zondag 17 januari 2016

Trip 34: Croonaert Chapel Cemetery, Godezonne Farm Cemetery, Suffolk Cemetery, Kemmel n°1 French Cemetery, Klein-Vierstraat British Cemetery, Ridge Wood Military Cemetery & Elzenwalle Brasserie Cemetery.

Datum : 17/01/2016
Begraafplaatsen : Croonaert Chapel Cemetery, Godezonne Farm Cemetery, Suffolk Cemetery, Kemmel n°1 French Cemetery, Klein-Vierstraat British Cemetery, Ridge Wood Military Cemetery en Elzenwalle Brasserie Cemetery.
Afstand : 175Km
Weer : Koud maar droog
Deelnemers : Stuart Jervis, Alec Jervis, Serge De Cremer en Kurt van Looke
Volgers : Daphné Vangheluwe, Monique Duhayon, Suzy Vlaminck, Patrick Verhaeghe, Charles De Cremer en Rudi Rasker.




Info :

Vandaag stond onze 22ste tocht binnen het Pipers Remembering WWI project en tevens onze eerste tocht van het jaar 2016 gepland. Tocht 34 was uitgeloot, een tocht die ons ergens tussen Heuvelland en Ieper zou brengen waarbij we zeven Commonwealth begraafplaatsen zouden bezoeken. De voorbije dagen hadden we de weersvoorspellingen opgevolgd en voor vandaag hadden ze een droge maar frisse dag afgegeven. 

Mooi op tijd vertrokken we vanuit Moerkerke richting Ieper en vandaar naar Wijtschate waar we zo'n 1,5 kilometer buiten de dorpskern in de Voormezelestraat onze eerste begraafplaats voor vandaag zouden treffen. Toen we arriveerden rond 10.00u waren we aangenaam verrast, er stonden reeds verschillende mensen te wachten op ons bij hun geparkeerde auto, we zouden dus niet alleen zijn vandaag. We stapten uit en begonnen meteen met iedereen een goede dage te zeggen. Buiten onze vaste volg fotografe Daphné zagen we ook enkele nieuwe nieuwe gezichten en merkten we algauw op dat we vandaag met vier pipers zouden zijn wat ons goed stemde. 





Na een korte babbel en de uitleg wat onze bezoeken aan de begraafplaatsen inhield aan enkele nieuwe gezichten kwam Daphné naar elk van ons met een pak ingebonden papier. Zij had als cadeautje alle verslagen van 2015 omgezet, afgedrukt en ingebonden voor ons. Toen werd de schaal van ons project ons even heel duidelijk. Alle tekst en foto's in deze bundels hebben wij online gezet. Aangezien wij bijna dagelijks met dit project bezig zijn beseffen we zelf de grote ervan niet echt (en misschien maar goed ook). Nadat we onze bundels zorgvuldig hadden opgeborgen haalden we onze pipes boven om samen met Alec Jervis en Serge De Cremer enkele malen Scotland the Brave te spelen bij de auto. Dit op onze rieten wat op te waren voor het stemmen. Nadien werden de drones van de pipes getuned zodat we er tegenaan konden gaan en zagen we eveneens Patrick Verhaeghe arriveren met de fiets. Om Croonaert Chapel Cemetery te bereiken, onze eerste begraafplaats voor vandaag, dienden we langs een lang, met gemillimeterd groen gras pad te wandelen ergens in het midden van een veld. Net toen we de weg verlieten passeerden we een gedenksteen voor Luitenant Lasnier die hier op deze plaats sneuvelde en zijn 185 jagers te voet (Light Infantry). Het 1ste Franse bataljon jagers te voet wordt herdacht voor de strijd die ze leverden tijdens de verdediging van België - Frankrijk van 3 tot 15 November 1914. Op de voorzijde staat bovenaan een bronzen haan en een hoorn met daarin de letters "I B.C.P.". Een herinneringstekst in vlakreliëf staat op een bronzen plaat.














We wandelden het lange pad af naar de ingang van Croonaert Chapel Cemetery die volledig was omringt met een natuurstenen omheiningmuur die was afgedekt met een witstenen plaat. We gingen allen de begraafplaats op die opvallend mooi onderhouden was. Bij de ingang bevinden zich eveneens de landplaten, links van de toegang, vooraleer de eigenlijke begraafplaats kan betreden worden, staat een grafsteen voor de Chinees Chang Chi Hsuen (van het 'Chinese Labour Corps'). Verder op de begraafplaats merkten we op dat enkele graven op heel rare plaatsen lagen ten opzichte van de anderen die allemaal in een rij naast elkaar lagen. In een hoek aan de omheiningmuur vonden we het graf van een onbekende soldaat, drie helemaal een meter van de muur en dwars ten opzichte van de anderen, heel raar was dat. De 'Croonaertkapel' lag langs de weg van Voormezele naar Wijtschate. 'Croonaert Chapel Cemetery' bevindt zich op ongeveer 150 m ten W van deze weg. Ze lag in het niemandsland vóór de Mijnenslag van 7 juni 1917. De aanleg van de begraafplaats begon op initiatief van de 'Burial Officer' van de '19th Division' in juni 1917, 52 doden behoorden tot die 19de divisie, en ze bleef in gebruik tot in november 1917. Er kwamen nog 2 bijzettingen in april 1918 en januari 1919. De 51 Duitse graven die er oorspronkelijk lagen, werden na de oorlog verwijderd. Behalve de hoger vermelde Chinees, liggen er vandaag de dag 74 Britten begraven, waarvan er 7 niet geïdentificeerd konden worden.











Kurt ging meteen opzoek naar enkele bijzondere epitafen terwijl Stuart meteen zerkjes begon te tellen en zijn lijstje met namen voor het verhaal achter de steen wou afwerken. Onze volgers wandelden eveneens ingetogen over de begraafplaats langsheen de verschillende graven. De fotografen gingen meteen opzoek naar een mooi plaatje waarna wat werd gebabbeld over enkele slachtoffers die hier zijn begraven. Alec merkte eveneens op dat het hier zo extreem rustig en vredig was, bijna akelig stil. Het rare aan een begraafplaats. Tijdens onze vorige tochten hadden we dit ook al opgemerkt. Een begraafplaats mag in de buurt van een drukke weg liggen, je voelt er gewoon de stilte.

Eén van de zeven onbekende slachtoffers op de begraafplaats.
Wel vreemd dat hij zo apart en in omgekeerde richting lag.

Private James Cooper. 
Service number 235069. 9th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 7 juni 1917. Hij werd 40 jaar en is de oudste op de begraafplaats. 
Rij A Graf 13.


Lance Corporal Walter Dennis Sinfoil. 
Service number 8444. 10th Bn. The Queen’s (Royal West Surrey Regiment). 
Gesneuveld 24 februari 1917 en hiermee de eerste op de begraafplaats. 
Hij werd 21 jaar. Rij B Graf 16.


Private J Hunt. 
Service number 29617. 16th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Hij sneuvelde op 16 april 1918 en is samen met Labourer Chang Hsi Hsueh 
het enige slachtoffer dat na november 1917 nog werd begraven op de begraafplaats. 
Rij D Graf 5.


Labourer Chang Hsi Hsueh. 
Service number 1301. Chinese Labour Corps. Gestorven 23 januari 1919. 
Hij is het laatste slachtoffer op de begraafplaats. 
Het vreemde is dat hij helemaal apart aan de ingang werd begraven. 


Corporal S Owen. 
Service number 33028. 9th Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 7 juni 1917. Rij A Graf 17.


Private Vincent Edward Wardleworth. 
Service number 15152. 7th Bn. East Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 7 juni 1917, 28 jaar. Rij B Graf 19.


Private Joseph Entwistle. 
Service number 24770. 7th Bn. East Lancashire Regiment. 
Het ‘7th Battalion’ nam een leidende rol toen op 7 juni 1917 de Slag bij Mesen begon. Het Bataljon stootte op weinig verzet van de Duitsers en ze namen veel krijgsgevangenen. Ze veroverden verschillende loopgraven en ondanks hevig weerwerk van de de Duitsers die dag slaagden ze er toch in alle objectieven te halen. In de vroege avond werden afgelost door andere troepen. Maar toen ze zich terugtrokken kwamen ze onder vuur te liggen van Duits lange afstand granaten en vielen er verschillende slachtoffers. Joseph was één van hen. 
Hij sneuvelde dus op 7 juni 1917, hij werd 31 jaar en rust in Rij B Graf 9. 



Niet veel later toen Stuart aan enkel nieuwe volgers het een en ander uit de doeken had gedaan over de werkwijze van het project was het stilaan tijd dat we onze pipes zouden nemen. We besloten om ons op te stellen tussen het Cross of Sacrifce en de graven waar er toch een breder stukje gras te vinden was. Hoewel onze tune Flower of Scotland de rust hier verbrak, klonk het toch heel erg mooi op deze vredige plaats, alles zat gewoon goed. Na Flower of Scotland viel terug de vredige rust over de begraafplaats heen waarna we enkele ogenblikken later onze tune Amazing Grace speelden waarbij Serge de seconds, de tweede stem, speelde op zijn pipes. Een voordeel als je met meerdere pipers op tocht kunt gaan. 










Na het spelen van onze twee PRWWI tunes besloten we om eerst de groepsfoto te nemen wat vrij aardig lukte met onze groep van 10 mensen. Iedereen stond vol spanning te kijken tot het 'lampeke' ging branden waarbij enkelen spontaan begonnen te lachen. Na de groepsfoto werd ons Pipers Remembering WWI In Remembrance Cross plechtig neer gepland bij het Cross of Sacrifice waarna we ons stilaan klaar begonnen te maken om verder te gaan op onze tocht. We verlieten deze kleine maar mooie begraafplaats om 11.05u en wandelden onder een stralend ochtend zonnetje terug over het lange groene pad naar onze auto waar we alles opborgen in de auto. 








Bijna al onze volgers waren reeds vertrokken naar onze volgende bestemming toen ook wij vertrokken naar Godezonne Farm Cemetery, ongeveer een dikke drie kilometer verder. Toen we iets verder een straat moesten inslaan zagen we een bekende met zijn fiets trappen alsof zijn leven ervan afhing. Op het moment dat we Patrick op zijn fiets voorbij staken riep Kurt; "En gaan hé, het peloton ligt op 2 kilometer, alles geven hé." Gelukkig kende Patrick de streken van Kurt en kon ermee lachen.

Toen we de Kriekstraat inreden passeerden we Suffolk Cemetery die we nadien zouden bezoeken en we arriveerden een kleine 500 meter verder om 11.15u, mooi op tijd bij Godezonne Farm Cemetery waar we onze wagen parkeerden bij de stallen van de naastgelegen boerderij. Op ca. 450m voorbij de boerderij staat de obelisk voor de 32ste Franse divisie die hier vochten. Onze volgers parkeerden voor de begraafplaats wat het een beetje moeilijker maakte voor ons om de ingang te fotograferen. We namen onze spullen en pipes op en begaven ons naar de ingang van de begraafplaats waar onze volgers reeds stonden te wachten.






Godezonne Farm Cemetery is een kleine, rechthoekige begraafplaats die is aangelegd in 2 niveaus, met het Cross of Sacrifice op een bakstenen verhoog met trapjes er omheen als centraal verbindingspunt. De begraafplaats werd destijds aangelegd in de tuin van de Godezonne Farm, langs de 'Cheapside' zoals de weg genoemd werd door de Britten, in de periode februari - mei 1915, door de 2de Royal Scots en de 4th Middlesex, beiden behorende tot de 8ste Brigade, 3de Division. In 1916 werden nog eens 3 graven toegevoegd aan de reeds 17 aanwezige graven. Na de oorlog werd de begraafplaats uitgebreid door de concentratie van 59 graven uit de slagvelden ten N en O van Kemmel. Op de begraafplaats zijn 79 militairen begraven: 74 doden uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan er 41 niet geïdentificeerd konden worden, 1 niet geïdentificeerd Australiër, 1 Canadees en 3 Zuid-Afrikanen waarvan 2 niet geïdentificeerd.











Vier slachtoffers van de Royal Scots. Drie zerken met het embleem in het kruis en één met het embleem bovenaan de zerk en het kruis apart. Vreemd.


Iets dat we nog niet eerder zagen op Commonwealth Headstones.
Aan de zijkant een aparte nummering.
Zou het hoge aantal onbekenden hier een oorzaak van zijn?




Daar Stuart zijn lijstje met te zoeken namen voor het verhaal achter de steen vrij kort was, namen we genoegen met het nemen van enkele foto's. Niet veel later besloten we maar om onze tunes te spelen wat we deden tussen de ingang en het Cross of Sacrifice. Flower of Scotland en Amazing Grace met tussenin een kleine stilte klonken heel mooi in de landelijke ochtend. Na het spelen van onze tunes besloten we om terug eerst de groepsfoto te nemen waarbij het toch even duurde vooraleer iedereen klaar was. Cheese, Kaas, Smile of gewoon Lampeke was genoeg om een glimlach te laten verschijnen. Na de groepsfoto plaatste Serge bij het Cross of Sacrifice plechtig ons PRWWI In Remembrance kruisje waarna er toch nog even werd doorgebabbeld over de begraafplaats. Het was ook hier dat we ontdekten dat alle grafstenen op de zijkant genummerd waren.

Second Lieutenant Charles Stuart Hedderwick. 
"B" Coy. 2nd Bn. Royal Scots. 
Treffend epitaaf: 'Killed In Action While Aiding The Wounded, Blessed Are The Merciful'. 
Gesneuveld 28 februari 1915, 25 jaar. Plot I Rij A Graf 5.


Private Frederick Fay. 
Service number 819. 1st Regt. South African Infantry. 
Hij is de enige Zuid-Afrikaan op de begraafplaats. 
Gesneuveld 18 september 1917, 27 jaar. Plot II Rij A Graf 7.


Driver Arthur Gordon. 
Service number 348657. 45th Bty. 9th Bde. Canadian Field Artillery. 
Hij is de enige Canadees op de begraafplaats. 
Gesneuveld 11 september 1916, 22 jaar. Plot I Rij A Graf 11.


Gunner AJ Payne. 
Service number 34752. “B” Bty. 177th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld op 18 november 1916. 
Hij werd 17 jaar en is hiermee de jongste op de begraafplaats. 
Plot I Rij B Graf 9.


Captain The Hon. Douglas Arthur Kinnaird, Master of Kinnaird. 
1st Bn. Scots Guards. 
Hij was de oudste zoon van de 11th Baron Kinnaird. 
Hij sneuvelde op 24 oktober 1914, 35 jaar. Plot II Rij A Graf 1. 
Ook zijn jongere broer, Lieutenant The Hon. Arthur Middleton Kinnaird,MC (Military Cross), sneuvelde. 
Dit op 27 november 1917 en werd 32 jaar. 
Hij rust op Ruyaulcourt Military Cemetery in Noord-Frankrijk Rij F Graf 15.











Nadien begonnen we ons stilaan klaar te maken om verder te trekken op onze tocht want ook hier, zoals op Croonaert Chapel Cemetery, was er geen bezoekersregister aanwezig. We verlieten deze kleine mooie en eveneens vredige begraafplaats om 11.45u en zetten koers naar de zo een kleine 500 meter verderop gelegen volgende begraafplaats. We reden tot aan de begraafplaats waar we parkeerden langs de straat kant en daar de ingang over de beek lag, lukte het om een deftige foto van de ingang te nemen terwijl onze volgers de begraafplaats opwandelden om 11.45u. Kurt legde een canvas zeiltje op de omheiningmuur  waarop we de pipes achterlieten. Dit doen we om ze te beschermen tegen de vochtigheid, want de helft van de begraafplaats lag in de schaduw, de andere helft in het felle middagzonnetje. Daar waar de schaduw over de begraafplaats viel was het eeuwige groene gras door de dauw helemaal bevroren.







Suffolk Cemetery ligt langs de Kriekstraat in Kemmel, achter huisnummer 16. De aanleg van Suffolk Cemetery geschiedde in maart en april 1915 door de 2de Suffolks. In november 1917 werd nog 1 begraving verricht, wat het totaal op 19 bracht. De 38ste Labour Group gebruikte in oktober 1918 opnieuw de begraafplaats voor de bijzetting van 28 militairen die gestorven waren tijdens het Duitse Lente-Offensief van april 1918 en die met uitzondering van 2, behoorden tot de 1ste/4de York & Lancasters en 1ste/5de York & Lancasters, beiden behorend tot de 148ste Brigade, 49ste West Riding Division. Ter gelegenheid van deze bijzettingen kreeg de begraafplaats de bijnaam 'Cheapside Cemetery' naar de Britse benaming van de weg die er ten ZW van lag, de Kriekstraat. Een Special Memorial werd opgericht voor Private William Scotton van de 4de Middlesex, 8ste Brigade, 3de Division die was gedeserteerd op 23 januari 1915. De volgende dag gaf hij zich echter over aan de legerleiding. Hij werd niettemin terechtgesteld in de omgeving van Vierstraat op 3 februari 1915 en werd hier dichtbij begraven, maar zijn graf ging verloren. Zijn naam staat vermeld op de Menenpoort. Op de begraafplaats liggen 47 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven, waarvan er 8 niet geïdentificeerd konden worden.








We wandelden de begraafplaats op en iedereen begon zo een beetje zijn eigen weg te zoeken langsheen de slachtoffers die hier waren begraven. Iedereen nam ook de tijd om met elkaar wat te babbelen op een heel ontspannen sfeer terwijl Stuart zijn lijstje begon af te werken en Kurt opzoek was naar bijzondere epitafen. Na een tijdje besloot Kurt iets te forceren en ging zijn pipes halen waarna de andere pipers zijn voorbeeld volgden. Het was niet makkelijk een mooi plaatsje te vinden om onze tunes te spelen omdat er wel altijd iemand met zijn gezicht in de felle zon stond of volledig in de schaduw waar de temperatuur blijkbaar ook een stuk lager lag. Na wat overleg lukte het toch en we begonnen met het spelen van de tune Flower of Scotland waarna een kleine stilte volgde alvorens de tune Amazing Grace te spelen.

Twee van de acht onbekende slachtoffers.

Private H Bradbury. 
Service number 241611. 1st/5th Bn. York and Lancaster Regiment. 
Gesneuveld 29 april 1918. Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Rij C Graf 21.


Private William Millard. 
Service number 28437. 8th Bn. Somerset Light Infantry. 
Hij is de enige niet Suffolk of York and Lancaster. 
Gesneuveld 23 november 1917, 19 jaar. Rij A Graf 4.


Second Lieutenant Francis Thomas Schroder. 
2nd Bn. Suffolk Regiment. 
Gesneuveld 15 maart 1915, hij is hiermee de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 22 jaar. Rij B Graf 6.


Serjeant Thomas Rush. 
Service number 3/10240. 2nd Bn. Suffolk Regiment. 
Gesneuveld 20 maart 1915. 
Hij werd 40 jaar en is daarmee de oudste op de begraafplaats. 
Rij B Graf 8.









Na de plechtigheid met onze pipes was het tijd om de groepsfoto te nemen wat ook heel wat geschuif kwa afstand teweeg bracht. Hier kenden we hetzelfde probleem met de zon en de schaduw. Niet lang daarna lukte het dan ook om even te kijken naar het 'lampeke' en werden we vereeuwigd met onze volgers op Suffolk Cemetery. Nadien volgde de plechtigheid met het PRWWI In Remembrance kruisje bij het Cross of Sacrifice onder een geklik van camera's. Het geluid deed denken aan een horde paparazzi's die een foto namen van een of ander beroemd publieke figuur maar Serge trok er zich niks van aan en plantte plechtig het PRWWI In Remembrance kruisje in de grond naast het Cross of Sacrifice. Na de ceremonie van ons PRWWI In Rememberance Cross verzamelde iedereen zo een beetje bij de ingang en vertrokken we rond 12.16u op weg naar onze volgende stop daar er geen register was voorzien op de begraafplaats.





Een kleine rit bracht de PRWWI colonne bij de Kemmel n°1 French Cemetery dat zo'n 80 meter ten westen lag van 'Demarcatiepaal Nr. 15' welke daar in de Reningelstraat, aan de linkerkant van de weg Kemmel - de Klijte, 50 meter voor het kruispunt met de Noordstraat, Kemmel, Hoogland in de berm stond. Voor de geïnteresseerden, coördinaten: 50°47.540N - 002°48.725E  of  GPS-ref. R5430 (Demarcatiepaal nr. 15 - Kemmel), Iedereen heeft ze in de Westhoek wel al eens ergens in de berm zien staan. Het zijn die kleine granieten zuiltjes van ongeveer een meter hoog met bovenaan een helm op, een lauwerkrans met de naam van de frontsector. Deze duiden het verste punt aan van de Duitse opmars tijdens het grote Duitse Lenteoffensief. Op drie zijkanten een zin (Frans, Nederlands, Engels) met links een veldfles en rechts een gasmasker en op de hoeken een handgranaat en een lauwertak. Bij enkele oorspronkelijke Demarctiepalen werd de zin 'Hier werd de overweldiger tot staan gebracht (ev. vertaling) door de Duitse bezetter tijdens de tweede wereldoorlog verwijderd.







We parkeerden aan de zijkant ervan van de begraafplaats, hier zouden we eerst onze lunch nuttigen en een tas koffie voor Kurt was meer dan welkom. We aten zoals altijd bij de auto's die nu, daar de begraafplaats iets hoger lag, in een soort van inham dus ook een beetje beschut tegen een eventueel fris briesje. Onder de maaltijd door ging Kurt al eens piepen op de volgende begraafplaats die aan de overkant van de straat lag en waar hij ook de fiets van Patrick tegen de muur ervan aantrof. Even was hij nog van plan een van zijn banden plat te zetten maar iemand hield hem angstvallig in de gaten. Fun alom tijdens onze lunch en niet veel later trokken we samen de Kemmel n°1 French Cemetery op.












In het voorjaar van 1918 werd tijdens het zogenaamde 'Duitse Lente-Offensief' heel zwaar gevochten om Kemmel (en de omgeving van de Vierstraat), waarbij zowel Franse als Britse troepen betrokken raakten. Vanaf 26 april tot het einde van augustus 1918 was het dorp in Duitse handen. De oorsprong van "Kemmel No1 French Cemetery" is niet gekend. De begraafplaats werd kort na de oorlog ontdekt door de Franse dienst voor oorlogsgraven. Achteraan lagen Duitse graven, langs de straatkant lagen Britse en Franse graven. De Franse graven werden verwijderd, de stoffelijke overschotten werden overgebracht naar het ossuarium aan de voet van de Kemmelberg en naar de Franse militaire begraafplaats 'St-Charles de Potyze' in Ieper. Er werden eveneens andere Britse graven naar hier overgebracht vanuit enkele kleinere begraafplaatsen en geïsoleerde graven uit de omliggende slagvelden. Er werden ook nog Duitse stoffelijke resten ontdekt door de Belgische dienst voor oorlogsgraven die hier eveneens werden ondergebracht. De begraafplaatsen Becelaere Churchyard (Beselare) bevatte 2 Britse graven van militairen gestorven in oktober 1914. Beerst German Cemetery (Beerst) bevatte het graf van een officier van de Royal Air Force, omgekomen in september 1918 werden eveneens naar hier overgebracht.

De graven zijn aangelegd in 2 perken die vrij regelmatig geschikt zijn. Volgens het huidige register liggen er 278 doden uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan er 247 niet geïdentificeerd konden worden, 12 Australiërs, waarvan 9 niet geïdentificeerd, 3 Canadezen, waarvan 2 niet geïdentificeerd, 3 Nieuw-Zeelanders, waarvan 2 niet geïdentificeerd konden worden en 94 Duitsers, waarvan 89 niet geïdentificeerd. In het totaal zijn dat 390 doden, waarvan er nauwelijks 41 geïdentificeerd konden worden. Ongelofelijk en moeilijk te snappen welke ravage het hier destijds moet zijn geweest gezien het hoge aantal niet geïdentificeerde slachtoffer op deze begraafplaats. De Duitsers lagen op de 2 laatste rijen begraven, in een aantal enkel-, dubbel- en massagraven, ook hier bijna allemaal onbekenden.

















Iedereen liep in gedachten verzonken bij het zien van de vele onbekende slachtoffers over de begraafplaats, hier en daar even stilstaan bij een soms andere grafsteen. Een onbekende van een bepaald regiment, een onbekende officier of onderofficier, een onbekende soldaat, er leek geen einde aan te komen. Door het grote aantal onbekenden was Stuart zijn lijst ook niet zo groot dus waren we vrij snel klaar met het afwerken van het 'verhaal achter de steen' lijstje. We gingen onze pipes ophalen die we in het schuilhuisje hadden achtergelaten en besloten om onze tunes op een kleine open plaats ongeveer in het midden van de begraafplaats te spelen. Terwijl we ons klaarmaakten vroeg Alec of we eventueel ook Highland Cathedral zouden spelen voor de 94 Duitse slachtoffers die hier zijn begraven. Geen slecht idee en allen waren we ermee akkoord. Flower of Scotland klonk prachtig, evenaals Amazing Grace en Highland Cathedral met telkens tussenin een kleine stilte. Anders dan gewoonlijk speelden we hier dus 3 tunes welke terug onze ceremonie een iets anders maakte, prachtig.



Enkele van in totaal 349 onbekende slachtoffers op de begraafplaats.

Private John Amos Godsell. 
Service number 27496. 2nd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F. 
Hij is de enige gekende Nieuw-Zeelander op de begraafplaats. 
Gesneuveld 5 augustus 1917, 24 jaar. Plot II Rij B Graf 6.


Private Wilfred Edwin Ham. 
Service number 150107. 8th Bn. Canadian Infantry. 
Hij is de enige gekende Canadees op de begraafplaats. 
Gesneuveld 14 juni 1916, 23 jaar. Plot II Rij B Graf 10.


Eén van de 349 onbekende slachtoffers op de begraafplaats.

Second Lieutenant Charles Leonard Kelly. 
204th Sqdn. Royal Air Force and The Loyal North Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 20 september 1918. 
Hij is hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Plot I Rij D Graf 7.


Private Richard Sawdon. 
Service number 45744. “Y” Coy. 8th Bn. Northumberland Fusiliers. 
Hij vocht ook in Zuid-Afrika met de Imperial Yeomanry. 
Gesneuveld 28 mei 1917. Hij werd 41 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats. 
Plot I Rij H Graf 15. 


23 Duitse slachtoffers.

Er is enkel geweten dat ze tot een Australisch Regiment behoorden.
Plot I Rij A Graf 6&7.

Hij behoorde tot een Schots Regiment.
Plot I Rij B Graf 7.

Private Sidney Charles Hopewell. 
Service number 242281. 1st Bn. Leicestershire Regiment. 
Hij was één van negen kinderen en liet een vrouw en twee kleine kinderen na toen hij sneuvelde op 21 juli 1918, hij werd 30 jaar. Zijn vrouw is nooit hertrouwd en werd 98 jaar. 
Plot I Rij E Graf 1. 









Na het spelen van onze tunes namen we de groepsfoto en wandelden we langzaam naar het Cross of Sacrifice dat zich bij de ingang bevond. We legden onze pipes op de sokkel van het Cross of Sacrifice waarna we besloten om ook hier ons PRWWI In Remembrance Cross te plaatsen. Terug onder het 'geklik' van de verschillende camera's in de buurt werd het PRWWI kruisje plechtig neer geplant bij het Cross of Sacrifice waarna we besloten om het register in te vullen dat zich in het opbergkastje bevond in de omheiningmuur tegenover het Cross of Sacrifice. Het bezoekersregister kende een laatste input op 29 oktober 2015 door een zekere Holstijn van midden Delfland in Nederland. Als mededeling stond erbij vermeld; Indrukwekkend! Iedereen tekende het register waardoor het leek alsof er geen einde zou aan komen. Stuart zat vrij rustig en op zijn gemak op het sokkel van het Cross of Sacrifice achter zijn camera waarbij hij af en toe eens op het knopje duwde om de nieuwe 'inputs' te vereeuwigen voor ons PRWWI archief.

















Kurt ging nog even opzoek naar enkele mooie foto's en liep ineens terug tussen de graven toen de anderen aanstalten maakten om te vertrekken naar de volgende begraafplaats. Iedereen wandelde terug over de begraafplaats naar de zij ingang om dan langsheen onze wagens de straat over te steken naar de Klein-Vierstraat British Cemetery. Toen Kurt zich naar het Cross of Sacrifice spoedde om er zijn pipes te halen kreeg hij in de gaten dat Suzy zijn pipes onder de arm had genomen waarvoor hij haar bedankte, "Geen probleem hoor, zoals je weet ben ik het gewoon om zorg te dragen voor pipes en alles wat daarbij rond hangt", was haar antwoord. Geen probleem dus voor Kurt die het fijn vond dat er gezamenlijk zorg werd gedragen voor onze pipes. We verlieten om 13.39u. Kemmel n°1 French Cemetery liepen langsheen onze auto's en fiets van Patrick de straat over en arriveerden om 13.40u op Klein-Vierstraat British Cemetery.






Deze begraafplaats, genoemd naar het nabijgelegen kruispunt 'Vierstraat' (waar de herberg 'Kleine Vierstraat' stond), werd gestart in januari 1917. Tot in januari 1918 werden doden begraven door medische posten ('field ambulances') en gevechtseenheden in perken I, II en III. Perk IV werd gestart in april 1918. Van de 437 oorspronkelijke graven waren er 188 van manschappen die tot artillerie-eenheden behoorden. Na de wapenstilstand werden 364 graven toegevoegd in perk I, rij H en perken IV, V, VI en VII, afkomstig van kleinere begraafplaatsen of geïsoleerde graven uit de omgeving van Dikkebus, Loker en Kemmel. Eén Amerikaans graf werd overgebracht naar 'Lijssenthoek Military Cemetery' (Poperinge). De graven waren o.m. afkomstig uit: - Ferme Henri Pattyn-Vanlaeres (Poperinge) gelegen langs de W-kant van de weg naar Westouter, waar een begraafplaats was met 58 doden uit het Verenigd Koninkrijk en 1 Canadees, die gestorven waren in mei en juli 1915 en april 1918 (1 dode) - Mont-Vidaigne Military Cemetery (Westouter) gelegen op de westelijke helling van de Vidaigneberg (tussen Westouter en Bailleul). Deze begraafplaats bevatte 17 doden uit het Verenigd Koninkrijk, die gestorven waren in juli en augustus 1918. Er lagen eveneens 17 Franse militairen, die in april en mei 1918 gestorven waren, maar naar elders overgebracht werden.
In de zuidelijk hoek, staat de 'Stone of Remembrance', het 'Cross of Sacrifice' staat centraal achteraan op de begraafplaats en is van het kleinste type 'A1'. Het kruis wordt geflankeerd door 4 hoge populieren. De graven liggen vrij regelmatig verdeeld over 7 perken. Volgens het huidige register liggen er 804 militairen begraven, waaronder 780 doden uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan er 108 niet geïdentificeerd konden worden, 8 Australiërs, 8 Canadezen, waarvan 1 niet geïdentificeerd, 7 Nieuw-Zeelanders en 1 Zuid-Afrikaan. Vooraan, nabij de 'Stone of Remembrance', staan 2 'Special Memorials' voor militairen, waarvan aangenomen wordt dat ze onder een naamloos graf begraven liggen.






















We wandelden rustig de begraafplaats op en lieten meteen onze pipes achter op het muurtje aan de ingang. De begraafplaats lag op een helling wat voor iedereen  een raar zicht bleek te zijn. Je kon gewoon elk graf zien tot aan de overkant, beneden op de helling waar het Cross of Sacrifice stond. Stuart begon meteen met het afwerken van zijn lijstje voor het verhaal of het gezicht achter de steen. Kurt wandelde langsheen de verschillende graven opzoek naar een bijzonder epitaaf en merkte op dat hoewel ze een beetje landsgebonden zijn dat er toch af en toe eentje bij was die hij nog niet eerder had gezien. Op een gegeven moment zag hij er 'Au Revoir' staan als epitaaf en dacht al meteen aan een Franse gesneuvelde, maar dan onder een CWG headstone? Hij vond het raar tot hij zijn ogen oprichtte naar de naam en Regimentsnaam. Het bleek de grafsteen te zijn van Major J.T. Catley van het HAC (Honourable Artillery Company die gedurende de WOI in de Westhoek en Frankrijk actief was geweest en tussen 1915 en 1917 vooral rond Ieper was gelegerd) die tijdelijk was toegevoegd aan de Royal Field Artillery, hij sneuvelde op 12 september 1917 op 30 jarige leeftijd.

Corporal James Mitchell Bonson. 
Service number 16181. 12th Bn. Durham Light Infantry. 
Gesneuveld 23 juni 1917, 21 jaar.

Private Charles Mathew Elmore. 

Service number 41918. 8th Bn. North Staffordshire Regiment. 
Gesneuveld 29 april 1918, 20 jaar. 
De locatie van hun graf ging verloren en zij worden herdacht met 
een Special Memorial aan de ingang van de begraafplaats. 

Private Harry Cotson. 
Service number 30304. 20th Bn. Durham Light Infantry. 
Treffend epitaaf: ‘He Did His Duty’. 
Gesneuveld 6 maart 1917, 21 jaar. 



Rifleman TW Sullivan. 
Service number R/24018. 18th Bn. King’s Royal Rifle Corps. 
Treffend epitaaf: ‘Rest In Peace Dear Brother, We Only Know You Passed Away 
And Could Not Say Good-Bye’. 
Gesneuveld 17 februari 1917, 20 jaar. 
Plot I Rij B Graf 3. 


Rifleman C Stephenson. 
Service number C/12490 
en Rifleman Albert John Carl. 
Service number R/19327. 
Ze behoorden beide bij het 21st Bn. King’s Royal Rifle Corps. 
Stephenson kreeg een treffend epitaaf mee: ‘He Was Kut Down Like A Flower In Full Bloom’. 
Ze sneuvelden samen op 17 februari 1917 
en ze werden beiden 25 jaar. 
Ze rusten nu samen in Plot I Rij B Graf I.


Labourer Lu Yun Chieh. 
Service number 61962. 85th Coy. Chinese Labour Corps. 
Gesneuveld 3 maart 1919. 
Vreemd dat hij als laatst gesneuvelde midden op de begraafplaats rust. 
Plot IV Rij G Graf 1.


Sergeant James McNaughton Forbes. 
Service number 5287. “B” Coy. 4th Regt. South African Infantry. 
Hij is de enige Zuid-Afrikaan op de begraafplaats. 
Gesneuveld 18 april 1918, 20 jaar. 
Plot IV Rij B Graf 4.


Private JT Fairless. 
Service number 26685. 7th Bn. The Loyal North Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 19 mei 1917. Plot I Rij F Graf 18.


Lance Corporal Roderick MacLennan. 
Service number 1834. 1st/9th Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 9 mei 1915, 24 jaar. Plot VII Rij B Graf 4.


Private Horace Boyce. 
Service number 201815. 2nd/6th Bn. South Staffordshire Regiment. 
Voor hij in november 1915 in dienst trad was hij een gekend pianist in de Picture Hall in Walsall. 
Op vrijdag 11 februari 1916 vertrok hij naar Frankrijk en 
op 2 mei 1918 sneuvelde hij op 30 jarige leeftijd. 
Plot V Rij D Graf 17.


Lieutenant Walter Montagu West. 
1st Bn. Cambridgeshire Regiment. 
Gesneuveld 5 mei 1915, 19 jaar. 
Plot V Rij A Graf 7.


Private G Bean. 
Service number 16795. 1st Bn. Leicestershire Regiment. 
Gesneuveld 21 juli 1918. Plot IV Rij D Graf 15.


Private Courtenay Charles Wells. 
Service number 61010. 2nd New Zealand Entrenching Battalion, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 8 mei 1918, 29 jaar. Plot IV Rij D Graf 23. 


Gunner Rees John Davies. 
Service number 157793. “A” Bty. 87th Bde. Royal Field Artillery. 
Bovenaan links op de foto samen zijn teamgenoten van het East House atletiek team van 1911.  
Vier van de jongens op de foto zullen later sneuvelen in WWI. 
Rees sneuvelde op 21 mei 1917, 21 jaar. 
Plot I Rij F Graf 15.


Lieutenant SC Williams. 
“C” Bty. 189th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 18 januari 1917. 
Plot I Rij A Graf 17.


Bombardier Thomas Herbert Kift.  
Service number 13426. “D” Bty. 177th Bde. Royal Field Artillery. 
Hoopvol epitaaf: ‘Some Hour, Some Day, We Shall Meet Again’. 
Gesneuveld 20 juni 1917, 22 jaar. Plot II Rij C Graf 17.


Serjeant Thomas Albert Dagg MM (Military Medal). 
Service number 71700. 188th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Hij kreeg zijn Military Medal nadat hij een brand had geblust in een munitie depot. 
Gesneuveld 1 oktober 1917, 25 jaar. Plot III Rij F Graf 7.



Toen onze volgers in de gaten kregen dat we langzaam terug naar boven trokken verzamelden ze niet veel later ook in de buurt van de Stone of Rememberance waarnaast we onze tunes zouden gaan spelen. Op deze open plaats bovenaan de helling tussen de Stone of Remembrance en de eeste rij graven speelde we onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace waarbij Serge terug tweede stem, of 'seconds' in onze taal, speelde. Het leuke voor ons om eens een extra, of zoals vandaag, een paar extra pipers mee te hebben op tocht. Onder het spelen door begon er een frisse wind op te steken en begonnen de temperaturen zachtjes te zakken. Na de groepsfoto legden we onze pipes terug op de omheiningmuur terwijl we overlegden waar we ons PRWWI In Remebrance kruisje zouden plaatsen. We waren het er beiden snel over eens en besloten om ons PRWWI kruisje bij de Stone of Remembrance te plaatsen.








Ons PRWWI In Remembrance Cross werd plechtig neer geplant bij de Stone of Remembrance naast een houten In Remembrance kruisje met een Regiments logo op. Ook hier, zoals op de verschillende CWGC begraafplaatsen die we reeds bezochten, vind je her en der bij verschillende graven wel eens een Poppy-krans of een houten In Remembrance kruisje, een recente foto, en zo verder wat ons nog maar eens laat weten dat dit nog zeer leeft bij de nabestaanden van de gesneuvelden. Nadat het PRWWI kruisje was geplaatst trok ons kleine groepje naar het schuilhuisje op de hoek van de begraafplaats. Je liep er als het ware over een dijk naartoe waarbij Kurt enthousiast als altijd te horen kreeg dat hij een beetje moest opletten vooraleer hij naar beneden zou tuimelen. In het schuilhuisje troffen we ook het bezoekersregister aan wat mooi in een typisch CWGC kastje in de muur was ingewerkt.




Het bezoekersregister kende een laatste input op 10 november 2015 door een zekere Fabienne - Yves en Rudy - Christine met als mededeling R.I.P.. We ondertekenden het register en Kurt ging naast Stuart staan om te kijken of hij geen fouten schreef. Meestal moeten we Kurt in de gaten houden omdat hij soms wel eens alleen op stap is of omdat de oorlog effectief wel 100 jaar duurt of nog bezig is. Afin altijd grappige momenten met Kurt na het ondertekenen van het register. Kurt die er van overtuigd was dat hij Stuart zou kunnen betrappen op een fout, moest toch toegeven dat hij alles mis had ingeschat. Toen iedereen het register had ingevuld liepen we langzaam naar de ingang van de begraafplaats, namen onze pipes op en verlieten Klein-Vierstraat British Cemetery omstreeks 14.35u opzoek naar onze volgende bestemming.











Bij de auto's aangekomen werden onze pipes en andere spullen ingeladen, dronken we nog gauw een kop koffie, stapten in en zetten koers naar Ridge Wood Military Cemetery. Een klein weggetje doorheen de resten van een bos die ten einde liep op een nabij gelegen boerderij bracht ons om 14.47u bij Ridge Wood Military Cemetery. Een rechthoekige begraafplaats, met een oppervlakte van ca. 3725 m² die ten westen ligt aan de heuvelrug waarop het bos, het zogenaamde 'Ridge Wood', ligt. De begraafplaats wordt omgeven door een bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen, in verschillende niveaus aangelegd. Aan de O-kant is een haagje aangeplant. De toegang wordt gevormd door een tweeledig smeedijzeren hekken. Links en rechts van dit hekken staat te lezen 'Ridgewood Military Cemetery MCMXV-MCMVIII'. Aan de achterkant van de toegang is de Engelse tekst van de landplaten gegrift in de witstenen boord van de muur, de 2 andere teksten (Frans en Nederlands) zijn gegrift in 2 rechthoekige witte stenen, links en rechts van het registerkastje, dat mooi in de muur is ingewerkt onder een klein 'afdakje'. Aan de andere kant van de toegang bevindt zich de CWGC-infoplaat.








Het bos op de heuvelrug tussen de Kemmelseweg en Dikkebusvijver werd 'Ridge Wood' geheten. De begraafplaats ligt in een vallei, aan de Westelijke-kant van de heuvelrug. Ze werd als frontlijnbegraafplaats gebruikt vanaf mei 1915. De eerste graven behoorden tot de '2nd Royal Irish Rifles'. Vervolgens gebeurden er bijzettingen door de '18th, 19th, 20th & 21st Canadian Battalions en de 9th Durham Light Infantry, in periodes waarin ze deze sector bezetten. Tijdens het Duitse Lente-Offensief verschoof de frontlijn zich tot aan de heuvelrug. In juli 1918 zou het bos uiteindelijk heroverd worden door de '6th & 33rd Divisions'. Enkele graven getuigen nog van deze gevechten. De graven van Franse militairen, die hier aan de zijde van de Britten vochten in april en mei 1918, zijn later verplaatst naar het Franse Ossuarium op de Kemmelberg.
De 'Cross of Sacrifice' bevindt zich centraal tegen de westelijke muur en is van het type A1. Hier bevinden zich de 'Special Memorials'. De 'Stone of Remembrance' staat centraal tegen de Oostelijke muur en de graven liggen verspreid over 3 lange, smalle perken. Volgens het huidige register liggen er 595 geïdentificeerde en 26 niet-geïdentificeerde militairen begraven, waarvan er 2 herdacht worden met een 'Special Memorial'. Het gaat om 280 doden uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan er 25 niet geïdentificeerd konden worden, 44 Australiërs, 292 Canadezen, 3 Nieuw-Zeelanders en 2 Duitsers, waarvan er 1 niet geïdentificeerd kon worden.

Nadat we de auto's hadden geparkeerd langsheen het kleine weggetje en onze pipes en andere spullen hadden uitgeladen trokken we de begraafplaats op. Iedereen zwermde langzaam over de begraafplaats heen en ging als het ware zijn eigen gang terwijl Stuart en Suzy zerkjes begonnen te tellen en het lijstje af werkten voor het verhaal achter de steen, Kurt opzoek ging naar enkele bijzondere epitafen en zich toch ook af en toe waagde aan het proberen nemen van een deftige overzichtsfoto van de begraafplaats. Hier en daar stond ook een foto bij een graf, geplaatst door nabestaanden, die eveneens ook werden gefotografeerd. Het zijn over het algemeen foto's die we zelf niet hebben kunnen vinden maar die wel tonen hoe de persoon die hier begraven ligt er destijds uitzag. Voor ons dus ook welkome informatie. Wat Kurt op een gegeven moment opviel was dat de meeste volgers na een tijdje in het zonnetje over de begraafplaats liepen, waarschijnlijk omdat het merkelijk kouder was in de schaduwkant aan de zijkant van de begraafplaats. De buitentemperaturen waren duidelijk nog steeds aan het zakken, hoewel we voor de tijd niet echt konden klagen.









In alle drie de plots bevind zich hier een Rij 'I'

In alle drie de plots bevind zich hier een Rij 'I'

In alle drie de plots bevind zich hier een Rij 'I'

Het I-Misterie












Eén van de 26 onbekende en één van de twee Duitse slachtoffers op begraafplaats.

Kriegsfreiwilliger Willy Gierke. 
R. Inf. Regiment 214. 
Gesneuveld 16 juli 1916. Plot II Rij A Graf 1.


Private Harold Frederick Coffin. 
Service number 137342. 6th Bn. Machine Gun Corps (Infantry). 
Gesneuveld 13 juli 1918. 
De exacte locatie van zijn graf ging verloren en 
dus kreeg hij een ‘Special Memorial’ in Plot I Rij W Graf 7.


Private Harry GE Elliott. 
Service number G/18020. 13th Bn. Royal Sussex Regiment. 
Gesneuveld 15 april 1918. 
De exacte locatie van zijn graf ging verloren 
dus kreeg hij een ‘Special Memorial’ in Plot I Rij W Graf 8.


Private Robert Burns. 
Service number 57983. 20th Bn. Canadian Infantry. 
Midden op de foto. 
Gesneuveld 25 november 1915. 
Plot II Rij K Graf 7. 


Private Sydney Whittingslow. 
Service number 10216. 26th Bn. Royal Fusiliers. 
Gesneuveld 13 november 1916, 21 jaar. Plot III Rij B Graf 6.


2nd Corporal William John Apps. 
Service number 9. 4th Field Coy. Canadian Engineers. 
Gesneuveld 8 augustus 1916. Plot III Rij E Graf 2.


Lance Corporal James Greer. 
Service number 3276. 10th Field Coy. Canadian Engineers. 
Uiterst links op de foto samen met zijn familie op de trouwdag van zijn broer David met Malvina Dupuis in 1906. Op de voorste rij de Greer familie en op de achterste rij de zussen Dupuis, in het midden David Greer en uiterst rechts broer Dupuis. 
James sneuvelde tien jaar later op 9 september 1916. Plot III Rij E Graf 4. 


Corporal William King. 
Service number 434845. 50th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 24 augustus 1916. Plot III Rij G Graf 7. 


Private JAMCG Forbes. 
Service number 472856. 46th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 11 september 1916, 22 jaar. Plot III rij J Graf 6. 


Private Gilbert Harry Triply. 
Service number 1745. 48th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 16 oktober 1916. 
Hij werd amper 16 jaar ook al had hij 18 jaar opgegeven toen hij in dienst trad. 
Plot III Rij K Graf 8.


Private Peter McCullie. 
Service number 409346. 18th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 16 augustus 1916, 22 jaar. Plot III Rij N Graf 4.


Private AE Adams. 
Service number 405158. 19th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 15 augustus 1916. Plot III Rij T Graf 2.


Lance Corporal Arthur Woodhead, DCM (Distinguished Conduct Medal). 
Service number 3971. 2nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 28 maart 1918, 21 jaar. Plot III Rij Y Graf 1. 


Private Stanton Iris Robinson. 
Service number 425264. 29th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 24 juli 1916, 20 jaar. Plot III Rij Z Graf 1. 


Lance Sergeant Joseph Spooner. 
Service number 53878. 18th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 14 november 1915, 47 jaar. Plot II Rij I Graf 10.


Private T Nelson. 
Service number 54356. 18th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 13 oktober 1915. Plot II Rij I Graf 4.


Captain George Alexander Anstey. 
1st Bn. attd. 2nd Bn. Cheshire Devonshire Regiment. 
Gesneuveld 24 juni 1915, 27 jaar. Plot II Rij B Graf 2.


Private DB Coward. 
Service number 17344. 7th Bn. York and Lancaster Regiment. 
Het zal niet aan zijn naam gelegen hebben. 
Gesneuveld 7 september 1915. Plot I Rij E Graf 7.


Sergeant James Stephenson Fleming. 
Service number 166325. 2nd Bn. Canadian Pioneers. 
Gesneuveld 11 april 1916, 23 jaar. Plot I Rij J Graf 2.


Private Herbert John Dismore. 
Service number 166750. 2nd Bn. Canadian Pioneers. 
Hij sneuvelde na iets meer dan tien dagen aan het front op 14 maart 1916. Hij liet een vrouw en drie kinderen na waarvan de oudste zoon Jason W als 17 jarige dienst deed bij het 39th Battalion. 
Ze overleefden allemaal de oorlog. Herbert John rust in Plot I Rij J Graf 4.


Private Eric Carthy. 
Service number 54209. 18th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 26 december 1915, 19 jaar. Plot I Rij K Graf 3.


Private Henry Bertle Lewis. 
Service number 59585. 21st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 27 november 1915, 21 jaar. Plot I Rij N Graf 7.


Private Harold George Lester. 
Service number 59584. H” Coy. 21st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 14 maart 1916, 18 jaar. Plot I Rij P Graf 9.


Private Cecil Parker Burke. 
Service number 59115. “A”Coy. 21st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 9 april 1916, 20 jaar. Plot I Rij Q Graf 5.


Private Alister Munro Mackenzie. 
Service number 56132. 19th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 30 maart 1916, 31 jaar. Plot I Rij Q Graf 7.


Private Andrew Ross. 
Service number 75027. 29th Bn. Canadian Infantry. 
Hij werd geboren in Edinburgh waar hij ook aan de Royal High School studeerde. Tijdens deze periode speelde hij voor het School Rugby team, wat hem wat later enkele selecties opleverde voor het Schotse Nationale Rugby Team tussen 1905 en 1909. Hij leidde een avontuurlijk leven als ‘Marine Engineer’ bij de ‘Marchant Navy’. Hierbij reisde hij de wereld rond en zo belandde hij in Vancouver waar hij in 1910 en 1911 speelde voor het Vancouver Rowing (Rugby) Club. Dat jaar bleven ze onverslagen en wonnen zo de VRU Miller Cup. Op 21 november 1914 gaf hij zichzelf op voor vrijwillige dienst bij het British Columbia Regiment Canadian Infantry. 
Hij sneuvelde op 6 april 1916 en werd 37 jaar. Plot I Rij R Graf 9.


Private Herbert Arthur Stuart. 
Service number 6355. 3rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 6 maart 1918, 29 jaar. Plot I Rij S Graf 2.


Private Edwin George Ruffett. 
Service number 405708. 20th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 25 april 1916, 23 jaar. Plot I Rij T Graf 7.



Toen iedereen zowat klaar was met zijn ding, de volgfotografen hun foto hadden kunnen nemen, Stuart zijn lijstje had kunnen afwerken trok iedereen langzaam naar de ingang waar we op de omheiningmuur onze pipes hadden achter gelaten. Een klein overleg tussen Stuart en Kurt liet ons weten dat nu er een rij 'I' in alle drie de plots was dat we in rij 'I' van het centrale plot zouden kunnen spelen, zo gezegd zo gedaan. Zoals gewoonlijk Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace met 'seconds', het klonk direct anders en mooier. Onder het spelen door werden er door onze volgfotografen verschillende foto's genomen, de andere volgers genoten van het eerbetoon aan de vele slachtoffers die hier waren begraven. Nadien werd de groepsfoto genomen.











Niet veel later verzamelden we bij de Stone of Remembrance waarbij we besloten om het PRWWI In Remembering Cross hier te plaatsen. Toen Stuart de camera in positie had gebracht, de volgfotografen allemaal klaar stonden, was het de beurt aan Alec die het PRWWI In Rememberance kruisje plechtig neer plantte bij de Stone of Remembrance. Daarna verzamelden we bij de ingang om er het bezoekersregister in te vullen, voor de een wat makkelijker dan de ander. Het kende een laatste input van 7 december 2015 door Gill & Barrie Jefferson uit South Shields UK (een havenstadje aan de oostkust van Engeland). Op bezoek voor Pte William Baker en Pte Walter Gonau met de vermelding.  "We are paying our respect to all here and greet you especially as two fellow 'Sandancers'. Honour to you all, We will remember them." Kurt legde het bezoekersregister op de omheiningmuur om het in te vullen, anderen volgden zijn voorbeeld waarop hij zei als iemand iets kleiner was ze even verder dienden te gaan staan omdat de omheiningmuur trapsgewijs verlaagde naar de achterzijde toe.








Het bezoek aan de voorlaatste begraafplaats van vandaag zat erop en we begonnen alles in te laden om niet veel later rond 15.37u te vertrekken naar onze laatste stop voor vandaag. De temperatuur was nog steeds in dalende lijn en het was ondertussen koud geworden, echt opwarmen in de auto konden we niet want een rit van een dikke 3 minuten bracht ons bij Elzenwalle Brasserie Cemetery waar we arriveerden om 15.40u. We parkeerden er de wagen voor de begraafplaats al direct bij het uitstappen stonden de overburen reeds buiten te kijken naar hetgeen er gebeurde. De vraag van hen of we iets zouden spelen maakte ze echt geïnteresseerd en ze bleven dan ook toekijken vanaf de overkant van de straat.







Deze heel rustige, mooie en onregelmatige begraafplaats wordt langs 3 zijden omgeven door een bakstenen muur, afgedekt met witte stenen, aangelegd in verschillende niveaus. Tegen de rechtermuur (noordelijk-kant) zijn de landplaten, het registerkastje en de CWGC-infoplaat aangebracht. De graven liggen heel onregelmatig verspreid over 8 perken. Volgens het huidige register liggen er nu 149 doden begraven, waaronder 41 Canadezen en 108 uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan er 5 niet geïdentificeerd konden worden. Deze begraafplaats werd genoemd naar de brouwerij, die tegenover de begraafplaats gelegen was. De begraafplaats bestaat in feite uit een verzameling van kleine regimentsbegraafplaatsen. Perk III werd aangelegd door het 22nd Canadian Battalion (Quebec Regt). De 8 perken zijn zonder enige volgorde qua datum of positie aangelegd. De korte rijen variëren van 1 tot 14 graven. De eenheden die hier begraven liggen, verdedigden hier de stellingen tussen februari 1915 en juni 1917. Na de Mijnenslag werden nog enkele doden begraven, die hier omkwamen terwijl ze de nieuw veroverde stellingen verdedigden (tot in november 1917).

We liepen de begraafplaats op wandelden rustig doorheen de verschillende graven. Stuart probeerde er een lijn in te krijgen wat niet echt lukte want de plots volgden niet op elkaar. Alles lag als het ware door elkaar. Door onze research vooraf wist hij wel waar hij een bepaald graf kon vinden voor het verhaal achter de steen, hij was dus aangewezen op papiertjes waarop hij zijn te volgen weg had uitgetekend om die bepaalde graven te vinden. Maar het oriënteren en bepalen welke rij tot welk plot behoorde was niet makkelijk. Gelukkig is dit een uitzondering. Aan de zijkant van de begraafplaats vonden we het graf van Pte. E. Childs, waarop enkel kleine steentjes waren gelegd door waarschijnlijk bezoek van nabestaanden. Iets verder vond Kurt ook nog iets speciaal. Hij zag een kleine witte schildpad naast een graf zitten, nader onderzoek liet hem weten dat het een stenen schildpad was die bij het graf was gezet van een onbekend soldaat van het West Yorkshire Regiment.














Eén van de vijf onbekende slachtoffers op de begraafplaats. 
Men weet wel dat hij tot het West Yorkshire Regiment behoorde.


Company Sergeant Major Roman Peter Obminski, served as Devries. 
Service number 61112. 22nd Bn. Canadian Infantry. 
Wat een opvallende alias die Roman opgaf in plaats van zijn echte naam. 
Gesneuveld op 9 juli 1916. Plot III Rij B Graf 14.


Private R Hodgson. 
Service number 10571. 1st Bn. Royal Scots. 
Hij sneuvelde op 8 februari 1915 en hiermee de eerste op de begraafplaats. 
Plot I Rij C Graf 1.


Captain George Malcome Finlay. 
14th Bn. Hampshire Regiment formerly 1st. Bn. Leinster Regiment. 
Hij sneuvelde op 5 november 1917 en is hiermee de laatste op de begraafplaats. 
Hij werd 27 jaar. Plot I Rij G Graf 7. 


Lance Corporal TB Money. 
Service number 200913. 4th/5th Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 23 september 1917. Plot II Rij B Graf 6.


Lance Corporal R Fitzpatrick. 
Service number 9630. 1st Bn. Royal Irish Regiment. 
Gesneuveld 23 februari 1915. Plot I Rij C Graf 2.


Lieutenant Charles Bertram Underhill. 
12th Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own). 
Gesneuveld 27 maart 1916, 22 jaar. Plot VI Rij A Graf 1.


Corporal Gordon Alexander McDonald. 
Service number 703259. 102nd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld op 27 augustus 1916, 22 jaar. Plot IV Rij A Graf 1.


Niet veel later verzamelden we gewapend met onze pipes ongeveer in het midden van de begraafplaats om er onze PRWWI tunes te spelen maar dienden eerst nog even onze vingers op te warmen. Het was inmiddels heel fris geworden en onze vingers begonnen verkleumt te worden. Nadat de pipers hun vingers voldoende waren opgewarmd begonnen we Flower of Scotland te spelen welke in deze koude middag mooi klonk onder de essen die op de begraafplaats groeiden. Na een kleine stilte waarin we in tussentijd gebruik maakten om onze vingers terug een beetje op te warmen speelden we Amazing Grace welke eveneens heel mooi klonk maar we waren allen blij dat we bij het einde waren gekomen. Iedereen perste er de laatste klanken uit want de koude temperaturen begonnen hun tol te eisen.










Na het spelen van onze tunes wandelden we moe maar zeer tevreden naar de ingang van de begraafplaats aan de straatkant waar we eerst de groepsfoto namen zodat we meteen onze pipes konden opbergen in de auto om nadien bij het Cross of Sacrifice ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer te planten. Niet veel later gingen we het bezoekersregister invullen wat een laatste input kende op 17 december 2015 door K. Holmes die er waren voor Pte. 8470, E Childs die diende bij het East Surrey Regiment en die stierf op 4 juni 1915 als mededeling werd er; R.I.P geschreven. Dat waren hoogstwaarschijnlijk de nabestaanden die de steentjes hadden achtergelaten op de grafsteen van E. Childs. Terwijl iedereen een beetje moest wachten op elkaar om het register in te vullen werd er nog een kop koffie of thee gedronken om wat op te warmen want het was ondertussen redelijk koud geworden daar het zonnetje langzaam achter de horizon begon te schuiven.











Nadat iedereen het register had ingevuld haalde Kurt zijn fles dram boven, vandaag zou het Coal Ila 12y worden welke bij iedereen wel in de smaak viel. Suzy luste niet echt 'peated' dram dus zij paste voor vandaag maar even terwijl Kurt weer halve liters begon in te schenken voor de anderen. Naar hij achteraf zei, had hij niemand horen klagen, dus er was geen probleem voor hem. Tijdens onze traditionele dram werd er nog een tijdje nagepraat over de voorbije tocht maar ook over tochten die zouden komen. Een tijdje nadien begon de een na de ander afscheid te nemen en begonnen we ook aanstalten te maken om huiswaarts te vertrekken. Het was een lange maar mooie tocht geweest waar we allen goede herinneringen aan over hebben gehouden.






Veel dank aan Alec en Serge om als extra piper mee te willen gaan op een van onze avonturen, eveneens dank aan onze volgfotografen voor de vele mooie plaatjes, maar ook aan Suzy om zo af en toe zorg te dragen voor onze pipes en ander materiaal alsook onze andere volgers om ons vandaag te vergezellen. Hopelijk heeft iedereen er zoveel van genoten zoals wij dat deden en hopelijk tot op een volgende tocht. De website van Rudy, die ons vandaag volgde, is een bezoekje meer dan waard www.wereldoorloginbeeld.be.

Groeten Stuart en Kurt