Begraafplaatsen: Underhill Farm Cemetery, La
Plus Douve Farm Cemetery, Ration Farm (La Plus Douve) Annexe, St. Quentin Cabaret Cemetery, Kandahar
Farm Cemetery, Wulvergem Churchyard
Afstand : 171 Km
Weer : Zonnige frisse mooie dag
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaege, Daphné Vangheluwe en Monique Duhayon
Info :
Zondag 23 november 2014 trokken we na een
veel te korte nacht terug op pad om Trip 27 te gaan rijden. Een trip die ons
naar Wulvergem zou brengen in de Westhoek naast Mesen, het dorp waar we
gisteren Trip 26 hadden gereden. Zou het niet beter zijn geweest indien we er
zouden zijn blijven slapen?
We vertrokken mooi op tijd in Moerkerke
voor een rit van een dik uur richting Wulvergem waarbij we toen we bijna onze
eerste bestemming hadden bereikt op enkele tientallen meter van het Ploegsteert
Memorial rechts dienden af te slaan. We waren beiden heel nieuwsgierig of de
PRWWI In Rememberance kruisjes er nog zouden staan die we hier tijdens onze 3de
rit van 30 juli j.l. hadden achtergelaten er nog zouden staan. Op 16
oktober was Koning Philippe hier op bezoek geweest, toen men hier langsheen de
frontlijn fakkels had aangestoken. Op de rechtstreekse tv uitzending zagen we
dat ons kruisje was verdwenen zodat we dit nu met eigen ogen wilden zien. We
stopten bij het Ploegsteert Memorial dat vol, maar dan ook vol lag met In
Remembrance kruisjes, Poppys en Poppy-kransen. We wandelden rond in het
Memorial en gingen op zoek naar het PRWWI kruisje. Helaas, toen we helemaal
rond waren geweest kwamen we tot de conclusie dat het was verdwenen. We gingen
eveneens een kijkje nemen op Berks Extension Cemetery waar we bij het Cross of
Sacrifice eveneens een kruisje hadden achtergelaten. Ook hier was het
verdwenen. Dan maar eens gaan kijken aan de overkant van de straat waar we ook
een kruisje hadden achtergelaten op Hyde Park Corner Cemetery. Alle kruisjes
leken verdwenen te zijn, wat we beiden heel spijtig vonden.
Van Ploegsteert Memorial gingen we verder
op pad en stopten om 10u10 voor Underhill Farm Cemetery, welke ons liet weten
dat we ondanks ons vlugge bezoek aan Ploegsteert Memorial, nog steeds 5 minuten
vroeger waren dan voorzien. Terwijl we in de wagen ons lijstje overliepen en de
historische data bekeken passeerde er een auto die ook aan de begraafplaats
parkeerde. Volgens Stuart, die blijkbaar een iets wakkerder was dan Kurt waren
dat 2 mensen die ons vandaag zouden volgen. Van Patrick, die ons vandaag
eveneens zou volgen was nog geen enkel spoor te bekennen. Net toen we waren
uitgestapt en onze pipes gingen tunen stopte Patrick met zijn mobilehome
eveneens voor de begraafplaats.
Underhill Farm Cemetery werd aangelegd tijdens de Tweede
Slag om Mesen (ook bekend als de Mijnenslag om Mesen) en bleef gesneuvelden
ontvangen tot oktober 1918. Het ligt aan de voet van Hill 63 en is vernoemd
naar de nabijgelegen boerderij die de bijnaam Underhill Farm had gekregen.
Underhill Farm en Red Lodge waren de namen van twee gebouwencomplexen aan de
noordwestelijke hoek van Ploegsteert Wood. Ze werden door het leger gebruikt
als verbandplaatsen waar de gewonden werden heen gebracht en in de
onmiddellijke nabijheid werd vanaf juni 1917 de begraafplaats aangelegd, waar
tot in januari 1918 lichamen werden bijgezet. De plek droeg toen als naam "Military
Cemetery at the foot of the Nightingale Hill". In de lente van 1918 viel de zone
in Duitse handen maar werd in september weer heroverd. Tot aan de
Wapenstilstand werden er gesneuvelde Commonwealth soldaten bijgezet. De
begraafplaats herdenkt 103 Britten, 1 Canadees, 47 Australiërs en 39
Nieuw-Zeelanders. Er zijn 9 slachtoffers die niet meer geïdentificeerd konden
worden. Vijf slachtoffers worden herdacht met Special Memorials omdat de juiste
plek waar ze begraven werden niet meer kon worden bepaald.
De twee personen in de andere
auto die ondertussen reeds waren uitgestapt en die zich wat later voorstelden
als Daphné Vangheluwe en haar
moeder Monique, bleken inderdaad onze volgers voor vandaag te zijn. Na elkaar
een goeie dag te hebben gezegd deed Stuart zowat een beetje alles uit de doeken
van hoe de dag zou verlopen en hoe we te werk gaan terwijl Kurt Patrick
verwelkomde voor zijn tweede dag. Niet veel later gingen we aan de slag en
alles bleek heel nat te zijn door de ochtend dauw. Onze pipes werden terug op
een canvaszeil gelegd om ze te beschermen tegen de nattigheid terwijl we de
begraafplaats overliepen. Stuart ging opzoek naar de graven die we hadden
uitgezocht voor het item, het verhaal of de man achter de steen, terwijl Kurt
op zoek ging naar speciale grafopschriften. Hier en daar stond een Nieuw
Zeelandse vlag bij een graf, maar ook Canadese vonden we er terug.
Private Vivian Ruru.
Service number 16/1459. New Zealand Pioneer Battalion.
Gesneuveld 14 augustus 1917, 21 jaar. Rij A Graf 31.
|
Lance Corporal John William Barker Elshaw.
Service number 2882. 48th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 1 juli 1917, 25 jaar. Rij C Graf 19.
|
Private Fred Leeming.
Service number 15774. 11th Bn. East Lancashire Regiment.
Gesneuveld 28 september 1918. Rij D Graf 44.
|
Nadat we rond waren met ons werk werden Daphné en
Monique even op de hoogte gebracht van hetgeen ging volgen waarna we naar het
Cross of Sacrifice trokken waar onze pipes lagen. We gingen tussen de graven en
het Cross of Sacrifice staan en begonnen Flower of Scotland te spelen wat
in dit ochtendlijk uur over de vlakte rolde en welke heel prachtig klonken. Het
werd terug akelig stil nadat we de laatste noten van de tune hadden gespeeld.
Stuart merkte op dat we toeschouwers hadden, een van de buren stond blijkbaar
vanuit zijn tuin te kijken naar ons doen en laten en was waarschijnlijk gewekt
door de klanken van onze pipes. Nadat we ook nog Amazing Grace hadden gespeeld
werd het PRWWI In Remembrance kruisje gezet bij het Cross of Sacrifice met de
hoop dat het hier op deze plaats zou blijven staan en niet zou verdwijnen zoals
in Ploegsteert Memorial.
Niet veel later waren Daphné en Monique een beetje
verrast toen hen werd gevraagd om mee op de groepsfoto te gaan, waar ze gretig
op ingingen en waarbij we Patrick allen dankbaar waren om op het knopje van de
camera te duwen en dan zonder vallen bij ons zou komen staan. Daphné liet haar
nog ontvallen dat dit misschien ook wel een mooie foto kon opleveren indien er
vooraan op de foto enkel een paar benen en voeten te zien zouden zijn. Na het
nemen van de groepsfoto gingen we op zoek naar het register wat we terug vonden
bij de ingang in een van de palen waar het toeganghek aan hing. Het register
kende een laatste input van 16 november 2014 van een zekere Mark Dinan uit Lantz,
Nova Scotia - Canada. In het kastje vonden we ook een geplastificeerd blad terug
dat was achtergelaten door Flora & David Falanaki uit Nieuw Zeeland die
hier op 21/09/2013 op bezoek waren geweest nadat ze hier op deze begraafplaats
een verwantschap hadden gevonden. We maakten ons klaar om verder te gaan op ons
pad en verlieten deze mooie begraafplaats om 11u.
Private Ponga Winiana.
Service number 16/1462. New Zealand Pioneer Battalion.
Hij kreeg bezoek van verwanten op 21 september 2013.
Gesneuveld 14 augustus 1917. Rij A Graf 32.
|
We hadden nog maar enkele honderden meters gereden
toen Patrick, die voor ons reed met zijn mobilehome hard in de remmen ging toen
er halfweg de Rozenbergstraat, waar de weg een beetje naar rechts draait, 3
reetjes door de haag naast de weg kwamen gevlogen, de weg over raasden en
verdwenen in de velden aan de overkant van de weg. Onze kleine colonne bleef
even staan om er zeker van te zijn dat er niet meer zouden volgen. Toen alles
terug veilig bleek te zijn reden we verder tot het volgende T-punt. Daar
gekomen sloeg Patrick rechts af terwijl de gps van Stuart's wagen ons liet
weten dat we hier links dienden af te slaan. Wij sloegen links af omdat Stuart
besloot om toch maar de gps te volgen van zijn auto. Daphné die achter ons aan
reed was ook even de kluts kwijt omdat ze de een naar rechts zag rijden terwijl
de andere links afsloeg. Ook zij besloot links af te slaan op dit punt en ons
verder te volgen. Toen we zo'n 400 meter de Nachtegaalstraat waren ingereden,
net voor de weg een bocht naar links maakte, stopte Stuart ineens in het midden
van de weg. Kurt, die wat last had van ploegwerk en dus meteen niet wist wat er
gebeurde vroeg aan Stuart wat er gaande was. "Kijk hier zijn ze
terug" zei hij en terug zagen we de 3 reetje enkele meters voor onze wagen
voorbij racen nu in de richting van de Ferme La Grande Plus Douve, de boerderij
waar onze volgende stop zou liggen.
We kwamen aan op de La Grande
Plus Douve boerderij en parkeerden de wagen naast een houten afwering. Een heel
rare situatie hier omdat de weg hier stopt in het midden van de boerderij en
van hieruit enkel langs een onverharde weg verder gaat in de andere richting.
Ook merkten we op dat van Patick geen enkel spoor meer te vinden was. We
trokken in de richting van de La Plus Douve Farm Cemetery die we opgingen om 11u06.
Deze heel rustige en mooie begraafplaats heeft een heel onregelmatige vorm en
is omgeven door een bakstenen muur. In de vallei van de Douve bevonden zich
twee boerderijen. Een ervan, La Petite Douve, was in november 1915 het doelwit
van een geslaagde aanval door het 7th Canadian Infantry Battalion. De andere
die tijdens het grootste deel van de oorlog in Geallieerde handen was, werd
gebruikt als bataljonshoofdkwartier. De begraafplaats werd gestart door de 48th
(South Midland) Division in april 1915 en gebruikt tot mei 1918 toen ze tijdens
het Duitse Lenteoffensief in Duitse handen viel. Nu ligger er 101 Britten, 88
Canadezen, 86 Australiërs, 61 Nieuw-Zeelanders en 9 Duitsers begraven.
We gingen de begraafplaats
op over een betonnen bruggetje en troffen het Cross of Sacrifice aan op een
verhoogd plateau dicht bij het toegangshek. Terwijl we onze foto's namen zagen
we heel ver weg aan de horizon Patrick rijden in de andere richting.
Waarschijnlijk betrouwde hij de onverharde weg, die door de regen van voorbije
dagen was omgetoverd in een modderpad, niet helemaal. We vonden er een graf van
Pte. W.H. Birbeck 5th Australian Pinoneers dat helemaal weg van de anderen
tegen de omheiningmuur lag. Het was onlangs nog bezocht door nabestaanden die
er een In Remembrance kruisje hadden bij geplaatst. Toen onze ronde van te
zoeken graven er bijna opzat arriveerde Patrick met de fiets, naar eigen zeggen
had hij zijn mobilehome geparkeerd bij St. Quentin Cabaret begraafplaats en per fiets naar
hier gekomen omdat hij niet zeker was hoe de weg erbij zou liggen.
Private George Davis.
Service number 408061. 13th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 2 maart 1916. Plot I Rij C Graf 20.
|
Private Louis Charles Blake.
Service number 27168. 15th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 5 december 1915, 26 jaar. plot II Rij A Graf 2.
|
Private Morton Augustus Cameron.
Service number 22557. 15th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 10 november 1915, 19 jaar. Plot II Rij A Graf 3.
|
Private Francis “Frank” Pettigrew Blacklay.
Service number A/21065. 16th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 26 oktober 1915, 23 jaar. Plot I Rij B Graf 14.
|
Private George Bryant Ayliffe.
Service number 1811. 27th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 29 juni 1916, 19 jaar. Plot I Rij C Graf 6.
|
Sergeant William Patrick Fegan.
Service number 26519. 14th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 27 november 1915, 39 jaar. Plot II Rij C Graf 4.
|
Corporal Ernest Edward House.
Service number 47311. 14th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 30 november 1915, 23 jaar.
|
Lance Corporal Thomas John Northill.
Service number 2707. 57th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 4 maart 1918, 22 jaar. Plot III Rij B Graf 7.
|
Private Harold Milton Wise.
Service number 2755. 57th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 25 februari 1918, 23 jaar. Plot III Rij C Graf 7.
|
Company Sergeant Major James Scott.
Service number 14/15892. 14th Bn. Royal Irish Rifles.
Zijn verhaal vind je op volgende link http://www.armaghwarmemorial.com/story.asp?ID=70460 .
Gesneuveld 22 januari 1917, 35 jaar. Plot IV Rij B Graf 5.
|
We namen onze pipes op, die we in de buurt
van het Cross of Sacrifice hadden achtergelaten op de omheiningsmuur, en
besloten om midden tussen de graven onze tunes te spelen. Nadat we het statief
waarop het fototoestel stond hadden opgesteld, begonnen we Flower of
Scotland te spelen waarbij Patrick af en toe eens op het knopje ging duwen van
het fototoestel. Niet veel later volgde de tune Amazing Grace waarbij Kurt
ineens iets voelde kruipen op zijn achterhoofd. Iets kroop omhoog maar hij wist
niet wat. Stoppen kon ook niet want we zaten midden in een tune. Bij het
laatste deel van de tune zat het bovenop zijn hoofd en was op weg naar beneden,
richting zijn gezicht. Toen de laatste noten van Amazing Grace klonken zag hij
voor zijn oog een klein spinnetje kruipen dat hij ineens wegsloeg toen de tune
was gedaan want het kriebelig beestje zat bijna in zijn neus. Nadat we ons van
spinrag hadden ontdaan plaatsten we het PRWWI kruisje bij het Cross of
Sacrifice en besloten we om de groepsfoto eveneens tussen de graven te nemen.
Terug zagen we Patrick in onze gedachten vallen toen hij zich haastig in onze
richting begaf nadat hij het knopje van de timer op de camera had ingedrukt.
Dat was dan ook eens iets anders dan steeds 'cheese' te zeggen volgens Kurt.
Naast het toegangshek vonden we in een
kastje het register terug dat laatst was ingevuld op 13 november 2014 door een zekere
Chris Honoré uit Brugge. We vulden het register in en verlieten niet veel later
om 11u50 deze mooie begraafplaats terug langs het modderig pad in de richting
van de boerderij.
We liepen langs de boerderij naar de andere kant, waar de Ration Farm (La Plus Douve) Annexe begraafplaats lag. In het midden van de hofstede stond een bekend groen wegwijzertje van de CWGC die ons bij de begraafplaats bracht langs alweer een keurig met gras bezaaid pad. Langs het honderd meter lange pad kwamen we aan om 12u00 op de Ration Farm (La Plus Douve) Annexe begraafplaats, een half uur later dan voorzien.
We liepen langs de boerderij naar de andere kant, waar de Ration Farm (La Plus Douve) Annexe begraafplaats lag. In het midden van de hofstede stond een bekend groen wegwijzertje van de CWGC die ons bij de begraafplaats bracht langs alweer een keurig met gras bezaaid pad. Langs het honderd meter lange pad kwamen we aan om 12u00 op de Ration Farm (La Plus Douve) Annexe begraafplaats, een half uur later dan voorzien.
Deze lange smalle begraafplaats is omgeven
aan 3 zijden met een bakstenen muur en aan de zijde van het Cross of Sacrifice
een beukenhaag. In de vallei van de Douve bevonden zich twee boerderijen. Omdat in één ervan 's nachts rantsoenen konden worden
gebracht, werd deze boerderij ook Ration Farm genoemd. De begraafplaats waar 186
Britten, 12 Australiërs, 4 Nieuw-Zeelanders en 1 Duitser worden herdacht,
waarvan 9 niet meer konden worden geïdentificeerd, werd gebruikt van januari
1915 tot januari 1918.
Stuart ging meteen op pad opzoek naar de uitgekozen graven, terwijl Kurt merkwaardige grafteksten ging zoeken. Ook hier merkten ze beiden op dat verschillende grafstenen tegen elkaar stonden wat duidde dat men hier niet precies meer wist wie wie was, in feite kan men zich dit, de dag van vandaag, niet voorstellen hoe dat kon. We vonden hier op het graf van Rifleman D. Thomas een graftekst waarop stond; Gone But Not Forgotten By His Wife And Seven Children, wat ons even liet nadenken over welk leed WWI achter liet bij het thuisfront.
Private George Westbrook.
Service number 7535. 1st. Bn. East Surrey Regiment.
Gesneuveld 28 februari 1915. Plot I Rij B Graf 6.
|
Private Frederick Edward Stanley.
Service number 4392. "B" Coy. 9th Bn. East Surrey Regiment.
Gesneuveld 14 juli 1916, 21 jaar. Plot III Rij A Graf 6.
|
Private Precy William Ratcliffe.
Service number 11807. 8th. Bn. Queen's Own (Royal West Kent Regiment).
Gesneuveld 14 juli 1916, 20 jaar. Plot III Rij A Graf 4.
|
We maakten ons niet veel later klaar om onze tunes te gaan spelen in de buurt van het Cross of Sacrifice. Zoals op elke begraafplaats die we vandaag hadden bezocht genoten onze volgers van de tunes die we speelden op de pipes waarna we het PRWWI kruisje neerplanten bij het Cross of Sacrifice. Patrick nam nog enkele foto's van het neergezette kruisje waarna we terug wandelden over de begraafplaats naar de ingang waar we het register zouden vinden welke een laatste input had op 12 november 2014 door een zekere Alex Sotheran - Rotherham (UK).
We verlieten Ration Farm (La Plus Douve)
Annexe en wandelden heel rustig en ontspannend terug naar de auto. We vonden
beiden dat het er vandaag precies veel rustiger aan toe ging dan de andere trips die we reeds hadden gedaan, veel ontspannender. Volgens Stuart kwam dat
omdat we voor ons eigen hadden uitgemaakt dat we veel meer tijd hadden dan
anders. De tocht zou rond 15u deze middag eindigen in het centrum van
Wulvergem. Bij de auto gekomen vertrok Patrick direct met de fiets want zo te
zien had hij een serieus klim voor de boeg van een dikke 600 meter. Net toen
hij bijna helemaal boven was geraakt met zijn fiets passeerden we Patrick met
de auto waarbij Kurt half door het raam hangend; "Allez, allez Mauris. Ge
zijt er bijna, het peloton ligt op 2 minuten van hier " riep. Stuart en
Kurt lagen plat van het lachen terwijl Patrick de laatste meters van de heuvel
op pufte. Verder was het bergaf, door het dorp waar we de St. Quentin Cabaret
begraafplaats zouden vinden.
Om
stipt 12u40 arriveerden we aan de ingang van St. Quentin Cabaret
Cemetery waar we parkeerden aan de overkant van de straat. Eveneens stond hier
ook Patrick's mobilehome geparkeerd en we besloten om maar eerst onze lunch te
nuttigen want Stuart bleek uitgehongerd te zijn. Net toen we de lekker geurende
koffie hadden uitgegoten arriveerde Patrick met de fiets waarna we allen iets
aten tegenover de ingang van de begraafplaats.
Na onze middaglunch trokken we rond 13u00 de mooie begraafplaats op waarbij het Cross of Sacrifice op de scheiding stond tussen de weg en de begraafplaats met links en rechts daarvan een zwaar smeedijzeren hek dat je toegang geeft tot St. Quentin Cabaret Cemetery.
Na onze middaglunch trokken we rond 13u00 de mooie begraafplaats op waarbij het Cross of Sacrifice op de scheiding stond tussen de weg en de begraafplaats met links en rechts daarvan een zwaar smeedijzeren hek dat je toegang geeft tot St. Quentin Cabaret Cemetery.
Deze begraafplaats werd genoemd
naar de herberg "St. Quentin Cabaret" dat destijds als bataljonshoofdkwartier
gebruikt werd en dat hier vroeger in de buurt lag. De begraafplaats werd door de 46th (North Midland)
Division gestart in februari 1915. De plaats lag enkele honderd meter ten zuiden
van het dorpscentrum van Wulvergem en zo'n halve kilometer ten oosten van een
hoeve die de Britten "Kandahar Farm" noemden en waar Kandahar Farm Cemetery werd aangelegd. Het gebied lag
vlak bij het front, het grootste deel van de oorlog in Geallieerd gebied. De
Britten startten de begraafplaats in februari 1915 en bleven deze gebruiken tot
het Duits Lenteoffensief van 1918, toen Wulvergem in april in Duitse handen
viel. In september werd het gebied weer heroverd. Op St. Quentin Cabaret Cemetery liggen 321 Britten, 68 Canadezen,
7 Australiërs, 64 Nieuw-Zeelanders en 2 Duitsers begraven. Het mooie aan deze grote
en open begraafplaats vonden we de vorm, het was als eens soort spie met op de
punt het Cross of Sacrifice.
We begonnen aan onze tocht op de
begraafplaats, op zoek naar de verschillende graven die we later zouden
gebruiken voor het verhaal achter de steen. We dwaalden verder terwijl Daphné
en Patrick ook enkele foto's namen op de begraafplaats. Toen hij bijna klaar
was met zijn ronde, zei Stuart ineens tegen Kurt; 'Valt je hier niks op?'
Inderdaad een heel merkwaardig iets vonden we ook hier terug. Alle rijen van
een plot zijn genummerd, ze dragen het nummer van het plot met een cijfer en de
rijen worden benoemd met een letter. Toen Stuart hier opzoek was naar een
bepaald graf telde hij stilletjes mee; 2G - 2H - 2J - 2K, enz... Ook hier had
of vond men geen rij I in een plot II. Hetzelfde zoals op Coxyde Military Cemetery. Daar heeft Plot I wel een rij I maar alle andere plots niet. De reden daarvoor konden
we niet direct vinden, het was alleszins een merkwaardig iets. Daphné, Patrick en Stuart hadden er elk een andere mening over zodat
niemand van ons de ware reden kende, we zoeken verder.
Private J T McGaun.
Service number 3552. 6th Bn. Northumberland Fusiliers.
Er werd een mooi aandenken bij zijn graf geplaatst.
Gesneuveld 24 juni 1915. Plot I Rij E Graf 10.
|
Lance Corporal Willis Elwin Adcock.
Service number 63058. 4th Bn Canadian Infantry.
Gesneuveld 15 november 1915, 25 jaar. Plot I Rij B Graf 7.
|
Rifleman William Henry Davidson.
Service number 18/1241. 9th Bn. Royal Irish Rifles.
Gesneuveld 11 december 1916, 25 jaar. Plot I Rij C Graf 38.
|
Rifleman William McKittrick.
Service number 18/160. 13th Bn. Royal Irish Rifles.
Gesneuveld 14 februari 1917. Plot II Rij A Graf 13.
|
Rifleman William McKittrick.
Service number 18/160. 13th Bn. Royal Irish Rifles.
Gesneuveld 14 februari 1917. Plot II Rij A Graf 13.
|
Private James Scanlon.
Service number 12/2106. 1st Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 8 mei 1917. Plot II Rij E Graf 6.
|
Rifleman James McCullough.
Service number 6846. 2nd Bn. Royal Irish Rifles.
Gesneuveld 17 juli 1917, 22 jaar. Plot II Rij F Graf 1.
|
Private Charles Trevyllian Constant.
Service number A/327. 1st Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 3 maart 1916, 20 jaar. Plot I Rij A Graf 1.
|
Private Charles Trevyllian Constant.
Service number A/327. 1st Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 3 maart 1916, 20 jaar. Plot I Rij A Graf 1.
|
Vooraan op de begraafplaats
tussen het Cross of Sacrifice en de graven was een grote ruimte waar enkel
gemillimeterd gras stond met in het midden een grote halve cirkel Voorbij die
cirkel met witte boordstenen lag de eigenlijke begraafplaats zo'n 40 centimeter
lager. Net toen we onze tunes wilden beginnen spelen op de pipes kwam Stuart
tot de conclusie dat aan de rechter kant van de begraafplaats een trapje, met
eveneens witte boordstenen was. En dan maar zeggen dat Kurt last heeft van
ploegwerk. Gans de tijd dat we onze tunes speelden stonden er een paar
toeschouwers van op de weg te kijken naar ons of stopte er een auto om te
kijken wat we deden. Nadat we gedaan hadden met spelen kwamen we beiden op het
idee om het PRWWI kruisje eens voor de verandering bij een jong aangeplant
boompje te plaatsen in plaats van bij het Cross of Sacrifice.
Nadat het PRWWI kruisje was gezet
en de nodige foto's waren genomen besloten we om het statief met fototoestel op
te stellen op het verhoog, uitkijken op het lagere deel, de begraafplaats waar
wij zouden staan voor het nemen van de groepsfoto. Patrick kreeg weer de eer om
op het knopje van de timer te drukken waarbij hij terug een eindje moest lopen
om tijdig mee op de foto te staan. Wij stonden reeds allemaal klaar en zagen
Patrick terug vallen toen hij op weg was om ons rijtje te vervoegen. Je moet
dus niet altijd 'cheese' zeggen als er een foto wordt genomen. Na het nemen van
de groepsfoto wandelden we naar het Cross of Sacrifice waar we in de voet ervan
het kastje vonden waarin het register zat. Kurt bladerde er even in en kwam tot
de ontdekking dat er een Poppy tussen een van de bladzijden zat, afkomstig van
een familie uit Whakatane, Nieuw-Zeeland die hier op bezoek waren geweest voor
William Henry Farron. We vulden het register in en er werd nog even nagepraat
met Daphné en Patrick bij de ingang van de begraafplaats waarna we ons niet
veel later klaar maakten om richting Kandahar Farm Cemetery te trekken. We verlieten deze mooie
begraafplaats om 13u35 na nog een kop koffie te hebben gedronken aan de wagen.
We vervolgden onze weg doorheen
het dorp waar we de laatste begraafplaats voor vandaag eerst voorbij reden om
om 13u35 onze wagen te parkeren voor de Kandahar Farm Cemetery dat een dikke kilometer buiten
het centrum lag van Wulvergem. Kandahar Farm Cemetery is omgeven door een
natuurstenen muur tussen 2 boerderijen. De begraafplaats lag dicht
bij een boerderij die door de Britten Kandahar Farm werd genoemd, naar een
plaats in Afghanistan waar de Britten een basis hadden. Ze werd gebruikt vanaf
november 1914 tot het voorjaar van 1918 toen de dorpen Wulvergem en Nieuwkerke
tijdens het Duitse Lenteoffensief in vijandelijke handen vielen. Toen deze
dorpen in september 1918 werden heroverd, werd de begraafplaats opnieuw
gebruikt tot oktober van dat jaar. Onder de 446 slachtoffers bevinden zich 218
Britten (waarvan 11 niet geïdentificeerde), 186 Australiërs, 6 Canadezen, 33
Nieuw-Zeelanders en 3 Duitsers. Voor 1 Australiër werd een Special Memorial
opgericht omdat zijn graf door artillerievuur werd vernietigd en niet meer
teruggevonden werd. De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd.
We trokken de begraafplaats op en
lieten onze pipes achter op een stenen bank aan de omheiningsmuur waarna we foto's gingen maken van de
graven waar we later iets meer historische achtergrond over zouden geven. Het
Cross of Sacrifice stond vooraan op de begraafplaats met daar recht tegenover
de gloednieuwe steen van E.B. Wilkins waarop we bovenaan 'Buried elsewhere in
this cemetery' stond geschreven, wat ons liet weten dat de I.W.G.C.
(Imperial War Grave Comission) wist dat hij hier zeker in de nabije omgeving
reeds begraven werd, maar door de vele beschietingen zijn graf verloren was
gegaan. We begonnen onze zoektocht over de begraafplaats tussen de andere
graven die enkele meters verder stonden. Daphné en Patrick wandelden ook rond
tussen de graven waarbij ze hier en daar wel eens een foto namen, terwijl wij
hetzelfde deden voor onze research.
Hier had Stuart een redelijk lijstje af te werken dat
op zich goed verliep. Toen hij Kurt tegenkwam achteraan op de begraafplaats
liet hij deze dan ook meteen weten dat er 2 locaties niet klopten. Terwijl
Stuart verder deed, ging Kurt om het namenregister van de CWGC. Niet veel later
overliepen we de lijst en vonden algauw de oplossing voor een naam. Deze lag in
een andere rij, ergens een schrijffoutje van iemand. De andere, Sgt. Alfred
McDermott bleek niet te liggen waar hij zou moeten liggen zei Stuart. Bij nader
onderzoek waren zowel onze gegevens en die van de CWGC identiek. Nog maar eens
gaan zien toen we op weg waren naar de voorzijde van de begraafplaats waar we
onze tunes zouden spelen.
Net voor we terug bij het graf waren viel Stuart zijn
oog op wat hij naar eigen zeggen had kunnen weten, Kurt schoof het door naar,
last van ploegwerk. Op het bewuste graf stond inderdaad A. Mack te lezen.
Bovenaan de grafsteen stond in kleine lettertjes; Alfred McDermott served as. Dus volledig werd het Alfred
McDermott served as 7721 Sergeant A. Mack Cheshire Regiment, 31st Januari 1915,
Age 40. Alles werd op die manier
opgehelderd en we gingen niet veel later verder naar het stuk gras
tussen het Cross of Sacrifice en de graven om er onze tunes te spelen.
Hoewel het nog maar half middag was begon het toch steeds frisser en frisser te worden. Het magere zonnetje dat al sinds deze ochtend had geschenen begon zich ook achter grijze wolken te verstoppen.
Captain Huntly Warwick Nicholson.
1st Bn. Cheshire Regiment.
Gesneuveld 17 november 1914, 25 jaar. Plot I Rij C Graf 11.
|
Driver Martin Henry Farrington.
Service number 21298. 110th Howitzer Bty. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 14 juni 1917, 21 jaar. Plot II Rij B Graf 17.
|
Private Thomas Bernard Hall.
Service number 31259. 1st Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 8 juni 1917, 26 jaar. Plot II Rij A Graf 6.
|
Lance Corporal Victor Dixon.
Service number 244. 41st Bn. Australian Infantry, A.I.F. G
esneuveld 27 juni 1917, 27 jaar. Plot II Rij E Graf 13.
|
Private Allan McMaster.
Service number 1885. 38th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 13 juli 1917, 20 jaar. Plot I Rij B Graf 18.
|
Lieutenant Patrick Theodore Miller.
12th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 28 december 1917, 30 jaar.
|
Lieutenant John Alexander Campbell.
12th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 28 december 1917, 29 jaar. Plot II Rij H Graf 5.
|
Captain Pekama Kaa.
Service number 16/620. New Zealand Pioneer Battalion.
Gesneuveld 14 augustus 1917, 23 jaar. Plot II Rij G Graf 10.
|
Gunner James Howie.
Service number 126180. “A” Bty. 47th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 19 oktober 1917, 31 jaar. Plot II Rij G Graf 34.
|
Private Owen Wallace Baker.
Service number 1867. 34th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 29 juli 1917, 22 jaar. Plot II Rij F Graf 10.
|
Lieutenant Edgar George Abbey.
38th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 17 juli 1917, 25 jaar. Plot II Rij C Graf 26.
|
Private Charles Sinclair.
Service number 552. 35th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 18 juli 1917, 23 jaar. Plot II Rij C Graf 20.
|
Hoewel het nog maar half middag was begon het toch steeds frisser en frisser te worden. Het magere zonnetje dat al sinds deze ochtend had geschenen begon zich ook achter grijze wolken te verstoppen.
We namen onze pipes en speelden Flower of
Scotland gevolgd door Amazing Grace terwijl Patrick en Daphné foto's namen.
Direct na het spelen van de tunes werd de groepsfoto genomen waarna Kurt de pipes terug op de stenen bank ging leggen. Monique, Daphné en Patrick stonden
aandachtig te luisteren naar Stuart die hen uitleg stond te geven over dingen
die we hadden tegengekomen op de reeds gereden trips. Kort daarna werd het
PRWWI kruisje plechtig neer geplant bij het Cross of Sacrifice waarna we het
bezoekersregister gingen invullen dat laatst was ingevuld op 16 november 2014 door de
Familie Styles uit Northamptonshire
(UK). Na het ondertekenen van het register werd alles in geladen en vertrokken
we om 14u35 richting Wulvergem Churchyard waar we de laatste WWI begraafplaats
zouden vinden voor vandaag.
Een kleine rit van een drie minuten bracht ons op de
parking naast de kerk in Wulvergem. We parkeerden er in de buurt van het trapje
dat ons toegang zou geven tot de begraafplaats die rond de kerk lag. Net boven
aan het trapje stond het bekende CWGC-bordje waarop te lezen stond dat deze
begraafplaats oorlogsgraven van het Gemenebest bevatte met net ernaast 2
graven waarop te lezen stond; Known Unto God, wat ons liet weten dat dit twee
onbekende militairen waren. We gingen langs de kerk naar rechts en op de
uiterste hoek van de gegraafplaats troffen we 38 slachtoffers uit het Verenigd
Koninkrijk aan, waarvan er 6 niet geïdentificeerd konden worden.
Het dorp Wulvergem lag
nagenoeg de ganse oorlog vlak tegen de frontlijn. Het kerkhof van Wulvergem
werd door Britse eenheden gebruikt van november 1914 tot april 1915. Tegen
februari 1915 stonden maar 2 huizen meer recht in Wulvergem. De kerk raakte
tijdens de oorlog volledig vernietigd en werd in 1925 herbouwd. Ook 23 Britse
graven gingen verloren door het oorlogsgeweld. Zij worden nu herdacht met 12
'special memorials'. Corporal George H. Povey (1st Cheshires, 15th Brigade, 5th
Division) vluchtte op 28 januari 1915 van zijn post nabij Wulvergem, samen met
4 andere militairen. De militairen werden gevangen genomen voor hun desertie.
Corporal Povey werd geëxecuteerd op 11 februari 1915. Na de oorlog kon zijn
graf evenwel niet meer teruggevonden worden. Hij wordt nu herdacht op de
Menenpoort. De Duitsers lanceerden in de omgeving van Wulvergem een gasaanval
op 30 april 1916, toen de '2nd Leinsters' (73rd Brigade, 24th Division) hier de
sector bezetten. De aanval was voor de Duitsers weinig succesvol. Het dorp
Wulvergem was op 14 april 1918, tijdens het Duitse Lente-Offensief, in Duitse
handen gevallen. Pas op 2 september 1918 zou het dorp opnieuw veroverd kunnen
worden door de '30th Division'.
We namen enkele foto's van de
graven waarvan verschillende 2 namen hadden in dit kleine plot waarna we onze pipes opnamen en ons klaar maakten om onze tunes te spelen. Niet veel later
toen we aan het eind van Flower of Scotland waren gekomen liet Daphné
weten dat we gezien waren, m.a.w. enkele mensen stonden te kijken of moesten
ineens de was buiten hangen waarbij er steeds meer en meer volk kwam helpen om
die klus te klaren. We vonden het allemaal wel een beetje grappig. Na Amazing
Grace dat ook door de dorpskern galmde plaatsten we het PRWWI kruisje op de
hoek van dit kleine plot maar stonden ook in gedachte stil bij de 2 onbekende
militairen die een beetje verder bij het trapje begraven liggen. Kort na het
nemen van de groepsfoto vielen de eerste regendruppels om stipt 15u00. Het was
de moeite niet om over uit te wijden want tegen de tijd dat we op weg waren
naar de auto was het al gedaan. Zelfs het stof was niet geblust.
Bij de auto aangekomen zei Stuart tegen Daphné en Monique dat Patrick de gewoonte had om na een trip te trakteren met een glas whisky. Daphné en Monique bedankten en lieten weten dat ze huiswaarts gingen rijden. We namen afscheid en niet veel later verdwenen zij achter de horizon op weg naar huis. Patrick was ondertussen reeds bij onze wagen met zijn fles en schonk de glazen in. We toasten op de mooie en aangename rit van vandaag en praten nog wat na.
Bij de auto aangekomen zei Stuart tegen Daphné en Monique dat Patrick de gewoonte had om na een trip te trakteren met een glas whisky. Daphné en Monique bedankten en lieten weten dat ze huiswaarts gingen rijden. We namen afscheid en niet veel later verdwenen zij achter de horizon op weg naar huis. Patrick was ondertussen reeds bij onze wagen met zijn fles en schonk de glazen in. We toasten op de mooie en aangename rit van vandaag en praten nog wat na.
Hoewel het toch nog een net iets
andere dag was als de dag ervoor toen we Trip 26 reden was alles ook veel
rustiger, relaxed maar toch ook vermoeiend want twee dagen na elkaar op pad is
niet niks. We waren beiden het erover eens, het was terug een mooie en
aangename dag geweest dat zeker voor herhaling vatbaar was. Daphné, Monique en
Patrick, bedankt voor de foto's en af en toe eens op het knopje te duwen van
onze camera en hopelijk tot een volgende keer.
Groeten en tot later
Stuart en Kurt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten