zondag 12 april 2015

Trip 30 : Zantvoorde British Cemetery, Zandvoorde Churchyard, Oosttaverne Wood Cemetery, Somer Farm Cemetery en Oak Dump Cemetery.

Datum : 12/04/2015
Begraafplaatsen : Zantvoorde British Cemetery, Zandvoorde Churchyard, Oosttaverne Wood Cemetery, Somer Farm Cemetery en Oak Dump Cemetery.
Afstand : 170 Km
Weer : Zonnig, Stralende hemel
Deelnemers : Stuart Jervis en Kurt van Looke
Volgers : Daphné Vangheluwe en Patrick Verhaeghe



Info :

Direct na het ontwaken was ons eerste werk, zoals in de oude tijden, onze neus buiten steken om te zien welk weer het zou worden. Hoewel het wat frisjes was leek het erop dat het een mooie en prachtige dag zou worden. Na het bezoek aan de bakker en het klaarmaken van onze picknick was alles in gereedheid om te vertrekken. Een dikke 5 minuten voor 9u00 vertrokken we richting Zandvoorde waar we onze eerste begraafplaats zouden vinden voor vandaag. 




Een rit van een klein uurtje bracht ons bij Zantvoorde British Cemetery waarbij Kurt opmerkte dat onze volgers weeral eens te laat waren. Volgens Stuart was dit normaal omdat het nog maar tien voor tien was in plaats van tien uur omdat in de tijdsberekeningen altijd rekening word gehouden voor het tunen van onze pipes hetgeen Kurt blijkbaar reeds vergeten was. Na het tunen van onze pipes namen we onze spullen onder de arm en betraden Zantvoorde British Cemetery.






Zandvoorde was aan het begin van de oorlog op 30 oktober nog in handen van de Britten. Het werd echter zwaar bestookt door de Duitsers tijdens de Eerste Slag om Ieper en meer bepaald de Slag bij Geluveld. De Duitsers dreven de Britten terug, konden het dorp bezetten en behielden het de rest van de oorlog. Pas eind september 1918 kon het worden heroverd. De aanleg van de begraafplaats begon pas na de oorlog, toen men hier gesneuvelden verzamelde uit de omliggende slagvelden, uit kleinere begraafplaatsen en uit Duitse begraafplaatsen in Kruiseke, Komen en Wervik. Tweeëndertig gesneuvelde Britten worden herdacht met een Duhallow Block omdat zij oorspronkelijk op een Duitse begraafplaats begraven waren, maar van wie men het graf niet meer kon terugvinden. Nu worden er 1558 Britten (waaronder 1117 niet geïdentificeerde), 22 Canadezen (waaronder 17 niet geïdentificeerde), 1 niet geïdentificeerde Australiër en 1 Indiër herdacht. Eveneens ligt er ook een Brit begraven die omkwam tijdens de Tweede Wereldoorlog.






We lieten onze pipes achter bovenop de Stone of Remembrance en begonnen met het nemen van foto's. Terwijl Stuart zerkjes begon te tellen, ging Kurt op zoek naar bijzondere epitafen. Niet veel verder passeerden ze elkaar en merkten op dat de begraafplaats er heel anders uitzag, kleurrijk. Dat kwam doordat de meeste plantjes en bloemen die bij en tussen de graven staan deze tijd van het jaar in bloei staan. Het kleurrijke van de natuur en de witte grafstenen maakte het geheel tot iets speciaal. Toen we beiden goed op dreef waren zagen we aan de straatkant Daphné Vangheluwe arriveren die ons vandaag terug zou volgen. Na elkaar een goeiedag te hebben gezegd deden we verder. Terwijl we her en der over de begraafplaats liepen zagen we in de verte nog een bekend persoon aan komen wandelen. Toen die persoon arriveerde op de begraafplaats, bleek het Patrick Verhaege te zijn die ons ook vandaag zou volgen.  Na elkaar ook een goeiedag te hebben gezegd, schoot Patrick ook al meteen in actie om enkele mooie plaatsjes te schieten waarbij hij zoals eerder ergens vermeld tot het uiterste gaat want toen we op een gegeven moment opkeken zagen we hem dood leuk over de omheiningmuur wandelen met zijn camera.




















Eén van de 1135 onbekende slachtoffers.


Private WH Spencer. Service number 26559. 8th Bn. Somerset Light Infantry. 
Er word aangenomen dat hij één van de onbekende slachtoffers is. 
Gesneuveld 4 oktober 1917,29 jaar. Special Memorial 1.

Sergeant Pilot Philip Thomas Grisdale. Service number 528684. 72nd Sqdn. Royal Air Force. 
Hij is het enige WWII slachtoffer op de begraafplaats. 
Gesneuveld 29 augustus 1941. Plot I Rij A Graf 21.

Private Frank Attenborough. Service number 20615. 2nd Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry. 
Familie van? Gesneuveld op 10 mei 1915, 35 jaar. Plot II Rij F Graf 6.

Follower Sher Sing. 34th Div. Followers Central Depot. 
De enige Indiër op de begraafplaats. 
Gesneuveld 2 oktober 1918. Plot V Rij C Graf 14.

Private Thomas Reilly. Service number S/9315. 2nd Bn. Gordon Highlanders. 
Met zijn 16 jaar het jongste slachtoffer op de begraafplaats. 
Gesneuveld 18 juni 1915. Plot VI Rij A Graf 3.

Sergeant Mortimer Rupert Pack. Service number 231. 
5th Bn. Australian Infantry, A.I.F. en hiermee de enige Australier op de begraafplaats. 
Gesneuveld 20 september 1917, 30 jaar. Plot VI Rij F Graf 14. 

Serjeant Louis McGuffie VC (Victoria Cross). Service number 240693. 1st/5th Bn. King’s Own Scottish Borderers. 
Tijdens het oprukken naar Piccadilly Farm nabij Wijtschate op 28 september 1918, slaagde hij erin schuilplaats na schuilplaats te betreden en één officier en 25 andere manschappen te dwingen om zich over te geven. Nadien slaagde hij er terug in om meerdere krijgsgevangen te nemen en hielp hij ook bij het veilig stellen van Britse militairen die op het punt stonden in vijandelijke handen te vallen. Later op die dag leidde hij een patrouille die er terug in slaagde meerdere Duitsers krijgsgevangen te nemen. Spijtig genoeg werd hij enkele dagen nadien, op 4 oktober 1918, geraakt door een exploderende obus. Hij werd 24 jaar. Zijn Victoria Cross word tentoon gesteld in het King’s Own Scottish Borderers Museum in Berwick upon Tweed in Northumberland. Plot I Rij D Graf 12.

Lieutenant Colonel Beauchamp Tyndall Pell DSO (Distinguished Service Order) and Mentioned in Despatches. Cdg. 1st Bn. The Queen’s (Royal West Surrey Regiment). Gesneuveld 4 november 1914. Hij werd 48 jaar en hiermee de oudste gesneuvelde op de begraafplaats. Plot II Rij F Graf 1. 

Second Lieutenant Thomas Malcolmson Alexander. 41st Sqdn. Royal Air Force. 
Zijn ouders woonden in Edinburgh, Scotland. 
Gesneuveld 17 augustus 1918, 19 jaar. Plot II Rij F Graf 8.

Lieutenant William Anderson Cairns. 15th Bn. attd. 17th Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 30 september 1918, 25 jaar. Plot II Rij F Graf 28.

Private EW Marshall. Service number 8650.1st. Bn. South Staffordshire Regiment. 
Hij werd eerst als vermist opgegeven maar zijn vrouw ontving later een brief van Private McCloud met daarin dat Marshall door het hoofd was geschoten en in zijn armen was gestorven. 
Hij sneuvelde op 7 november 1914, hij werd 23 jaar. Plot V Rij A Graf 10.

Private John Walter Tolley. Service number 15827. 1st Bn. Grenadier Guards. 
Mooi epitaaf: ‘Death Doth Hide, But Not Divide, Thou Art But On Christ’s Other Side’. 
Gesneuveld 7 november 1914, hij werd 21 jaar. Plot V Rij J Graf 10.

Lieutenant Harvey Watt Cockshutt. 4th Canadian Mounted Rifles Battalion. 
Werd gewond aan het hoofd op 2 juni 1916. Hij werd verzorgd door de twee overgebleven officieren tot zij gedwongen werden hem achter te laten en hun eigen leven te redden. Hij leefde nog op dit moment maar was waarschijnlijk niet meer bij bewustzijn. Zes maanden nadien werd hij dood verklaard, hij werd ongeveer 30 jaar. Eigenlijk werd hij door de Duitsers begraven op een Duitse begraafplaats en na de oorlog overgebracht naar Plot V Rij J Graf 5.  

Captain James Anson Otho Brooke VC (Victoria Cross). 2nd Bn. Gordon Highlanders. 
Een fragment uit de London Gazette, 16 februari 1915; ‘Voor opmerkelijk heldhaftig gedrag en moed in zijn optreden nabij Geluveld op 29 oktober, toen hij onder zware beschieting en machinegeweervuur een aanval leidde tegen Duitse loopgraven, en hij een voordien ingenomen loopgraaf wist te heroveren op een zeer kritiek ogenblik. Door zijn opmerkelijke koelbloedigheid verhinderde luitenant Brooke een doorbraak van de vijand in de Britse linie, op een tijdstip dat de geplande tegenaanval nog niet kon verwezenlijkt worden. Nadat de vijandelijke loopgraaf was ingenomen, keerde hij terug om versterking te halen, een actie tijdens dewelke hij gedood werd.’ Hij werd postuum bevorderd tot Captain met ingang van september 1914. Zijn Victoria Cross word tentoongesteld in het Gordon Highlanders Museum in Aberdeen, Scotland. 
Hij sneuvelde 29 oktober 1914, 30 jaar. Plot VI Rij E Graf 2.

Private Samuel George Broadhurst. Service number 9462. 1st Bn. South Staffordshire Regiment. 
Gesneuveld 7 november 1914. Hij werd eerst op Kruiseecke German Cemetery begraven maar zijn graf ging verloren bij latere gevechten. Hierdoor word hij herdacht op het Kruiseecke German Cemetery Memorial zerk 18.


Toen Patrick veilig en wel terug op de grond stond, was het voor ons tijd om de pipes op te nemen en onze tunes te gaan spelen. Toen de camera werd opgesteld in de buurt van de Stone of Remembrance hoorden we Kurt iets mompelen die veel zin had om zijn gloednieuw fototoestel  over de muur te smijten. Stuart gaf Kurt een verkorte uitleg van hoe hij zijn fototoestel moest gebruiken, blijkbaar waren al die knopjes en andere toestanden voor Kurt er net iets teveel aan op dit ochtendlijke uur. Toen onze 'holbewoner' terug tevreden was omdat alles normaal bleek te zijn met zijn toestel, maakten we ons klaar om onze tunes te spelen. Zoals gewoonlijk, Flower of Scotland als eerste, gevolgd door Amazing Grace wat immens prachtig klonk in de vroege ochtend. Nadat we onze tunes hadden gespeeld, besloten we om ons 'PRWWI In Remembrance' kruisje bij de Stone of Remembrance te plaatsen die meer centraal op de begraafplaats stond in tegenstelling tot het Cross of Sacrifice dat volgens Kurt op een hele rare plaats stond. Hij liet zich ontvallen dat het precies leek of het was er maar rap bijgezet omdat het helemaal op een hoek langs de straatkant stond van de begraafplaats.










Nadien namen we de groepsfoto in de buurt van ons PRWWI kruisje en wandelden vrij rustig naar het kleine gebouwtje aan de ingang van de begraafplaats waar we ook het register terug vonden. Dit had een laatste input van 09 april 2015 van een zekere Charlotte McGuffie afkomstig van Leeds, Scotland (Waarschijnlijk familie van één van de Victoria Cross ontvangers op de begraafplaats). Kurt was weer goed in form vandaag want net toen Stuart de camera had opgesteld om het tekenen van het register te vereeuwigen kwam hij tot de conclusie dat Kurt langs de andere kant gaan staan was van het gebouwtje. Toen er dan toch werd duidelijk gemaakt waar hij zich moest opstellen vonden de anderen dat het wel lang duurde vooraleer Kurt het register had ingevuld. Naar eigen zeggen kwam dat omdat in zijn tijd alles nog werd gedaan met een hamer en beitel in plaats van een stylo die wat last had van de koude.  Nadat Stuart wat later eveneens het register had kunnen tekenen besloten we om te vertrekken naar Zandvoorde Churchyard, zo'n dikke 200 meter verder. 















We verlieten Zantvoorde British Cemetery om 11u05 en zetten koers naar Zandvoorde centrum. Kurt besloot om de afstand al lopend te overbruggen omdat het niet zo ver was en omdat Patrick hier eveneens te voet was. Patrick had deze ochtend ineens zijn wagen geparkeerd op het kerkplein toen hij aankwam. Daphné en Stuart, die heel erg genoot van de stilte in de wagen, reden tot op het kerkplein van Zandvoorde.





Om 11u15 kwamen we aan op het kerkplein van Zandvoorde waar we 4 graven zouden terug vinden, allen afkomstig uit de 10de Prince of Wales's Own Royal Hussars.  Op 30 oktober 1914 was Zandvoorde in handen van de 1ste en 2de Life Guards, 300 à 400 manschappen sterk. Het werd langer dan een uur gebombardeerd door zware artillerie en vervolgens ingenomen door de 39ste Duitse Divisie en 3 hiermee verbonden bataljons. Het gehele front van de 3de Cavalry Division werd teruggedrongen tot de heuvelkam van Klein-Zillebeke. Het dorp Zandvoorde kon niet worden heroverd en bleef in Duitse handen tot 28 september 1918. Met de Eerste Slag om Ieper, in oktober - november 1914, werd er hevig gevochten aan de Meenseweg om de West-Vlaamse heuvelrug. Op 21 oktober nam de 3rd Cavalry Division (6th –waaronder 10th Hussars- en 7th Brigade) de sector Zandvoorde over. Op maandag 26 oktober kreeg men een algemeen order om een voorwaartse beweging uit te voeren. Hun flank raakte in een onfortuinlijke situatie en daarop stopten ook zij met oprukken. Sir Frank Stanley Day Rose was in een familie met standing geboren in 1877. Hij vervoegde het 10th Royal Hussars in 1900, werd in 1904 Lieutenant benoemd en was in 1914 Captain en 37 jaar toen hij stierf. Christopher Randolph Turnor werd eveneens in een familie met standing geboren te London in 1886. In 1908 studeerde hij af te Oxford en kreeg zijn benoeming in het 10th Royal Hussars. Twee jaar later werd hij Luitenant benoemd. Hij sneuvelde op 28-jarige leeftijd tijdens een poging om een veldkanon te lokaliseren. Op 30 oktober werd de 7th (Household) Brigade door de Duitse druk genoodzaakt om Zandvoorde op te geven en zich terug te trekken op een lijn nabij Klein-Zillebeke.




In de kerk zou zich een glasraam bevinden ter herinnering aan Captain Rose, Luitenant Turnor en 4 anderen van het 10th Royal Hussars die in deze buurt sneuvelden op 26 oktober 1914. Terwijl Daphné op zoek ging in de kerk om enkele foto's te nemen van het glasraam, gingen Stuart, Kurt en Patrick naast de kerk op zoek naar de graven van Rose, Turner en 2 anderen. Lang moesten we niet zoeken want het groene bordje waarop te lezen stond 'Oorlogsgraven van het gemenebest - Commonwealth War Graves' liet ons weten dat we in de buurt waren. Zoals Stuart ons op voorhand liet weten troffen we de graven aan langs de rechterzijde van de kerk. We namen enkele foto's en Patrick las enkele namen luid op. 'Sir Frank Stanley Day Rose', dat moet een belangrijk persoon zijn geweest met zo een titel. Waarop Kurt liet weten dat hij ook een belangrijk persoon was en dat dus ooit ook op zijn grafsteen wou laten zetten. Stuart meteen bij de pinken, begon al met het zoeken naar een betekenis voor de letters van Sir op het graf van Kurt waarop Patrick het natuurlijk niet kon laten om mee te zoeken met Stuart. Allerhande afkortingen kwamen ter sprake toen ze het opeens gevonden leken te hebben. Seniele Irrationele Rufter, zou het volgens Stuart worden waarop Patrick bijna niet meer bijkwam van het lachen.



Lieutenant C. Turnor, Captain F. Rose, Lance Cpl J. Waugh en Private R.S. MacKenzie worden in de kerk herdacht met een glas-in-lood raam met een voorstelling van de Heilige Cornelius die een zwaard en een palmtak vasthoudt.






Captain Sir Frank Stanley Day Rose. 10th (Prince of Wales’s Own Royal) Hussars. 
2nd Baronet of Hardwick House (http://en.wikipedia.org/wiki/Rose_baronets). 
Gesneuveld 26 oktober 1914, 37 jaar. Graf 1.

Lieutenant Christopher Randolph Turnor. 10th (Prince of Wales’s Own Royal) Hussars. 
Gesneuveld 26 oktober 1914, 28 jaar. Graf 2.

Lance Corporal J Waugh. 10th (Prince of Wales’s Own Royal) Hussars. 
Gesneuveld 26 oktober 1914. Graf 3.

Private RS MacKenzie. Service number 2975. 10th (Prince of Wales’s Own Royal) Hussars. 
Gesneuveld 26 oktober 1914. Graf 4.


Toen niet veel later Daphné erbij was gekomen na de fotoshoot in de kerk wou Kurt niet vertellen wat er was gebeurd, ineens was hij toch niet zo belangrijk meer. We besloten ook om hier op dit kleine kerkhof onze tunes te spelen wat in deze ingesloten omgeving redelijk luid klonk. Na het spelen van onze PRWWI Tunes werd ons PRWWI Cross ongeveer in het midden van de vier graven plechtig in de grond gestoken waarbij Stuart alle andere houten In Remembrance kruisjes die erbij lagen eveneens een beetje herschikte. Daarna toen Stuart aanstalten maakte om te vertrekken, zei Kurt ineens; 'Niks vergeten?' Stuart moest toch wel enkele seconden denken toen Kurt antwoordde, 'De groepsfoto.' Hoe kon hij dat volgens Kurt vergeten, waarschijnlijk ook last van het ploegwerk syndroom - een inside joke van PRWWI. De camera werd opgesteld en we namen de groepsfoto bij de vier graven naast de kerk. Het was ook daar dat Daphné ons het verhaal deed van wat er hier destijds was gebeurt en dat er hier 50 meter verder een monument stond ter nagedachtenis van de eenheden en de vier mensen die hier begraven lagen en die hier ooit vochten. We besloten dit Memorial mee te nemen in onze tocht daar het toch op wandelafstand lag en verlieten rond 11u40 Zandvoorde Churchyard.











Bij de auto gekomen die op het kerkplein stond werd er besloten dat we niet gingen spelen bij het Memorial en juist enkel ons PRWWI Cross zouden plaatsen. Ook daar werd beslist dat we te voet naar het Memorial zouden gaan omdat Daphné ons liet weten dat het Memorial hier net achter de hoek lag, zo'n 50 meter stappen. We gingen op weg en wandelden de straat in. Een dikke 100 meter verder liet Kurt zich ontvallen dat Daphné haar meters precies van een andere schaal waren dan de onze, en Daphné bleef maar gaan. Honderd meter werd tweehonderd meter, tweehonderd meter werd driehonderd meter, Kurt zag het al zitten. Uiteindelijk na een dikke vierhonderd meter stonden we bij het The Household Cavalry Memorial opgericht voor de 1st & 2nd Life Guards & Royal Horse Guards. Volgens ons stond dit Memorial een beetje misplaats omdat het volledig achter de huizenrij stond uit het zicht en het maar enkel toegankelijk was via een meter brede pad tussen 2 huizen. Zoals Patrick zich liet ontvallen was het waarschijnlijk destijds hier opgericht toen er hier nog geen of toch niet zoveel bebouwing was.








Binnen een haag staat een monument volledig uit witte natuursteen op een rechthoekig podium met enkele treden. Op de meerdelige, veelhoekige, geprofileerde sokkel staat de eigenlijke zuil, die rechthoekig is met afgeschuinde hoeken. Een klein kruis staat op de top met in de hoeken drielobbig maaswerk. Op de zuil staan per regiment de namen van de slachtoffers vermeld; het '1st Life Guards', '2nd Life Guards' en 'Royal Horse Guards'. Onderaan op de sokkel konden we lezen: 'To those of the 1st and 2nd Life Guards & Royal Horse Guards who died fighting in France & Flanders. 1914 Many of them fell in defence of the ridge upon which this cross stands.'.

Met de Eerste Slag om Ieper, in oktober-november 1914, werd er hevig gevochten aan de Meenseweg om de West-Vlaamse heuvelrug. Op 30 oktober moest Zandvoorde tot aan het eindoffensief opgegeven worden. Die dag werden de hellingen ten Z en ZO van Zandvoorde verdedigd door de 7th Cavalry (Household) Brigade, versterkt door het gemengde bataljon Household Cavalry van de 4th Brigade. De NO-hellingen werden verdedigd door een bataljon van de 22nd Brigade. Vanaf 's morgens vroeg waren er hevige artilleriebeschietingen. Omstreeks 9u moest de Household Cavalry zich uit de vernielde loopgraven terugtrekken naar de W-kant van het dorp, aan de voet van de heuvelkam. Een eskadron van de 1st Life Guards, een eskadron van de 2nd Life Guards en het MG-eskadron van de Royal Horse Guards kregen het terugtrekkingsbevel niet en vochten tot de vernietiging. De Duitsers (XV Corps) namen de loopgraven ten ZO van Zandvoorde in en begaven zich toen N-waarts in de flank van het bataljon van de 22nd Brigade die vocht totdat alle officieren dood of gewond waren. Op de plaats waar lord Worsley, schoonbroer van veldmaarschalk Haig, sneuvelde (begraven in Ypres Town Cemetery Extension), werd op 4 mei 1924 een gedenkzuil onthuld, in aanwezigheid van Britse en Belgische militairen, oud-strijders, verwanten en hoogwaardigheidsbekleders.




We namen er enkele foto's en omdat we reeds besloten hadden om hier niet te spelen plaatsen we er enkel een 'PRWWI In Remembrance' kruisje. Nadien keerde we terug en gingen het register tekenen dat we terug vonden helemaal in het begin van het pad aan de straatkant. Toen Kurt het kastje opende kwam er een mooi met leder bekleed en met gouden letters bedrukt boek tevoorschijn. Dit was de eerste keer dat we zo iets zagen en binnenin stond er op de eerste bladzijde dezelfde tekst gedrukt die we ook terugvonden op het Memorial zelf, in oude mooie sierletters. Nadat we het register hadden ingevuld dat enkele ogenblikken daarvoor was getekend door een familie uit Antwerpen, wandelden we terug naar het marktplein waar onze auto's stonden geparkeerd rond 12u00.  Door het Memorial te bezoeken liepen we ondertussen reeds een kwartier achter op het tijdsschema in onze planning maar daar gaven we niet om. Het weer was prachtig, de sfeer zat goed en zoals het er naar uit zag zou de verdere tocht heel ontspannen verlopen.










We verlieten Zandvoorde en zetten koers richting Wijtschate/Oosttaverne waar het Oosttaverne Wood  Cemetery zouden terug vinden. In de 17de eeuw was Oosttaverne een veel uitgestrekter bos dan in WO1. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gaven de Britten de naam "Oosttaverne Line" aan de Duitse verdedigingslinie die vanaf de  Leie noordwaarts liep naar het kanaal Ieper-Komen en net ten oosten van het gehucht Oosttaverne liep. De linie werd op 7 juni 1917 bij de Mijnenslag veroverd. De 19th (Western) Division en de 11th Division namen het gebied en het nabijgelegen bos in en men begon toen met de aanleg van de begraafplaats. Deze bleef in gebruik tot september 1917. Na de oorlog werd de begraafplaats uitgebreid met graven die werden overgebracht uit de omliggende slagvelden, waaronder gesneuvelden van Hill 60, en uit een aantal ontruimde Duitse begraafplaatsen zoals In De Ster German Cemetery en Zwaanhoek German Cemetery in Beselare, Three Houses German Cemetery (ook wel Hollebeke Cemetery No.60) in Hollebeke Houthem-les-Ypres German Cemetery in Houtem, Koekuit German Cemetery in Langemark, Ten Brielen-Amerika German Cemetery in Ten Brielen en Hoogemotte Farm German Cemetery in Wervik.
Uit de Eerste Wereldoorlog liggen er nu 1121 slachtoffers. Daarvan zijn er 923 Britten waarvan er 627 niet geïdentificeerd konden worden, 43 Australiërs waarvan 27 niet geïdentificeerd, 133 Canadezen waarvan 112 niet geïdentificeerd, 1 Indiër, 19 Nieuw-Zeelanders waarvan 17 niet geïdentificeerd en 2 niet geïdentificeerde Duitsers. Eén Brit wordt met een Special Memorial herdacht omdat hij oorspronkelijk begraven lag in Three Houses German Cemetery (Hollebeke), maar waar zijn graf niet meer teruggevonden werd. In de Tweede Wereldoorlog werden er nog eens 117 Britten begraven waarvan 9 niet geïdentificeerd. Zij sneuvelden tijdens de geallieerde terugtrekking naar Duinkerke in 1940. Er ligt ook één geïdentificeerde Fransman, die op 28 mei 1940 sneuvelde. Aanvankelijk bevond zich in de nabijheid ook een Duitse begraafplaats met ongeveer 1100 gesneuvelden, maar deze werd in de jaren 50 ontruimd en de graven verplaatst. In 2009 werd de begraafplaats als monument beschermd.








Om 12u15 arriveerden we bij het Oosttaverne Wood War Cemetery en parkeerden er de wagen op de voorziene parking voor de begraafplaats. De begraafplaats was volledig omringd met een muur bestaande uit natuursteen. De ingang was voorzien in een klein gebouw met 3 bogen waarin we eveneens het register vonden aan de rechter zijde. Onder het gebouwtje was het precies een groot trekgat zodat we er niet lang vertroefden en de begraafplaats opwandelden. Stuart haalde zijn lijstje met te zoeken namen boven en voor hij zerkjes wou gaan tellen viel zijn oog op een alleenstaand graf met een wit kruis dat vooraan in de linkerhoek van de begraafplaats stond. We gingen op onderzoek uit en merkten op dat dit een Frans graf was uit Wereld Oorlog 2. Haddou Mohammed, 66ste RAA, gesneuveld voor Frankrijk op 28 mei 1940. We namen enkele foto's van het graf en gingen verder op zoek naar de graven waarvan we het verhaal achter de steen zouden gaan opzoeken.
De begraafplaats was aangelegd in verschillende terrassen wat het geheel wel iets speciaal gaf. Aan de voorzijde stond alles mooi in rijen en volgde elkaar mooi op, terwijl achteraan op de begraafplaats alles verschillend bleek te zijn. De plots waren anders ingedeeld en volgden niet op elkaar. De Stone of Remembrance stond centraal op de begraafplaats terwijl het Cross of Sacrifice verder naar achteren stond op een ander terras. Terwijl Stuart druk bezig was met zerkjes tellen, Kurt op zoek ging naar bijzondere epitafen, zagen we Patrick alweer boven op de omheiningmuur lopen om foto's te schieten. Terwijl we Patrick gade sloegen merkten we 2 bunkers op in de nabijheid van de begraafplaats, stille getuigen uit een ver verleden.



























Maréchal de Logis Mohammed Haddou. 66ieme Regiment d’Artillerie d’Afrique. 
Gesneuveld 28 mei 1940. Hij rust vooraan links op de begraafplaats.

Het enige overgebleven onbekende Duits slachtoffer.

Private John Styles. Service number 41364. 32nd Bn. Royal Fusiliers. 
Hij kreeg onlangs nog bezoek van zijn familie. 
Gesneuveld 22 september 1917, 38 jaar. Plot VIII Rij H Graf 17.


Lance Corporal Ernest John Linge. Service number 3/5073. 2nd Bn. Duke of Cornwall’s Light Infantry. 
Gesneuveld 23 april 1915. Hij werd 17 jaar en is daarmee één van de twee jongsten hier begraven. 
Plot VII Rij F Graf 22.

Chaplain 4th Class The Rev. Clifford Hugh Reed MC (Military Cross). Army Chaplains’ Department. 
Gesneuveld 7 juni 1917, 28 jaar. Plot I Rij A Graf 12.

Private James Faith. Service number 19139. 10th Bn. Royal Inniskilling Fusiliers. 
Gesneuveld 26 juni 1917. Hij werd 45 jaar is daarmee de oudste hier begraven. 
Plot I Rij C Graf 3.

Private Alfred W Mills. Service number 9876. 1st Bn. Gloucestershire Regiment. 
Gesneuveld 21 oktober 1914, 17 jaar. Hij is één van eerste en jongste hier begraven. 
Plot III Rij E Graf 3.

Private Arthur William Graham. Service number 451967. “B”Coy. 58th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 14 juni 1916, 19 jaar. Plot VII Rij C Graf 16.

Corporal George Henry Hackett. Service number 432182. 49th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld tussen 2 en 5 juni 1916, 31 jaar. Plot VII Rij D Graf 18.

Private George Herbert Young. Service number 117100. 1st Canadian Mounted Rifles Battalion. 
Gesneuveld 5 juni 1916, 33 jaar. Plot VIII Rij F Graf 3.

Corporal Ernest Howard Parsons. Service number McGill 71. 
Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment). 
Kapitein van het Champion University Rugby team. 
Een mooi epitaaf: ‘Sleep On Beloved, Sleep and Take Thy Rest'. 
Gesneuveld tussen 2 en 4 juni 1916, 22 jaar. Plot VII Rij F Graf 1.

Captain George Earl Alt, Mentioned in Despatches. 
3rd Bn. attd. 2nd Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry. 
Gesneuveld 18 april 1915, 44 jaar. Plot VII Rij J Graf .

Private John Barton. Service number 437794. 1st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 13 juni 1916, 22 jaar. Plot VII Rij K Graf 12.

Lieutenant Napier Arnott Jessop. 7th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 29 april 1915, 25 jaar. Plot V Rij G Graf 12.

Second Lieutenant John Oswald Knight. 
3rd Bn. attd. 11th Bn. Queen’s Own (Royal West Kent Regiment). 
Gesneuveld 31 oktober 1916, 32 jaar. Plot V Rij G Graf 25.

Corporal William Andrews. Service number 2780. 13th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 26 september 1917, 22 jaar. Plot VI Rij G Graf 16.

Second Lieutenant Edmund Basil Walker, Mentioned in Despatches.
1st Bn. Queen’s Own (Royal West Kent Regiment).
Gesneuveld 18 april 1915, 26 jaar. Plot VI Rij H Graf 14.

Captain Douglas Reid King MC (Military Cross), Mentioned in Despatches. 
74th Field Amb. Royal Army Medical Corps. 
Gesneuveld 7 juni 1917, 26 jaar. Plot I Rij A Graf 9.


Niet veel later kwamen we allen samen rond het Cross of Sacrifice, iedereen had zijn ding gedaan dus was het tijd om de pipes erbij te halen. We besloten om hier bij het Cross of Sacrifice onze tunes te spelen terwijl Daphné en Patrick reeds in de aanslag stonden om foto's te nemen.  De tunes klonken prachtig en rolden over de velden in de richting van Wijtschate. Nadien werden onze pipes op de sokkel van het Cross of Sacrifice gelegd omdat we hadden besloten om hier ook het PRWWI kruisje te plaatsen. Ons kruisje werd plechtig neer gepland waarna we dan ook de groepsfoto namen aan de Stone of Remembrance. Nadien wandelden we over de begraafplaats richting ingang en onze volgers konden het niet nalaten om Kurt verder te plagen. Vandaag was hij er aan voor de moeite, maar hij zwoer dat zijn tijd ook nog wel kwam.













Bij het gebouwtje aangekomen moesten we wel een beetje uitkijken dat onze kilts niet volledig opwaaiden want doorheen de drie bogen waaide de wind redelijk hard. In de rechtermuur onder het gebouwtje vonden we ook het register terug wat een laatste input had gehad op 11 april 2015 door The King School, Chester, Oxford UK. Verschillende van de leerlingen hadden iets in het register geschreven. Toen Stuart na Kurt het register tekende kreeg Kurt weer zijn kuren en besloot om een foto te nemen door de zoeker van Stuart zijn camera die stond opgesteld op statief om foto's te nemen. Nadat alle punten van ons lijstje waren afgelopen was het tijd voor de lunch welke we nuttigden op de parking nabij de auto. We verlieten de begraafplaats om 13u10 waarna we zo uitkeken naar een kop warme koffie of een cola voor de ander. Onder de maaltijd door hoorden we een raar geronk. Iets later zei Kurt ineens; 'Die weten nog niet dat Wereld Oorlog 1 reeds gedaan is." Toen we beter keken zagen we in de verte 2 tweedekkers vliegen die in een rechte lijn richting Wijtschate vlogen terwijl ze de ene na de andere looping maakten. 













Een monument ter nagedachtenis van de gesneuvelden van de 19th Western Division die hier in de buurt sneuvelden. Staat wat verder op de hoek van de straat.


We genoten allen van de tocht, het weer zat goed, de sfeer nog beter, het ging er heel relaxed aan toe. Na de lunch zetten we koers naar Somer Farm Cemetery, waar we arriveerden rond 13u40. De begraafplaats stond vroeger ook wel bekend als Somer Farm Cemtery N°1. De graven van Somer Farm Cemetery N°2 werden overgebracht naar Wytschaete Military Cemetery. Wijtschate werd begin november 1914 door de Duitsers ingenomen. Het dorp werd heroverd door de Gemenebesttroepen tijdens de Slag bij Mesen op 7 juni 1917. Later viel het opnieuw in Duitse handen en wisselde zo enkele keren. De begraafplaats werd opgericht in juni 1917 en bleef in gebruik tot oktober 1918.






We parkeerden de auto iets verder voor een huis waarvan de eigenaar bezig was in de tuin. Ongeïnteresseerd keek hij even op naar wie er voor zijn deur parkeerde, waarschijnlijk gebeurde dat wel regelmatig door mensen die de begraafplaats bezochten. Toen hij enkele seconden later onze kilts zag, bleek hij ineens vrij alert te zijn en ging binnen. Niet veel later verscheen ook zijn vrouw en beiden sloegen ze ons bijna gans de tijd dat we er waren gade.  We gingen de kleine begraafplaats op en gingen meteen aan het werk. Stuart ging het korte namenlijstje af, terwijl Kurt op zoek ging naar enkele epitafen. Onze volgers waren volop bezig met het nemen van enkele foto's toen opeens Patrick zei: 'Kijk eens hier, dat is die van Sherlock die hier begraven ligt.' Bij nader onderzoek bleek Pte. M.M. Moriarty, gesneuveld op 12 maart 1918 een Special Memorial te hebben waarop vermeld stond; 'Known to be buried in this cemetery' wat wou zeggen dat deze persoon hier ergens op deze begraafplaats lag begraven maar niet onder deze grafsteen. Men kan zich niet voorstellen welke ravage er hier destijds moet geheerst hebben om een bepaald graf niet meer te kunnen lokaliseren.











Rifleman RW Smith. Service number R/30274. 13th Bn. King’s Royal Rifle Corps. 
Mooi epitaaf: 'He Died At His Post, And Is Never Forgotten By His Mother, Wife, Children and All Who Loved Him’.
Gesneuveld op 30 augustus 1917, 30 jaar. Rij A Graf 15.


Private Frank Rayner. Service number 533943. 
“D” Coy. 15th Bn. London Regiment (Prince of Wales’ Own Civil Service Rifles) 
Treffend epitaaf: 'Snatched From Loving Parent, Without a Moment’s Notice’. 
Gesneuveld 14 oktober 1918, 26 jaar. Rij C Graf 1. 

Private Sidney Edward Earl. Service number 496357. 13th Kensington Bn. London Regiment. 
Gesneuveld 14 oktober 1918. Hij werd 18 jaar en hiermee de jongste op de begraafplaats. Rij C Graf 5.

Private John Bagguley. Service number 10213. 8th Bn. North Staffordshire Regiment. 
Gesneuveld 4 juli 1917. Hij werd 45 jaar en hiermee de oudste op de begraafplaats. Rij A Graf 23.

Lance Corporal John Frederick Keith Comb. Service number 5348. 
Private Ralph Pendleton. Service number 3209. 
53rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. Gesneuveld 1 maart 1918, 23 jaar.
Samen begraven in Rij A Graf 12.

Lance Corporal Wallace Alfred Jones. Service number 2919. 53rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 17 maart 1918, 25 jaar. Rij A Graf 13.

Lance Corporal William Edward Alchin. Service number 5326. 53rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 14 maart 1918, 24 jaar. Rij A Graf 14.

Private George Lilley. Service number 12745. 8th Bn. North Staffordshire Regiment. 
Op de foto zijn ouders bij een bezoek aan Somer Farm Cemetery. 
Gesneuveld 7 juli 1917, 24 jaar. Rij B Graf 31.

Serjeant Albert Charles Newman. Service number 40567. 8th Bn. North Staffordshire Regiment. 
Mooi epitaaf: ‘He Walked Trough Life With a Sunny Smile, Beloved by All’. 
Gesneuveld 9 juli 1917, 25 jaar. Rij B Graf 29.

Private Patrick William Hoare. Service number 3141. 8th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 14 december 1917, 35 jaar. Rij B Graf 23.

Private John Stephens. Service number 3948. 7th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 30 december 1917, 20 jaar. Rij B Graf 18. 

Private Charles James Cooper. Service number 7092. 2nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Mooi epitaaf: ‘He Fell a Hero in the Strife, For King & Country He Gave His Life’. 
Gesneuveld 16 januari 1918, 24 jaar. Rij B Graf 16.

Private Patrick Joseph Curran. Service number 3758. 5th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 26 maart 1918, 25 jaar. Rij B Graf 11.

Private Merion Morton Moriarty. Service number 1949. 55th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Sherlock Holmes? Gesneuveld 12 maart 1918. Special Memorial 3.

Private J Watson. Service number 235124. 8th Bn. North Staffordshire Regiment. 
Sherlock Holmes? Gesneuveld 8 juli 1917. Rij B Graf 28.

Driver A Burgess. Service number 203628. 156th Heavy Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 5 oktober 1918, 23 jaar. Special Memorial 5.


Niet veel later namen we de pipes en besloten om onze tunes Flower of Scotland en Amazing Grace bij het Cross of Sacrifice te spelen dat centraal op deze kleine begraafplaats stond tegen de achterste muur. De buren bleven kijken naar wat er gebeurde voor hun deur en terwijl de klanken van onze pipes verder klonken, namen Daphné en Patrick enkele mooie shots waarbij ze af en toe ook eens op het knopje gingen duwen van Stuart zijn camera die op statief stond opgesteld. Onze vaste volgers zijn ondertussen als het ware een onderdeel geworden van de PRWWI tochten waarvan we veel hulp krijgen onderweg en waarvoor we heel dankbaar zijn. Zonder hen zou het voor ons toch een iets moeilijker zijn.
Nadat we onze tunes hadden gespeeld werd het PRWWI kruisje voor het Cross of Sacrifice dat op een vrij hoge sokkel stond, plechtig in de grond gestoken.  en maakten we ons klaar voor de groepsfoto waarbij enkel aanmaanden dat Kurt langs de andere kant van het Cross of Sacrifice moest gaan staan. Het was ook een paar seconden later dat het hem inviel dat hij op deze manier niet mee op de foto zou staan. Naar eigen zeggen kwam dat door het ploegwerk, volgens Stuart had Kurt wel altijd een uitleg klaar. Daar er op deze kleine begraafplaats blijkbaar geen register was voorzien besloten we om verder te rijden naar onze volgende bestemming zodat wat rond 14u10 Somer Farm Cemetery verlieten en ons een weg baanden naar Oak Dump Cemetery.



















Via Sint Elooi en de Palingbeekstraat reden we langs een klein baantje in het midden van de natuur naar de begraafplaats toe. Kurt was blijkbaar ineens overenthousiast want toen we de Vaartstraat inreden begon hij ineens foto's te nemen van de begraafplaats die we zagen liggen in de verte - Spoilbank Cemetery die in Trip 35 is verwerkt. 'Ja, ja dat is ze, daar moeten we zijn.' Toen we niet veel later de Palingbeekstraat insloegen was hij dan ook verwonderd dat hij er naast zat. Hij was niet te houden en bleef maar foto's nemen op weg naar Oak Dump Cemetery in de Palingbeekstraat. Volgens ons kon het maar om twee redenen zijn; ofwel was hij zo enthousiast omdat zijn gloednieuwe fototoestel na da uitleg van Stuart ineens beter werkte ofwel omdat hij hierna kon genieten van een dram. Om 14u16 arriveerden we aan de ingang van Oak Dump Cemetery waar Stuart nadat hij was uitgestapt een ezel in de buurt hoorde balken. Hij keek daarbij naar Daphné en Patrick en zei; "Em zit nog in den auto en ik hoor em nog tot hier.", doelend op Kurt die nog in de auto zat. Onze volgers en Stuart lagen plat van het lachen.







'Oak Dump' was een opslagplaats voor allerhande oorlogsmateriaal (prikkeldraad, zandzakjes, hout, ea...) dat de soldaten in de loopgraven nodig hadden. Gedurende het grootste deel van de oorlog lag dit depot tussen de Britse 1ste en 2de linie. Oak Dump Cemetery werd gestart tijdens de Derde Slag bij Ieper: gevechtseenheden begroeven hier in de maanden juli, augustus en september 1917 hun doden. De onregelmatige aanleg van de graven getuigt nog steeds van de woelige omstandigheden waarin de begraafplaats werd aangelegd. 59 van de 109 Britse doden zijn afkomstig van het 'London Regiment'.
In maart 1918 raakten 7 mannen van de '180th Siege Battery' dodelijk getroffen toen hun artilleriestelling tegenover de begraafplaats werd opgeblazen. Hun lichamen werden pas in 1927 teruggevonden en op de begraafplaats begraven. Rij D Graven 1A/7A.
Na de wapenstilstand werd ook nog één dode van oktober 1914 toegevoegd. In het totaal zijn hier 111 militairen begraven (of worden herdacht), waaronder 109 Britten en 2 Australiërs. 5 van hen konden niet meer geïdentificeerd worden. 2 'special memorials' achter het 'Cross of Sacrifice' herdenken doden wiens graven tijdens de oorlog vernietigd raakten.

Toen we de begraafplaats opliepen merkten we enkele golfers op die bezig waren met hun spel. De begraafplaats lag pal naast een golfterrein en meteen zagen we terwijl we naar het Cross of Sacrifice op gingen dat Kurt aanstalten maakte om met zijn pipes te golfen. Geen goed idee natuurlijk en ging zijn pipes dan maar naast die van Stuart leggen op de sokkel van het Cross of Sacrifice. 
Meteen schoten we in actie en begonnen met het nemen van foto's en genoten van de omgeving, de natuur en stilte. Wat ons hier ook meteen opviel was dat hier eveneens een rij 'I' hadden, dit raadsel is en blijft nog steeds ronddwalen. Waarom komt de rij met de letter 'I' niet voor op alle begraafplaatsen? 









Sommige zerken leiden meer onder de weersomstandigheden dan anderen.



De mysterieuze Rij 'I', hier wel terug te vinden.












Gunner William Donald Fraser. Service number 98521. 34 jaar.
Acting Bombardier George Robert Hawkins. Service number 285379. 32 jaar.
Gunner James Hulley. Service number 165605. 29 jaar.
Gunner Timothy Mitchell. Service number 80646. 27 jaar.
Bombardier George Henry Jubilee Smith. Service number 102952. 30 jaar.
Lance Bombardier Jesse Parker Smith. Service number 119599. 38 jaar.
Corporal Archie Wells. Service number 35954. 24 jaar.
Allemaal van het 180th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Zij sneuvelden op 26 maart 1918 toen een verbindingsloopgraaf tegenover de begraafplaats werd opgeblazen. Hun lichamen werden in 1927 terug gevonden en bijgeplaatst in Rij D Graven 1a tot 7a.

Second Lieutenant AK Nicholson. “B” Sqdn. 18th (Queen Mary’s Own) Hussars. 
Hij werd na de wapenstilstand overgebracht naar Oak Dump Cemetery. 
Gesneuveld 31 oktober 1914, 21 jaar. Rij J Graf 7.

Corporal William James Francis. Service number 729. 10th Bn. Army Cyclist Corps. 23 jaar.
Private SG Speller. Service number 682989. 22nd Bn. London Regiment. 
Corporal Francis kreeg onlangs nog bezoek van de High School Dublin. 
Allebei gesneuveld op 6 juli 1917 en samen begraven in Rij H Graf 5.


Gunner Ernest Stevenson. Service number 3913. 10th Bde. Australian Field Artillery. 
Eén van de twee Australiërs hier begraven. Gesneuveld 29 juli 1917, 21 jaar. Rij D Graf 3.

Gunner Richard Macedon House. Service number 1835A. 10th Bde. Australian Field Artillery. 
Eén van de twee Australiërs hier begraven. Gesneuveld 21 juli 1917, 23 jaar. Rij F Graf 3.

Second Lieutenant A McK Mitchell MC (Military Cross). 1st/23rd Bn. London Regiment. Gesneuveld 6 juli 1917. Special Memorial 1.

Lance Corporal E Bolton MM (Military Medal). Service number 5157. 
12th Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 13 augustus 1917. Rij E Graf 13. 

Rifleman Herbert Frederick O’Hare. Service number 370828. 
1st/8th Bn. London Regiment (Post Office Rifles). 
Mooi epitaaf: ‘Sleep On Dear Son, Take Your Rest, God Called You, He Knoweth Best Good-Night’. 
Gesneuveld 19 juli 1917, 29 jaar. Rij D Graf 13.

Private Frederick Ivan Mackrell. Service number 23427. 14th Bn. Hampshire Regiment. 
Gesneuveld 16 augustus 1917, 19 jaar. Rij A Graf 2.

Gunner Edwin Chapman. Service number 186849. “C” Bty. 119th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 5 augustus 1917, 24 jaar. Rij C Graf 10.


Toen we ons PRWWI lijstje hadden afgewerkt namen we onze pipes en besloten om voor het Cross of Sacrifice onze tunes te spelen. In deze stille en natuurrijke omgeving klonken onze tunes fantastisch en tussen Flower of Scotland en Amazing Grace kregen we applaus van een 3 tal golfers die een balletje aan het slaan waren in de 'hole' achter de begraafplaats. Nadat we onze tunes hadden gespeeld  besloten we om ons PRWWI kruisje bij het Cross of Sacrifice neer te planten waarna we er ook de groepsfoto namen. Alweer lachen met onze Kurt want hij dacht dat hij met zijn ogen dicht stond op de foto. 'Je moet niet staan slapen hé' werd er gezegd. Daarna stond Kurt ineens met zijn rug naar de camera, weeral niet goed. Ja het moet gezegd zijn, hij was die dag 'in vorm'.












We wandelden rustig naar de ingang van deze mooie begraafplaats waar we het register terug vonden in een van de zuilen waar het toegangshekken aan hing. Het register kende een laatste input van 11 april 2015, waarbij volgens Kurt gekriebeld stond, Ennevelin Richard - Kent UK. Alweer duurde het toch weer vrij lang voor Kurt klaar was met het tekenen van het register. Naar eigen zeggen kwam dat omdat hij het geschrift van de meneer voor hem gekriebeld had. Toch raar dat dit telkens het geval is. Nadat hij het register had getekend was het Stuart's beurt en zat deze alweer mooie tocht erop rond 15u00.













Traditiegetrouw werd er een goede dram ingeschonken op het einde van de tocht en terwijl Patrick volop bezig was met het inschenken van de dram was er een andere heer verschenen op de begraafplaats die volgens ons met iets heel verdachts bezig was. Hij opende een statief, plaatste er een camera op ter grote van de 17 inch scherm op, deed een zwart doek over zijn hoofd en nam de foto die hij wou. Niet veel later, toen hij de begraafplaats af wandelde en ons passeerde, vroeg Patrick of hij even mocht vragen met wat hij bezig was geweest omdat we eerder dachten dat het iets was zoals je soms ziet op Google Earth ofzo. De man vertelde dood leuk dat het ging om een gewone foto maar genomen op een andere manier dan de onze. En toch vond Kurt dat het een man naar zijn hart was omdat ze in zijn tijd ook foto's namen met een zwart doek over hun hoofd. We zegden elkaar nog gedag en de man trok verder op zijn tocht. Ondertussen waren wij aan het genieten van een goeie dram waarvoor Patrick had gezorgd.









Aan alles komt een einde, zo ook aan deze heel plezante dag. Trip 30 verliep heel ontspannen, we kenden heel goed weer en de sfeer zat perfect. Waarschijnlijk was dat ook de reden dat we alles vrij rustig en op het gemak hadden gedaan in tegenstelling tot Trip 3 waar we niet snel genoeg in de auto konden zitten om op te kunnen opwarmen. Nogmaals bedankt aan Daphné en Patrick voor er bij te zijn en de verschillende mooie foto's en graag tot een volgende.

Groeten

Stuart en Kurt