zondag 27 augustus 2017

Trip 35: Hedge Row Trench Cemetery, First D.C.L.I. Cemetery (The Bluff), Woods Cemetery, Chester Farm Cemetery, Spoilbank Cemetery, Bus House Cemetery, Voormezele Churchyard, Voormezeele Enclosures No.1 and No.2, Voormezeele Enclosure No.3.

Datum: 27/08/2017
Begraafplaatsen :Hedge Row Trench Cemetery, First D.C.L.I. Cemetery (The Bluff), Woods Cemetery, Chester Farm Cemetery, Spoilbank Cemetery, Bus House Cemetery, Voormezele Churchyard, Voormezeele Enclosures No.1 and No.2, Voormezeele Enclosure No.3
Afstand:  170 Km
Weer: zonnig en warm
Deelnemers: Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers: Daphné Vangheluwe, Jeroen Cool, Marnix Degruyter, Sylvie Duhayon en Jelle Van Damme


Info :

Vandaag 27 augustus alweer, wat vliegt de tijd wetende dat je nog maar enkele minuten tijd hebt om je klaar te maken om op tocht te gaan. Alles liep weer in het honderd, dus we dienden alert te zijn opdat we niks zouden vergeten. Alles gecheckt en niet veel later richting Moerkerke waar de tocht van vandaag zou beginnen. Samen met Stuart nog eens alles overlopen, pipes, kruisjes, lunch... We konden vertrekken en niet veel later zetten we koers richting Zillebeek in de Westhoek. 




Onderweg wat bij babbelen en de tocht van vandaag zo een beetje overlopen maakte dat we er precies sneller waren dan voorzien. Kurt keek een beetje raar op toen we de parking opreden want voor hem leken we gestrand te zijn op een camping. De plaatselijk sterrenwacht had er de tenten opgeslagen om de voorbije nacht in de lucht te turen. "Wat hebben die allemaal mee zeg, een dood simpel zeiltje met een slaapzak is toch voldoende" liet Kurt zich ontvallen waarop Stuart zei; "Ze komen niet allemaal uit de oertijd hé" De toon was alweer gezet, het zou een lange dag worden voor Kurt.

We laden onze pipes en andere spullen uit en begonnen meteen met het tunen en konden meteen ook al enkele volgers voor vandaag begroeten. Iedereen zag het zitten, de weergoden waren ons reeds goedgezind dus we konden op pad. Via een pad doorheen het bos wandelden we vrij rustig in de richting van de eerste begraafplaats, Hedge Row Trench Cemetery. 






Kurt begon ineens zelf sporen achter te laten want hij dacht als Stuart zijn weg kwijt geraakt geraken we toch nog terug. Een kleine wandeling van 5 minuten bracht ons bij de begraafplaats waar aan de zijkant enkele zaken stonden van wat een militair zoal met zich meedroeg destijds. Even dacht Jeroen ook iets te hebben gevonden langsheen de muur van de begraafplaats maar dit ging hij toch maar best laten liggen. Naast de omheiningsmuur lag een verroesterde obus uit WWI. We gingen de begraafplaats op, een heel mooie begraafplaats omdat alle graven in een cirkel lagen, mja iets speciaal. 

Hedge Row Trench Cemetery is een kleine Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. De naam van deze begraafplaats heeft zijn oorsprong door een nabijgelegen boerderij die Hagereke heette, wat "hagen rij" betekent. Vroeger werd het soms ook Ravine Wood Cemetery genoemd. De eerste slachtoffers werden er op 24 maart 1915 begraven en de laatste op 18 september 1917. Tijdens het Duitse Lenteoffensief in april 1918 kwam dit terrein in handen van de Duitsers maar werd op 28 september 1918 heroverd door de Britten. Door de nabijheid van het Kanaal Ieper-Komen en de strategisch belangrijke hoogte The Bluff werd dit terrein door de hevige gevechten en artilleriebeschietingen zodanig beschadigd dat de graven niet meer gelokaliseerd konden worden. Daarom heeft men na de oorlog alle oorspronkelijke graven als Special Memorials opgericht en deze in een cirkel rondom het Cross of Sacrifice geplaatst. Er liggen 96 Britten, waarvan 2 niet geïdentificeerd konden worden en 2 Canadezen begraven.















"Wat is het mooi hier en vooral rustig" werd hier en daar gezegd door onze volgers maar ook wij konden dit alleen maar beamen. Stuart schoot in actie en begon direct met het afwerken van zijn lijstje, terwijl Kurt opzoek ging naar bijzondere epitafen. Daar het namenlijstje van personen die we toch even in het licht wilden zetten niet zo heel lang bleek te zijn maakte Stuart duidelijk dat het tijd was voor onze PRWWI tunes. Ongeveer in het midden naast het Cross of Sacrifice werd de immense rust even doorbroken door de klanken van onze PRWWI tunes Flower of Scotland gevolgd door een ijzige stilte van ongeveer een minuut waarna we Amazing Grace speelden. Het klonk echt verrassend mooi. Meteen na onze PRWWI tunes gingen we over tot het plechtig neerplanten van het PRWWI In Remembrance kruisje dat zich niet echt gemakkelijk liet plaatsen. Kurt diende even zijn Sgain Dubh te gebruiken om een kleine opening in de aarde te maken. 


Private A Tucker. 
Service number 13252. 11th Bn. Royal Scots. 
Hij was de oudste op de begraafplaats. 
Gesneuveld 6 oktober 1915, 42 jaar. Special Memorial G 6.

Gunner Fred Whitehead. 
Service number 63021. 208th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Gesneuveld 18 september 1917, 24 jaar. Special Memorial F 8.

Rifleman Walter Alfred Stokes. 
Service number S/9892. 3rd Bn. Rifle Brigade. 
Hij is de jongste op de begraafplaats. 
Gesneuveld 29 oktober 1915, 17 jaar. Special Memorial E 3. 

Private William Drury. 
Service number 9075. 2nd Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment). 
Hij is de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Gesneuveld 24 maart 1915, 23 jaar. Special Memorial C 13.

Sapper James Charles Murray. 
Service number 390. 5th Field Coy. Canadian Engineers. 
Hij was afkomstig van Leith nabij Edinburgh in Schotland. 
Gesneuveld 16 juni 1916, 20 jaar. Special Memorial H 5.










Na enkele ogenblikken werd het PRWWI In Remembrance kruisje dan toch plechtig neer gezet bij het graf van een onbekend slachtoffer. Na het nemen van de groepsfoto werd bij de ingang nog het bezoekersregister plechtig ingevuld. De laatste input was door een zekere Paul & Loraine, The Willows England die de begraafplaats bezochten op 23 augustus 2017. 











Toen iedereen die wou het bezoekersregister had ingevuld, maakten we ons klaar voor een kleine wandeling door de bossen naar de volgende begraafplaats. Rond 11u05 arriveerden we op onze volgende bestemming, een kwartiertje later dan voorzien in onze planning. Waarschijnlijk had het mooie weer van vandaag er iets mee te maken want sinds het begin van onze tochten merken we beiden op dat als het goed of warm weer is we dikwijls al van op de eerste begraafplaats uitlopen in tegenstelling dan wanneer het koud en regenachtig is. 




First D.C.L.I. Cemetery, The Bluff werd gestart door de 1st Duke of Cornwall's Light Infantry en werd naar deze eenheid genoemd omdat zij hier heel wat slachtoffers te betreuren had, 51 van hen liggen hier begraven. Na de oorlog werden nog 23 graven van het omgevende slagveld naar hier overgebracht. Langs het Kanaal Ieper-Komen, nu in onbruik geraakt, hadden de Britse en Duitse troepen stellingen uitgebouwd in de beide oevers, 40 m van elkaar verwijderd!. De Britten noemden hun oever, die hoger was dan deze van de Duitse overkant, "The Bluff" wat Engels is voor "steile oever". De Duitsers noemden het "Die grosse Bastion", tegenover "Die kleine Bastion" voor hun eigen oever. Dit gebied zou de hele oorlog het toneel zijn van hevige gevechten met vele honderden slachtoffers, vooral door de ondergrondse oorlogvoering waarbij beide partijen de stellingen van de vijand probeerden te vernietigen door het gebruik van ondergrondse mijnen. Na een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 konden twee Duitse infanterieregimenten alle Britse schachten innemen. Op 2 maart 1916 echter werd het grootste deel van de Duitse stellingen van "Die kleine Bastion" ingenomen na een Britse aanval van de 2nd Suffolks, 8th Royal Lancasters en 1st Gordon Highlanders. Op 25 juli 1916 werden de vooruitgeschoven Britse linies opgeblazen, maar deze hadden ze nauwelijks bemand achtergelaten zodat de verliezen gering waren. Na de Tweede Slag om Mesen van 7 juni 1917 slaagden de Britten erin het gebied rond The Bluff te ontzetten, maar tijdens het Duitse lenteoffensief in april 1918 viel het opnieuw in Duitse handen. Uiteindelijk kon het terrein op 28 september 1918 door de 14th Light Division opnieuw ingenomen worden. Er worden 76 Britten herdacht waaronder 13 die niet meer geïdentificeerd konden worden. Voor 2 geïdentificeerde doden werden Special Memorials opgericht omdat hun graf niet meer gelokaliseerd kon worden.








Ook hier was Stuart zijn lijstje niet zo groot en nam daar dan ook de tijd om even met Jelle te babbelen, de jongste volger van vandaag. Niet veel later besloten we bij het Cross of Sacrifice en in de schaduw onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. En onze volgers genoten van onze kleine muzikale plechtigheid hier op deze mooie en vooral ook rustige begraafplaats. Meteen na het spelen van onze tunes gingen we over tot het plechtig neerplanten van ons PRWWI In Remembrance kruisje bij het Cross of Sacrifice. Niet veel later werd de groepsfoto genomen en maakten we ons stilaan klaar om verder te trekken op ons pad want hier op deze begraafplaats was geen bezoekersregister voorzien. 


Private GH Millar. 
Service number 3/6063. 1st Bn. Duke of Cornwall’s Light Infantry. 
Hij is de oudste op de begraafplaats. 
Gesneuveld 5 mei 1915, 46 jaar. Rij C Graf 11.

Private G Cole. 
Service number 4620. 1st Bn. Duke of Cornwall’s Light Infantry. 
Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Gesneuveld 20 juli 1915. Rij B Graf 17.

Private JU Tickell. 
Service number 14083. 1st Bn. Devonshire Regiment. 
Hij is één van de vier niet D.C.L.I. en de jongste op de begraafplaats. 
Gesneuveld 22 april 1915, 18 jaar. Rij D Graf 16. 

Private Daniel Glassman. 
Service number 5026. 1st Bn. Duke of Cornwall’s Light Infantry. 
Gesneuveld 15 juni 1915. Rij C Graf 14.

Private Frank Stanley Harris. 
Service number 17638. 1st Bn. Duke of Cornwall’s Light Infantry. 
Gesneuveld 10 juni 1915, 27 jaar. Rij A Graf 11. 














We verlieten First D.C.L.I. Cemetery, The Bluff en zetten koers naar Woods Cemetery die verder het bos inlag. Het pad werd steeds smaller en Kurt vroeg Stuart of hij nog wist waarmee hij bezig was. "Straks lopen we verloren ofzo." "Maar neen, antwoordde Stuart, alles is onder controle." 



Om 11u37 kwamen we aan op Woods Cemetery, een Britse militaire begraafplaats met een onregelmatige vorm doordat de bijzettingen destijds in zeer moeilijke omstandigheden dienden te gebeuren wegens de nabijheid van het front. Woods Cemetery werd in april 1915 gestart door de 1st Dorsets en de 1st East Surreys en werd tot september 1917 gebruikt door gevechtseenheden en medische posten. De begraafplaats ligt vlakbij een plaats waar hevig gevochten werd wegens zijn hogere ligging. De beide kampen lagen aan weerszijden van het kanaal en probeerden elkaar uit te schakelen door het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen waardoor de oevers van het kanaal regelmatig van bezetter wisselden. Na het Duits lenteoffensief in het voorjaar van 1918 viel het territorium opnieuw in Duitse handen. Finaal kon het terrein rond The Bluff op 28 september 1918 door de 14th Light Division ingenomen worden. Er worden 326 doden herdacht, waarvan 111 Canadezen, 3 Australiërs en 212 Britten, 32 zijn niet geïdentificeerd. Er liggen veel manschappen van de 2nd, 3rd & 10th Canadian Infantry Battalions en van het London Regiment.
















Samen met onze volgers gingen we ieder zo een beetje zijn eigen kant op. Stuart om zijn namenlijstje af te werken, Kurt opzoek naar bijzondere epitafen, de een om te genieten van de immense rust die hier ook rustte, de ander om die ene foto te maken en Jelle ging opzoek naar de 3 Australiërs die hier zouden begraven zijn. Na een tijdje kwamen Stuart en Kurt zo een beetje samen na elk hun ding te hebben gedaan bij het Cross of Sacrifice waar ze hun pipes hadden achtergelaten zodat we wisten dat het ver tijd was voor het muzikale gedeelte van het bezoek aan deze begraafplaats. Op het bovenste terras, bij het Cross of Sacrifice, speelde we onze PRWWI tunes Flower of Scotland, gevolgd door een kleine stilte waarna we Amazing Grace speelden. Het klonk hier zo prachtig op deze heel mooie en rustige plaats in het bos waar 100 jaar geleden enkel de geweerschoten, kanonnen, obus inslagen en zo verder spraken. We legden onze pipes terug op het sokkel van het Cross of Sacrifice en gingen even overleggen waar we ons PRWWI In Remembrance kruisje zouden plaatsen.

Hoeveel slachtoffers er hier rusten is niet geweten.

Private Adam Breckenridge. 
Service number 434032. 10th Bn. Canadian Infantry. 
Geboren op 16 september 1882 in Saltcoats, Ayrshire, Scotland. 
Hij was timmerman van beroep en ging in vrijwillige dienst 
op 30 december 1914 in Calgary, Alberta, Canada. 
Gesneuveld 4 mei 1916, 33 jaar. Plot III Rij A Graf 3.

Private John Alfred Britton. 
Service number 9286. 3rd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 14 april 1916, 23 jaar. Plot III Rij B Graf 2.

Private William Bruce. 
Service number 451796. 2nd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 25 april 1916, 30 jaar. Plot II Rij G Graf 1. 

Lieutenant Leo Buchanan. 
3rd Bde. Canadian Machine Gun Corps. 
Gesneuveld 19 april 1916, 30 jaar. Plot IV Rij B Graf 1.

Private Harris Cassonman. 
Service number 7023. 1st Bn. Dorsetshire Regiment. 
Gesneuveld 21 april 1915. Plot I Rij B Graf 17.

Private Philip Frederick Chidley. 
Service number 452364. “C” Coy. 2nd Bn. Canadian Infantry. 
Hij was leraar. 
Gesneuveld 26 april 1916, 23 jaar. Plot II Rij E Graf 1. 

Second Lieutenant Reginald William Clark. 
3rd Bn. attd. 17th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 19 augustus 1917, 26 jaar Plot II Rij BB Graf 4. 

Lance Corporal Percel Le Roy Crago. 
Service number 401938. 2nd Bn. Canadian Infantry. 
Hij was butler. 
Gesneuveld 26 april 1916, 31 jaar. Plot II Rij F Graf 2.

Lance Corporal Frank Stanley Duke. 
Service number 2365. 4th Bn. Middlesex Regiment. 
Gesneuveld 14 augustus 1915, 25 jaar. Plot I Rij A Graf 24. 

Private William Brown Fraser. Service number 420284. 25 jaar.
Private Alexander Grant. Service number A/20164. 26 jaar. 
Private Leon Leroy Lundy. Service number 420532. 29 jaar.
Drie Winipeggers van het 16th Bn. Canadian Infantry.
William Fraser sneuvelde op 18 april 1916, de andere twee een dag later op 19 april 1916.
Ze rusten naast elkaar in Plot IV Rij A Graven 2, 3 en 4. 

Private Ernest Fridlington. 
Service number 147472. 5th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 10 mei 1916, 36 jaar. Plot III Rij D Graf 5. 

Gunner Charles Henry Goodier. 
Service number 24983. “B” Bty. 103rd Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 22 juni 1917, 30 jaar. Plot I Rij B Graf 40.

Lieutenant Bernard Bradly Gough. 
Royal Army Medical Corps attd. 8th Bn. South Staffordshire Regiment. 
Gesneuveld 17 februari 1916, 42 jaar. Plot I Rij C Graf 3. 

Private GW Gristey. 
Service number 10908. “B” Coy. 1st Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 23 juni 1915, 24 jaar. Plot I Rij A Graf 22.

Rifleman Edwin Helps. 
Service number 5619. 8th Bn. London Regiment (Post Office Rifles). 
Gesneuveld 15 december 1916, 38 jaar. Plot VI Rij A Graf 1.

Private Richard Spencer Howard. 
Service number 204708. 10th Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment). 
Gesneuveld 7 juni 1917, hij werd net geen 35 jaar. Plot III Rij E Graf 8. 

Private Ernest George Strong Lowe. 
Service number 147189. 3rd Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 13 may 1916, 30 jaar. Plot III Rij D Graf 6. 

Private Thomas John McKinley. 
Service number 2256. 8th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 11 september 1916, 34 jaar. Plot V Rij B Graf 1. 

Lieutenant John Newington. 
3rd Bn. attd. 1st Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 22 mei 1915, 26 jaar. Plot I Rij B Graf 12.

Private John Craig Sinclair. 
Service number 27602. No.2 Coy. 15th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 26 april 1916, 22 jaar. Plot IV Rij A Graf 7. 

Lieutenant Henry Brassington Stone. 
3rd London Field Coy. Royal Engineers. 
Gesneuveld 18 februari 1915, 24 jaar. Plot I Rij C Graf 15. 






Na wat overleg besloten we om het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer te planten bij een van de onbekende slachtoffers die hier een laatste rustplaats kregen. Niet veel later moesten we van Stuart op een lijn gaan staan. Een beetje naar voor, een beetje naar links, of nee toch niet, blijf maar staan. Je kunt het reeds raden. Stuart was bezig met de positionering van de camera voor de groepesfoto. Ineens, "Lampeke!" dit is er ook eentje dat blijft meegaan op onze tochten. Na het nemen van de groepsfoto begaven we ons naar de ingang van de begraafplaats waar we ook het bezoekersregister terugvonden in het kastje dat was ingewerkt in de muur. Het bezoekersregister kende een laatste input op 24 augustus 2017 door de familie Kleijnen-Roebben. Nadat iedereen het bezoekersregister had ingetekend namen we onze spullen en begonnen aan onze wandeling doorheen het bos richting parking bij de sterrenwacht. 
















Enkele minuten later arriveerden we bij de PRWWI mobiel en blijkbaar waren nog enkele sterrenkijkers aan het worstelen met hun tent om af te breken. Geamuseerd hield Kurt ze in de gaten terwijl Stuart de lunch uit pakte. Het smaakte overheerlijk en onder de maaltijd door werd er een beetje gepraat over ditjes en datjes.


Na de overheerlijke en verfrissende lunch maakten we ons klaar voor het vervolg of tweede deel van onze tocht. Een rit van een kleine kilometer bracht ons rond 13u15 bij Chester Farm Cemetery. Tegenover de begraafplaats lag een boerderij die door de Britten Chester Farm werd genoemd. De begraafplaats werd gebruikt van maart 1915 tot november 1917. Doordat het een frontlijnbegraafplaats was werden de doden haastig door de vechtende troepen begraven. Vandaar de wanordelijke ligging van de graven. Het waren vooral slachtoffers van de gevechten in de omgeving van "The Bluff" langs beide zijden van het kanaal Ieper-Komen. Er liggen nu 311 Britten, waarvan er 6 niet geïdentificeerd konden worden, 21 Australiërs, 88 Canadezen, waaronder 1 niet geïdentificeerd en 4 Duitsers, waarvan er 2 niet geïdentificeerd konden worden. Voor 6 slachtoffers werden Special Memorials opgericht omdat hun graven niet teruggevonden werden.



We gingen de begraafplaats op en merkten op dat er geen enkele volger te zien was. Waar zijn die nu heen? We doen verder ons ding dan maar alleen. Onze volgers hadden hun wagen geparkeerd aan Spoil Bank Cemetery zo'n 200 meter verder waar meer parkeerruimte was. Stuart was net begonnen aan zijn lijstje waarop zo'n 18 namen op stonden. Terwijl de volgers hun weg vonden op de begraafplaats deden we naarstig verder zodat in een mum van tijd het lijstje van Stuart was afgewerkt. "Waar zouden we spelen?" vroeg Kurt. "Zo centraal mogelijk, schaduw is er niet echt, bij het Cross of Sacrifice best" antwoordde Stuart, dus niet veel later stonden we beiden in de volle zon gewapend met onze pipes. We speelde onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace en onze toeschouwers konden genieten van ons muzikaal eerbetoon aan de slachtoffers die hier liggen begraven. 











Private James Duncan Montgomery MacGillivray. 
Service number 448179. 14th Bn. Canadian Infantry. 
Opmerkelijk epitaaf: ‘A direct descendant of the young chief that fell on Culloden Field’. 
Gesneuveld 25 april 1916, 41 jaar. Plot II Rij D Graf 18. 

Private Albert Gordon. 
Service number 2137. 4th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 10 augustus 1915, 18 jaar. Plot I Rij E Graf 4. 

Second Lieutenant Frederick Alexander Rose. 
4th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 10 augustus 1915. Plot I Rij F Graf 4. 

Lieutenant Sidney Gudgeon. 
2nd Bn. Manchester Regiment. 
Gesneuveld 14 mei 1915, 23 jaar. Plot I Rij E Graf 12.

Second Lieutenant Edward Thompson Smith. 
8th Bn. The Buffs (East Kent Regiment). 
Werkte als ingenieur in Argentinië voor hij bij het uitbreken van de oorlog terugkeerde om in dienst te gaan. 
Gesneuveld 19 oktober 1915, 28 jaar. Plot I Rij G Graf 18.  
Gunner Edgar Cecil Oakley. 
Service number 109599. “C”Bty. 104th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 25 juni 1917, 20 jaar. Plot I Rij K Graf 37.  

Private Arthur Hamilton. 
Service number 2783. 52nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 22 oktober 1916, 20 jaar. Plot II Rij E Graf 14.

Private John William Geale. 
Service number 5092. 52nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 15 oktober 1916, 31 jaar. Plot II Rij E Graf 13. 

Private Phillip Charles Hugill Grove. 
Service number 4498. 52nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 13 oktober 1916, 26 jaar. Plot II Rij E Graf 11.

Lance Corporal Eric Albyn Hart. 
Service number 4630. 52nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 8 oktober 1916. Plot II Rij E Graf 10.

Private John Duggan. 
Service number 2367. 14th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 2 oktober 1916, 29 jaar. Plot II Rij E Graf 7.

Private Robert Pierce West. 
Service number 5458. 16th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 28 september 1916, 43 jaar. Plot II Rij E Graf 5.

Private William Johnston. 
Service number 23152. 14th Bn. Canadian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 30 april 1916, 33 jaar. Plot II Rij D Graf 17. 

Private John Payne. 
Service number 400741. 7th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 22 juli 1916, 19 jaar. Plot II Rij C Graf 6.

Private William Bussell. 
Service number 404286. 14th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 1 mei 1916, 30 jaar. Plot II Rij C Graf 7.

Serjeant Charles William Anthony Robertson. 
Service number 350485. 7th Bn. London Regiment. 
Gesneuveld 24 maart 1917. Plot III Rij D Graf 3. 

Captain Darell Richard Jeffreys. 
1st Bn. Devonshire Regiment. 
Gesneuveld 11 juli 1915, 33 jaar. Plot III Rij F Graf 15. 










Meteen na onze PRWWI tunes werd het PRWWI kruisje plechtig neer geplant bij een onbekend slachtoffers van de Royal Field Artillery die sneuvelde op 17 januray 1917. Raar hoe dingen soms kunnen lopen. Weten van welke eenheid een bepaald slachtoffer is en weten welke dag hij sneuvelde, de persoon totaal niet kennen. Nog maar eens een bewijs welke overrompeling en chaos het hier destijds moet geweest zijn. Na het nemen van de groepsfoto enkele ogenblikken later kwamen enkele toeschouwers iets naderbij zodat Stuart gans het project zo een beetje uit de doeken deed. Kurt begon al meteen te denken dat hij er stilletjes vanonder kon muizen maar hij was een belangrijk detail vergeten. Het bezoekersregister diende nog ingevuld te worden. Het viel allemaal tegen en niet veel later werd het bezoekersregister dat een laatste input kende op 26 augustus 2017 door een zekere Harm ter Velt uit Delft, plechtig ingevuld.

















Niet veel later wandelden onze volgers op naar de volgende begraafplaats maar wij begonnen met het inladen van onze spullen om niet veel later koers te zetten naar Spoilbank Cemetery zo'n 200 meter verder. Spoilbank Cemetery, de naam van deze begraafplaats komt van de uitgegraven aarde, spoil banks - baggerhopen, van het kanaal van Ieper naar Komen, dat gebruikt werd voor de oevers van dit kanaal. Dit kanaal werd echter nooit gebruikt. Deze begraafplaats werd ook nog Chester Farm Lower Cemetery of Gordon Terrace Cemetery genoemd. Ze werd gebruikt van februari 1915 tot maart 1918, voor het begraven van vooral manschappen van het 2nd Suffolks Regiment die sneuvelden bij de verdediging van The Bluff, een hevig bevochten deel van het front aan het kanaal Ieper-Komen, vlak bij deze begraafplaats. Na de oorlog werden nog slachtoffers uit de omringende velden bijgezet. Hedendaags liggen er nu 520 militairen begraven waaronder 436 Britten, waarvan 113 niet geïdentificeerd konden worden, 68 Australiërs, waarvan 6 niet geïdentificeerd konden worden en 16 Canadezen, waarvan 6 niet geïdentificeerd konden worden. Voor 11 doden werden Special Memorials opgericht, omdat men aanneemt dat ze zich onder de naamloze grafzerken bevinden. Deze grafzerken staan links en rechts van de ingang opgesteld.




We liepen de begraafplaats op omstreeks 14u05, zo'n half uurtje later dan voorzien. Terwijl iedereen een beetje stond te praten bij de auto's liet Kurt het niet aan zijn hart komen en stapte rustig de begraafplaats op opzoek naar bijzondere epitafen. Niet veel later volgde Stuart ook en begon direct aan het afwerken van zijn lijstje. Onze volgfotografen schoten ook in actie en langs de buitenzijde van de omheiningsmuur verzamelden enkele toeschouwers die alles nauwlettend in de gaten hielden. Hoe een kilt zo een aantrekkingskracht heeft, je houd het niet voor mogelijk. Toen Stuart in Kurt's richting liep wist Kurt al hoe laat het was. Het was tijd voor onze PRWWI tunes te spelen. We namen onze pipes op en wandelden naar het midden van de begraafplaats wat voor ons halfweg tussen de ingang en het Cross of Sacrifice was. Onze PRWWI tunes Flowers of Scotland en Amazing Grace klonken prachtig hier op deze plaats onder het toeziend oog van enkele wandelaars en fietsers die er toevallig passeerden. 







Captain Basil Charles Winser. 10th Bn. Lancashire Fusiliers. 
Gesneuveld 15 februari 1916. 
Men weet dat hij één van de onbekende slachtoffers op de begraafplaats is. 
Special Memorial B1.

Private Sidney Keyes. 
Service number 5400. 13th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Op de foto met zijn moeder. Gesneuveld 1 maart 1918, 28 jaar. 
Er word aangenomen dat hij één van de onbekende slachtoffers op de begraafplaats is. 
Special Memorial A2. 

Lieutenant Colonel Steaurt Scott Binny DSO (Distinguished Service Order). 
10th Bn. Royal Welsh Fusiliers formerly 19th (Queen Alexandra’s Own Royal) Hussars. 
De tekst gaat als volgt: Lieutenant-Colonel Steuart Scott Binny DSO., commanding the 10th Battalion Royal Welsh Fuslliers, late major 19th Hussars killed in action in Flanders on March 31, was born In Sydney, New South Wales, in July. 1871, and educated at Haileybury. Deceased was a nephew of Mr. Robert Johnson, of Mosman. In 1899 he was gazetted to the 19th, (Queen Alexandra's Own Royal)-Hussars from the 6th Royal Irish Rifles, and proceeded to India. He went with his regiment to South Africa In 1899, and remained right through the war. He fought in the actions at Rietfontein and Lombard's Kop, and took part in the defence of Ladysmith. After the relief of Ladysmith he was employed in many operations, and was mentioned in despatches (July 23, 1901) "for dash and vigour in leading his squadron on the Blood River, and for constant good work." On that occasion he was the only offlcer present at the capture of a Boer gun. For this service he was awarded the D.S.O. and his other war decorations were the Queen's Medal with three clasps and the King’s Medal with two clasps. For three years from 1901 he was adjutant of the 10th Hussars, and from 1905 to 1308 he filled the same appointment to the East Kent Yeomanry. He was on the Staff at Sandhurst from 1910 to March, 1914, when he retired with the substantive rank of major, which he had reached in 1910). On the outbreak of the present war he received a Staff appointment, and was quickly promoted to Deputy Assistant Director of Railway Transports at General Headquarters, and was mentioned in Viscount French's despatches in January of this year. He was appointed to the command of the 10th Royal Welsh Fusiliers. Lieutenant-Colonel Binny, who was the only son of the late John Binny and Mrs. John Binny, of Brent Eleigh, Haywards Heath, married In January, 1911, Marjorie, daughter of Mr. and Mrs. Henry Champion, of Sindon Castle, Shropshire, and leaves a son and a daughter.
Gesneuveld 3 maart 1916, 44 jaar. Plot I Rij M Graf 4. 

Sapper James Langlands Thomson. 
Service number 445. 5th Field Coy. Canadian Engineers. 
Gesneuveld 9 juli 1916, 23 jaar. Plot I Rij K Graf 4.
Lance Serjeant W Rogan. 
Service number 15128. 10th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 14 februari 1916. Plot I Rij K Graf 16. 

Corporal James Bertram Snelling. 
Service number 2473. 4th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 22 maart 1918, 24 jaar. Plot I Rij K Graf 21.

Captain Frank Richardson. “D” Coy. 
24th Bn. London Regiment. 
Gesneuveld 7 juni 1917, 33 jaar. Plot I Rij AA Graf 3. 

Private Reginald Stanley Turner. 
Service number 17386. 10th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 27 augustus 1915, 31 jaar. Plot I Rij A Graf 1. 

Private Thomas Charles Sturton Simmonds. 
Service number G/11271. “D”Coy. 11th Bn. The Queen’s (Royal West Surrey Regiment). 
Gesneuveld 11 december 1916, 26 jaar. Plot I Rij B Graf 2.

Lance Corporal Arthur Wilfred Auhl. 
Service number 3135. 53rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 24 september 1917, 20 jaar. Plot I Rij Q Graf 6.

Captain Harry Webber. 
12th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 10 maart 1918, 23 jaar. Plot II Rij D Graf 5.

Private William Henry Harris. 
Service number 2828. 24th Coy. Australian Machine Gun Corps. 
Gesneuveld 17 februari 1918, 29 jaar. Plot II Rij D Graf 6.

Major Horace Norman Henwood. 
10th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Diende in Egypte, Gallipolli, Frankrijk en België. 
Gesneuveld 1 maart 1918, 28 jaar. Plot II Rij D Graf 9.






Na onze tunes gespeeld te hebben werd het tijd om ons PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen. Het viel ons al heel de tocht op dat Jelle, de jongste volger voor vandaag, heel veel interesse toonde voor de jongens die op de verschillende begraafplaatsen begraven lagen. Hierdoor vonden we beiden dat hij het verdiende om ook een kruisje te mogen plaatsen. Hoewel Kurt even moest helpen met de harde grond plaatste Jelle het PRWWI In Remembrance kruisje bij één van de onbekende slachtoffers centraal op de begraafplaats. Enkele ogenblikken later was het tijd voor onze borst in te trekken en buik vooruit te steken want de PRWWI camera ging ons bezoek op deze begraafplaats vereeuwigen. Stuart verplaatste de camera naar de ingang waar hij hem richtte op de zuil waar het kastje waarin het bezoekersregister zich bevond. Het bezoekersregister kende een laatste input op 24 augustus 2017 door een zekere John Edwards en Paul Toms uit Andover, UK. Iedereen tekende het bezoekersregister waarbij Jelle met moeite boven de zuil uitstak terwijl hij trachtte te schrijven. Marnix was direct de helpende hand en hief Jelle een beetje op zodat hij ook deftig het bezoekersregister kon invullen.














We keken even rond om te zien of we niks vergeten waren, overliepen eveneens nog eens onze planning, waarna we onze spullen inladen in de PRWWI mobiel die nog steeds trouw op ons stond te wachten op de kleine parking naast de begraafplaats. We verlieten Spoilbank Cemetery rond 14u42 en zetten koers naar Bus House Cemetery zo'n 1,8 kilometer verder. 





Nog steeds onder een stralend zonnetje arriveerden we rond 14u45 bij Bus House Cemetery. Op de begraafplaats worden 208 doden uit de Eerste Wereldoorlog herdacht, waarvan 12 niet geïdentificeerde. Er liggen ook 79 slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, waarvan 9 niet geïdentificeerde. De begraafplaats is genoemd naar een hoeve die de Britten Bus House noemden. Deze naam verwees naar een typische Londense bus, die troepen naar het front bracht en met een defect aan deze hoeve stilviel. De begraafplaats werd achter de hoeve aangelegd tijdens de Mijnenslag van juni 1917 en men bleef ze tot november 1917 gebruiken. Een graf daterend van januari 1915, schutter Frank Williams, werd er tijdens de oorlog herbegraven en in april 1918 werden nog vier andere graven bijgezet. De Britse slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog sneuvelden tijdens de gevechten bij het kanaal Ieper-Komen en werden vanuit verspreide graven in 1941 naar hier overgebracht. Er bevinden zich ook twee Franse graven uit de Tweede Wereldoorlog. Er liggen nu 272 Britten, 10 Australiërs, 2 Canadezen, 1 Nieuw-Zeelander en 2 Fransen begraven.

We namen onze spullen en begaven ons naar de ingang van de begraafplaats waar Kurt probeerde heel elegant het hek te openen. Terwijl Stuart zijn namenlijstje afwerkte werd hier en daar wat besproken met Kurt die voor de verandering ook eens ging proberen om een foto te nemen van Stuart zijn handelingen. Afzien voor beide partijen alom. "Gelukkig kennen we hem ondertussen al een beetje" zei Stuart tussen zijn tanden weg tegen een van onze volgelingen. Met andere woorden, Kurt was hem weer voor vandaag. 











Toen het namenlijstje was afgewerkt begaven Stuart en Kurt zich vrij rustig richting de omheiningsmuur waar ze hun pipes hadden achtergelaten in de schaduw van enkele bomen. Niet veel later klonken dan ook onze inmiddels bekende PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace vanop de begraafplaats wat enkele omwonenden hun aandacht trok. 

Driver George Almond. 
Service number 56735. “D”Bty. 103rd Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 9 juli 1917. Rij C Graf 30.

Gunner John Kenworthy Ashhurst. Service number 6421. 21 jaar. 
Bombardier Robert Edward Birt. Service number 1391. 20 jaar.
Gunner Walter Carmody. Service number 1727. 23 jaar.
Ze behoorden alledrie tot het 11th Bde. Australian Field Artillery en sneuvelden ook alledrie op 22 juli 1917. 
De grafstenen staan tegen elkaar wat doet vermoeden dat ze samen sneuvelden en ook samen begraven werden.
Rij F Graf 19, 20 & 21.

Sapper Norman Cheetham. 
Service number 1234A. 4th Div. Signal Coy. Australian Engineers. 
Gesneuveld 31 juli 1917, 20 jaar. Rij F Graf 10.

Gunner T Sibbald. 
Service number 110631. 218th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 24 juli 1917. Rij G Graf 7. 

Gunner Kelsey Norman Williams. 
Service number 2430. 11th Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 3 augustus 1917, 26 jaar. Rij G Graf 2.

Driver Edward Leslie Wright. 
Service number DM2/206856. 594th Mechanical Transport Coy. Army Service Corps attd. X Corps Heavy Artillery.
Gesneuveld 3 juli 1917, 35 jaar. Rij G Graf 14. 

Private Dominick Gizzi. 
Service number 203173. 10th Bn. Worcestershire Regiment. 
Hoewel het obituary spreekt dat hij geboren werd in London 
zou hij geboren zijn in Danzig (DE) waar zijn moeder, Augusta Lauterwald, vandaan kwam. 
Zijn vader was geboren in Picinisco (IT). 
Dominick sneuvelde op 20 september 1917, 44 jaar. Rij H Graf 26.

Private Bert Doe. 
Service number 31684. 6th Bn. Wiltshire Regiment. 
Gesneuveld 1 oktober 1917, 35 jaar. Rij I Graf 11. 





Toen we onze PRWWI tunes hadden gespeeld gingen we vrijwel meteen over naar het plechtig neerplanten van het PRWWI In Remembrance kruisje dat werd geplaatst bij een onbekend slachtoffer uit Wereldoorlog 1 maar eveneens stond voor alle slachtoffers die hier hun laatste rustplaat kregen. Onder het vele geklik van de camera's van onze volgers werd het vlot gepland waarna we ons klaarmaakten voor het nemen van de groepsfoto. Deze werd genomen in de lichte schaduw van een boom omdat het nog steeds heel warm was in het zonnetje. De weergoden waren ons vandaag zeer goed gezind. Enkele minuten later verzamelden we bij de ingang waar we bij het toegangshek het kastje terugvonden waarin het bezoekersregister was opgeborgen. Het kende een laatste input op 24 augustus 2017 door een zekere John Edwards en Paul Toms uit Andover, UK. Iedereen tekende het bezoekersregister en ineens stond alles stil. 'Allez wat is dat nu? Aja meneer is een babbelke aan't doen.' "Joehoe, Stuart, het is aan u hé" riep Kurt vanaf het hek. Stuart was een babbeltje aan het doen met enkele omwonende en had er even geen erg in dat Kurt en de volgers reeds rond waren met het ondertekenen van het bezoekersregister. 











Enkele ogenblikken later zaten we alweer in de PRWWI mobiel waar de airco hoe klein de afstand ook was toch wat verkoeling bracht. We zetten koers naar Voormezele alwaar we het kerkhof zouden bezoeken waar we rond 15u30 aankwamen. We parkeerden onze PRWWI mobiel tegenover de kerk, namen onze spullen en wandelden het kerkhof op. Hier ligt luitenant Edwin Winwood Robinson, officier bij de Britse 5th (Royal Irish) Lancers. Hij sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog op 25 oktober 1914 in de leeftijd van 26 jaar. Omdat zijn graf niet meer teruggevonden werd wordt hij herdacht met een Special Memorial. Dit graf staat bij de Commonwealth War Graves Commission geregistreerd als Voormezele Churchyard en wordt ook door hen onderhouden. Lang dienden we niet te zoeken door onze voorafgaande research en vonden het graf terug aan de zijkant van de kerk in de schaduw. We waren er blij om want het was nog steeds heel warm en het zonnetje scheen fel. 









Na het nemen van enkele foto's van het graf namen we onze pipes en speelden onze PRWWI tnues Flower of Scotland en Amazing Grace vlak naast het graf van Lt. Edwin Winwood Robinson. Het klonk prachtig hier naast de hoge buitenmuur van de kerk. Onze volgers genoten van een kleine afstand terwijl sommige hier en daar ook nog de tijd namen een foto te nemen. Toen we onze PRWWI tunes hadden gespeeld gingen we vrijwel meteen over tot het plechtig neer planten van ons PRWWI In Remembrance kruisje waarna we de groepsfoto namen. Hoewel het niet zo was, leek alles heel vlug te gaan. Ergens wel een beetje logisch omdat er hier maar een slachtoffer was begraven op dit kerkhof. Voor we het kerkhof verlieten overliepen we toch nog voor alle zekerheid onze planning. Alles leek in orde te zijn en we wandelden naar de PRWWI mobiel om koers te zetten naar onze volgende bestemming. Toen we bij de auto aankwamen bleken even geduld te moeten hebben aangezien een plaatselijke wielerwedstrijd net zijn doortocht maakte. 

Lieutenant Edwin Winwood Robinson. 
“D” Sqdn. 5th (Royal Irish) Lancers. 
Gesneuveld 25 oktober 1914, 26 jaar. 
Er word aangenomen dat hij hier werd begraven. 






Een rit van een kleine 300 meter bracht ons bij Voormezeele Enclosures N°3 waar we alvast de PRWWI mobiel parkeerden. We namen onze spullen onder de arm en we wandelden zo'n 70 meter terug waar we onze voorlaatste begraafplaats Voormezeele Enclosures N°1 en N°2 bezochten. Voormezele lag tijdens de Eerste Wereldoorlog vlak bij de frontlijn van de Ieperboog, in geallieerd gebied. Het dorp raakte bijna volledig verwoest. In het dorp werden oorspronkelijke vier begraafplaatsen, zogenaamde "enclosures", aangelegd. De aanleg van Enclosure No.1 begon in maart 1915 en dit deel werd tot eind 1918 gebruikt. Dit is nu plot I in het achterste deel van de begraafplaats. Ook Enclosure No.2 aan straatzijde werd in maart 1915 begonnen en bleef in gebruik tot 1917. Enclosure No.4 dat iets zuidelijker lag was al in december 1914 gestart door Franse militairen en in de loop van 1915 verder door de Britten gebruikt.

In het voorjaar van 1918 rukten de Duitsers tijdens hun lenteoffensief op tot Voormezele. Ook zij voegden enkele graven toe aan Enclosure No.1. In het najaar werd het gebied heroverd. De slachtoffers die dan tijdens het geallieerde eindoffensief gesneuveld waren werden dan ook hier begraven. Na de wapenstilstand werd Enclosure No.4, waar 42 Britten, 33 Fransen en 2 Duitsers lagen, ontruimd en de graven werden in de andere "enclosures" verzameld. De 33 Franse graven werden naar elders overgebracht. Enclosure No.1 en No.2 worden sindsdien samen als één enkele begraafplaats behandeld.
Er rusten nu 520 Britten, 54 Canadezen, 17 Australiërs, 2 Nieuw-Zeelanders en 6 Duitsers. Voor 19 slachtoffers werden Special Memorials opgericht omdat hun graven niet meer gelokaliseerd konden worden. Voor 2 andere werden eveneens Special Memorials opgericht omdat zij oorspronkelijk in Enclosure No.4 lagen maar eveneens niet meer teruggevonden werden omdat hun graven door oorlogsgeweld vernietigd waren.





Nog steeds onder een stralend zonnetje ging Stuart op pad tussen de graven om zijn lijstje af te werken terwijl Kurt op zoek ging naar enkele bijzondere epitafen. Jelle ging opzoek in zijn boek 'De Stille Steden', die hij reeds de ganse tocht met zich mee had, naar wat informatie over deze begraafplaats. Toen Stuart de 20 namen op zijn lijstje had kunnen aanvinken werd het stilletjes tijd om over te gaan naar het muzikale gedeelte van ons bezoek en we gingen onze pipes ophalen die we op de omheiningsmuur hadden achtergelaten. We speelden onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace tussen de Stone of Remembrance en de graven wat toch wat aandacht trok voor enkele omwonenden. Bij het laatste stukje van de PRWWI tune Amazing Grace was het precies of we kregen vapeurs, het was nog steeds heel warm onder de volle zon. We legden onze pipes op de Stone of Remembrance en merkten op dat een groot deel van onze volgers blijkbaar ook last hadden van de warmte. Deze zaten allemaal neer op het sokkel van de Stone of Remembrance in de schaduwzijde. Blijkbaar hadden zij het ook warm terwijl Stuart een uiteenzetting van ons project stond te doen tegen enkele geïnteresseerden die op de klanken van onze pipes waren afgekomen.













Private James Bain. 
Service number 71238. 27th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 27 april 1916, 25 jaar. Plot I Rij D Graf 24.

Private James Hogg. 
Service number 65459. 24th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 17 april 1916, 23 jaar. Plot I Rij D Graf 22.

Second Lieutenant Oliver Vernon Gibbon. 
12th Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own). 
Gesneuveld 3 april 1916, 24 jaar. Plot I Rij D Graf 20.

Second Lieutenant Charles Cecil Field. 
Queen’s Own (Royal West Kent Regiment) attd. 2nd Bn. Suffolk Regiment. 
Gesneuveld 30 maart 1916, 20 jaar. Plot I Rij D Graf 3.

Private James Oscar Lloyd. 
Service number 79305. 31th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 6 april 1916, 29 jaar. Plot I Rij E Graf 12.

Private Lowie Ellis Brook. 
Service number 42822. 6th Sqdn. Royal Flying Corps and 218th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 3 augustus 1917, 25 jaar. Plot I Rij E Graf 22.

Private John William Franklin. 
Service number 268515. 12th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 6 augustus 1917. Plot I Rij F Graf 1.

Gunner FA Marples. 
Service number 143338. 154th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 16 augustus 1917. Plot I Rij E Graf 1.

Major Stewart Hugh Joseph. 
Cdg. 227th Field Coy. Royal Engineers. 
Gesneuveld 18 augustus 1917, 23 jaar. Plot I Rij G Graf 5.

Gunner Francis Henry Belcher. 
Service number 6436. 4th Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 14 augustus 1917. Plot I Rij G Graf 17. 

Gunner Archibald Lewis Parsons. 
Service number 25550. 4th Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 22 augustus 1917, 28 jaar. Plot I Rij G Graf 23.

Driver John Turner. 
Service number 650334. “C”Bty. 86th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 6 september 1917, 23 jaar. Plot I Rij H Graf 51. 

Lieutenant William Shields. 
45th Sqdn. Royal Flying Corps and Manchester Regiment. 
Gesneuveld 5 september 1917, 28 jaar. Plot I Rij H Graf 41. 

Lance Corporal Cecil Frank Booth. 
Service number 21485. 2nd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade. 
Gesneuveld 7 september 1917, 30 jaar Plot I Rij H Graf 37.

Second Lieutenant Edward Albert Beer. 
298th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 22 september 1917, 30 jaar. Plot I Rij K Graf 1.

Second Lieutenant Ian Victor Douglas MC (Military Cross). 
16th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 25 oktober 1917, 20 jaar. Plot I Rij K Graf 6.

Gunner James Howard Hender. 
Service number 137028. 105th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 6 november 1917, 22 jaar. Plot I Rij L Graf 52.

Corporal John Andrew Gehl. 
Service number 53916. 18th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 24 april 1916, 28 jaar. Plot II Rij C Graf 10.

Lance Sergeant John Stewart. 
Service number 67430. 25th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 14 april 1916. Plot II Rij C Graf 11. 

Private Duncan Shepherd McFadyen. 
Service number 457307. 18th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 10 april 1916, 19 jaar. Plot II Rij A Graf 13.










Net voordat onze volgers in slaap zouden vallen bij de Stone of Remembrance, besloten we om het PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen welke we plechtig neer planten bij het graf van een onbekend slachtoffer. Niet veel later gingen we over tot het nemen van de groepsfoto. Wonder boven wonder was de foto meteen goed zodat we opzoek konden gaan naar het bezoekersregister dat we in een schuilhuisje terugvonden. Iedereen tekende plechtig het bezoekersregister. CM Almond uit West Suffolk (UK) was de laatste persoon die het bezoekersregister ondertekende op 21 augustus 2017. Ook hier overliepen we alles nog eens vluchtig om te zien of we niks waren vergeten. 














We verlieten Voorezeele Enclosures N°1 en N2° rond 16u45 en wandelden zo'n 60 meter verder naar Voormezeele Enclosure N°3, onze laatste begraafplaats voor vandaag. 




We wandelden deze begraafplaats op en merkten op dat deze wel een pak groter leek te zijn dan gedacht. Geen probleem, hoewel de warmte van vandaag toch een beetje begon te wegen deden we naarstig verder. Voormezele lag tijdens de Eerste Wereldoorlog vlak bij de frontlijn van de Ieperboog, in geallieerde gebied. Het dorp raakte bijna volledig verwoest. In het dorp werden oorspronkelijk vier begraafplaatsen, zogenaamde "enclosures", aangelegd, waarvan Voormezeele Enclose No. 3 de grootste is. De begraafplaats werd in gebruik genomen in het voorjaar van 1915 door de Princess Patricia's Canadian Light Infantry en tijdens de oorlog uitgebreid door andere eenheden. In het voorjaar van 1918 rukten de Duitsers tijdens hun lenteoffensief op tot Voormezele. In het najaar werd het gebied heroverd en werden hier weer gesneuvelden uit het eindoffensief begraven.
Er werden hier in 1918 ook enkele Fransen begraven, maar zij werden na de oorlog naar elders overgebracht. De begraafplaats werd na de wapenstilstand uitgebreid met gesneuvelden uit de omliggende slagvelden en uit kleinere begraafplaatsen. Voor 15 slachtoffers werden Special Memorials opgericht omdat hun graven niet meer gelokaliseerd konden worden en men aanneemt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden. Voor 5 gesneuvelden werd een Duhallow Block opgericht omdat ze oorspronkelijk op Pheasant Wood Cemetery lagen, maar waar men hun graven niet meer kon terugvinden. Onder de geïdentificeerde doden zijn er 1.498 Britten, 99 Canadezen, 11 Australiërs, 2 Nieuw-Zeelanders, 1 Zuid-Afrikaan en 1 Duitser.












Stuart schoot van links naar rechts en omgekeerd tussen de vele graven en telde het ene na het andere zerkje. Onze volgers vertoefden opvallend meer in de schaduw van enkele hoge bomen terwijl Kurt verwoedde pogingen deed om een deftige foto te nemen. Op een gegeven moment stond er een bleke vlek op de foto omdat er een vinger voor de lens zat. Hij besloot er maar niks van te zeggen en de foto te verwijderen. Maar hoe doe je dat nu weer? Niks aan de hand, Stuart kwam eraan wat duidde dat het tijd bleek te zijn voor onze PRWWI tunes. Op het grote open plaats tussen de Stone of Remembrance en het Cross of Sacrifice speelden we Flower of Scotland en Amazing Grace terwijl onze volgers mee genoten van op een bankje in de schaduw van enkele bomen. Toen onze PRWWI tunes ten einde waren slaakten we een diepe zucht van opluchting. Niet dat het genoeg was of zo maar gewoon omdat het vandaag veel te warm was. 

Lieutenant Colonel Francis Douglas Farquhar DSO (Distinguished Service Order). 
Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Hij studeerde aan Eton Collage, Windsor, England. Hij sprak frans, somali en chinees. 
Hij vocht mee in Zuid-Afrika 1899-1900 en Somaliland 1903-1904. 
De Canadese provincie British Colombia eerde hem door Mount Farquhar naar hem te vernoemen. 
Gesneuveld 21 maart 1915, 40 jaar. Plot III Rij A Graf 6.

Lieutenant Donald Ewan Cameron. 
Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Gesneuveld 15 maart 1915, 44 jaar. Plot III Rij A Graf 5.

Major Herbert Cecil Buller DSO (Distinguished Service Order). 
Rifle Brigade Temporary Lt. Col. Commanding Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment).
Gesneuveld 2 juni 1916, 34 jaar. Plot III Rij A Graf 7.

Private John Leach. 
Service number 219. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Gesneuveld 25 january 1915, 37 jaar. Plot III Rij C Graf 7.

Private Charles Harding. 
Service number 227. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Gesneuveld 25 januari 1915, 35 jaar. Plot III Rij D Graf 1.

Sergeant Alfred Benjamin Cork. 
Service number 135. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Gesneuveld 20 maart 1915, 33 jaar. Plot III Rij E Graf 1.

Sergeant Harry Connor. 
Service number 695. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Gesneuveld 6 maart 1915, 33 jaar. Plot III Rij F Graf 3.

Private John Joseph Jardine.
Service number 23533. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment).
Gesneuveld 24 maart 1915, 43 jaar. Plot III Rij G Graf 5.
 

Lance Corporal John Henry Rosher. 
Service number 1128. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Gesneuveld 20 maart 1915, 24 jaar. Plot III Rij K Graf 6. 

Private Murdoch John Munroe. 
Service number 1217. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Hij werd in 1887 geboren in Chesterville Stormont, Dundas and Glengarry United Counties. 
Gesneuveld 15 maart 1915, 27 jaar. Plot III Rij L Graf 2.

Major Alexander Henry Campbell MacGregor. 
2nd Bn. Royal Irish Fusiliers. 
Gesneuveld 14 maart 1915, 42 jaar. Plot II Rij D Graf 4.

Second Lieutenant George Llewelyn Davies. 
6th Bn. King’s Royal Rifle Corps attd. 4th Bn. Rifle Brigade. 
Op zijn broer Peter werd Peter Pan gebaseerd door zijn stiefvader JM Barrie. 
Gesneuveld 15 maart 1915, 21 jaar. Plot II Rij E Graf 2.

Sapper Albert Hodgkinson. 
Service number 12281. 42nd Army Troops Coy. Royal Engineers. 
Bij het verschijnen van het artikel koesterde zijn vrouw nog hoop. 
Gesneuveld 19 mei 1915, 33 jaar. Plot IV Rij A Graf 6. 

Second Lieutenant Vyvian Bisset Leitch. 
10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment). 
Even twijfelden we over de correctheid van de foto aangezien duidelijk een andere capbadge draagt. 
Deze blijkt van de Liverpool Scottish Cameron te zijn. 
Maar de eerste foto bewijst dat het toch correct is. 
Gesneuveld 19 april 1915, 21 jaar. Plot VI Rij A Graf 3.

Corporal William Edward Costain. 
Service number 2729. 1st/10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment). 
Gesneuveld 28 april 1915, 19 jaar. Plot VI Rij B Graf 3. 

Private Frank Harris Butcher. 
Service number 14792. 7th Bn. Northamptonshire Regiment. 
Gesneuveld 15 oktober 1915, 24 jaar. Plot VIII Rij B Graf 2. 

Private Archie Turner. 
Service number 53745. 18th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 12 mei 1916, 48 jaar. Plot XII Rij A Graf 6. 

Private William Robert Fraser. 
Service number 138281. 75th Bn. Canadian Infantry attd. 11th Bde. Trench Mortar Bty. 
Gesneuveld 28 augustus 1916, 25 jaar. Plot XII Rij B Graf 5. 

Private Mick Lonto. 
Service number 166582. 2nd Bn. Canadian Pioneers. 
Zijn oorspronkelijke naam was Marcel Lanteigne, maar aangezien dit moeilijk te spellen was werd zijn naam makkelijker gemaakt. Vreemd is wel dat enkel de oudste broers deze naamswijziging kregen. Zijn zus, die ouder was dan zijn broer Francis Lonto, behield de naam Lanteigne en de jongste broer, Julian, kreeg de naam Lantain. 
Mick sneuvelde op 13 mei 1916, 22 jaar. Plot XII Rij B Graf 11. 

Corporal Trevor Prys Jones.
Service number 65512. 24th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 15 april 1916, 32 jaar. Plot XIII Rij A Graf 24.
 

Lance Corporal John Paul. 
Service number 13090. 9th Bn. Norfolk Regiment. 
Gesneuveld 15 mei 1918. Plot XIV Rij A Graf 8. 

Private AG Newman. 
Service number 40868. 17th Bn. Lancashire Fusiliers. 
Gesneuveld 23 september 1918, 20 jaar. Plot XIV Rij C Graf 9. 

Private C Butchart. 
Service number 240868. 4th/5th Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 3 mei 1918. Plot XIV Rij E Graf 15.

Private John Hutchison. 
Service number 1100. 4th Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 1 april 1915, 22 jaar. Plot XIV Rij G Graf 4. 

Lance Corporal R MacLaren. 
Service number 201374. 1st/8th Bn. Cameronians (Scottish Rifles). 
Gesneuveld 28 september 1918. Plot XIV Rij J Graf 14.  

Private Maxwell Green. 
Service number 2168. No.1 Coy. Honourable Artillery Company. 
Gesneuveld 22 april 1915, 19 jaar. Plot XIV Rij L Graf 2.

Second Lieutenant James Beaton McKinnon. 
23rd Bn. Middlesex Regiment. 
Gesneuveld 7 juni 1917, 23 jaar. Plot XVI Rij B Graf 13.

Second Lieutenant Frederick James McCullogh. 
53rd Sqdn. Royal Flying Corps and Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 8 november 1917. Plot XV Rij A Graf 17. 

Lieutenant Frank Ernest Edwin Norris. 
10th Bn. Queen’s Own (Royal West Kent Regiment). 
Gesneuveld 2 oktober 1918, 33 jaar. Plot XV Rij A Graf 25. 

Second Lieutenant Robert Fulwell Sawyer. 
17th Bn. King’s Royal Rifle Corps. 
Gesneuveld 24 augustus 1917, 31 jaar. Plot XV Rij C Graf 1. 

Serjeant Moses Wood. 
Service number 9630. 1st Bn. Gordon Highlanders. 
Gesneuveld 26 februari 1915, 32 jaar. Plot XV Rij H Graf 1. 

Lieutenant Reginald Melville Meadows. 
12th Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 4 september 1918. Plot XV Rij L Graf 5.

Captain John Rollo Lowis. 
Hampshire Yeomanry (Carabiniers). 
Gesneuveld 4 september 1918, 24 jaar. Plot XVI Rij L Graf 18. 

Private Percival Charles Dawes. 
Service number 64306. 123rd Coy. Machine Gun Corps (Infantry). 
Hij kreeg drie dagen eerder nog bezoek van nabestaanden en zij lieten deze foto achter. 
Gesneuveld 27 juni 1917. Plot XVI Rij F Graf 9.









Na het spelen van onze PRWWI tunes gingen we ook hier terug meteen over naar het plaatsen van ons PRWWI In Remembrance kruisje. Waar zouden we dat gaan doen? Lang moesten we niet zoeken omdat we eerder al hadden afgesproken om het PRWWI In Remembrance kruisje bij een onbekend slachtoffer te zetten. Vaak worden zij wel eens vergeten gewoon omdat ze geen naam hebben en hoewel het PRWWI In Remembrance kruisje voor elk slachtoffers staat begraven op deze begraafplaats gaf het toch dat beetje extra bij het onbekende slachtoffer. Er werden nog enkele foto's genomen waarna we ons iets verder opstelden om de groepsfoto te nemen. We waren er bijna en niet veel later zakten we af tot bij de ingang waar we in de omheinginsmuur het kastje aantroffen waarin het bezoekersregister zat. Kurt deed zijn uiterste best om de datum correct te schrijven, hij is zo nog eens honderd jaar op stap geweest of helemaal alleen. Stuart daar en tegen ging er volledig voor waarop Kurt antwoordde "Amaai, precies een minister zeg". Iedereen die wou ondertekende plechtig het bezoekersregister waarna we onze spullen namen en afzakten naar de PRWWI mobiel.










Afsluiten dezen we zoals gewoonlijk met een dram en toen alles klaar stond liet Stuart weten dat hij ging uitschenken omdat we anders allemaal zat zouden zijn. 'Allez jong?!' Kurt was een beetje teleurgesteld. We toasten op de mooie maar o zo warme tocht waarbij we maar liefst 3864 slachtoffers hadden bezocht op 9 verschillende begraafplaatsen. Ook op deze tocht schoten we in het totaal over de 300.000 slachtoffers sinds ons prille begin. Een verhaal dat steeds langer en langer wordt.  Onze Ardmore die we mee hadden uit de Ardennen smaakte heerlijk ook al was het nog steeds warm. Toen iedereen zijn glas had leeg gedronken namen we afscheid van elkaar en was het stilaan tijd geworden om naar het thuisfront te rijden. 





Dank aan onze volgers van vandaag en zeker niet te vergeten aan onze volgfotografen, hopelijk tot een volgende keer

Groeten Stuart en Kurt