zondag 17 december 2017

Trip 41: Potijze Chateau Grounds Cemetery, Potijze Chateau Lawn Cemetery, Potijze Chateau Wood Cemetery, Saint-Charles de Potyze Cimitiere Militaire Français & Aeroplane Cemetery.

Datum: 17/12/2017
Begraafplaatsen :Potijze Chateau Grounds Cemetery, Potijze Chateau Lawn Cemetery, Potijze Chateau Wood    Cemetery, Franse Militaire Begraafplaats Saint-Charles de Potyze, Aeroplane Cemetery
Afstand:  Km  155
Weer: fris en koud maar droog
Deelnemers: Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers: Patrick Verhaege, Daphné Vangheluwe, Jeroen Cool, Antony Van Waeleghem.



Info :




Vandaag 17 december gingen we terug op pad langsheen de vele WWI begraafplaatsen in ons land. Het was immers een tijdje geleden door ziekte van Kurt en Stuart op verschillende tijdstippen alsook enkele band optreden van de pipeband waarbij we beiden spelen. Het zonnetje kwam al vroeg piepen en het was droog maar bere fris. Zoals bij elke rit werd er veel bijgepraat en voor we het eigelijk goed en wel beseften stonden we bij de ingang van Potijze Chateau Grounds Cemetery. 




Wat was dat hier? Er stond een grote houten afsluiting voor de ingang en er hing een bordje bij dat de begraafplaats tijdelijk afgesloten was voor renovatiewerken. Allez, hoe kan dat nu. Stuart begon even het een en ander op te zoeken terwijl Kurt al plannen had om over die houten schutting te kruipen en eens te gaan kijken. Na een kort overleg besloot Kurt om toch eerst eens even te gaan kijken en weg was hij.



Jeroen en Stuart stonden bij de ingang aan de straat nog wat te wachten in afwachting van Daphné en Antony die nog op komst waren toen niet veel later Kurt tevoorschijn kwam met de melding "Doen! Toen we hier landen in '17 waren de condities veel slechter" gevolgd door een geniepig lachje. De begraafplaats was inderdaad een hele bouwwerf maar we konden bij alle graven komen wat immers de bedoeling was. Oké, we gaan ervoor. Ondertussen gaf het zonnetje toch wel wat warmte af maar veel was het niet. We trokken de begraafplaats op en dienden toch wel een beetje uit te kijken waar we onze voeten konden zetten. Op de begraafplaats waren grote metalen platen op de grond gelegd om de ondergrond niet te beschadigen met hun werktuigen maar omdat het gevroren had waren die metalen platen spiegelglad. 


Het vroor licht en het zou een ijskoude dag worden. Stuart begon aan zijn tocht over de begraafplaats terwijl de anderen trachten opzoek te gaan naar die ene mooie foto op de bouwwerf. Alle grafstenen stonden er eveneens bevroren bij, ze waren omhuld door een heel dun laagje ijs, wat in feite ook soms wel een mooi resultaat gaf.  
Potijze lag bijna de hele oorlog binnen geallieerd gebied. Hoewel het kasteel van Potijze binnen vijandelijk vuurbereik lag, was er toch een Advanced Dressing Station. De begraafplaats werd gebruikt van mei 1915 tot september 1918. In die periode werden 241 militairen begraven in Plot I. Plot II werd na de oorlog aangelegd door de concentratie van verspreide graven en de ontruiming van kleine begraafplaatsen ten noordoosten van Potijze. Er worden nu 476 Commonwealth slachtoffers alsook 1 Frans en  1 Duits slachtoffer herdacht. Meer dan 100 daarvan zijn niet-geïdentificeerd. 'Special Memorials' werden opgericht voor 10 Britten en 2 Australiërs "Known to be buried in this cemetery". De Grounds en Lawn Cemetery worden omwille van praktische redenen als één begraafplaats behandeld. Samen hebben ze een oppervlakte van 3985 m². Beide begraafplaatsen zijn door een baksteenmuur omgeven.
















Raoul Johnston. Het enige Franse slachtoffer op de begraafplaats.

Ook een onbekend Duits slachtoffer op de begraafplaats.

Private Frederick Gould Pullen. 
Service number 2167. 5th Australian Pioneers. 
Gesneuveld 4 november 1917, 26 jaar. 
De locatie van zijn graf ging verloren dus werd er een 
Special Memorial voor hem opgericht nabij het Cross of Sacrifice. 

Lance Corporal Robert Morrison. 
Service number 375302. 2nd Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 26 september 1917, 20 jaar. Plot II Rij E Graf 4.

Private John Albert Fisher. 
Service number 2328. 40th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 13 oktober 1917, 26 jaar. Plot II Rij D Graf 12.

Private William Holcroft Brocklebank. 
Service number 7196. 36th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 13 oktober 1917, 27 jaar. Plot II Rij D Graf 14.

Second Lieutenant Thomas Lamont McFall. 
9th Bn. Royal Inniskilling Fusiliers. 
Gesneuveld 7 augustus 1917, 22 jaar. Plot II Rij C Graf 27.

Lance Sergeant George Reginald Raymond Eppingstall. 
Service number 2245. 26th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 5 oktober 1917, 29 jaar. Plot II Rij A Graf 30.

Gunner WJ Callow.
Service number 169256. 113th Bty. Royal Garrison Artillery.
Hij kreeg onlangs nog bezoek.
De naam John Jervis viel ons pas bij het bewerken van de foto’s op.
Gesneuveld 26 november 1917, 36 jaar. Plot I Rij D Graf 18.

Corporal Leslie Reed Langtry. 
Service number 626. 4th Australian Light Horse. 
Gesneuveld 4 december 1917, 27 jaar. Plot I Rij D Graf 29. 
Ook zijn broer Winston Merlin sneuvelde. Hij rust op Tyne Cot Cemetery.

Private Edward Arthur Roberts. 
Service number 246048. 38th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 15 november 1917, 32 jaar. Plot I Rij C Graf 61.

Private Frederic John Keeler. 
Service number 216879. 107th Bn. Canadian Pioneers. 
Gesneuveld 11 november 1917, 31 jaar. Plot I Rij C Graf 55.

Private Edgar Edward Irwin. 
Service number 805085. 21st Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 6 november 1917. Plot I Rij C Graf 46.

Private Carl Sights. 
Service number 602084. 85th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 30 oktober 1917. Plot I Rij C Graf 10.

Private Richard Davidson. 
Service number 34450. 12th Field Amb. Canadian Army Medical Corps. 
Gesneuveld 31 oktober 1917, 20 jaar. Plot I Rij C Graf 9.

Driver Alexander McKernan. 
Service number 136. 3rd Field Amp Australian Medical Corps. 
Gesneuveld 31 oktober 1917, 32 jaar. Plot I Rij C Graf 6. 

Gunner Frank Cookson. 
Service number 177405. 311th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 30 oktober 1917, 27 jaar. Plot I Rij C Graf 11.

Private Francis Herbert Elders. 
Service number 148274. 78th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 30 oktober 1917. Plot I Rij C Graf 2.

Toen Stuart rond was met zijn lijstje was het tijd om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen maar eerst dienden we toch even onze voeten en vooral vingers op te warmen. Deze waren door en door koud geworden van die enkele minuten rondwandelen op de begraafplaats. Toen we onze pipes opnamen beseften we ook dat we door de hele situatie met de werken onze pipes waren vergeten stemmen. Dat brachten toch even snel in orde voor we naar ongeveer het midden van de begraafplaats liepen. Onze PRWWI tunes klonken gezien het ijskoude weer toch nog prachtig in de ochtend en langzaam ebde de klanken over de begraafplaats weg. Kort na het spelen van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace gingen we vrijwel direct over tot het plechtig neerplanten van ons PRWWI In Remembrnce kruisje gevolgd door de groepsfoto. Waarschijnlijk had de koude er wel iets mee te maken want we hadden ontdekt dat onderkant van onze schoenen bevroren waren. Hier en daar vond je op het gras immers een dikke laag ijs in de vorm van een hiel terug. 
















Na het plechtig neerplantten van het PRWWI In Remembrance kruisje gingen we opzoek naar het bezoekersregister dat tijdelijk was ondergebracht in een houten kastje dat leek op een brievenbus. Kurt nam het bezoekersregister te voorschijn en ging zitten op de sokkel van het Cross of Sacrifice waarbij zijn gezicht boekdelen sprak. IJskoud, zijn billen vroren bijna vast zo liet hij weten waarbij onze volgers dubbel lagen van het lachen. Nadat iedereen die wou het bezoekersregister had ingevuld werd het terug mooi opgeborgen in het houten kastje waarna we ons in beweging zetten over de bouwwerf naar de andere zijde van de werken. 












Zoals eerder vermeld leek het één begraafplaats te zijn maar in feite zijn het er 2. We bevonden ons nu op Potijze Chateau Lawn Cemetery. Er liggen 229 doden begraven, waaronder 191 Britten, 29 konden niet worden geïdentificeerd, 4 Australiërs, 22 Canadezen, 9 Zuid-Afrikanen en 3 Duitsers. Eén Brit wordt herdacht met een Special Memorial. Men neemt aan dat hij zich onder een naamloze grafsteen bevindt.

Het gehucht Potyze was bijna de hele oorlog in Britse handen. De begraafplaats lag in het domein van het kasteel dat de Britten White Château noemden. Niettegenstaande dat het kasteel dikwijls artilleriebeschietingen te verduren had, was het ingericht als een Advanced Dressing Station (medische post). De gewonden die het niet haalden werden hier dan begraven. Tijdens de Tweede Slag om Ieper (voorjaar 1915) waren er ook de hoofdkwartieren van de 27ste divisie gevestigd. Op de eerste verdieping was een observatiepost ingericht. Als gevolg van het Duitse lenteoffensief werd het kasteel in de zomer van 1918 grondig vernield. De begraafplaats werd gebruikt tussen mei en december 1915 en tussen juli 1917 en oktober 1918.






Ook hier waren de meeste headstones bevroren en waren ze bedekt met een heel dun laagje ijs wat op zich wel mooie foto's opleverde voor onze volgers van vandaag. Iedereen liep langs de verschillende graven heen toen Stuart opeens stopte met alles. Kurt die niet goed begreep wat er gebeurde keek wat vragend naar Stuart toen die ineens zei; "Ik ben klaar, en jij?" Amaai dat was snel. Voor een keer geen lange namenlijst op papier staan. "Mmmja je gaat het nog leren." antwoordde Kurt.












Eén van de 29 slachtoffers op de begraafplaats die niet geïdentificeerd  konden worden.

Private F Conroy. 
Service number 1371. 7th Bn. Leinster Regiment. 
Gesneuveld 13 augustus 1917. Hij werd 44 jaar en 
hiermee de oudste op de begraafplaats. Rij C Graf 17.

Twee van de drie Duitse slachtoffers op de begraafplaats.

Private AV Newall. 
Service number 43741. 9th Bn. Cameronians (Scottish Rifles). 
Hij sneuvelde op 5 oktober 1918 en hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. Rij G Graf 26.

Private Joe Billy. 
Service number 931200. 54th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 30 oktober 1917. Hij werd 18 jaar en is hiermee het jongste slachtoffer op de begraafplaats. Rij E Graf 19.

Second Lieutenant The Hon. Robert Henry Palmer Howard. 
4th Bn. attd. 2nd Bn. East Surrey Regiment. 
Hij sneuvelde op 8 mei 1915 en is hiermee de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 21 jaar. Rij E Graf 27.

Het derde Duitse slachtoffer op de begraafplaats.

Driver Arthur Leslie Eddy. 
Service number 1904. 50th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 18 oktober 1917. Rij G Graf 11.

Acting Bombardier Ruthven Ignatius Pegus. 
Service number 43570. 9th Bty. 3 Bde. Canadian Field Artillery. 
Gesneuveld 19 oktober 1917, 27 jaar. Rij G Graf 12.

Sergeant Matthew Webb. 
Service number 718230. 107th Bn. Canadian Pioneers. 
Gesneuveld 26 oktober 1917, 24 jaar. Rij G Graf 25.

Private Alan Pentland. 
Service number 474020. 54th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 28 oktober 1917, 24 jaar. Rij E Graf 7. 

Private Charles Mark Coe. 
Service number 678290. 75th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 23 oktober 1917, 23 jaar. Rij D Graf 20.

Private Edward George Flaws. 
Service number 237814. 75th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 23 oktober 1917, 33 jaar. Rij D Graf 21.

We namen onze pipes op en gingen tussen de graven staan ongeveer in het midden van de begraafplaats. We speelden onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace terwijl onze volgers bijna helemaal verkleumd van de koude toch genoten van onze PRWWI tunes. Ook hier gingen we vrijwel meteen na het spelen van onze PRWWI tunes over tot het nemen van de groepsfoto en het plechtig neer planten van het PRWWI In Remembrance kruisje. Het werd hier neergezet bij het graf van een onbekende soldaat die bij de Gordon Highlanders diende. 










Een bezoekersregister was er niet aanwezig, daarvoor werd in feite het bezoekersregister van Potijze Chateau Grounds Cemetery gebruikt. Kurt moest hier dus niet bang zijn om vast te vriezen terwijl hij het bezoekersregister invulde. Aan de zijkant van de begraafplaats was er een doorgang die ons toegang zou verschaffen naar Potijze Chateau Woods Cemetery. 





Ook hier lag een mooi eeuwig groen pad dat voor de gelegenheid deels was ondergelopen door het hoogstaand water en was herschapen tot een ijsbaan. Kurt zou op volgende tochten zijn schaatsen meebrengen, zo zei hij. We wandelden allemaal op en rijtje zo'n 250 meter verder en kwamen bij de ingang van Potijze Chateau Woods Cemetery aan. Wat was dat hier? Het leek nog erger te zijn dan de twee vorige. Hier was de volledige omheiningsmuur onder handen genomen en waren ze blijkbaar met zware machinerie tussen de graven gereden om zo de achterzijde van de begraafplaats te kunnen bereiken met stenen en andere. 





Mja, misschien niet zo'n mooi zicht maar herstellingswerken dienen nu eenmaal te gebeuren. Potijze Chateau Wood Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met een trapeziumvormig terrein. Het Cross of Sacrifice staat achteraan aan de kortste zijde. Deze begraafplaats kan men bereiken langs een pad van 250 m dat verscholen ligt tussen de huizen langs de straat zoals eerder vermeld. Dit pad loopt tussen twee andere begraafplaatsen door, nl: Potijze Chateau Grounds Cemetery en Potijze Chateau Lawn Cemetery. Er liggen 157 slachtoffers begraven. De begraafplaats is aangelegd op het vroegere bosrijke kasteeldomein die de Britten White Chateau noemden. Dit domein was bijna de ganse oorlog in Britse handen. In het kasteel was een Advanced Dressing Station (dit is een vooruitgeschoven medische post) ingericht en later, gedurende de Tweede Slag om Ieper, voorjaar 1915, was er ook het hoofdkwartier van de 27th Division gevestigd. Na het Duitse lenteoffensief van 1918 was het kasteel totaal vernietigd ten gevolge van zware beschietingen. Deze begraafplaats werd door de Field Ambulances gebruikt van april 1915 tot juni 1917. In 1918 werden nog drie bijzettingen uitgevoerd. Er liggen 151 Britten, waarvan 6 niet geïdentificeerd konden worden en 6 Canadezen begraven. Trivia: De Britse officier en schrijver Edmund Blunden was hier in 1917 gestationeerd. In zijn boek "Undertones of War", in het Nederlands uitgeven onder de titel: Oorlogsgedruis,  beschrijft hij op treffende wijze de vernieling van het kasteel en de oorlogsomstandigheden in dit gebied.

We begonnen met het zeiltje dat Kurt mee had op een bijna afgewerkt stuktje omheiningsmuur te leggen waarop we onze pipes voorzichtig achter lieten. We liepen de begraafplaats op en merkten op dat moest het hier niet zo een bouwwerf geweest zijn, deze begraafplaats wel iets had. We vlogen er meteen in, Stuart begon zijn lijstje af te werken, Kurt ging opzoek naar bijzondere epitafen terwijl onze volgers opzoek gingen naar een mooi shot al was dat niet gemakkelijk door de restauratiewerken. 










Shoeing Smith Corporal AW Turner. 
Service number 42224. 3rd Bde. Canadian Field Artillery. 
Gesneuveld 25 april 1915, hij is de eerst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 29 jaar. Rij A Graf 18.

Private J Byrne. 
Service number 8972. 2nd Bn. Royal Dublin Fusiliers. 
Gesneuveld 9 mei 1915. Hij werd 18 jaar en is hiermee de jongste op de begraafplaats. 
Rij A Graf 11.

Gunner Alan Irving Richardson. 
Service number 41048. 2nd Bde. Canadian Field Artillery. 
Gesneuveld 29 april 1915, 23 jaar. Rij A Graf 4.

Gunner Eric Frank Furrie. 
Service number 40411. 2nd Bde. Canadian Field Artillery. 
Gesneuveld 28 april 1915, 19 jaar. Rij A Graf 3. 

Toen iedereen een beetje rond was, was het tijd om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. Voorzichtig stapten we over de spekgladde metalen platen die hier op de grond lagen naar het midden van de begraafplaats. Ook hier klonken onze pipes prachtig in deze ijs-, ijskoude ochtend.  Na het spelen van onze PRWWI tunes namen we direct de groepsfoto waarna we onze pipes terug veilig op het zeiltje achter lieten. We liepen even terug en overlegden even waar we het PRWWI In Remembrance kruisje zouden plaatsen. Lang dienden we niet te zoeken en we plaatsten het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer bij het graf van een onbekend slachtoffer. 













Na deze plechtigheid vertoefden we er niet lang meer en wandelden allemaal op een rijtje, goed uitkijkend dat we niet uitgleden terug naar de PRWWI mobiel. Bij de PRWWI mobiel gekomen was het even met de voeten stampen en in de handen te wrijven om toch een beetje op te warmen. Toen we toch een beetje opgewarmd waren, al was het niet echt veel, was de warme kop koffie bij de lunch meer dan welkom. Rondstappen met in de ene hand een sandwich en in de andere hand een kop koffie was de boodschap om niet teveel af te koelen. 




Toen de Lunch een tijdje later verorberd leek te zijn laden we alles terug in de PRWWI mobiel en zetten koers richting de Franse Militaire Begraafplaats Saint-Charles de Potyze een klein beetje vroeger dan voorzien wat waarschijnlijk te wijten was aan de erg koude weersomstandigheden. We arriveerden 13u10 bij Saint-Charles de Potyze en hoewel het zonnetje scheen was het nog steeds berekoud. 


Tijdens de Eerste Wereldoorlog bevond de locatie zich dicht bij de frontlijn van de Ieperboog. In de buurt bevond zich een schooltje dat werd beheerd door het Sint-Jozefsinstituut in Ieper. De Fransen gebruikten het als medische hulppost, "Poste de secours de Saint-Charles de Potyze". Soldaten die overleden, werden begraven in een aangrenzende tuin. Tijdens de oorlog werden de school en de begraafplaats echter voor een groot stuk vernield. Aanvankelijk werden gesneuvelden in massagraven begraven, maar al gauw legde men individuele graven aan, zoals ook vastgelegd in een Franse wet van eind december 1915. Vanaf 1919 werd de begraafplaats hersteld en uitgebreid met graven uit de omliggende slagvelden. Vanaf 1920 konden Franse gesneuvelden ook gerepatrieerd worden. Veel onbekende doden kwamen in massagraven terecht; de grootste in België is het Ossuaire bij de Kemmelberg. Veel graven uit 1914 en 1915 raakten ook vernield bij de Derde Slag om Ieper. Wanneer men die graven terugvond en geen identificatie meer kon gebeuren kwamen ook deze resten in een massagraf. De begraafplaats Saint-Charles de Potyze telt nu zo'n 4.209 Franse graven, waarvan 762 niet geïdentificeerde. Het massagraf telt zo'n 616 onbekende graven. Nog steeds worden Franse gesneuvelden die tot een eeuw later worden teruggevonden in de vroegere slagvelden hier bijgezet.

De toegang van de begraafplaats wordt geflankeerd door twee witte stenen zuilen. Links voorbij de ingang staat een beeldengroep die een calvarie voorstelt. Achteraan bevindt zich een massagraf en staat een obelisk als herdenking aan een aantal infanterieregimenten. De graven zijn aangeduid met rechtopstaande kruisen, met uitzondering van een aantal islamitische en joodse graven die een stenen grafzerk hebben met een inscriptie overeenkomstig hun geloofsovertuiging.

Toen we de begraafplaats opliepen merkten we rechts van ons dat er enkele takken op de grond lagen, redelijk dikke takken zelfs. Waarschijnlijk door de storm van enkele dagen geleden afgebroken en boven op enkele graven terecht gekomen. Eerst dachten we van ze weg te halen maar ze leken dikker dan we dachten en de enkele grafstenen die omver lagen was er teveel aan. We liepen verder tot bij de Bretoense Calvarieberg Monument waarna Stuart de volgers de opdracht gaf mee te helpen zoeken naar enkele graven waarvan we geen exacte graflocatie hadden. Ieder ging zijn eigen weg, de een al iets sneller dan de andere en al vlug werden er enkele ontdekt. Op een gegeven moment waren we ineens klaar en had Stuart alle namen kunnen vinden die op zijn lijstje stonden. "Goe gewerkt mannen, straks ne dram als beloning" liet hij zich ontvallen. Kurt ging onze pipes ophalen en niet veel later was het tijd voor onze PRWWI tunes Flowers of Scotland en Amazing Grace.






















Soldat 2ieme Classe François Joseph Metzinger. 
3° bis Reg. M. Zouave. 
Hij sneuvelde op 21 mei 1915 maar zijn voorlopige graf werd pas op 2 juli 1998 ontdekt. 
Dus werd hij over gebracht naar graf 2562bis. 






Maintenant

Een onbekende Sous Lieutenant

Ook weer enkele Vlaams klinkende namen.

Nog een voorbeeld.

Capitaine Louis Marie Arthur Adrien Joseph de Tarragon. 
22e Reg. Dragons. 
Gesneuveld in Staden op 20 oktober 1914, 43 jaar. Graf 232.

Capitaine Denis François Marie Orophane. 
125° Reg. d’Infantry. 
Gesneuveld 10 november 1914. Graf 222. 

Soldat 2ieme Classe Joseph François Duval. 
76° R.I.T. 
Gesneuveld 10 november 1914, 38 jaar. Graf 2104. 


In het midden van het pad op de begraafplaats, dat een kruis voorstelt, speelden we onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace welke mooi klonken op deze wel grote begraafplaats. Toen de klanken van onze PRWWI tunes weg geëbd waren besloten we om eerst de groepsfoto te nemen omdat dit met dit koude en vochtige weer beter was voor onze pipes. Iedereen stak zijn buik vooruit en trok zijn borst in om toch een beetje deftig op de foto te staan. Kurt had er weer alle plezier in en zei dat we moesten oppassen voor het 'lampeke'. Enkele ogenblikken later trok Kurt ineens naar de auto, hij was iets vergeten, dat kwam waarschijnlijk door de ouderdom, zo zei hij zelf. Niet veel later werd het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer gepland bij het graf van een onbekend slachtoffer in de buurt van het Ossuarium. Na de officiële foto's van deze plechtigheid te hebben genomen wandelden we allen terug naar de ingang waar we in een klein zuiltje het bezoekersregister terug vonden. 

















Het bezoekersregister werd plechtig ingevuld, zonder fouten, onder het vele geklik van de camera's van onze volgers. Stuart was volgens Kurt heel zijn leven aan het opschrijven, dat bleef maar duren en duren, hij kon er niet van over waarbij iedereen in de lach schoot. Toen Stuart er een punt achter zette, een 10-tal minuten later, ofwel was het bezoekersregister vol geschreven, konden we verder op ons pad. We verlieten mooi om 14:00u Saint-Charles de Potyze en zetten koers naar onze laatste begraafplaats voor vandaag waar we niet veel later arriveerden.











We parkeerden de PRWWI mobiel aan de overkant van de straat waar we een parking vonden van een winkel. Ook hier waren ze aan het werken op de begraafplaats, waarvan een informatiebord bij de ingang ons over inlichtte. Hier ging het ook om de omheiningsmuur maar het zag er in ider geval veel beter uit dan de vorige van deze ochtend.







De stad Ieper lag gedurende de oorlog centraal in de Ieperboog, het stuk front rond de stad waar de Britten en Duitsers jarenlang tegenover elkaar stonden. Ieper zelf bleef tijdens de oorlog in geallieerde handen. Het gebied van de huidige begraafplaats lag tot eind juli 1917 in niemandsland toen bij de Derde Slag om Ieper de gehuchten Verlorenhoek en Frezenberg werden heroverd. De volgende maand werd de aanleg van de begraafplaats gestart, aanvankelijk onder de naam New Cemetery, Frezenberg. Een tijdje later werd de huidige naam, Aeroplane Cemetery gegeven, naar het vliegtuigwrak dat nabij de plaats van het huidige Cross of Sacrifice neergestort was. Gevechtseenheden bleven de begraafplaats gebruiken tot het gebied in maart 1918 bij het Duitse lenteoffensief in vijandelijke handen viel. Na de herovering door de geallieerden werd de begraafplaats opnieuw gebruikt in september 1918. Na de oorlog werd ze uitgebreid met graven uit de omliggende slagvelden en met graven die werden overgebracht van de ontruimde begraafplaatsen Lock 8 Cemetery in Voormezele en Bedford House Cemetery (Enclosure No.5) in Zillebeke.
Er liggen nu 831 Britten, 48 Canadezen, 208 Australiërs, 17 Nieuw-Zeelanders en 1 Zuid-Afrikaan begraven. Acht doden worden met Special Memorials herdacht omdat hun graven niet meer gevonden werden en men aanneemt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden.

We gingen niet veel later Aeroplane Cemetery op en lieten onze pipes achter bij het Cross of Sacrifice op het zeiltje dat Kurt normaal gezien steeds bij heeft al het een beetje vochtig is. Stuart vloog er meteen in en begon met het afwerken van zijn lijstje met namen op van slachtoffers waar we iets meer over wouden vertellen. Proberen om de steen een gezicht of het verhaal erachter te geven. Onze volgers gingen op zoek naar enkele mooie 'shots' om toe te voegen aan de vele foto's die reeds waren genomen tijdens onze tochten. Kurt trok ook rond op zoek naar bijzondere epitafen en ook hij ging proberen om enkele foto's te nemen. Dat lukte een beetje tot hij op een gegeven moment bij Stuart arriveerde en zei dat hij echt geen Photoshop ofzo nodig had om speciale effecten te creëren. Hij had er weer alle plezier in toen Stuart dan ook zag wat er gaande was. Het lensbeschermertje van zijn fototoestel ging maar half open zodat het leek alsof zijn foto's door een spleetje gemaakt waren. 




















Private F Manning. Service number 441293. 
En Private T Manning. Service number 441292. 
Ze behoorden allebei tot het 5th Bn. Canadian Infantry. 
Waarschijnlijk waren het broers. Ze sneuvelden ook allebei op 6 april 1916. 
Ze rusten nu ook naast elkaar in Plot III Rij C Graven 3 & 4. 
Corporal A Pendleton. 
Service number 57676. 197th Coy. Machine Gun Corps (Infantry). 
Gesneuveld 20 september 1917. Plot I Rij C Graf 16. 

Private Bert Hartells. 
Service number 8164. 3rd Bn. Worcestershire Regiment. 
Shot at Dawn voor desertie op 26 juli 1915, 32 jaar. Plot II Rij Graf 6 of 7. 

Private John Robinson. 
Service number 7377. 3rd Bn. Worcestershire Regiment. 
Shot at Dawn voor desertie op 26 juli1915,  31 jaar. Plot II Rij A Graf 6 of 7. 

Private Alfred Thompson. 
Service number 7625. 3rd Bn. Worcestershire Regiment. 
Shot at Dawn voor desertie op 26 juli 1915, 25 jaar. Plot II Rij A Graf 8.

Second Lieutenant John Dickinson. 
3rd Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 28 augustus 1917, 23 jaar. Plot I Rij B Graf 22. 

Second Lieutenant James Noble McIver. 
8th Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 25 augustus 1917, 23 jaar. Plot I Rij B Graf 26.

Private Angus M Wishart. 
Service number S/17704. 8th Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 28 augustus 1917. Plot I Rij B Graf 28. 

Corporal Nicol Auld. 
Service number 35040. 6th/7th Bn. Royal Scots Fusiliers. 
Gesneuveld 22 augustus 1917. Plot I Rij B Graf 37. 

Lieutenant Richard Walmesley. 
3rd Bn. attd. 2nd Bn. Yorkshire Regiment. 
Gesneuveld 21 oktober 1914, 23 jaar. Plot I Rij E Graf 15.  

Lieutenant Kenneth Smithers. 
30th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 10 oktober 1917, 26 jaar. Plot II Rij B Graf 16. 

Lance Corporal John George Eckert. 
Service number 5357. 10th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 1 oktober 1917, 26 jaar. Plot II Rij B Graf 21.

Corporal Roy Lester Bates. 
Service number 3690. 4th Div. Australian Trench Mortar Battery. 
Gesneuveld 25 september 1917. Plot II Rij B Graf 35.

Lieutenant Stanley Knight Bates. 
1st/5th Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment). 
Gesneuveld 9 mei 1915, 17 jaar. Plot II Rij B Graf 41. 

Rifleman Robert Neilson Davidson. 
Service number 44260. 3rd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade. 
Gesneuveld 20 november 1917. Plot II Rij C Graf 1. 

Private Alfred Thompson. 
Service number 7625. 3rd Bn. Worcestershire Regiment. 
Shot at Dawn voor desertie op 26 juli 1915, 25 jaar. Plot II Rij A Graf 8.

Lieutenant The Hon. Albert Edward Keppel. 
2nd Bn. Rifle Brigade. 
Gesneuveld 31 juli 1917, 19 jaar. Plot II Rij C Graf 50. 

Second Lieutenant Alfred George Millard. 
9th Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 7 augustus 1917, 27 jaar. Plot IV Rij B Graf 15. 

Private Roy Phillis Lewis. 
Service number 1705. 50th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 27 september 1917. Special Memorial No.7. 

Private Rubin Congdon. 
Service number 1527. 5th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 4 oktober 1917, 30 jaar. Plot IV Rij A Graf 13. 

Captain Arthur Leslie Hewish. 
3rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 5 oktober 1917, 23 jaar. Plot IV Rij A Graf 6.

Second Lieutenant Edgar Sydney Worrall. 
24th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 4 oktober 1917, 20 jaar. Plot V Rij A Graf 3. 

Corporal Arthur Beaumont Goard. 
Service number 6744. 2nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 4 oktober 1917, 28 jaar. Plot V Rij A Graf 7.

Corporal Andrew Buxton Brittlebank. 
Service number 1886. 59th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 15 oktober 1917, 22 jaar. Plot V Rij B Graf 5.

Sapper George Neil McAndrew. 
Service number 6475. 13th Field Coy. Australian Engineers. 
Gesneuveld 26 september 1917, 23 jaar. Plot V Rij B Graf 7. 

Private Clement Henry Gamble. 
Service number 6500. 5th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 4 oktober 1917, 22 jaar. Plot V Rij B Graf 13.

Private Thomas Henry O’Donnell. 
Service number 6183. 50th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 28 september 1917, 27 jaar. Special Memorial No.4.

Bombardier Walter Henry Cunningham. 
Service number 9384. 5th Bde. Australian Field Artillery. 
Gesneuveld 6 augustus 1917, 20 jaar. Plot III Rij A Graf 47. 

Lieutenant Douglas Freeman. 
16th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 26 september 1917, 38 jaar. Plot III Rij B Graf 26. 

Private Sidney James Lauder. 
Service number 2768. 25th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 30 oktober 1917, 20 jaar. Plot III Rij C Graf 24.

Private Benjamin Sanderson. 
Service number 3666. 30th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 23 oktober 1917, 28 jaar. Plot II Rij A Graf 26. 

Corproral John Downie McKenzie. 
Service number 3618. 56th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 26 september 1917, 32 jaar. Plot VI Rij B Graf 38. 

Private Harry Wallace Brokenshire. 
Service number 3519. 56th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 26 september 1917, 20 jaar. Plot VI Rij B Graf 37. 

Private William Roy Doughan. 
Service number 3246. 55th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 26 september 1917, 23 jaar. Plot VI Rij C Graf 30. 

Private Albert Victor Thompson. 
Service number 5689. 22nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 5 oktober 1917. Plot VI Rij D Graf 17. 

Met alle gekheid op een stokje deden we verder tot op een gegeven moment Stuart liet weten dat hij rond was. We gingen naar het Cross of Sacrifice om onze pipes op te halen en onderweg er naartoe bespraken we waar we het beste zouden spelen. Ongeveer in het midden tussen de ingang en het Cross of Sacrifice speelden we voor de laatste keer vandaag onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace welke prachtig klonken op de nog steeds koude en licht vochtige dag. Na ons muzikaal eerbetoon op  Aeroplane Cemetery namen we eerst de groepsfoto om daarna eerst onze pipes veilig op te bergen in de PRWWI mobiel waarna we het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer plantten bij het graf van een onbekend slachtoffer van de Gordon Highlanders. Na deze plechtigheid begaven we ons naar de ingang van de begraafplaats waar we het bezoekersregister terug vonden. Dit kende een laatste input op 23 november 2017, ongeveer een maand voor ons bezoek hier door een zekere Jon uit Murfreesboro, TN uit Amerika.
























Nadat iedereen het bezoekersregister had ingevuld borgen we het terug proper en mooi op in het voorziene kastje bij de ingang waarna we ons naar de overkant begaven waar onze PRWWI mobiel geduldig op ons stond te wachten. We laden onze spullen in en zetten alles klaar voor onze gebruikelijke afsluitende dram die we kregen aangeboden van onze volger Patrick. Hij weet ons telkens te verrassen met zijn keuze. Voor deze tocht had hij gekozen voor Smokehead, The Balvenie en een Ierse Teeling. Ik ben benieuwd wat het zou worden. Niet veel later, rond 15u30, brachten we een toast uit op de ijskoude maar toch ondanks de werken op verschillende begraafplaatsen, mooie tocht. Terug een andere tocht, terug een ander verhaal, terug een ander avontuur wat dan iedere tocht sinds we vertrokken in 2014 tot iets anders maakt. 



Rond 16u15u namen we afscheid van onze volgers, bedankt om er weer bij te zijn en speciaal voor Patrick Verhaeghe nog een dikke dank u voor de alweer fijne keuze van dram. Niet veel later zetten we koers richting thuisfront waar we na een verwarmende douche met een warme choco in de zetel ploften. Graag tot een volgende.

Groeten Stuart en Kurt