zondag 12 februari 2017

Trip 28: Loker Churchyard, Locre Hospice Cemetery, Locre No.10 Cemetery, Dranoutre Military Cemetery & Dranouter Churchyard.

Datum : 12/02/2016
Begraafplaatsen : Loker Churchyard, Locre Hospice Cemetery, Locre N°10 Cemetery, Dranouter Military Cemetery, Dranouter Churchyard
Afstand : 187 Km
Weer : Grijs, bere koud maar droog
Deelnemers : Stuart Jervis, Alec Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Daphné Vangheluwe, Monique Duhayon




Info :

Vandaag 12 februari 2017 was het terug tijd om nog eens een tocht te rijden. Door de frisse winterperiode hadden we geopteerd om een iets kortere tocht te rijden omdat het vroeger donker is en de weersomstandigheden ook nogal eens lelijk uit de hoek durven te komen. Na het klaarmaken van het lunchpakket vertrokken we onder een grijze hemel met in de verte een grijze mist. Het beloofde een koude dag te worden zo te zien maar dat deerde ons niet om onze vrienden vandaag een bezoek te brengen. We reden van de ene kant naar de andere kant van het land, van de Nederlandse grens naar bijna tegen de Franse grens, want daar zouden we vandaag hulde gaan brengen aan de vele slachtoffers die vielen tijdens WWI. Het is ook een hoek van het land dat minder bezocht wordt, gewoon omdat hij niet echt binnen de toeristische plaatsen ligt. 





We arriveerden om 10u10 bij de kerk van Loker, een deelgemeente van Heuvelland. We waren eveneens blij te zien dat we niet alleen gingen zijn vandaag, Alec Jervis was reeds gearriveerd, Daphné Vangheluwe en Monique Duhayon arriveerden niet veel later na ons.
Na elkaar een goeie morgen te hebben gewenst begonnen we met het tunen van onze pipes en maakten ons stilaan klaar om het kerkhof op te gaan. Het kerkhof van Loker is eveneens de gemeentelijke begraafplaats en ligt rond de Sint-Petruskerk in het centrum van het dorp. Aan de buitenste rand van de zuidelijke hoek van de begraafplaats staat een herdenkingsmonument voor de gesneuvelde dorpsgenoten. Op het kerkhof liggen 215 soldaten uit de Eerste Wereldoorlog begraven. Ze liggen verdeeld over twee perken, één ten noorden en één ten zuiden van de kerk. Deze perken vormen samen de Britse militaire begraafplaats die bij de Commonwealth War Graves Commission genoteerd staat als Loker Churchyard.





Loker was vanaf het begin van de oorlog tot aan het Duitse lenteoffensief, in het voorjaar van 1918, in geallieerde handen. Tot dan waren medische posten ingericht in het Sint-Antoniusklooster en de bijhorende instelling. Het dorp werd op 25 april 1918 door de Duitsers veroverd, de volgende dag werd het heroverd door de Fransen en de 29ste opnieuw door de Duitsers. 's Anderendaags, 30 april werd het terug door de Fransen ingenomen. Op 20 mei 1918 werd in de omgeving van het dorp hevig gevochten maar pas tijdens de eerste week van juli werd het dorp definitief veroverd op de Duitsers. Het kerkhof van Loker werd van december 1914 tot juni 1917 door Britse medische posten en gevechtseenheden gebruikt voor het begraven van hun doden. Er liggen 215 slachtoffers waaronder 184 Britten, twee konden niet meer geïdentificeerd worden en 31 Canadezen. Eén graf dat afkomstig was van Locre French Cemetery N°. 4 werd na de oorlog op deze begraafplaats bijgezet. Er liggen eveneens drie Britse soldaten begraven die wegens desertie geëxecuteerd werden. 

Goed ingeduffeld wandelden we niet veel later langs de verschillende graven, Stuart vooral om zijn lijstje af te werken voor het gezicht achter de steen, de anderen vooral om het een beetje warmer te krijgen want het was bitter koud. Ondanks de heel frisse ochtend bleken we toch enkele toeschouwers te hebben die ons doen en laten op het CWG-perk nauwkeurig in de gaten hielden. Later, enkele dagen na onze tocht, leerden we van familie dat de toeschouwers Evi, Nick en kinderen waren, hoe klein de wereld kan zijn. Toen Stuart niet veel later klaar was met het afwerken van zijn lijstje besloten we om onze muzikale ceremonie op te splitsen. Hier zouden we enkel Flower of Scotland spelen, aan de andere zijde van de kerk Amazing Grace. Het was een goed idee. We wandelden naar de andere zijde van de kerk en gingen het CWG plot op waar Stuart meteen aan het werk ging met het afwerken van zijn volgend lijstje. De volgers namen genoegen met het af en toe fotograferen van enkele graven en het doen en laten van de PRWWI Pipers.

Het was ook op dit deel dat we de 3 SAD's (Shot at Dawn) terug vonden, Joseph Byers, 17 jaar, op 6 februari 1915 wegens desertie (IA1), Andrew Evans, leeftijd niet gekend, op 6 februari 1915 wegens desertie (IA2), George Ernest Collins, 20 jaar, op 15 februari 1915 wegens desertie (IB1). Dit was de laatste maal dat terechtgestelde soldaten op een gewoon kerkhof werden begraven. Niet veel later verzamelden we bij de ingang van het CWG plot dat was omboord met een haag. We besloten om in de hoek van het 'L' L-vormige plot onze tweede PRWWI tune Amazing Grace te spelen. Onder het spelen door merkten we op dat er terug enkele toeschouwers stonden te genieten bij de ingang van het plot. Het was ook na onze PRWWI muzikale ceremonie dat Alec tot de conclusie kwam dat het vandaag wel degelijk bere-koud was, en besloot om op de volgende stop zijn fleece aan te houden. Omdat we bijna versteven waren van de koude in de ochtend besloten we om eerst de groepsfoto te nemen alvorens we onze andere items zouden doen. Zo konden we onze pipes wegleggen en opzoek gaan naar het bezoekersregister.









‘Believed to Be’ Private Duncan Martin.
Service number S/5960. 1st Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 19 februari 1915. Plot II Rij D Graf 2.


 De twee onbekende slachtoffers op de begraafplaats


Private Joseph Byers.
Service number 15576. 1st Bn. Royal Scots Fusiliers.
‘Shot at Dawn’ voor desertie op 6 februari 1915, 17 jaar. Plot I Rij A Graf 1.

Private Andrew Evans.
Service number 7177. 1st Bn. Royal Scots Fusiliers.
‘Shot at Dawn’ voor desertie op 6 februari 1915. Plot I Rij A Graf 2.

Private George Ernest Collins.
Service number 9618. 1st Bn. Lincolnshire Regiment.
‘Shot at Dawn’ voor desertie op 15 februari 1915, 20 jaar. Plot I Rij B Graf 1.

Corporal George Steeples.
Service number 1328. 1st/5th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Treffend epitaaf ‘A Cheery Word, A Smile For All, He Died A Hero, Loved By All’.
Gesneuveld 12 april 1915, 30 jaar. Plot II Rij B Graf 9.

Second Lieutenant Cecil Hawdon.
4th Bn. Yorkshire Regiment. Gesneuveld 27 juni 1916, 20 jaar. Plot I Rij D Graf 6.
Uit zijn epitaaf leerden we dat ook zijn twee broers sneuvelden. Uit onderzoek bleek dat het gaat over Chaplain 4th Class The Rev. Noel Elliot Hawdon, gesneuveld 16 november 1918 begraven op Terlincthun British Cemetery, Wimille (FR) en over Captain Rupert Ayrton Hawdon, gesneuveld 4 november 1918 begraven op Ruesnes Communal Cemetery (FR). Wat een tragedie moest het geweest zijn voor hun ouders dat nadat ze Cecil in 1916 al moesten afgeven zo kort voor het einde nog twee van hun zoons verloren. 

Lance Corporal John Charles Tawse Nisbet.
Service number 3046. 10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment).
Gesneuveld 23 februari 1915, 25 jaar. Plot II Rij A Graf 6.

Lieutenant Robert H Strong.
2nd Bn. East Surrey Regiment.
Hij was de oudste van vijf broers die vochten tijdens WWI.
Twee ervan raakten gewond en nog twee sneuvelden.
Robert sneuvelde op 12 maart 1915, 29 jaar. Plot II Rij C Graf 20.

Private Kenneth Powell. 
Service number 1832. Honourable Artillery Company. 
Zijn verhaal vind je hier  
Gesneuveld 18 februari 1915, 29 jaar. Plot II Rij D Graf 7. 

Sapper E Libby.
Service number 154505. “O” Special Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 2 juni 1917, 33 jaar. Plot I Rij C Graf 12.

Gunner Edgar J Dutnall.
Service number 123574. “D” Bty. 177th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 29 mei 1917, 22 jaar. Plot I Rij C Graf 7.

Major Warren Herbert Belyea.
26th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 20 maart 1916, 39 jaar. Plot I Rij E Graf 12.

Captain Alfred Joseph Matthews.
27th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 26 februari 1916. Plot I Rij E Graf 6.

Private Frederick James Smith.
Service number 3303. 4th Bn. Yorkshire Regiment.
Gesneuveld 27 juni 1916. Plot I Rij D Graf 8. 

Private Frederick Reginald Smith.
Service number 74122. “D” Coy. 28th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 28 september 1915, 30 jaar. Plot I Rij F Graf 1.

Private Cyril George Michael Brimble.
Service number 72029. 27th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 16 oktober 1915, 27 jaar. Plot I Graf F Rij 3.

Private Ross EJ Brown.
Service number 9890. 3rd Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 24 oktober 1915, 24 jaar. Plot I Rij F Graf 9. 

Private Andrew Stevenson.
Service number 71735. 27th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 13 november 1915, 22 jaar. Plot I Rij F Graf 11.

Lieutenant James Chester Hughes.
6th Field Coy. Canadian 
Engineers.
Gesneuveld 15 november 1915, 27 jaar. Plot I Rij F Graf 12.

Private John Boland served as Bayne.
Service number 72205. 27th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld op 25 november 1915, 29 jaar. Plot I Rij F Graf 16.

Sapper James Leonard McQuay.
Service number 622. 6th Field Coy. Canadian Engineers.
Gesneuveld 26 februari 1916, 24 jaar. Plot I Rij F Graf 22.








Bij de ingang van het tweede CWG plot de hoek vonden we het kastje terug in een witte zuil. Het bezoekersregiter kende een laatste input op 11 januari 2017 van een zekere Francis Callaghan - London/ex Ireland - als nota stond erbij; We Will Remember Them 16th Irish Division. Iedereen ondertekende het bezoekersregister waarbij Stuart deze gebeurtenis ook vastlegde met de camera. Niet veel later namen we onze spullen onder de arm en wandelden terug naar de PRWWI mobiel die op de parking stond te wachten op ons.  De eerste stop zat erop, we konden koers zetten rond 11u15 naar onze volgende stop, Locre Hospice Cemetery. 








Een rit van 700 meter bracht ons buiten het dorp bij Locre Hospice Cemetery. waar we de PRWWI mobiel parkeerden en onze extra warme kledij aantrokken. Locre Hospice Cemetery werd gebruikt tussen juni 1917, na de Mijnenslag en april 1918, tot het Duits Lente-Offensief, door de medische posten en gevechtseenheden. Na de wapenstilstand werden nog eens 4 graven overgebracht, die in de tuin van het klooster begraven lagen.




We liepen langsheen het altijd groene pad naar de begraafplaats op en lieten onze pipes achter op de stenen bank die op enkele meter van het toegangshek op de begraafplaats stond. Eerst zouden we, volgens Kurt, 'een specialleke' doen. Een 30 meter achter de begraafplaats  lag het graf van Major William Redmond . Major W.H.K. Redmond ligt begraven onder een gebeeldhouwd kruis binnen een perkje afgebakend door ijzerzandsteen. Het kruis draagt volgende opschriften : "Major W.H.K. Redmond 6th Batt. Royal Irish Rgt Killed in Action" "7-6-1917", "R.I.P.".
William Redmond, Member of Parlement Ierland 1914, wordt kapitein, later majoor, bij het zesde bataljon Royal Irish Regiment. Tijdens de mijnenslag van 7 juni 1917 raakt hij bij de bevrijding van Wijtschate vlakbij de Maedelstede Farm gewond door granaatscherven. Een voormalig politiek tegenstander, Pte John Meeke, snelt ter hulp. Hij neemt het 56-jarige parlementslid op zijn schouders en probeert hem te evacueren. Bij deze poging wordt hij zelf geraakt maar slaagt er toch in de majoor door collega's te laten wegbrengen. Voor deze actie zal Pte John Meeke later de Military Medal ontvangen, hij overleefde de oorlog maar stierf vrij jong in 1923 op 28 jarige leeftijd. Kort nadat hij Major Redmond binnenbracht op de hulppost in Dranouter sterft Major William en wordt niet veel later begraven in de kloostertuin van Loker bij de andere militaire graven. Het nonnenklooster was aan het einde van de oorlog volledig verwoest en werd aan de andere kant, iets dichter bij het dorp heropgebouwd. Toen de graven, na de oorlog, in de voormalige kloostertuin werden geconsolideerd en werden herschikt zoals nu de huidige begraafplaats, vroeg Eleanor Redmond, zijn weduwe, het lichaam van haar man te laten waar het was. De nonnen gaven hun toestemming en voor vele jaren was dit een prive-plot dat zij onderhielden. Sinds 1990 wordt het graf van Major W.H.K. Redmond door CWGC mede onderhouden. We namen enkele foto's van het grafmonument en wandelden terug naar de ingang van Locre Hospice Cemetery.








Major William Hoey Kearney Redmond.
6th Bn. Royal Irish Regiment.
Zijn verhaal vind je hier https://nl.wikipedia.org/wiki/William_Redmond.
Gesneuveld 7 juni 1917, 56 jaar. 







Iedereen ging een beetje zijn eigen weg. De volgers opzoek naar een mooi plaatje om vast te leggen, Stuart opzoek naar de graven waarvan we iets meer wouden vertellen en Kurt opzoek naar enkele bijzondere epitafen. De graven liggen verspreid over 3 perken, achteraan op de begraafplaats staat het Cross of Sacrifice met erachter 9 Special Memorials in een halve cirkel ter herdenking van 9 militairen wiens graf door het artillerievuur vernield werd. In perk I, rij C staat eveneens een Special Memorial. Volgens het huidige register liggen er 246 militairen uit WOI begraven, waarvan er 12 niet geïdentificeerd konden worden. Het gaat om 240 doden uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan 11 onbekend, 1 bekende en 1 onbekende Australiër, 1 Canadees, 1 Nieuw-Zeelander en 2 Duitsers. Er liggen eveneens 14 doden uit het Verenigd Koninkrijk die in mei 1940 omgekomen zijn en hier begraven werden.










Private Arthur C Willmont.
Service number 41289. 8th Bn. North Staffordshire Regiment.
Gesneuveld 10 april 1918.
Er word aangenomen dat hij op de begraafplaats rust.
De exacte locatie kon niet achterhaald worden waardoor hij een ‘Special Memorial’ kreeg in Plot I Rij C Graf 14a.

Een van de onbekenden op de begraafplaats.
Rang en Regiment zijn gekend maar geen naam.

Offizierstellvetreter Karl Koch.
Bayer.5.Inf. Reg.
Gesneuveld 26 april 1918. Plot III Rij A Graf 36.

Reservist Michael Prentkowski.
Inf.Regiment 61.
Gesneuveld 13 april 1918. Plot III Rij C Graf 25.

Lieutenant Colonel Richard Chester Chester-Master DSO and Bar (Distinguished Service Order and Bar).
13th Bn. King's Royal Rifle Corps.
Gesneuveld 30 juni 1917, 47 jaar. Plot II Rij C Graf 8. 

Second Lieutenant Robert Bagshaw Plum.
Royal Field Artillery.
Gesneuveld 2 oktober 1917. Plot III Rij B Graf 14.

Major Edward Francis Dale Nicholson.
1st Bn. attd. 7th Bn. South Lancashire Regiment.
Gesneuveld 12 oktober 1917, 33 jaar. Plot III Rij B Graf 28.

Private Thomas Kellett.
Service number 24489. 7th Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment).
Op de foto met zijn vrouw, 4 dochters en zoon.
Gesneuveld 24 september 1917, 36 jaar. Plot III Rij A Graf 2.


Toen we niet veel later besloten om onze PRWWI tunes te spelen stak er een ijzige wind op. Kurt vond dat het al erger was geweest maar gaf toch ook toe dat het 'berekoud' was. Na het spelen van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace, ongeveer in het midden van de begraafplaats, werd ook hier eerst de groepsfoto genomen. Kort nadien zouden we ons PRWWI In Remembrance kruisje plaatsen bij het Cross of Sacrifice toen ons ineens iets te binnen viel. Door de koude hadden we een andere manier van doen. Onze PRWWI tunes spelen, het PRWWI kruisje plaatsen, de groepsfoto, enz... Bij kou weer durven we dit wel eens veranderen en zodoende viel het ons te binnen dat we op de vorige begraafplaats ons PRWWI In Remembrance kruisje vergeten plaatsen waren. Een ramp, we moeten terug. We besloten om bij de kerk onze lunch te nuttigen omdat we daar meer beschut stonden dan hier. We konden het daar dan snel doen.










We begaven ons naar de ingang van de begraafplaats waar we ook het kastje met het bezoekersregister terugvonden.  Het kende een laatste input op 6 januari 2017 door een zekere George en Sarah Hoxfar, vanwaar deze mensen afkomstig waren konden we niet lezen, waarschijnlijk was het toen ook berekoud. Toen iedereen het bezoekersregister had ondertekend wandelden we terug naar de auto en zetten koers naar het dorp om 12u00 voor onze lunch. Toen we aankwamen bij de kerk en de PRWWI mobiel hadden geparkeerd liepen we eerst het kerkhof op en planten ook hier plechtig ons PRWWI In Remembrance kruisje neer.  Nadien was de warme kop koffie en soep meer dan welkom op deze koude zondagmiddag in Loker.













Na onze lunch werd alles zorgvuldig ingeladen, bekeken we nog eens onze reisroute en zetten koers naar de volgende stop, Locre N°10 Cemetery die een dikke kilometer verder lag. We parkeerden er onze PRWWI mobiel op een kleine parking die was aangelegd naast de begraafplaats. We namen onze spullen uit de wagen en merkten terug op dat het een ijzige wind was die weer opstak. We gingen het kleine bruggetje over die toegang gaf tot de begraafplaats en meteen dachten we terug aan die keer toen we Mud Corner Cemetery bezochten. Kurt riep dan ook naar Stuart en Alec; "Hey pas op, op het bruggetje hé, dat je niet in de gracht valt." plezier alom en Stuart vertelde het verhaal van wat we daar mee maakten - (lees verslag van 30 juli 2014: Rit 25 - Ploegsteert).




We gingen de kleine begraafplaats op die was omgeven door een lage donkergrijsgroene, natuurstenen muur, afgewerkt met witte natuursteen. De begraafplaats bestaat uit een Brits en een Duits perk. Er liggen nu 58 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven, waarvan 14 niet geïdentificeerd konden worden. Drie militairen uit het Verenigd Koninkrijk kregen een Special Memorial, omdat aangenomen wordt dat ze zich onder de niet-geïdentificeerden bevinden. Links en achter het Britse perk liggen nog eens 75 Duitsers begraven, waarvan er slechts 3 geïdentificeerd konden worden. Zij worden herdacht op 9 grafstenen.

De omgeving van het klooster was het toneel van zware gevechten op 20 mei 1918, maar werd pas tijdens de eerste week van juli definitief veroverd op de Duitsers. Locre No. 10 Cemetery is één van de verschillende begraafplaatsen die door Franse eenheden werden aangelegd in het voorjaar van 1918. De graven van 248 Franse militairen werden na de oorlog verwijderd en gerepatrieerd naar Frankrijk. De Britse en Duitse graven werden hier geconcentreerd na de wapenstilstand. Het gaat om graven uit de slagvelden in de omgeving van Loker. De Britse doden behoorden vooral tot de 2nd London Scottish, de 2nd Queen's Westminsters en de 2nd South Lancashire Regiment, allen behorende tot de 89ste brigade van de 30ste divisie.









Stuart was vrijwel meteen klaar met het afwerken van zijn namenlijstje zodat we niet veel later besloten om onze PRWWI tunes te spelen in het midden van de begraafplaats op het pad die van de ingang recht naar het Cross of Sacrifice liep. Nadat we even onze handen hadden opgewarmd klonken onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace prachtig in het open veld. Nadat we onze PRWWI tunes hadden gespeeld zei Kurt tegen Stuart; "Ik weet niet of je het weet, maar rode neuzen dag is nu nog niet hoor" Kurt had er weer alle plezier in bij het zien van Stuart zijn neus die gewoonweg rood zag van de kou. 


Private Charles Smith Forbes.
Service number S/22918. Gordon Highlanders posted to 2nd/14th Bn. London Regiment (London Scottish).
Gesneuveld 23 augustus 1918. Hij werd 40 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats. Rij A Graf 2.

Corporal Lee Warrington Jackson.
Service number 265652. 6th Bn. Cheshire Regiment.
Gesneuveld 31 augustus 1918 en is hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats.
Hij werd 21 jaar. Rij C Graf 7.

Private L Richardson.
Service number 14204. 15th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 17 juli 1918 en is hiermee de eerst gesneuvelde op de begraafplaats. Rij C Graf 3.







We namen terug eerst de groepsfoto en gingen meteen over naar het plaatsen van het PRWWI In Remembrance kruisje. Omdat het bij het Cross of Sacrifice niet goed lukte door het stenen pad en de hoge stenen sokkel waarop het stond, besloten we iets anders te doen. Het was al een paar keer eerder gebeurt als we niet echt de mogelijkheid hebben om het PRWWI In Remembrance kruisje deftig vast te steken, we het bij en graf plaatsten van een onbekend slachtoffer. Zo kozen we ook hier deze optie en niet veel later werd het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer geplant bij het graf van 5 onbekende militairen. Het was ook tevens de eerste keer dat we zo iets meenden te hebben gezien, een grafsteen met 5 onbekende slachtoffers. Daar er hier geen bezoekersregister aanwezig was maakten we ons stilaan klaar om te vertrekken en wandelden rustig terug naar de PRWWI mobiel op de parking terwijl Daphné een beetje uitleg gaf van de omgeving hier.









Toen we onze spullen hadden ingeladen en nog een slok warme koffie hadden gedronken zetten we koers naar onze volgende stop en niet veel later verlieten we Locre N°10 Cemetery om 13u10 richting Danouter ongeveer 700 meter verder. Ongelofelijk als je de omgeving eens rustig bekijkt en opmerkt hoeveel begraafplaatsen er hier op vrij korte afstand van elkaar liggen. Naast Dranoutre Military Cemetery lag een groot stuk braakliggend verhard terrein die als parking werd gebruikt waarop we onze PRWWI mobiel parkeerden.





Na de verovering van Dranouter door de '1st Cavalry Division' op 14 oktober 1914 bleef het dorp in geallieerde handen tot 25 april 1918. Toen werd het dorp tijdens het Duitse Lente-Offensief veroverd, ondanks de hardnekkige weerstand van de 154ste Franse divisie. Het dorp werd door de '30th Division' heroverd op 30 augustus 1918. 'Dranoutre Military Cemetery' werd gestart in juli 1915. De begraafplaats werd gebruikt tot maart 1918 door gevechtseenheden en medische posten, 'Field Ambulances'. Perk III werd toegevoegd in september en oktober 1918. Perk II, rij K, bevat de 19 graven van Dranouter Churchyard, die daar verwijderd werden in 1923, toen de kerk heropgebouwd moest worden. Een groot deel van de begravingen gebeurden destijds door de 72nd Brigade van de 24th Division in de periode april – juni 1916.

We wandelden de begraafplaats op die zo een 50 meter van de weg af te vinden was. De grootste voor vandaag die we zouden bezoeken. De graven liggen verspreid over 3 perken, waarbij perk III bestaande uit 1 rij, schuin ligt t.a.v. de andere 2 perken. Volgens het huidige register liggen er 459 militairen begraven, waarvan 422 doden uit het Verenigd Koninkrijk, 16 Australiërs, 19 Canadezen, 1 Nieuw-Zeelander en 1 Duitser. 3 Britten konden niet meer geïdentificeerd worden. We lieten onze pipes achter op de stenen bank die was ingewerkt in de muur naast het toegangshek en waar we ook meteen het kastje met het bezoekersregister zagen ingewerkt. We trokken verder de begraafplaats op en merkten op dat de graven zelf op een vlak stuk grond lagen ten opzichte van de ingang. we dienden een klein stenen trapje te nemen om bij de 3 perken te komen. Net toen we goed en wel de begraafplaats opliepen zagen we nog volk de begraafplaats opkomen, een nicht van onze volgster Monique Duhayon, Sylvie met kinderen die ons hier even een bezoekje kwamen brengen.













Stuart was al volop bezig met het afwerken van zijn lijstje voor het gezicht achter de steen. Daar de vorige begraafplaatsen vrij klein waren had hij zich hier een beetje laten gaan en het was een lang lijstje geworden. Hij zoefde langs een vooraf uitgestippeld traject langsheen de verschillende graven, telde zerkjes en fotografeerde de grafsteen die op zijn lijstje stond toen hij die passeerde. Wat verder vonden we de grafsteen van Pte. Frederick Broadrick, 11th Royal Warwickshires, 112th Brigade, 37th Division. Deze soldaat werd drie maal ontslagen tijdens zijn militaire carrière waar hij zich telkens vrijwillig had voor aangemeld. Toen in 1916 de dienstplicht werd ingeroepen werd hij terug in dienst genomen en na nog verschillende straffen te hebben opgelopen wegens wangedrag werd hij naar het Front gestuurd en omschreef een Compagnie Sergeant Majoor hem als een ‘Welwillende harde werker die het hoofd koel hield tijdens de actie’. Maar ook hier liep het uiteindelijk mis. Nadat hij verschillende keren voor lange tijd verdween, deserteerde hij opnieuw op 1 juli 1917, werd later opnieuw gevat en werd hij uiteindelijk op 20 juli 1917 ter dood veroordeeld. Hij werd op 1 augustus terechtgesteld in Dranouter en begraven op deze begraafplaats. We vonden zijn graf terug in Plot II Rij J Graf 24.

Serjeant Victor Hugh Knight.
Service number G/2251. 8th Bn. The Queen’s (Royal West Surrey Regiment).
Hij is één van de 34 slachtoffers die sneuvelden aan de gevolgen van de gasaanval van 30 april 1916.
Hij was amper 18 jaar. Plot I Rij D Graf 5.

Sapper Sidney George Cripps.
Service number 45065. 3rd Field Coy. Canadian Engineers.
Hij werd door een Duitse sniper gedood toen hij bezig was met afvoeren van water uit de loopgraven.
Hij sneuvelde op 3 december 1915, 22 jaar. Plot I Rij B Graf 2.

Corporal Francis Henry Corp.
Service number 89992. “D” Bty. 124th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 31 juli 1917, 34 jaar. Plot II Rij J Graf 23.

Private Frederick Broadrick.
Service number 17402. 11th Bn. Royal Warwickshire Regiment.
Zijn militaire carrière begon op 9 december 1901 onder de naam Frederick Bates. Maar als snel bleek het militaire regime niet voor Frederick. Hij werd verschillende keren voor de rechtbank gebracht voor wangedrag. Waardoor hij uiteindelijk in januari 1905 bedankt werd voor bewezen diensten. In oktober 1905 ging hij terug in dienst maar dit keer onder zijn eigen naam. Maar ook deze keer liep het mis nadat hij zich meerdere keren zonder permissie buiten waagde waardoor hij na eerst een gevangenisstraf van 28 dagen uitzat uiteindelijk eerloos ontslagen werd in februari 1906. Bij het uitbreken van de oorlog zag Fred al vrienden zich opgeven als vrijwilliger dus kon hij niet achter blijven dus ging hij voor een derde keer in dienst op 1 september 1914. Maar ook deze keer liep het niet van een leien dak. Zijn ‘Commanding Officer’ omschreef hem als ‘Ongehoorzaam, Slecht karakter en ongeschikt om Soldaat te zijn’. Dus werd hij terug naar huis gestuurd na 56 dagen dienst. Uiteindelijk werd in 1916 de dienstplicht ingevoerd waardoor hij op 24 maart 1916 terug opgeroepen werd. Na 5 dagen werd hij al voor 72 dagen opgesloten omdat hij een NCO ‘obscene’ woorden had toe geslingerd. Na nog verschillende straffen te hebben opgelopen wegens wangedrag werd hij naar het Front gestuurd en omschreef een Company Serjeant Major hem als een ‘Welwillende harde werker die het hoofd koel hield tijdens de actie’. Maar ook hier liep het uiteindelijk mis. Nadat hij verschillende keren voor lange tijd verdween werd hij uiteindelijk op 20 juli 1917 ter dood veroordeeld. ‘Shot at Dawn’ op 1 augustus 1917. Plot II Rij J Graf 24

Gunner George Stuart.
Service number 135867. 303rd Siege Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 1 mei 1917, 20 jaar. Plot II Rij H Graf 6.

Private John Hoose.
Service number 8398. 2nd Bn. Welsh Regiment.
In 1911 trouwde met z’n buurmeisje Elizabeth  Ainsworth. Hij meldde zich aan op 13 augustus 1914 en sneuvelde op 4 april 1915. Alsof het verlies van haar man nog niet genoeg was voor Elizabeth,
verloor ze op 8 mei 1915 ook nog haar broer Leonard. Hij word herdacht op de Menenpoort.
John werd oorspronkelijk op Dranouter Churchyard begraven maar werd in 1923 herbegraven in Plot II Rij K Graf 2.

Driver Archibald Henry McKigney.
Service number 16666. “I” Bty. Royal Horse Artillery.
Gesneuveld op 18 oktober 1914. Hij is hiermee de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats maar hij wel één van de laatsten die toegevoegd werden. Oorspronkelijk werd hij begraven op Dranouter Churchyard maar door de heropbouw van de kerk moest hij over gebracht worden. Hij werd 29 jaar en rust nu in Plot II Rij K Graf 19.

Corporal Myles McDonnell.
Service number 26515. 7th Bn. Royal Irish Regiment.
Hij is van 12 mannen die sneuvelden op 2 september 1918 die hier begraven werden.
Plot III Rij A Graf 28.

Private George Maxwell Jones.
Service number 512890. “D” Coy. 2nd/14th Bn. London Regiment (London Scottish).
Nadat hij zich op 27 jarige leeftijd als vrijwilliger aanbod mocht hij tijdens de paasopstand eerst gaan vechten tegen de kerels waarmee hij later sneuvelde. Hij sneuvelde op 4 oktober 1918, 30 jaar. Plot III Rij A Graf 1.

Corporal William Alfred Roberts.
Service number M2/147932. 272nd H.T. Coy. Army Service Corps
attd. Ammunition Col. Heavy Artillery Australian Corps.
Gesneuveld 22 maart 1918, 33 jaar. Plot I Rij K Graf 21. 

Driver Clarence James McCarron.
Service number 1271. 14th Bde. Australian Field Artillery.
Hij diende eerst in Gallipoli voor richting Europa werd gestuurd.
Tijdens zijn ziekteverlof vond hij de tijd om het huis van zijn ouders in Ierland op te zoeken.
Hij sneuvelde op 21 maart 1918, 23 jaar. Plot I Rij K Graf 18.

Chaplain The Rev. Thomas George Trueman.
Australian Young Men’s Christian Association attd. 5th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 22 maart 1918, 30 jaar. Plot I Rij K Graf 16.

Driver Francis Gillen.
Service number 3012. 3rd A.F.A. Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld ergens tussen 15 en 16 januari 1918.
Hij werd 31 jaar en liet een vrouw en 2 kinderen na. Plot I Rij K Graf 8.

Infanterist Hans Held.
Bayer 23.Inf.Reg.
Hij geraakte gewond en werd als krijgsgevangene overgebracht naar een hulppost waar hij op 7 juni 1917 sneuvelde.
Hij is het enige Duitse slachtoffer op de begraafplaats. Plot I Rij J Graf 42.

Corporal Jonathan Armstrong MM (Military Medal).
Service number 66293. 106th Field Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 16 juni 1917, 31 jaar. Plot I Rij J Graf 51.

Lieutenant CL Blair MC (Military Cross).
106th Field Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 16 juni 1917. Plot I Rij J Graf 50.

Air Mechanic 1st Class Jack Seymour Hazell.
Service number 18046. 5th Balloon Coy. Royal Flying Corps.
Gesneuveld 11 maart 1917, 20 jaar. Plot I Rij H Graf 22.

Second Lieutenant George Arthur Smith-Masters.
6th Bn. Bedfordshire Regiment.
Gesneuveld 19 augustus 1915, 20 jaar. Plot I Rij C Graf 20.

Second Lieutenant Philip Leslie Patterson.
1st Bn. North Staffordshire Regiment.
Gesneuveld 4 juni 1916, 21 jaar. Plot II Rij B Graf 14.

Second Lieutenant Edwyn Randolph Bowling.
8th Bn. Queen’s Own (Royal West Kent Regiment).
Gesneuveld 4 juni 1916, 23 jaar. Plot II Rij B Graf 2. 

Private F Pells.
Service number 21550. 12th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 26 juni 1916. Plot II Rij D Graf 9.

Private George Alfred Payne.
Service number 4386. 9th Bn. Royal Sussex Regiment.
Gesneuveld 17 juni 1916, 37 jaar. Plot II Rij E Graf 1.

Second Lieutenant Geoffrey Duncan Stephens.
5th Bn. Royal Fusiliers attd. 1st Bn. attd. 17th Trench Mortar Battery.
Gesneuveld 9 juli 1916, 25 jaar. Plot II Rij F Graf 9.

Second Lieutenant Holdsworth Lee.
8th Bn. Lincolnshire Regiment.
Gesneuveld 31 juli 1917, 19 jaar. Plot II Rij J Graf 22. 

Rifleman Percival Foster Sauer.
Service number 47434. 2nd Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 28 september 1918. Plot III Rij A Graf 6.

Private John Thomas Henehan.
Service number 3772. 14th Field Amb. Australian Army Medical Corps.
Gesneuveld 22 maart 1918. Plot I Rij K Graf 22.

Bombardier Albert Edward Scurrah.
Service number 6513. 12th A.F.A. Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 21 maart 1918, 24 jaar. Plot I Rij K Graf 13.

Gunner Leslie William Tynan.
Service number 3205. 12th A.F.A. Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 21 maart 1918, 21 jaar. Plot I Rij K Graf 11.

Private Tracey James Temple.
Service number 4326. 8th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 31 december 1917, 31 jaar. Plot I Rij K Graf 7.

Driver Maurice Alwyn Adams.
Service number 2/2350. 5th Bty. New Zealand Field Artillery.
Gesneuveld 28 mei 1917. Plot I Rij J Graf 17.

Private Robert Addison.
Service number 50842. 108th Field Amb. Royal Army Medical Corps.
Gesneuveld 7 juni 1917, 23 jaar. Plot I Rij J Graf 34.


Niet veel later namen we onze pipes en besloten om ongeveer in het midden tussen plot 1 en 2 onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. Hoewel het nog steeds bere-koud was en onze vingers bijna blauw zagen klonken onze PRWWI tunes prachtig en stilletjes ebde de laatste klanken van Amazing Grace weg over de begraafplaats. Na onze muzikale ceremonie namen we ook hier eerst de groepsfoto en nadat iedereen buik vooruit en borst ingetrokken hield werden we ook hier vereeuwigd. Nadien werd het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer gezet bij het Cross of Sacrifice en wandelden naar de ingang toe waar we in de stenen muur het bezoekersregister vonden en tekenden het allen. Het bezoekersregister kende een laatste input op 11 februari 2017, een dag voor ons bezoek, door een zekere De Cock Mattias uit Lokeren. Niet veel later namen we onze spullen en verlieten om 14u een klein uur voor onze planning Dranoutre Military Cemetery.
















Een rit van een 350 meter bracht ons een klein uurtje vroeger dan voorzien op de parking naast de kerk van Danouter waar op het kerkhof onze laatste stop was voorzien. Na de verovering van Dranouter door de 1st Cavalry Division op 14 oktober 1914 bleef het dorp in geallieerde handen tot 25 april 1918. Toen werd het dorp tijdens het Duitse Lente-Offensief veroverd, ondanks de hardnekkige weerstand van de 154ste Franse divisie. Het dorp werd door de 30th Division heroverd op 30 augustus 1918. Het kerkhof van Dranouter werd vanaf oktober 1914 voor bijzettingen gebruikt tot juli 1915, toen Dranoutre Military Cemetery werd geopend. In 1923, toen de kerk werd herbouwd, werden 19 graven overgebracht naar Dranoutre Military Cemetery. Op het kerkhof liggen verspreid over 3 perken 79 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven, waarvan er 2 niet geïdentificeerd konden worden. Aan de ZW-hoek van het kerkhof staat een Cross of Sacrifice op een bakstenen muur.



We wandelden het kerkhof op waar Stuart meteen in gang schoot om zijn lijstje af te werken, waarbij hij hier en daar een woordje uitleg diende te geven aan de kinderen die waren mee gekomen met Sylvie Duhayon. Alles verliep vrij vlot waarbij we ook even stopten bij het graf van Jules Duhayon, grootvader van Monique Duhayon en Sylvie Duhayon, en overgrootvader van onze volgfotografe Daphné en Ijzerfront-strijder. Toen Stuart zijn korte lijstje was afgewerkt besloten we onze PRWWI tunes te spelen op het tweede perk, een beetje centraal tussen de andere perken. Flower of Scotland en Amazing Grace klonken prachtig in de dorpskern van Dranouter. Niet veel later namen we de groepsfoto bij het tweede perk, legden onze pipes even uit de hand en gingen opzoek naar een geschikte plaats om ons PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen.  





Norbert Albert Cornelius D’Huysser. Een jongen van 9 jaar. Waarom hij op de CWGC-map en website vermeld word is voor ons een raadsel. Hij stierf in 1917 maar een exacte datum is ook niet gekend. 




Jules Duhayon. Grootvader, over-grootvader en oud-strijder. 

Lieutenant Robert Bradford Flint DSO (Distinguished Service Order).
59th Field Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 23 januari 1915, 23 jaar. Plot II Rij A Graf 2.

Corporal F Jervis.
Service number 810. 9th Bn. London Regiment (Queen Victoria’s Rifles).
Hij is de enige in WWI gesneuvelde Jervis die een gekend graf heeft in België.
Gesneuveld 6 maart 1915, 24 jaar. Plot II Rij B Graf 10.

Private Albert Filer served as Adams.
Service number L/10145. 2nd Bn. East Surrey Regiment.
Gesneuveld 19 juli 1915, 26 jaar. Plot VI Graf 11. 


Lieutenant Kenneth Musgrave.
6th Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry attd. 172nd. Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 22 maart 1915, 22 jaar. Plot I Rij A Graf 20. 

Captain Basil John Orlebar.
3rd Bn. attd. 1st Bn. Bedfordshire Regiment.
Gesneuveld 15 januari 1915, 39 jaar. Plot II Rij A Graf 1.

Captain Robert John Charles Otter.
2nd Bn. attd. 1st Bn. Norfolk Regiment.
Gesneuveld 15 februari 1915, 34 jaar. Plot II Rij B Graf 2. 

Second Lieutenant George Heremon Wyndham.
3rd Bn. Devonshire Regiment attd. 2nd Bn. Northumberland Fusiliers.
Gesneuveld 24 maart 1915. Plot II Rij B Graf 16.

Lieutenant Robert Horridge.
4th Bn. attd. 2nd Bn. Manchester Regiment.
Gesneuveld 17 november 1914, 26 jaar. Plot III Rij B Graf 1. 

Second Lieutenant Douglas Lennox Harvey.
9th (Queen's Royal) Lancers.
Gesneuveld 2 november 1914, 22 jaar. Plot III Rij D Graf 1. 

Second Lieutenant Wilfrid Bertram Hirst.
1st/4th Bn. Lincolnshire Regiment.
Gesneuveld 22 april 1915, 25 jaar. Plot VI Graf 2. 

Lieutenant Leslie Hall Douglas.
2nd Field Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 9 juli 1915, 27 jaar. Plot VI Graf 6. 

Second Lieutenant Wilfrid Armstrong Fox.
1st/4th Bn. Lincolnshire Regiment.
Gesneuveld 29 juli 1915, 22 jaar. Plot VI Graf 16. 








We besloten omdat Alec en Stuart dezelfde familienaam hadden, om het PRWWI In Remembrance kruisje te zetten bij Corporal F Jervis. Service number 810 die bij het 9th Bn. London Regiment - Queen Victoria’s Rifles diende. Hij is de enige in WWI gesneuvelde Jervis die een gekend graf heeft in België. Gesneuveld 6 maart 1915, 24 jaar. Plot II Rij B Graf 10. Niet veel later plantte Alec plechtig ons PRWWI In Remembrance kruisje neer bij het graf van Cpl. F. Jervis onder het geklik van de camera's. Al pratend over het toch wel koude weer vandaag wandelden we naar de auto toe want een bezoekersregister was hier niet gezien. Bij de PRWWI mobiel aangekomen en nadat onze pipes waren opgeborgen was het tijd voor onze traditionele dram. Een Cù Bocan en een Frasers Reserve stonden op het menu vandaag. Tijdens het degusteren van onze dram werd er wat nagepraat over de voorbije tocht, het koude weer en de nog te plannen tochten.






We waren een uur vroeger dan voorzien klaar met onze tocht. Dat kwam mede door het bar koude weer vandaag. Hoewel we de tocht van vandaag vrij rustig hadden gereden bleven we niet langer dan nodig vertoeven op de begraafplaatsen. Wanneer het weer goed of warm is gebeurt het wel eens dat we wat langer blijven hangen op de begraafplaatsen waarbij we dan natuurlijk al vrij snel beginnen uitlopen qua tijd. Het was een mooie maar zeer koude tocht waarbij iedereen naar we denken zich wel heeft geamuseerd. We verlieten Dranouter rond 16u10 en zetten koers naar het thuisfront waar een warme douche, chocomelk en zetel met fleece-deken reeds op ons stond te wachten. Iedereen die mee was bedankt om de koude weergoden te trotseren en hopelijk tot een volgende keer.

Groeten Stuart en Kurt