van korter bij bekijken. We zeiden elkaar vriendelijk een goeie dag en blijkbaar hadden ze toch wel interesse in wat we gingen doen. Stuart deed ons PRWWI project zowat uit de doeken waar ze veel respect bleken voor te hebben.




Niet veel later gingen we Le Touquet Railway Crossing Cemetery op. Le Touquet lag tijdens de Eerste Wereldoorlog dicht bij het front. Het terrein van de begraafplaats lag aan een overweg van de spoorweg Komen naar Armentiers en ze werd gebruikt van oktober 1914 tot juni 1918. Op de begraafplaats worden 74 slachtoffers herdacht waarvan er 28 behoren tot de 1ste Rifle Brigade die omkwamen tussen oktober en november 1914. Eveneens liggen er ook 24 niet geïdentificeerde slachtoffers begraven en bij de ingang liggen ook 3 Special Memorials van slachtoffers waarvan hun graf niet meer kon worden teruggevonden.




Onze pipes lieten we achter bij het Cross of Sacrifice dat zich aan de oost zijde van de begraafplaats bevond en we begonnen met het nemen van enkele foto's. Daar we tijdens onze voorafgaande research niet veel extra info hadden gevonden over de slachtoffers die hier begraven waren was Stuart zijn lijstje heel kort en moest hij zich daarna ook wat meer toeleggen op het fotograferen want we dachten dat we er vandaag helemaal alleen gingen voorstaan. Nog geen enkele volger was gearriveerd toen we bezig waren met het fotograferen van enkele graven en net toen we niet veel later aanstalten maakten om onze tunes te gaan spelen zagen we een bekend blauw autootje arriveren om 10u23. Daphné had zich overslapen, hoewel zij een andere uitleg had, was dat toch hetgeen Kurt vertelde.










Rifleman Patrick Howard. 
Service number 6278. 1st Bn. Rifle Brigade. 
Hij is één van de 28 slachtoffers van zijn regiment op de begraafplaats. 
Hij diende ook in Zuid-Afrika. Gesneuveld op 2 november 1914, 35 jaar. 
Rij C Graf 2.


Rifleman John Joseph Holland . 
Service number 9471. 1st Bn. Rifle Brigade. 
Mooi Epitaaf: ‘We Loved Thee Here And Shall Hereafter’. 
Gesneuveld 30 oktober 1914, 32 jaar. Rij B Graf 3.


Captain George Arthur Murray Docker. 
Royal Fusiliers attd. 1st Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment). 
Mooi Epitaaf:’A Good Life Hath But Few Days, But A Good Name Endureth For Ever’. 
Gesneuveld 17 november 1914, 37 jaar. Rij A Graf 11. 


De ‘Special Memorials’ in Rij G voor de drie slachtoffers waarvan geweten is dat ze bij de onbekenden op de begraafplaats zijn. Het vreemde is dat zij de drie laatst gesneuvelden op de begraafplaats zijn.



Private W Alexander. 

Service number 12025. 2nd Bn. Duke of Cornwall’s Light Infantry. 

Gesneuveld 14 juni 1915.



Lance Corporal A Chidgey. 
Service number 20406. 6th Bn. Duke of Cornwall’s Light Infantry. 
Gesneuveld 13 juni 1915. Hij werd 29 jaar.

Private F Wilson. 
Service number 9487. 1st Bn. Duke of Cornwall’s Light Infantry. 
Gesneuveld 13 juni 1915. 

Private John Alfred Pearce. 
Service number 1410. 2nd Bn. Lancashire Fusiliers.

Major John Henry Morrah. 

1st Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment).


Ze sneuvelden beiden op 18 oktober 1914 en zijn hiermee de eersten op de begraafplaats.

Private Pearce werd 25 jaar en Major Morrah 39. 

Ze rusten nu naast elkaar in Rij A Graf 6 en 7. 

Flower of Scotland klonk prachtig in de vroege ochtend en na een kleine stilte speelden we Amazing Grace. Tijdens de laatste tune zagen we vanuit onze ooghoeken aan de overkant van de straat nog een bekende arriveren met zijn scooter om 10u30. Nadat Patrick zijn helm had afgezet en zich wat comfortabeler had herkleed kwam hij eveneens de begraafplaats op. We zegden elkaar een goeie dag, en besloten om ons PRWWI In Rememberance kruisje plechtig neer te planten bij het Cross of Sacrifice. Daarna wandelden we op naar de ingang waar we de groepsfoto zouden nemen met de graven op de achtergrond. Een bezoekersregister was er niet aanwezig zodat we nog enkele foto's namen en besloten te vertrekken naar de volgende begraafplaats zo'n 750 meter verder. We verlieten Le Touquet Railway Crossing Cemetery om 10u40, laden onze spullen in en vertrokken naar onze volgende bestemming.











Om 10u45 arriveerden we op Tancrez Farm Cemetery welke ons direct liet denken aan, Derry House Cemetery No2 (onze 7de rit, route 26). Hier leek het ook of de begraafplaats bestond uit 2 aparte delen. Vooraan zagen we direct bij de ingang het Cross of Sacrifice staan en iets verder naar achter een haag lagen de 335 slachtoffers uit WWI begraven. De begraafplaats ligt een dikke 2 kilometer ten zuidoosten van het dorpscentrum en zo'n 900m van de grens met Frankrijk. Ze werd ontworpen door Charles Holden met medewerking van William Cowlishaw en wordt uiteraard zoals de meesten hier in de buurt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.










Ploegsteert was bijna de hele oorlog in geallieerde handen, enkel tussen 10 april en 29 september 1918 was het tijdens het Duitse lenteoffensief bezet door Duitse troepen. De begraafplaats lag tegenover een hoeve die gedurende de oorlog dienst deed als hulppost. Ze werd gestart in december 1914 en tot maart 1918 gebruikt door veldhospitalen (Field Ambulances) en gevechtseenheden.
Er worden 307 Britten waarvan er 6 niet meer geïdentificeerd konden worden, 19 Australiërs, 3 Nieuw-Zeelanders, 4 Zuid-Afrikanen en 2 Duitsers herdacht. Voor 1 Brit werd een Special Memorial opgericht omdat zijn graf niet meer gelokaliseerd kon worden en aangenomen wordt dat hij zich onder een naamloos graf bevindt.

Wie liepen de begraafplaats op en op de sokkel van het Cross of Sacrifice lieten we onze pipes achter waarna we het tweede deel van de begraafplaats opliepen om ons lijstje voor het verhaal achter de steen, te kunnen afwerken. Stuart, die deze taak op zich had genomen begon direct met zerkjes tellen en foto's van de verschillende graven te nemen. Kurt ging opzoek naar bijzondere epitafen terwijl Daphné en Patrick eveneens opzoek gingen naar dat ene ideale plaatje. Achteraan de begraafplaats vonden we iets raars terug. Daar lag een rij graven in een andere richting, nader onderzoek liet ons weten dat dit bijna allemaal Australiërs waren, die lagen ten opzichte van alle andere graven in tegenovergestelde richting.








Hier wel een rij I.












Een onbekend Duits slachtoffer. Met de moderne technologie.

De inscriptie op de ‘Special Memorial’ van Private John Michael Furze. 
Service number 37179. 3rd Bn. Worcestershire Regiment. Gesneuveld 10 augustus 1917,34 jaar. 
Hij is één van de onbekende slachtoffers op de begraafplaats. Een beetje atypisch is dat zijn gedenksteen tussen de graven staat en niet aan de zijkant van de begraafplaats zoals gewoonlijk. 
Zijn gedenksteen vind je terug in Plot I Rij K Steen 2a.


Second Lieutenant CHW Darling. 
3rd Bn attd. 2nd Bn. Royal Irish Rifles. 
Mooi epitaaf: ‘I Am Come, So They May Have Life, And May Have It Abundantly, John X.10’.
Gesneuveld 12 december 1915, 20 jaar. Plot I Rij G Graf 10.


Private James Pilkington. 
Service number 6025. “B”Coy. 1st Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment). 
Korte epitaaf: ‘Advanced’. 
Gesneuveld 13 januari 1915, 36 jaar. Plot I Rij F Graf 14.


Private W Swift. 
Service number 200578. “B” Coy. 2nd/4th Bn. The Loyal North Lancashire Regiment. 
Hij was bokskampioen van East Lancashire in 1908-1910. 
In februari 1980 kreeg hij nog bezoek van zijn zoon en familie. 
Gesneuveld 9 juni 1917, 28 jaar. Plot II Rij H Graf 10.


Private S Dean. 
Service number 17607. 6th Bn. King’s Own Scottish Borderers. 
Gesneuveld 10 februari 1916. Hij werd 45 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats. 
Plot I Rij B Graf 10.


Leutnant Rolf Dyck. 
Nadat hij Offizier was bij het Ulanen-Regiment Hennings von Treffenfeld (Altmärkisches) Nr. 16 (Saarburg) ging hij in 1917 bij het Fliegerabteilung 18 Lb dat op 11 januari 1917 gevormd werd tot het einde van de oorlog. Rolf Dyck sneuvelde op 12 mei 1917 en rust nu in Plot II Rij C Graf 13.


Private J Slater. 
Service number 7217. 2nd Bn. Lancashire Fusiliers. 
Gesneuveld 2 december 1914. Hij is de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 36 jaar. Plot I Rij F Graf 19.


Private John Thomas Howell. 
Service number 6535. 20th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Mooi epitaaf: ‘ Leaves Of Remembrance Weave Sweetest Memories, Mother’s Hero’.  
Gesneuveld op 9 maart 1918 en hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 34 jaar. Plot I Rij K Graf 9.


Private M Hodgson MM (Military Medal). 
Service number 49402. 10th Bn. Cheshire Regiment. 
Gesneuveld 16 januari 1917. Plot II Rij D Graf 1. 


Private Charles Umbers. 
Service number 27284. 2nd Bn. Border Regiment. 
Toen hij werd opgeroepen gaf hij een ‘Sixpence’ aan zijn zus om te verdelen onder haar kinderen, want ‘I’m not coming back’ vertelde hij. Doordat hij bijna het einde van zijn eigen geweerloop  niet kon zien omdat hij zo slechtziend was dacht men dat hij zijn dienstplicht probeerde te ontlopen. Maar dat was niet het geval, hij kon echt het einde van zijn geweerloop niet zien. Laat staan de vijand. Zijn zus vertelde dan ook aan haar kinderen dat hij vermoord werd door de regering door hem een geweer in z’n handen te stoppen. 
Hij sneuvelde samen met twee andere soldaten door een granaat van een loopgraafmortier. 
Ze werden naast elkaar begraven en Charles rust nu in Plot II Rij A Graf 6. 


Second Lieutenant Alexander Keith Gorrie. 
11th Bn. Highland Light Infantry. 
Gesneuveld 26 april 1916, 32 jaar. Plot I Rij E Graf 5.


Private Eric John Lipscomb. 
Service number 2348. 34th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Hij sneuvelde amper 10 dagen aan het front op 16 mei 1917. Hij werd 22 jaar. 
Zijn broer sneuvelde 5 weken later nabij Bullecourt. 
Private Eric John Lipscomb rust nu in Plot II Rij D Graf 13. 


Captain Alexander Reid Gibb. 
105th Bty. Royal Field Artillery. Hij was advocaat in Edinburgh. 
Gesneuveld 12 oktober 1916, 42 jaar. Plot I Rij J Graf 13. 



Een tijdje later, toen Stuart zijn lijstje had afgewerkt, verzamelden we in het midden van de begraafplaats waar we besloten om onze tunes te spelen. In een kleine open plek tussen de graven speelden we Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace welke prachtig klonken in de late ochtend. Daphné en Patrick namen zoals gewoonlijk enkele foto's waarbij ze ook af en toe eens op het knopje gingen duwen van Stuart's camera. Toch gemakkelijk als er volgers mee zijn meenden we beiden achteraf. Na het spelen van onze tunes trokken we stilletjes naar de voorkant van de begraafplaats waar we tussen het Cross of Sacrifice en het plot met graven eerst de groepsfoto namen.










De buurvrouw, die ons reeds een tijdje in de gaten hield, kwam even kijken wat er allemaal gebeurde op de begraafplaats terwijl we net ons PRWWI In Rememberance kruisje plechtig wouden plaatsen bij het Cross of Sacrifice. Daar het Cross of Sacrifice rond om rond geplaveid was met witte steen en het niet echt mogelijk was om ons PRWWI kruisje in de grond te steken besloten we dat te doen op de rand van een bloembak tussen het Cross of Sacrifice en het plot met graven. Kurt die van dat stukje plechtigheid een foto wou nemen stond weer eens te klungelen met de camera zodat hij spontaan een lachbui kreeg. Stuart die ter hulp kwam liet de volgers weten dat hij het nooit zou leren al die moderne technologie.









Toen iedereen weer bij zinnen was gekomen werd ons PRWWI In Memoriam kruisje plechtig neergeplant in de bloembak tussen het Cross of Sacrifice en het plot met graven waarna we de camera gingen opstellen bij de toegangspoort waar we in de omheiningmuur in het kastje het bezoekersregister terug vonden. Het register kende een laatste input van 4 november 2015 door een zekere David Wyatt, afkomstig uit Australië, - Macquarie ACT 2614 - een stadje bij Canberra,  zo een 230km onder Sydney. Deze mensen waren hier op bezoek geweest bij hun 'great uncle' groot oom, Eric Lipscomb die hier was begraven. Het stemde ons fijn te zien dat de slachtoffers uit WWI niet vergeten wordt door familie en nabestaanden en dat dit werkelijk nog leeft bij die mensen, zelfs na honderd jaar.









We tekenden allen plechtig het bezoekersregister waarna we ons stilaan begonnen klaarmaken om verder te trekken naar een volgende bestemming. We laden al onze spullen in de auto en verlieten Tancrez Farm Cemetery omstreek 11.30u voor een rit van zo'n kleine 5 minuten, op het einde van de straat, het hoekje rechts om en zo'n 150 meter verder. Daar zouden we Motor Car Corner Cemetery vinden. Motor Car Corner Cemetery is een Britse militaire begraafplaats ten zuiden van het dorpscentrum en slechts 600 m van de Franse grens. Op deze plek gaf Motor Car Corner het punt aan waar geen enkel voertuig verder naar het front mocht. De begraafplaats werd gestart in juni 1917 bij de aanvang van de Tweede Slag om Mesen en werd tot eind maart 1918 gebruikt. Tussen 10 april en 29 september 1918 was de begraafplaats in Duitse handen als gevolg van het Duitse lenteoffensief. Gedurende deze bezetting werd ze in noordelijke richting uitgebreid met Duitse slachtoffers. Deze graven werden later verwijderd en overgebracht naar een andere begraafplaats. Wel raar dat er één Duits graf is overgebleven op deze begraafplaats. Er worden 38 Britten, 9 Australiërs, 84 Nieuw-Zeelanders en 1 Duitser herdacht. Er zijn 5 slachtoffers die niet geïdentificeerd konden worden.




We parkeerden onze wagen half op de weg en half op een stukje gras omdat hier niet echt veel plaats was om te parkeren. Daphné die hier de weg goed wist was weer over enthousiast en parkeerde haar wagen aan de overkant van de straat redelijk kort bij een scheef paaltje. Volgens haar uitleg stond dit al scheef maar volgens Kurt stond het toch verdacht dicht tegen haar auto. Terwijl Daphné en Kurt stonden te kibbelen over het paaltje begon Stuart alvast met het uitladen van onze spullen. Nadat het statief voor de camera was uit gezet werd nog snel het een en ander gecheckt via de mobiele telefoon van Stuart. Toen iedereen klaar was met zijn ding besloten we de begraafplaats op te gaan.






We legden onze pipes op de sokkel van het Cross of Sacricie en begonnen met het nemen van enkele overzichtsfoto's voor onze archieven. Terwijl Stuart samen met Daphné en Patrick langs de straatkant de begraafplaats opliepen wou Kurt aan de andere zijde enkele foto's nemen van hen waarna hij begon met het nemen van enkele bijzondere epitafen. Op een gegeven moment zat hij gehurkt voor het nemen van een foto en sprong ineens recht van het verschieten waarbij hij een luidde 'Waaaaa' riep. Net op het moment dat hij op het knopje van zijn fototoestel wou drukken, raasde er een haas voorbij tussen de graven en de omheiningmuur, zo'n 50 centimeter voor Kurt. Het diertje liep voor zijn leven langs de omheiningmuur naar het Cross of Sacrifice op, draaide het hoekje om en raasde over het achtergelegen veld de horizon tegemoet.










Daphné, Patrick en Stuart stonden te lachen toen ze Kurt nog zagen staan nabibberen van het gebeuren. We deden verder met het nemen van enkele foto's voor ons archief en niet veel later besloten we om onze tunes te spelen in het midden van de begraafplaats tussen de graven. Nadat we onze tunes Flower of Scotland en Amazing Grace hadden gespeeld gingen we terug naar het Cross of Sacrifice waar we onze pipes terug achterlieten op de sokkel. We moesten even overleggen waar we ons PRWWI kruisje zouden plaatsen. Lang moesten we niet overleggen, we zouden ons PRWWI In Remembrance kruisje plaatsen bij Allan Holz en Ernest John Holz, 2 broers die uit Nieuw Zeeland hier vochten en beiden stierven op 26 september 1915. De 2 broers lagen hier op Motor Car Corner naast elkaar begraven.

Vizefeldwebel Otto Gaertner. JNFR 56. 
Gesneuveld 26 juni 1918. Rij C Graf 29.


De gebroeders Holz.

Private Allan Holz - Service number 39534, 

Private Ernest John Julius Holz - Service number 39535 en 

Private William P Holz - Service number waarschijnlijk 39533 of 39536.
Zij waren bij het 3rd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. en alle drie in dezelfde kamer toen op 13 juni 1917 om 1u30 een Duitse granaat binnen viel. Allan en Ernest waren op slag dood, William raakte zwaargewond. Het volledige verhaal lees je hier http://www.nzhistory.net.nz/media/photo/holz-brothers . Allan werd 24 en Ernest 33 en ze rusten naast elkaar in Rij A Graf 15 & 16.  

Private Thomas Andrews. 
Service number 33500. 3rd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 13 juni 1917, 39 jaar. Rij A Graf 17.


Private Arthur Julius Taylor. 
Service number 30990. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 13 juni 1917. Rij A Graf 18.


Private David Glover Craig. 
Service number 12/2678. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 13 juni 1917. Rij B Graf 13.


Private Walter Peter Aitken. 
Service number 42455. 3rd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld op 14 augustus 1917, 27 jaar. Rij B Graf 22.


Captain William Allan Forsyth. 
79th Sqdn. Royal Air Force and 56th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 27 juni 1918, 23 jaar. Rij C Graf 28.


Private William Carson. 
Service number 34471. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 2 juli 1917, 25 jaar. Rij D Graf 2.


Private James McCarthy. 
Service number 39479. 2nd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 6 juli 1917, 32 jaar. Rij D Graf 6.


Private John Brown. 
Service number 18091. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 13 juli 1917. Rij D Graf 14.


Private Peter Keith Buchanan. 
Service number 10074. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 14 juli 1917, 52 jaar. Rij D Graf 17.


















Nadat het PRWWI kruisje plechtig was neer geplant bij het graf van de broers Holz wandelden we naar de ingang van de begraafplaats waar we in de omheiningsmuur het kastje terugvonden met het bezoekersregister in. Het register had een laatste input op 26 september 2015 door een zekere Anna Forsyth die op bezoek was voor Captain Forsyth. Terwijl wij het register tekenden zagen we dat Patrick reeds zijn lunch aan het nuttigen was. Niet veel later liet hij ons weten dat hij hier afscheid van ons moest nemen omdat hij andere verplichtingen had. Terwijl Patrick wat later alles begon in te laden en hem klaar te maken zetten Stuart en Kurt de door Kurt meegebrachte wolvenmuts op maar Patrick had gelijk niks in de gaten. We wuifden Patrick uit terwijl wij nog de laatste restjes van onze lunch verorberden. Rond 13.00u laden ook wij alles in om naar een volgende bestemming te trekken.













Rond 13.15u arriveerden we bij de Gunners Farm Military Cemetery, een schitterend voorbeeld van een regimentsbegraafplaats die haar naam ontleend aan een hoeve die hier tegenover stond. De meeste graven dateren uit de eerste oorlogsjaren. De begraafplaats werd in juli 1915 in gebruik genomen door de 9th Essex en de 7th Suffolk Regiments. Ze bleef in gebruik van het 11th Bn. Lancashire Fusiliers (Rijen D-J) en de 9th (Scottish) Division (Rijen J-Q). Behalve een drietal latere bijzettingen werd de begraafplaats afgesloten in juni 1916 door bataljons van de Royal West Kent en de Queen's Royal West Surrey regimenten. De begraafplaats viel in Duitse handen van 10 april tot 29 september 1918, toen dit gebied werd heroverd. Op deze begraafplaats liggen eveneens vier Duitse militairen begraven, van wie er twee niet werden geïdentificeerd. Onder de 179 slachtoffers die er zijn begraven zijn er 163 Britten, 9 Zuid-Afrikanen, 2 Australiërs, 1 Nieuw-Zeelander en 4 Duitsers (waarvan 2 niet geïdentificeerde).





We betraden de begraafplaats langsheen een volledig uit witte steen opgetrokken ingang waarna we via een klein verhoog het Cross of Sacrifice aantroffen waarachter de graven zich bevonden. We lieten onze pipes achter op de sokkel van het Cross of Sacrifice waarna we over de begraafplaats heen wandelden opzoek naar enkele slachtoffers waarvan we het verhaal achter de steen wouden vertellen of een bijzonder epitaaf. Terwijl Daphné bezig was met het nemen van enkele foto's maakten we ons klaar om onze tunes te gaan spelen. We namen onze pipes op, en speelden onze tunes tussen het Cross of Sacrifice en de graven van de slachtoffers. Onder het spelen van Flower of Scotland kwam de hond van de overburen een kijkje nemen maar durfde het toch niet aan om dichterbij te komen. Hij bleef er staan tot we gedaan hadden met de tune Amazing Grace waarna hij terug weg wandelde.  






Hier ook een rij I.






Musketier Schaffer en Unteroffizier Arthur Kirchberg. 
Inf. Regt.358. Gesneuveld 12 april 1918. Zij zijn de laatsten op de begraafplaats. 
Ze rusten volgens de CWGC-sit in Plot I Rij T Graf 1. 
In werkelijkheid is dit vooraan de begraafplaats voor Rij A.


Private Christopher Mantel Wren. 
Service number 9191. 7th Bn. Suffolk Regiment. 
Zijn epitaaf zegt:’Who Dies If England Wins’.
Hij is de jongste op de begraafplaats en één van de eerste hier begraven. 
Gesneuveld 2 augustus 1915, 17 jaar. Rij A Graf 5.


Private John Ernest Hawken. 
Service number 1521. 3rd Regt. South African Infantry. 
Treffend epitaaf: ‘He Gave His Life Out Of Pure Love For His Country’. 
Gesneuveld 16 mei 1916, 43 jaar. Rij Q Graf 3.


Private Lewis Brewster. 
Service number 4450. 9th Bn. Essex Regiment. 
Gesneuveld 18 augustus 1915, 36 jaar. Rij A Graf 4.







Kort daarna namen we eerst de groepsfoto waarna we ons PRWWI In Rememberance kruisje plechtig neer planten bij het Cross of Sacrifice. We wandelden terug naar de ingang waar we bij de ingang in de omheiningmuur het kastje vonden met het bezoekersregister. Het register kende een laatste input op 25 oktober 2015 door aan zekere Andrew Redmaine, helaas stond er niet bij vermeld vanwaar die afkomstig was. Wel stond erbij vermeld dat hij het graf van zijn grootoom Private James Wildman was komen bezoeken die dag op dag 100 jaar eerder sneuvelde. Iedereen vulde het bezoekersregister in en een moment later leek het of Kurt was tot aan zijn middel in de grond gezakt waarbij Daphné en Stuart het uitschatterden. Niets was minder waar natuurlijk maar naar eigen zeggen was de omheiningmuur hem te laag en was hij hurkend gaan zitten wat veel gemakkelijker was.











Nadat iedereen dan uiteindelijk toch serieus het bezoekersregister had kunnen invullen, laadde Stuart zijn pipes en andere spullen in de auto en was het tijd om naar de volgende begraafplaats te gaan. Kurt, die had gezien dat de volgende begraafplaats maar een goeie 150 meter verder lag, nam zijn pipes onder de arm en besloot de afstand te voet te doen. We verlieten beiden op onze manier Gunners Farm Military Cemetery om 13.30u. op weg naar onze volgende stop. Kurt die enkele momenten vroeger was aangekomen had nog net de tijd om enkele foto's te nemen van hoe Stuart met de PRWWI mobiel arriveerde om 13.33 bij de Calvaire (Essex) Military Cemetery. We laden onze spullen uit en betraden Calvaire (Essex) Military Cemetery waarbij we eerst onze pipes op de sokkel van het Cross of Sacrifice legden wat vooraan bij de ingang op de begraafplaats stond.





De begraafplaats werd aangelegd naast een gebouw dat destijds door de Britten Essex House werd genoemd en is ook een typisch voorbeeld van een regimentsbegraafplaats. De 2nd Essex en de 2nd Monmouthshire Regiments startten hier in november 1914 met het begraven van hun doden. Daarna volgden de 9th Royal Fusiliers en het 11th Middlesex Regiment, dan het 7th Suffolk en het 9th Essex Regiment en daarna het 6th Buffs, het 1/7th en het 1/8th Worcestershire Regiment. Ten slotte werd de begraafplaats door het 11th Queen's Royal West Surrey en het 10th Royal West Kent Regiment voltooid in juli 1916. Later werden nog 2 slachtoffers bijgezet. Tijdens het Duitse lenteoffensief in het voorjaar van 1918 werd het gebied door hen bezet van 10 april tot 29 september. Hedendaags liggen er 218 Britse slachtoffers begraven op Calvaire (Essex) Military Cemetery

We liepen de begraafplaats op opzoek naar enkele mooie foto's, bijzondere epitafen maar vooral opzoek naar enkele graven waarvan we iets meer wouden vertellen. We merkten op dat de slachtoffers van alle verschillende regimenten allemaal samen en per regiment waren begraven wat toch een speciaal zicht gaf. Wat we ook ontdekten op deze begraafplaats was dat hier vier 16- en vier 17-jarige slachtoffers lagen begraven, nog maar eens het bewijs van hoe jong men destijds ten strijde trok. Het waren 8 slachtoffers van de 85.000 slachtoffers aan Britse zijde die sneuvelden met een leeftijd tussen 16 en 19 jaar.



Hier geen rij I.











Second Lieutenant John Edward Paton. 
2nd Bn. Monmouthshire Regiment. 
Mooi epitaaf:’He Was Carried Away By The Angels’. 
Gesneuveld 31 decemeber 1914, 19 jaar. Plot I Rij B Graf 12.


Private John Gandy. 
Service number 7687. 2nd Bn. Essex Regiment. 
Mooi epitaaf:’God Gave Us Strength To Send You Courage To Let You Go’. 
Gesneuveld 17 januari 1915, 35 jaar. Plot I Rij E Graf 2.


Private A Kirwin. 
Service number 34182. 8th Bn. South Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 26 januari 1917 en is hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Plot IV Rij E Graf 3.


Private G Robinson. 
Service number 1182. 1st Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment). 
Gesneuveld 22 oktober 1914. Hij is de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Plot I Rij N Graf 4.


Serjeant BJ Brand. 
Service number S/32. 6th Bn. The Buffs (East Kent Regiment). 
Hij diende ook in de Boer-oorlog. Gesneuveld 26 september 1915. 
Hij werd 42 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats. 
Plot III Rij D Graf 1.


Private Ernest Palfrey. 
Service number 2341. 2nd Bn. Monmouthshire Regiment. 
Mooi epitaaf: ‘To Live In Hearts We Leave Behind Is Not To Die’. 
Gesneuveld 25 december 1914, 21 jaar. Plot I Rij A Graf 9.


Lieutenant George Aked. 
5th Bn. Leicestershire Regiment. Gesneuveld 5 maart 1915. 
Plot I Rij H Graf 7.



Niet veel later toen Stuart klaar was met het afwerken van zijn namenlijstje en het tellen van zerkjes, verzamelden we bij het Cross of Sacrifice waar we onze pipes gingen ophalen. We liepen naar een iets breder stuk gras waar we ons onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace speelden. Onder het spelen door kwamen 2 andere bezoekers aan die blijkbaar op zoek waren naar enkele graven waar ze een houten In Remembrance kruisje gingen bij zetten. Wij op onze beurt namen op dat moment de groepsfoto en plaatsten iets daarna zelf ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer bij het Cross of Sacrifice. Toen we beiden kort overliepen of we hier alles hadden afgewerkt, buiten het ondertekenen van het register, zagen we dat de 2 andere bezoekers terug vertrokken.











Het bezoekersregister register vonden we terug in de omheiningmuur, mooi opgeborgen in het kastje waar ook enkele geplastificeerde bladen zaten met info van enkele slachtoffers die hier begraven waren. Cpl. John Tippins en L/Cpl. John Kings hun nabestaanden hadden dat hier waarschijnlijk achter gelaten. Voor ons is dit dikwijls ook mooie informatie omdat we op deze manier ook soms aan andere info geraken die we nergens anders kunnen vinden over een bepaald iemand.
Het register kende een laatste input op 12 december 2015 door een zekere Rowby & Clare Pillman. Een voor een vulden we op onze beurt het bezoekersregister in waarbij Kurt echt alle moeite deed om niet alleen opstap te zijn en erg lette op het feit dat de oorlog geen 100 jaar duurde. Stuart en Daphné stonden te lachen maar ondanks alles werden er deze keer geen foutjes geschreven door Kurt.


Lance Corporal John Kings. 
Service number 2494. 1st/8th Bn. Worcestershire Regiment. 
Zijn foto en verhaal vonden we bij het register. 
Gesneuveld 31 mei 1915, 41 jaar. Plot IV Rij B Graf 2.


Corporal John Tippins. 
Service number 3/3105. 2nd Bn. Essex Regiment. 
Zijn foto en verhaal vonden we in het register. 
Gesneuveld 26 november 1914, 27 jaar. Plot I Rij C Graf 6.





Na het invullen van het register werden alle spullen ingeladen en verlieten we niet veel later rond 14u10 Calvaire (Essex) Military Cemetery op weg naar onze volgende en alweer laatste bestemming voor vandaag. Een rit van zo'n dikke 2 kilometer bracht ons in Ploegsteert in de Armentierestraat bij het London Rifle Brigade Military Cemetery. De temperatuur begon stilletjes omlaag te duiken en er stak een fris windje op toen we onze spullen begonnen uit te laden. Kurt nam zijn voorzorgsmaatregelen en zette zijn wolvenmuts op waarna hij de begraafplaats opliep om enkele foto's te nemen van het moment dat Stuart de begraafplaats betrat. De omheiningmuur bestond volledig uit natuursteen met op de hoeken grote witte stenen blokken. Helemaal vooraan van aan het toegangshek dat bestond uit een zware ketting liep een wit stenen pad langsheen de straatkant naar het schuilhuisje waarin een stenen gedenkplaat was ingemetseld.










De begraafplaats werd destijds aangelegd door eenheden van de 4th Division in december 1914. Ze werd tot maart 1918 gebruikt door gevechtseenheden en hulpposten (Field Ambulances) hier in de buurt. Toen de begraafplaats even ten gevolge van het Duitse lenteoffensief in april en mei 1918 in Duitse handen viel, werden hier eveneens 18 Duitse slachtoffers begraven, nadien in oktober 1918 werden nog twee Britse graven bijgezet. De naam werd gegeven door de London Rifle Brigade die hier tijdens de eerste drie maanden van 1915, 22 van hun manschappen hebben begraven. Vandaag liggen er 263 Britten, 38 Australiërs, 34 Nieuw-Zeelanders en 18 Duitsers begraven.
In juni 1927 werd door Luitenant-generaal H.F.M. Wilson een gedenkplaat (in het noordelijke schuilhuisje) onthuld als herdenking aan de inhuldiging van deze begraafplaats door de bisschop van Londen op Pasen 1915, en voor de 91 officieren en 1831 manschappen van het regiment die gedurende de oorlog gevallen zijn. De gedenkplaat vermelde; "This cemetery was dedicated by the Bishop of London , Chaplain to the Regiment on Easter Day 4th April 1915. In Grateful Memory of the Fallen".








  
We liepen deze mooie langwerpige begraafplaats op waarbij Stuart al meteen begon met het overlopen van zijn lijstje. Zerkjes tellen was de boodschap terwijl onze wolf Kurt opzoek ging naar enkele bijzondere epitafen.  Daphné die ondertussen de tweede wolvenmuts had opgezet ging opzoek naar die ene foto die het verschil zou maken. Stuart en Kurt gingen verder met hun werk toen nadat het lijstje was afgewerkt ze hun pipes gingen ophalen die ze hadden achtergelaten op het Cross of Sacrifice dat zich ongeveer in het midden van de begraafplaats bevond.  We besloten om onze tunes Flowers of Scotland en Amazing Grace te spelen op een beetje een open plek bij het Cross of Sacrifice en kortbij de 22 manschappen van de London Rifle Brigade die allemaal samen in een plot zijn begraven.




Kanonier Willy Gorski. 
FAR31. Eén van de 18 Duitse slachtoffers op de begraafplaats. 
Gesneuveld 2 mei 1918. Plot IV Rij D Graf 12.


Het enige Commonwealth slachtoffer dat onbekend bleef op de begraafplaats.

Lieutenant Andrew Nicol. 
6th Bn. King’s Own Scottish Borderers. 
Gesneuveld 22 mei 1916, 23 jaar. Plot II Rij C Graf 45.


Private DSM Jack. 
Service number S/13497. 8th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 1 april 1916. Plot II Rij B Graf 35.


Corporal William Percival Cox. 
Service number 57180. 106th Field Coy. Royal Engineers. 
Gesneuveld 18 november 1915, 19 jaar. Plot II Rij A Graf 37. 


Private Arthur William Duggan. Service number 10919. 11th Bn. Northumberland Fusiliers. Gesneuveld 31 augustus 1916, 30 jaar. Plot II Rij D Graf 23. Bij zijn graf vonden we een brief terug. Later onderzoek vertelde ons dat de brief bij het verkeerde graf stond. De brief hoorde bij het graf van Private John Slater. Service number 2383. 36th Bn. Australian Infantry, A.I.F. Gesneuveld op 30 april 1917, 18 jaar. Plot II Rij E Graf 4. Wat we uit de brief kunnen opmaken is dat de familie Slater John kregen toen hij nog een baby was. Aangezien ze van zijn moeder sindsdien niets meer hoorden hebben ze hem geadopteerd. Hij zelf heeft het blijkbaar nooit geweten. Onderaan de brief schrijven ze nog dat mevrouw Slater niet kan reizen om de nodige handtekeningen te verkrijgen waardoor ze afstond moeten doen van zijn medailles. Maar ze hebben geen medailles nodig om hem te gedenken. Aangezien we dit op het moment zelf nog niet wisten ging Daphné nog eens terug om eventueel de brief juist te steken maar de brief was niet meer te vinden.


Rifleman William Henry Peppiatt. 
Service number 9556. 5th Bn. London Regiment (London Rifle Brigade). 
Hij is één van de mannen waar de begraafplaats zijn naam aan te danken heeft. 
Gesneuveld 5 februari 1915, 26 jaar. Plot III Rij B Graf 4.


Private Herbert Henry Brookbanks. 
Service number 40503. No.15 North Auckland Coy. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 17 augustus 1917, 26 jaar. Plot IV Rij A Graf 2.


Gunner Francis Robert Pearce. 
Service number 4222. 6th A.F.A. Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 4 juni 1917, 28 jaar. Plot IV Rij A Graf 12.


Private Leonard Herbert Sowry. 
Service number 32242. No.12 (Nelson) Coy. 3rd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 11 augustus 1917, 22 jaar. Plot IV Rij B Graf 7.


Private John Robinson Turner. 
Service number 3130. 43rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 24 februari 1918, 23 jaar. Plot IV Rij C Graf 3. 


Private Alexander Campbell. 
Service number 43951. 3rd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 16 augustus 1917, 21 jaar. Plot IV Rij C Graf 9.


Private Francis George Goodwin. 
Service number 34664. 3rd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 16 augustus 1917, 21 jaar. Plot IV Rij C Graf 10. 


Private Herbert Albert Phillips. 
Service number 10/1618. 3rd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 11 augustus 1917. Plot IV Rij C Graf 14.


Second Lieutenant Andrew Stevenson Thompson MSM, Meritorious Service Medal. 
Service number 12/886. No.16 (Waikato) Coy. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 4 augustus 1917, 23 jaar. Plot IV Rij C Graf 18. 


Private Kenneth James McKenzie. 
Service number 36877. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 29 juli 1917. Plot IV Rij C Graf 21.








Onder het spelen van onze tunes zagen we vanuit onze ooghoeken dat er enkele toeschouwers stonden te kijken van bij de ingang maar we deden rustig verder terwijl Daphné enkele malen op het knopje ging duwen van Stuart's camera. Tussen de twee tunes door viel er een kleine stilte, een gepast moment, wat hulde brengen zo mooi kan maken. Nadat we onze tunes hadden gespeeld was het tijd voor het ons PRWWI In Remembrance Cross, dat werd voor de laatste keer vandaag plechtig neer gepland bij het Cross of Sacrifice. 




Na het plaatsen van het PRWWI In Remembrance kruisje wandelden we rustig naar de ingang van de begraafplaats want we hadden opgemerkt dat we vrij veel voor op het tijdschema lagen van onze tocht. Bij de ingang gekomen namen we eerst de groepsfoto waarna we in een van de wit stenen zuilen het kastje met het bezoekers register vonden. Zulk bezoekersregister hadden wij nog niet eerder gezien op onze tochten. Naar alle waarschijnlijkheid had het kastje een tijdje open gestaan, had het geregend en was het later terug deftig opgeborgen want het bezoekerregister was helemaal bespot door de vochtigheid. Niks aan te doen natuurlijk maar we vonden het wel een beetje spijtig.
Het bezoekersregister kende een laatste input van Howard Jones op 4 oktober 2015 en Howard was afkomstig van Presteigne in Wales. Als boodschap schreef hij erbij; "Rest in peace lads." Op onze beurt tekenden we eveneens het bezoekersregister waarna we het boek terug opborgen in zijn beschermend kastje.








Hoewel onze tocht van vandaag vrij rustig en vooral relaxt was verlopen, bleek dat we veel vroeger hadden gedaan als dat we verwacht hadden. Geen probleem natuurlijk want nu hadden we wat meer tijd om iets langer na te babbelen tijdens onze traditionele dram op het einde van de tocht. We verlieten rond 15u London Rifle Brigade Military Cemetery, haalden onze pipes uit elkaar en borgen ze mooi op in hun koffers waarna alles werd ingeladen in de auto. Kurt had gezorgd voor de dram vandaag en had een fles Lagavullin 16y bij die hij uitschonk, weeral op zijn Kurt's natuurlijk. Volgens hem was dit dé maat die je schonk, je gasten moet je verwennen. Stuart en Daphné vonden dit eerder twee a drie maten maar werkten toch alles mooi naar binnen terwijl we napraten over de voorbije tocht en de eventuele volgende.



Het was een mooie, zoals eerder reeds gezegd rustige en vrij relaxte tocht vandaag die ons alweer een stuk verder had gebracht op onze tocht doorheen België om de vele slachtoffers van De Grote Oorlog hulde te brengen. Om 15u30 namen we afscheid van Daphné, maakten ons klaar en zetten koers naar Moerkerke waar we een dik uur later moe en met toch leuke herinneringen aankwamen bij het thuisfront.

Groeten en tot een volgende tocht
Stuart en Kurt