Datum : 22/11/2014
Begraafplaatsen
: Bethleem
Farm East Cemetery, Bethleem Farm West Cemetery, Iers Vredespark Mesen, New Zealand Memorial Mesen,
Messines Ridge British Cemetery & New Zealand Memorial, Cabin Hill Cemetery,
Derry House Cemetery No.2, Torreken Farm Cemetery No.1
Afstand : 175 Km
Weer : Frisse zonnige dag met snijdende wind
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaeghe
Info :
Een tijdje terug had een onschuldige
kinderhand enkele Trips na elkaar geloot uit de doos waarin al onze trips zijn
verzameld. Zo kwam het uit dat we voor vandaag Trip 26 zouden gaan rijden, een
rit die ons richting Mesen zou brengen in West Vlaanderen dat bekend werd door
de Mijnenslag die er plaats vond in 1917 - Internationaal is de slag gekend
onder de Franse naam van Mesen, Messines, omdat de meeste kaarten van die tijd
het dorp als Messines aangaven.
Enkele minuten voor 9u namen we afscheid van het thuisfront en vertrokken we in de richting van
de Westhoek. Het was licht mistig met een klein beetje dauwvorming toen we net
buiten de dorpskern van Mesen het kleine modderig straatje inreden naast een
boerderij die ons bij het mooi groene gemillimeterde graspad bracht dat ons dan
op zijn beurt tot bij de begraafplaats zou brengen. Toen we ons klaarmaakten en
onze pipes zouden gaan tunen waren we beiden toch heel blij dat we onze
fleece-vestjes en T-shirt met lange mouwen extra hadden aangetrokken want het
was een koude ochtend met een snijdende wind. Drie minuten vroeger dan voorzien kwamen we langsheen het
140m lange en altijd groene graspad aan op de Britse militaire begraafplaats
Bethleem Farm East Cemetery.
Deze begraafplaats ligt
iets ten ten noord-oosten van de Betlehem hoeve en werd aangelegd door
Australische eenheden, nadat de 3de Australische divisie de boerderij op 7 juni
1917 kon veroveren. Bethleem Farm East Cemetery is de kleinste Britse militaire
begraafplaats. Ze bleef in gebruik tot september 1917 waarvan de meeste
slachtoffers vielen tussen 8 en 10 juni 1917. Er liggen 43 Australische doden
begraven (waaronder 8 die niet geïdentificeerd konden worden) en 1 uit het
Verenigd Koninkrijk. Voor de Australische soldaat Maurice Surrey Dane werd
een Special Memorial opgericht omdat zijn graf niet meer gelokaliseerd kon
worden. Op de nabijgelegen Betlehem hoeve zou Adolf Hitler tussen december 1914
en februari 1915 hebben verbleven. Hij maakte toen een waterverfschilderij van
de ruïnes van de St. Niklaaskerk van Mesen.
We waren volop bezig met
het fotograferen van graven waarover we we meer informatie zouden opzoeken voor het
verhaal en de man achter de steen toen we in de verte een fieters zagen stoppen
bij onze auto. Deze persoon parkeerde zijn fiets en wandelde eveneens het pad op
dat naar de begraafplaats leidde. Enkele seconden later zagen we dat het
Patrick Verhaeghe was die ons vandaag zou volgen op onze trip. Hij had zijn
mobilhome achtergelaten nabij het kerkplein omdat de begraafplaatsen die we
vandaag zouden bezoeken allemaal rond Mesen lagen. Na elkaar een goede dag te
hebben gezegd liet hij ons weten dat hijzelf nog geen van deze plaatsen had
bezocht. Het waren bijna allemaal kleine en heel afgelegen begraafplaatsen en
dat is dan ook wel de reden waarom deze begraafplaatsen minder worden bezocht
dan de iets grotere en bekendere.
Private Robert Theodore Morrall. Service Number 1877. 42nd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 9 juni 1917, 26 jaar. Rij A Graf 13.
|
We maakten ons klaar om
onze tunes te spelen nabij het Cross of Sacrifice en het geluid van de pipes
galmde iets later dan ook over de open vlakte. Na het spelen van Flower of
Scotland en Amazing Grace plaatsten we het PRWWI 'In Remembrance' kruisje bij
het Cross of Sacrifice en namen nog enkele foto's waarna we opzoek gingen naar
het register. Spijtig genoeg was hier op deze kleine mooie, in hoeverre je dat
natuurlijk mooi kunt noemen, geen register aanwezig.
We verlieten Bethleem Farm East Cemetery om 11u en trokken op weg naar de 400m zuidwestelijke liggende Bethleem Farm West Cemetery.
Bethleem Farm West Cemetery is bereikbaar via een boerderijweg en een graspad van ca. 50 meter. De begraafplaats ligt aan de andere zijde van de Betlehemhoeve en werd aangelegd door Australische eenheden nadat deze hoeve werd veroverd door de 3de Australische divisie op 7 juni 1917 tijdens de Tweede Slag om Mesen. Ze bleef in gebruik tot december 1917, de meeste slachtoffers waren manschappen van de 14th Light Division. Onder de 165 slachtoffers die er liggen begraven zijn er 24 Britten, 114 Australiërs, waarvan 1 niet geïdentificeerd kon worden en 27 Nieuw-Zeelanders. Eén Nieuw-Zeelander kreeg een speciale gedenksteen (Special Memorial) omdat zijn graf door artillerievuur vernietigd werd en niet meer gelokaliseerd kon worden. Er ligt ook een niet-geïdentificeerde Brit uit de Tweede Wereldoorlog begraven. Deze begraafplaats werd evenals de Bethleem Farm East Cemetery beschermd als monument in 2009.
We verlieten Bethleem Farm East Cemetery om 11u en trokken op weg naar de 400m zuidwestelijke liggende Bethleem Farm West Cemetery.
Bethleem Farm West Cemetery is bereikbaar via een boerderijweg en een graspad van ca. 50 meter. De begraafplaats ligt aan de andere zijde van de Betlehemhoeve en werd aangelegd door Australische eenheden nadat deze hoeve werd veroverd door de 3de Australische divisie op 7 juni 1917 tijdens de Tweede Slag om Mesen. Ze bleef in gebruik tot december 1917, de meeste slachtoffers waren manschappen van de 14th Light Division. Onder de 165 slachtoffers die er liggen begraven zijn er 24 Britten, 114 Australiërs, waarvan 1 niet geïdentificeerd kon worden en 27 Nieuw-Zeelanders. Eén Nieuw-Zeelander kreeg een speciale gedenksteen (Special Memorial) omdat zijn graf door artillerievuur vernietigd werd en niet meer gelokaliseerd kon worden. Er ligt ook een niet-geïdentificeerde Brit uit de Tweede Wereldoorlog begraven. Deze begraafplaats werd evenals de Bethleem Farm East Cemetery beschermd als monument in 2009.
We betraden de
begraafplaats en begonnen direct met het nemen van onze foto's en merkten ook
op dat de kleine tekstjes onderaan op een grafsteen toch verschillend is per
nationaliteit, een ander soort van tekstjes. Het zonnetje kwam piepen maar toch
bleef het een snijdende koude wind. Uit de wind en in de zon zou het aangenamer
zijn geweest maar hier in deze open vlakten was dit niet mogelijk.
Nadat Stuart zijn lijstje had afgewerkt maakten we ons klaar en besloten om hier tussen de graven op de begraafplaats onze tunes te spelen. Ook hier galmden onze pipes over de vlakten, waarschijnlijk konden ze dit wel horen tot in het dorp. Nadat we onze pipes hadden neergelegd werd aan het Cross of Sacrifice ons PRWWI kruisje geplaatst door Stuart naast een ander In Remembrance kruisje wat ons liet weten dat hier onlangs nog mensen waren geweest. Na het nemen van de groepsfoto gingen we opzoek naar het register wat we vonden bij de ingang van de begraafplaats. Het register had een laatste input gehad op 11 november 2014 van een zekere Stijn B. uit Gentbrugge (BE). Nadat we beiden het register hadden ingevuld verlieten we deze kleine maar ook zeer mooie begraafplaats en vertrokken we om 11u40 naar onze volgende bestemming dat zo'n 2 kilometer verder lag.
Private C.M. Cluett. Service Number 381. 33rd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 15 juni 1917. Rij B Graf 13.
|
Private Robert Munson. Service Number 493. 33rd Bn. Australian Infantry A.I.F.
Gesneuveld 23 juli 1917. Rij B Graf 8.
|
Private William Henry Whelan. Service Number 3703. 26th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 16 december 1917, 27 jaar. Rij A Graf 35.
|
Serjeant Alfred Ernest Fulcher MM (Military Medal). Service Number 26/98. 4th Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade. Gesneuveld 13 augustus 1917, 28 jaar. Rij D Graf 21.
|
Corporal Donald Cranston Murray MM (Military Medal). Service Number 970. 33rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. Gesneuveld 23 juli 1917, 35 jaar. Rij C Graf 21a.
|
Nadat Stuart zijn lijstje had afgewerkt maakten we ons klaar en besloten om hier tussen de graven op de begraafplaats onze tunes te spelen. Ook hier galmden onze pipes over de vlakten, waarschijnlijk konden ze dit wel horen tot in het dorp. Nadat we onze pipes hadden neergelegd werd aan het Cross of Sacrifice ons PRWWI kruisje geplaatst door Stuart naast een ander In Remembrance kruisje wat ons liet weten dat hier onlangs nog mensen waren geweest. Na het nemen van de groepsfoto gingen we opzoek naar het register wat we vonden bij de ingang van de begraafplaats. Het register had een laatste input gehad op 11 november 2014 van een zekere Stijn B. uit Gentbrugge (BE). Nadat we beiden het register hadden ingevuld verlieten we deze kleine maar ook zeer mooie begraafplaats en vertrokken we om 11u40 naar onze volgende bestemming dat zo'n 2 kilometer verder lag.
Om 11u50 reden we de
parking op aan het Iers Vredespark ten zuid-westen van Mesen. Op de parking
stond enkel een wagen geparkeerd met Engelse nummerplaat wat ons liet weten dat
we niet alleen zouden zijn. Het Island of Ireland Peace Park of Iers Vredespark
wil een nationaal gedenkteken zijn waarbij alle Ieren worden herdacht die zijn
omgekomen in WWI zonder rekening te houden met afkomst, religie of militaire
eenheid. Aan de halfronde
toegangsmuur die is opgetrokken uit Ierse breuksteen hing een zwaar
smeedijzeren hek met daar net achter vier rechtopstaande zuilen met daarop een
bronzen plaat waarop een korte uitleg op waarom en wanneer het monument is
opgericht alsook een bedanking aan de bevolking van Mesen elke zuil had een
andere taal.
We liepen verder het mooi
betegelde pad op in de richting van de toren waarbij we aan de rechterzijde een
9 tal grote stenen, liggend in het gras, aantroffen met gedichten op waarvan
enkele wel diepgaand zijn. Terwijl we de verschillende gedichten stonden te
lezen zagen we een wat oudere man, die met een kruk liep, langsheen het pad aan
de andere kant van het Vredespark wandelen. Hij kreeg ons in de gaten en
wandelde rustig verder in onze richting terwijl wij verder deden met ons ding.
Op het einde van het pad langs waar de 9 zware stenen lagen stonden nog eens 3
rechtopstaande zuilen met afgeschuind bovenvlak.
Op de eerste stond te lezen; 10th Irish Division - 9363 killed, wounded, missing.
Op de tweede zuil die stond voor de 16th Irish Division konden we, 28.398 killed, wounded, missing lezen en op de derde zuil stond te lezen 36th Ulster Division 32.186 killed, wounded, missing.
Bij de stenen lag ook een Poppy-krans en wapperde er een klein Iers vlaggetje.
Op de eerste stond te lezen; 10th Irish Division - 9363 killed, wounded, missing.
Op de tweede zuil die stond voor de 16th Irish Division konden we, 28.398 killed, wounded, missing lezen en op de derde zuil stond te lezen 36th Ulster Division 32.186 killed, wounded, missing.
Bij de stenen lag ook een Poppy-krans en wapperde er een klein Iers vlaggetje.
Bij de toren aangekomen
die is opgericht uit eveneens Ierse breuksteen, een hoogte heeft van 30 meter
en een diameter van 6,3 meter met een kegelvormig dak en evenwel gebouwd op een
paar kilometers verwijderd van de plaatswaar hij zich historisch gezien
eigenlijk had moeten bevinden, besloten we om hier naast de toren ook onze
tunes te spelen op de pipes. Toen we aanstalten maakten om te gaan spelen ging
de oudere man die er rond liep op aan bank zitten zo'n 20 meter van ons
verwijderd. Voordien had hij ons op een afstand steeds gade geslagen. Nadat we Flower of Scotland hadden gespeeld deed hij een goedkeurend gebaar naar
Stuart zodat we beiden gerust waren en verder gingen met Amazing Grace. Terwijl
we stonden te spelen waren nog enkele mensen gearriveerd die foto's gingen
maken.
Na het spelen van onze
twee tunes plaatsten we ons PRWWI kruisje naast de toren bij enkele andere In
Remembrance kruisjes die er stonden in het perk en gingen verder met het maken
van enkele foto's. We wandelden verder over het park en de stilte overviel je
hier gewoon. Juist het suizen van de wind en het getjierp van een enkele vogel
gaven een immense rust. Heel anders dan dat hier een bus arriveert met
toeristen die er dan, de een al wat meer dan de andere, ongeïnteresseerd
bijloopt om maar juist te zeggen dat ze hier ook zijn geweest volgens Patrick
ons liet weten. Patrick was hier een tijdje geleden ook op bezoek geweest en
dat moment stopte er blijkbaar een paar toeristenbussen. Deze maal genoot hij
er des te meer van zo liet hij ons weten. Een mooi, rustig en door de CWGC
onderhouden park.
Om 12u10 verlieten we
het Iers Vredespark langsheen een smal pad dat ons bij een houten brug bracht
die over een klein water liep en ons verder zou leiden langsheen een nieuw
aangelegd houten pad tot bij het New Zealand Memorial waar we een kleine vijf
minuten later zouden arriveren. Bij aankomst merkten we op dat bijna alles is
afgezet met groten hekken, een snel met houten platen aangelegd pad waarop een
soort canvas lag om uitschuiven te voorkomen leidde ons doorheen de bomen tot
bij het Memorial. Het voorziene toegangspad was eveneens afgezet met hekken
waarop een bord hing met; verboden de werf te betreden. We zagen dat hier
serieus gewerkt werd, verschillende bomen lagen hier in klossen gezaagd, bijna
alle struiken waren gekortwiekt en
hele stukken waar bomen hadden gestaan waren omgewoeld en hier en daar plat
getrokken. De overblijfselen van de 2 Duitse bunkers waren ook ontdaan van
struikgewas en kruid, waarschijnlijk met de bedoeling om alles aantrekkelijker
te maken en zoals bij het Iers Vredespark je een uitzicht over het slagveld in
de Douve-vallei te kunnen geven.
Mesen heeft 2 gedenktekens, opgedragen aan de militairen van de Nieuw-Zeelandse Divisie, die herinneren aan de bloedige veldslag om Mesen in de periode van 7 tot 14 juni 1917. Tijdens deze Slag om Mesen zouden 914 Nieuw-Zeelandse militairen de dood vinden, waarvan er 537 niet meer geïdentificeerd konden worden. Zij worden herdacht op het "New Zealand Memorial to the Missing", aan de ingang van het "Messines Ridge British Cemetery" aan de andere kant van het dorp.
Op de voor zijde van het New Zealand Memorial stond vermeld "In honour of the men of New Zealand Division. The battle of Messines 7th to 14th of June 1917". Op de rechter zijde stond dezelfde tekst maar in de
oude Vlaamse spelling en aan de linker zijde eveneens maar in het Frans. De
achterzijde vermelde; The New-Zealand Division', Auckland - Wellington - Canterbury - Otago. Het
Memorial werd door Koning Albert I op 1 augustus 1924 plechtig ingehuldigd.
We konden niet anders dan
onze tunes spelen op het tableau van het Memorial daar alles rond om ons was
afgezet met hekken en touwen. Toen de laatste noten van Amazing Grace klonken
zagen we van tussen de struiken aan de overkant enkele mensen komen
aangelopen in onze richting. Net toen ze hier met de wagen stopten hoorden ze ons
spelen en wilden zo snel mogelijk komen zien naar het gebeuren, vandaar dat ze
door de struiken kwamen aangelopen. Het PRWWI kruisje werd geplaatst bij en
tussen enkele andere In Remembrance kruisjes en bloemenkransen die hier waren
neergelegd op de 11 november herdenkingen.
Wat aftastend naar onze
taal bleken ze verwonderd te zijn dat we Nederlands spraken. Ze vroegen ons dan
ook direct of ze met ons even op de foto konden, wat uiteraard geen enkel
probleem was voor ons. Na een korte babbel en uitleg van en over het project
besloten ze ons te volgen naar de volgende begraafplaats om ons aan het werk te
zien en vooral voor de dame in het
gezelschap ons nog eens te horen spelen. Stuart gaf hen de coördinaten van onze
volgende bestemming en nodigede hen uit om mee op de groepsfoto te staan voor
onze archieven waar zij gretig op ingingen. We verlieten allemaal samen het
New Zealand Memorial om 12u35 voor onze volgende bestemming, Messines Ridge British Cemetery
Om 13u arriveerden we op het Messines Ridge
British Cemetery & New Zealand Memorial waar de mensen die we hadden
ontmoet bij het New Zealand Memorial reeds op onze komst stonden de wachten. We
namen onze papieren, fototoestellen, statief, pipes, ea uit de auto en trokken
samen de begraafplaats op waarbij we eerst het New Zealand Memorial passeerden.
Messines Ridge British Cemetery is een Britse militaire begraafplaats dat ommuurd is met natuursteen en telt 1531 gesneuvelden waarvan 957 niet meer geïdentificeerd konden worden. De begraafplaats werd na het einde van de oorlog aangelegd op de gronden van het vroegere klooster - Institut Royale, toen men hier graven uit kleinere begraafplaatsen samenbracht. Die ontruimde begraafplaatsen waren Bristol Castle Military Cemetery en River Dove Cemetery (ook wel Snitchel Farm) in Mesen, Queensland Cemetery in Waasten, Bell Farm Cemetery, Blauwepoortbeek Cemetery, Lumm Farm Cemetery, Middle Farm Cemetery en Onraet Farm Cemetery in Wijtschate en Bousbecques East German Cemetery. Vlakbij lag vroeger de abdijhoeve Ferme du Moulin. Op de terp waar de Hospiesmolen, de windmolen van de boerderij, stond werd het Cross of Sacrifice opgericht. Centraal op de begraafplaats staat de Stone of Remmembrance. Er worden nu 1003 Britten, 1 Canadees, 342 Australiërs, 128 Nieuw-Zeelanders en 57 Zuid-Afrikanen herdacht. Voor 28 militairen werden Special Memorials opgericht omdat men vermoedt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden. Daarnaast zijn er nog 13 Special Memorials en een Duhallow Block ter herinnering aan militairen, wiens graf op andere begraafplaatsen door het oorlogsgeweld verloren gegaan is. Deze begraafplaats is dan ook zoals velen anderen hier in de streek sinds 2009 als monument beschermd.
Messines Ridge British Cemetery is een Britse militaire begraafplaats dat ommuurd is met natuursteen en telt 1531 gesneuvelden waarvan 957 niet meer geïdentificeerd konden worden. De begraafplaats werd na het einde van de oorlog aangelegd op de gronden van het vroegere klooster - Institut Royale, toen men hier graven uit kleinere begraafplaatsen samenbracht. Die ontruimde begraafplaatsen waren Bristol Castle Military Cemetery en River Dove Cemetery (ook wel Snitchel Farm) in Mesen, Queensland Cemetery in Waasten, Bell Farm Cemetery, Blauwepoortbeek Cemetery, Lumm Farm Cemetery, Middle Farm Cemetery en Onraet Farm Cemetery in Wijtschate en Bousbecques East German Cemetery. Vlakbij lag vroeger de abdijhoeve Ferme du Moulin. Op de terp waar de Hospiesmolen, de windmolen van de boerderij, stond werd het Cross of Sacrifice opgericht. Centraal op de begraafplaats staat de Stone of Remmembrance. Er worden nu 1003 Britten, 1 Canadees, 342 Australiërs, 128 Nieuw-Zeelanders en 57 Zuid-Afrikanen herdacht. Voor 28 militairen werden Special Memorials opgericht omdat men vermoedt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden. Daarnaast zijn er nog 13 Special Memorials en een Duhallow Block ter herinnering aan militairen, wiens graf op andere begraafplaatsen door het oorlogsgeweld verloren gegaan is. Deze begraafplaats is dan ook zoals velen anderen hier in de streek sinds 2009 als monument beschermd.
Terwijl wij bezig waren met het
nemen van foto's en het verzamelen van informatie voor onze archieven gaf
Patrick een rijkelijke uitleg over het doel van onze tocht, onze manier van
werken, wat we zo allemaal verzamelden en waarom, waarom we op elke
begraafplaats een paar tunes spelen, een PRWWI In Remembrance Kruisje achter
laten en veel meer waarvoor we Patrick natuurlijk heel dankbaar zijn.
Toen we
aanstalten maakten om onze tunes te gaan spelen nabij de Stone of Remembrance
kwamen ze een ietsje korter bij staan en begonnen met het nemen van enkele
foto's.
Nadat we gedaan hadden met spelen besloten we om ons PRWWI kruisje bij de Stone of Remembrance, daar stonden al enkele andere kruisjes en een paar Poppy-kransen bij, neer te planten. Daarna gaan onze tijdelijke volgers ook mee op de groepsfoto. Niet veel later gingen we op zoek naar het register wat we vonden in de muur tussen de begraafplaats en het Memorial, het had een laatste input op 11/11/2014 van een zekere P. Wharton uit Walgherton - Cheshire (UK).
Nadat we beiden het register hadden ingevuld gingen we het trapje af en begonnen we met het zoeken van enkele namen in het Memorial die we hadden uitgekozen voor de het verhaal achter de steen.
Private Norman Leonard Brooks. Service Number 2026. 50th Bn. Australian Infantry.
Gesneuveld 11 juni 1917, 26 jaar. Plot I Rij B Graf 5.
|
Private J E Callard. Service Number 1641. 48th Bn. Australian Infantry.
Gesneuveld 8 juni 1917. Plot VI Rij D Graf 5.
|
Private Ernest William Collins. Service Number 4274. 32nd Bn. Australian Infantry.
Gesneuveld 20 november 1917, 24 jaar. Plot I Rij D Graf 41.
|
Private Roy Crannis. Service Number 1902. 34th Bn. Australian Infantry.
Gesneuveld 7 juni 1917. Plot I Rij F Graf 22.
|
Rifleman Alexander Stirling Cross. Service Number 25819. 3rd Bn. New Zealand Rifle Brigade.
Geboren Glasgow, Scotland. Gesneuveld 7 juni 1917, 37 jaar. Plot II Rij E Graf 32.
|
Private Henry Charles Ellis Rundle. Service Number 4631. 32nd Bn. Australian Infantry.
Gesneuveld 19 februari 1918, 26 jaar. Plot I Rij B Graf 60.
|
Private Walter Snell. Service Number 1910. 41st Bn. Australian Infantry.
Gesneuveld 23 juni 1917, 26 jaar. Plot V Rij C Graf 27.
|
Private L Viner. Service Number 128366. 31st Bn. Machine Gun Corps (Infantry).
Gesneuveld 10 april 1918. Plot IV Rij C Graf 14.
|
Nadat we gedaan hadden met spelen besloten we om ons PRWWI kruisje bij de Stone of Remembrance, daar stonden al enkele andere kruisjes en een paar Poppy-kransen bij, neer te planten. Daarna gaan onze tijdelijke volgers ook mee op de groepsfoto. Niet veel later gingen we op zoek naar het register wat we vonden in de muur tussen de begraafplaats en het Memorial, het had een laatste input op 11/11/2014 van een zekere P. Wharton uit Walgherton - Cheshire (UK).
Nadat we beiden het register hadden ingevuld gingen we het trapje af en begonnen we met het zoeken van enkele namen in het Memorial die we hadden uitgekozen voor de het verhaal achter de steen.
Het Messines Ridge New Zealand
Memorial is een van de zeven gedenktekens in België en Frankrijk voor de
Nieuw-Zeelandse militairen die aan het Westfront sneuvelden en die geen gekend
graf hebben - de anderen vinden we op Buttes New British Cemetery, Caterpillar
Valley (Longueval), Grevillers, Tyne Cott, Cite Bonjean en Marfaux. Hier in Mesen herdenkt het de 827 officieren en manschappen van de New
Zealand Expeditionary Force die zonder bekend graf stierven in en rondom Mesen. De begraafplaats en het Memorial werden aangelegd op de site van de
molen (Moulin d'Hospice) die behoorde tot het instituut Royal de Messines - Een
Belgisch weeshuis en school van de Voormalige Benedictijner abdij. De molen
dateerde van 1445, maar in de loop van WWI werd deze volledig verwoest. Het
Memorial is gebouwd op dezelfde plaats waar de molen destijds stond.
Private Henry Apanui Broderick. Service Number 12/517.
No.15 (North Auckland) Coy. 1st Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 31 juli 1917, 24 jaar. Paneel 5.
|
Private Willie Bunting Calder. Service Number 31220. 1st Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 8 juni 1917. Paneel 25.
|
Private Victor Emanuel Hodson. Service Number 5/29. New Zealand Cyclist Battalion.
Gesneuveld 17 april 1918. Paneel 1.
|
Private Frederick Matthew Martin. Service Number 31674. 1st Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 23 juni 1917, 31 jaar. Paneel 7.
|
Private Clive John McNamara. Service Number 29456. 1st. Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 8 juni 1917, 21 jaar. Paneel 28.
|
Private Peter Millane. Service Number 63366. 2nd New Zealand Entrenching Battalion, N.Z.E.F.
Gesneuveld 15 april 1918. Paneel 44.
|
Private Robert George Staveley. Service Number 56863. 2nd New Zealand Entrenching Battalion, N.Z.E.F.
Gesneuveld 23 april 1918, 29 jaar. Paneel 44.
|
Een 'In Remembrance' kruisje met mooie tekst. 'The war may be over, but you will not be forgotten' |
Na het vinden, met wat hulp van Patrick, alle namen
die we hadden uitgekozen zouden we ook hier op de pipes gaan spelen. Doordat
het Memorial eigenlijk deel uitmaakt van de begraafplaats besloten we hier de
tune Highland Cathedral te spelen. Tweemaal kort na elkaar en op enkele meters
van elkaar dezelfde tunes spelen vonden we niet zo passend. Tijdens het spelen,
al wat meer zichtbaarder omdat we aan de straatkant stonden, merkten we op dat er enkele toeschouwers
stonden te kijken. Na onze tune plaatsten we ook hier een PRWWI kruisje in de
nis van het Memorial waar reeds een houten In Remembrance kruisje stond met
daarbij een gehaakte Poppy. In de nis stond gebeiteld; Here are recorded the names of officers and
men of New Zealand who fel in or near Messines in 1917 and 1918 and whose
graves are known only to God. Om 14u verlieten we het Memorial en gingen op weg naar de auto.
Hier verliet onze groep volgers ons op weg naar andere
oorden terwijl wij eindelijk onze middag lunch konden nuttigen en Kurt vooral
zijn kop warme koffie. Terwijl Patrick en Kurt genoten van hun kop koffie,
genoot Stuart van zijn Schotse thee (met melk). We verorberden ook enkele belegde
sandwiches welke zeer welkom waren voor sommigen onder ons. Terwijl wij genoten van onze lunch,
stopten af en toe enkele wagens om eens te zien wat er gaande was. Toch raar
vonden we hoe een kilt , zoals Stuart zei, een magneet kan worden. Indien we
hier in lange broek zouden staan, zou niemand ons opmerken. Na onze middaglunch
werd alles terug mooi opgeborgen
en maakten we ons klaar om op weg te gaan naar onze volgende bestemming,
Cabin Hill Cemetery.
We lieten het Messines Ridge British Cemetery &
New Zealand Memorial achter ons en nadat we iets later de dorpskern waren
gepasseerd reden we verder langsheen
kleine baantjes de open vlakten van de Westhoek in. We arriveerden om 14u20 een 10 minuten later dan voorzien bij de Cabin Hill Cemetery die was gelegen in
de Waterputstraat, een klein beton-baantje waar men niet echt kan parkeren
zonder andere verkeer te hinderen. Stuart manoeuvreerde de auto veilig en
zonder vast te rijden op de oprit van een stuk land waar mais had gestaan net
naast het 50 meter lange pad die ons naar de begraafplaats zou leiden.
Cabin Hill Cemetery is een heel kleine Britse
begraafplaats dat langs 3 zijden is ommuurt door een bakstenen muur de 4de
zijde is afgebakend door een beukenhaag. Het Cross of Sacrifice staat centraal aan de noordoostelijke
zijde van de begraafplaats dat 67 geïdentificeerde gesneuvelden, 42 Britten en 25
Australiërs. Wijtschate werd begin november 1914 door de Duitse troepen
ingenomen. Het dorp werd door de 11th Division tijdens de Tweede Slag om Mesen
op 7 juni 1917 heroverd waarna de begraafplaats door dezelfde divisie werd
aangelegd. Op 16 april 1918 werd het dorp gedurende het Duitse Lenteoffensief
door de vijandelijke troepen terug ingenomen. Uiteindelijk werd het door de
Commomwealth troepen definitief heroverd op 28 september 1918. Deze
frontlijnbegraafplaats werd gebruikt tot maart 1918. Haar naam verwijst naar
een herdershut die toen in de nabijheid lag.
Second Lieutenant Frank Mewburn Dunn. 10th Bn. Durham Light Infantry.
Gesneuveld 23 september 1917, 27 jaar. Rij C Graf 6.
|
Private Albert Hart. Service number 32230. 6th Bn. Bedfordshire Regiment.
Gesneuveld 24 juli 1917, 36 jaar. Rij B Graf 3.
|
Private William McTear. Service number 12866. What’s in a name.
Gesneuveld 23 september 1917, 29 jaar. Rij C Graf 7.
|
Private Samuel Spicer. Service number 31895. 2nd Bn. Wiltshire Regiment.
Mooie epitaaf: ‘A voice we loved is stilled’.
Gesneuveld 8 september 1917, 19 jaar. Rij C Graf 9.
|
Nadat we hier de informatie en
foto's hadden genomen dat we zochten voor ons archief maakten we ons klaar voor
het spelen op de pipes. Flower of Scotland en Amazing Grace zijn
ondertussen een vaste waarde geworden voor of bij elke begraafplaats en toch is
het steeds anders. Ook hier gaf het ons een immense rust en goed gevoel dat we
hier voor deze 67 gesneuvelden konden spelen welke naar alle waarschijnlijkheid
maar weinig of geen bezoek kregen zo te zien. Ons PRWWI kruisje werd nadien bij
het Cross of Sacrifice geplaatst waarna we opzoek gingen naar het register. Op
deze kleine begraafplaats vonden we geen register zodat we verder gingen naar
de volgende begraafplaats op onze tocht.
Terwijl we op het pad van Cabin Hill Cemetery naar het baantje waar de wagen liepen ontdekte Kurt op een regelmatige afstand van elkaar kleine betonnen blokjes. Bij nadere inspectie bleken er op elk betonnen blokje de letters C, daaronder W - G en helemaal onderaan terug een letter C te staan. Kurt zijn euro viel toen op zijn plaats toen hij er een foto van nam, de letters stonden natuurlijk voor Commonwealth War Grave Commission. Geen van ons allen wist dat deze bestonden of had er eerlijk gezegd nog nooit opgelet. De betonnen blokjes markeerden gewoon het pad dat eveneens werd onderhouden door de CWGC, van en naar de begraafplaats.
We vertrokken bij Cabin Hill Cemetery om 14u40 en koersten richting Derry House Cemetery N°2 - en niet Derby House zoals Kurt zich liet ontvallen. Volgens Stuart kwam dat door het ploegwerk, Patrick dacht eerder dat hij ineens voetbalfan was geworden.
Terwijl we op het pad van Cabin Hill Cemetery naar het baantje waar de wagen liepen ontdekte Kurt op een regelmatige afstand van elkaar kleine betonnen blokjes. Bij nadere inspectie bleken er op elk betonnen blokje de letters C, daaronder W - G en helemaal onderaan terug een letter C te staan. Kurt zijn euro viel toen op zijn plaats toen hij er een foto van nam, de letters stonden natuurlijk voor Commonwealth War Grave Commission. Geen van ons allen wist dat deze bestonden of had er eerlijk gezegd nog nooit opgelet. De betonnen blokjes markeerden gewoon het pad dat eveneens werd onderhouden door de CWGC, van en naar de begraafplaats.
We vertrokken bij Cabin Hill Cemetery om 14u40 en koersten richting Derry House Cemetery N°2 - en niet Derby House zoals Kurt zich liet ontvallen. Volgens Stuart kwam dat door het ploegwerk, Patrick dacht eerder dat hij ineens voetbalfan was geworden.
Terug langs kleine betonbaantjes
bereikten we om 14u50 Derry House Cemetery N°2 dat pal naast een boerderij lag.
Tijdens de Mijnenslag op 7 juni 1917 kwam het dorp Wijtschate terug in Britse handen tot 16 april 1918, tot het tijdens het Duitse Lenteoffensief na 6 dagen strijd weer in Duitse handen kwam. Uiteindelijk werd het dorp definitief door de Britse troepen heroverd op 28 september 1918. De begraafplaats lag achter een hoeve die door de Royal Irish Rifles "Derry House" werd genoemd. Ze werd vanaf juni 1917 door een veldhulppost (Field ambulance) van de 11th Division als frontlijnbegraafplaats aangelegd en tot december 1917 gebruikt. In oktober 1918 werd het door de 2nd London Scottish terug in gebruik genomen. Het toen nog bestaande Derry House Cemetery No.1 werd later ontruimd. Hier op deze begraafplaats dat precies nog uit 2 delen bestaat liggen 126 Britten en 37 Australiërs begraven.
We trokken de begraafplaats waarvan het toegangshek bestond uit een ketting in plaats van een smeedijzeren hekken, op en gingen meteen opzoek naar de graven die we hadden uitgezocht op het eerste deel van deze mooie rustige begraafplaats. In het midden van de begraafplaats op een smaller stuk stond het Cross of Sacrifice, en rechts achter een hoek bevond zich het andere deel van de begraafplaats dat in feite een beetje, vanwaar wij stonden, verscholen lag achter een grote hangaar van de boerderij ernaast. Toen we het andere deel van de begraafplaats zagen we in de hoek aan de rechter zijde, een bunker die ook voor een klein stukje op de boerderij ernaast stond en waarvan beide ingangen waren dichtgemetseld. Toen we bezig waren met het fotograferen van enkele graven waarop 2 namen stonden vermeld, wat blijkbaar duidde dat hier op deze plaats twee gesneuvelden boven elkaar waren begraven, vond Stuart een baby fopspeentje. Papa van een zoontje van 2,5 jaar zijnde viel het hem meteen op. Bewijst wel dat er onlangs nog bezoek is geweest een klein kindje.
Tijdens de Mijnenslag op 7 juni 1917 kwam het dorp Wijtschate terug in Britse handen tot 16 april 1918, tot het tijdens het Duitse Lenteoffensief na 6 dagen strijd weer in Duitse handen kwam. Uiteindelijk werd het dorp definitief door de Britse troepen heroverd op 28 september 1918. De begraafplaats lag achter een hoeve die door de Royal Irish Rifles "Derry House" werd genoemd. Ze werd vanaf juni 1917 door een veldhulppost (Field ambulance) van de 11th Division als frontlijnbegraafplaats aangelegd en tot december 1917 gebruikt. In oktober 1918 werd het door de 2nd London Scottish terug in gebruik genomen. Het toen nog bestaande Derry House Cemetery No.1 werd later ontruimd. Hier op deze begraafplaats dat precies nog uit 2 delen bestaat liggen 126 Britten en 37 Australiërs begraven.
We trokken de begraafplaats waarvan het toegangshek bestond uit een ketting in plaats van een smeedijzeren hekken, op en gingen meteen opzoek naar de graven die we hadden uitgezocht op het eerste deel van deze mooie rustige begraafplaats. In het midden van de begraafplaats op een smaller stuk stond het Cross of Sacrifice, en rechts achter een hoek bevond zich het andere deel van de begraafplaats dat in feite een beetje, vanwaar wij stonden, verscholen lag achter een grote hangaar van de boerderij ernaast. Toen we het andere deel van de begraafplaats zagen we in de hoek aan de rechter zijde, een bunker die ook voor een klein stukje op de boerderij ernaast stond en waarvan beide ingangen waren dichtgemetseld. Toen we bezig waren met het fotograferen van enkele graven waarop 2 namen stonden vermeld, wat blijkbaar duidde dat hier op deze plaats twee gesneuvelden boven elkaar waren begraven, vond Stuart een baby fopspeentje. Papa van een zoontje van 2,5 jaar zijnde viel het hem meteen op. Bewijst wel dat er onlangs nog bezoek is geweest een klein kindje.
Private Henry Joseph Taylor. Service number 2514A. 47th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 19 augustus 1917. Plot II Rij A Graf 3.
|
Corporal John Pope. Service number 3411. 47th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 12 augustus 1917. Plot II Rij C Graf 2.
|
Serjeant Horace Cecile Streeton MM (Military Medal).
Service number Z/2742. 13th Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 2 augustus 1917, 22 jaar. Plot II Rij D Graf 2.
|
Lance Corporal Frederick William Broom MM (Military Medal).
Service number 41233. 2nd Bn. Royal Scots Fusiliers.
Gesneuveld 16 september 1917, 29 jaar. Plot II Rij E Graf 1.
|
Kort nadien besloten we om bij
het Cross of Sacrifice onze tunes te spelen wat blijkbaar toch de aandacht trok
van de boer aan de overkant van de straat. De man bleef ons verder in de gaten
houden voor de tijd dat we aanwezig waren. Nadat we gedaan hadden met het
spelen van onze tunes werd het PRWWI In Remembrance kruisje neergeplant bij het
Cross of Sacrife. Ondertussen kwam een mevrouw met 2 kleine kinderen
aangefietst die halt hield bij de ingang van de begraafplaats en eveneens ons
doen en laten volgde. We wandelden rustig naar de uitgang waar we ook het
register terug vonden in een van de hoekstenen van de begraafplaats. Het
register had een laatste input van een zekere William Humphries Ryde afkomstig van Isle of Wight die
hier op bezoek is geweest op 12 november 2014. Nadat we het register hadden ingevuld
laden we alles zorgvuldig in en maakten ons klaar om naar onze laatste
begraafplaats te trekken voor vandaag en verlieten Derry House Cemetery N°2 om 15u25.
Na een rit van een kleine vijf
minuten kwamen we, terug mooi op schema, aan om 15u30 bij Torreken Farm
Cemetery N°1 (een Britse begraafplaats ten zuidoosten van het dorp Wijtschate) Een begraafplaats die toegankelijk is via een spectaculair pad van ongeveer een 210 meter lang.
We parkeerden voor het huis en het leek erop of we gingen de oprit van het huis opgaan. Niks was minder waar want op de grond naast het wegwijzer bordje van de begraafplaats vonden we ook een betonnen blokje terug met de letters C-WG-C op wat ons liet weten dat we correct zaten. We liepen over het pad, de betonblokjes volgend, verder en het was precies of we liepen in de bewoners van het huis hun tuin tot we ineens voor een groot metalen hek stonden van een pad met een omheining van hoge draad waarop stroom zat. Aan het hek hing een bord waarop we konden lezen "Beware of the Bul!" daaronder de vertaling "Pas op voor de stier!". Wat gaan we doen jongens? Kurt opende het grote metalen hek en ging gewapend met z'n pipes in de hand het omheinde pad op gevolgd door Stuart en Patrick. Halfweg het pad dienden we een hek te openen waarbij we even midden op de wei stonden om dan direct er tegenover het volgende hek te openen en onze weg te vervolgen.
We parkeerden voor het huis en het leek erop of we gingen de oprit van het huis opgaan. Niks was minder waar want op de grond naast het wegwijzer bordje van de begraafplaats vonden we ook een betonnen blokje terug met de letters C-WG-C op wat ons liet weten dat we correct zaten. We liepen over het pad, de betonblokjes volgend, verder en het was precies of we liepen in de bewoners van het huis hun tuin tot we ineens voor een groot metalen hek stonden van een pad met een omheining van hoge draad waarop stroom zat. Aan het hek hing een bord waarop we konden lezen "Beware of the Bul!" daaronder de vertaling "Pas op voor de stier!". Wat gaan we doen jongens? Kurt opende het grote metalen hek en ging gewapend met z'n pipes in de hand het omheinde pad op gevolgd door Stuart en Patrick. Halfweg het pad dienden we een hek te openen waarbij we even midden op de wei stonden om dan direct er tegenover het volgende hek te openen en onze weg te vervolgen.
Voor de toegang van de
begraafplaats zelf, die bestaat uit een zwart smeedijzeren hekken geflankeerd
door 2 witstenen zuilen, staan betonnen staken met prikkeldraad. In de zuilen
staat 'Torreken Farm Cemetery Number One 1917-1918' gegrift. De begraafplaats
'Torreken Farm Cemetery No 1' (nu is er nog slechts één) werd gestart tijdens
de Mijnenslag van 7 juni 1917 door de 5th Dorsets Regiment en bleef in gebruik
als frontlijnbegraafplaats tot in april 1918, toen de Duitsers tijdens het
Lente-Offensief het dorp opnieuw innamen. De grafstenen, die allen tot één perk
behoren, zijn vrij regelmatig geschikt en allen naar het NW gericht. Hier
liggen 104 militairen begraven: 70 gesneuvelden uit het Verenigd Koninkrijk
(waarvan 1 niet geïdentificeerd kon worden), 20 Australiërs en 14 Duitsers.
Het Cross of Sacrifice stond
rechts aan het toegangshek van de kleine begraafplaats die ondanks dat ze
midden in de velden lag perfect onderhouden was, zoals alle andere
begraafplaatsen die worden onderhouden door de CWGC. Hier in de open vlakte en
late namiddag was het ondertussen voelbaar frisser geworden merkten we op
terwijl we bezig waren met het werk voor ons archief. Bij het betreden van de begraafplaats merkten we dat het mapje met voorbereidingen nog in de auto. Na de avontuurlijke tocht hierheen besloot Stuart dan maar de digitale versie op zijn telefoon te gebruiken.
Daarna besloten onze tunes te spelen in het midden van de begraafplaats tussen de graven waarbij Patrick, zoals op alle begraafplaatsen die we reeds bezochten, enkele foto's nam. De klanken van onze pipes rolden terug over de wijde vlakten hier in de Westhoek waarna we ons laatste PRWWI In Remembrance kruisje voor vandaag gingen neerplanten bij het Cross of Sacrifice. We wierpen nog een kleine blik over de graven en waagden ons terug langsheen het met prikkeldraad afgespannen omheining aan onze terugtocht. Half weg het pad vond Stuart het toch tof dat Kurt zich zo opofferde voor hen. Kurt, wegens ploegwerk, niet begrijpend waar hij op doelde vroeg om uitleg, waarop Stuart wees naar de rode flaches, de lintjes aan de kousen, die hij aan had onder zijn kilt. Ideaal om de 'Bull' achter je aan te hebben. Kurt slikte even en stapte ineens wel vrij snel door op het pad dat ons terug naar de tuin aan de andere kant zou brengen.
Private Patrick McCabe, served as Conway. Service number 202830.
18th Bn. The King’s (Liverpool Regiment).
Gesneuveld 22 september 1917, 23 jaar. Rij B Graf 12.
|
Daarna besloten onze tunes te spelen in het midden van de begraafplaats tussen de graven waarbij Patrick, zoals op alle begraafplaatsen die we reeds bezochten, enkele foto's nam. De klanken van onze pipes rolden terug over de wijde vlakten hier in de Westhoek waarna we ons laatste PRWWI In Remembrance kruisje voor vandaag gingen neerplanten bij het Cross of Sacrifice. We wierpen nog een kleine blik over de graven en waagden ons terug langsheen het met prikkeldraad afgespannen omheining aan onze terugtocht. Half weg het pad vond Stuart het toch tof dat Kurt zich zo opofferde voor hen. Kurt, wegens ploegwerk, niet begrijpend waar hij op doelde vroeg om uitleg, waarop Stuart wees naar de rode flaches, de lintjes aan de kousen, die hij aan had onder zijn kilt. Ideaal om de 'Bull' achter je aan te hebben. Kurt slikte even en stapte ineens wel vrij snel door op het pad dat ons terug naar de tuin aan de andere kant zou brengen.
Heel blij en zonder kleerscheuren
bereikten we rond 16u05 heelhuids onze wagen waarna we onze pipes uiteen haalden, nog een
kop koffie dronken om wat op te warmen. Patrick nodigde ons uit om nog een
glaasje Whisky te klinken op de heel mooie trip van vandaag waar we gretig
op ingingen. Iets later aan de kerk in het dorp van Mesen, waar Patrick's
mobilhome stond geparkeerd, genoten we van een glas Schotse whisky waarbij we
nog even napraten over de voorbije dag.
Een niet zo'n grijze dag (door vooral de CWGC begraafplaatsen), ondanks de koude wind toch vrij zonnige dag waarvan we allen hadden genoten. Terug met verschillende ervaringen en indrukken rijker, wat ons allen een goed gevoel gaf, reden we rond 17u huiswaarts.
Een niet zo'n grijze dag (door vooral de CWGC begraafplaatsen), ondanks de koude wind toch vrij zonnige dag waarvan we allen hadden genoten. Terug met verschillende ervaringen en indrukken rijker, wat ons allen een goed gevoel gaf, reden we rond 17u huiswaarts.
Patrick, nogmaals bedankt om ons
hier en daar bij te staan op de begraafplaatsen en het nemen van de
foto's terwijl we op de pipes stonden te spelen.
Groeten en tot de volgende,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten