Datum : 07/06/2015
Begraafplaatsen : Wervik Communal Cemetery,
Kezelberg Military Cemetery, Dadizele Communal Cemetery, Dadizeele New British
Cemetery, Ledeghem Military Cemetery, Slypskapelle Plot of Honour.
Afstand : 130Km
Weer : Zonnig
Deelnemers : Stuart Jervis, Alec Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Filip Van Loo, Seppe Van Loo, Wilfried du
Bois de Nevele, Noëlla Verschueren, Sanne du Bois de Nevele, Patrick Verhaeghe, Willy Derudder en Rais Picavet.
Info :
Toen we om 7u richting bakker trokken om er de sandwiches voor
ons lunchpakket op te halen merkten we reeds op dat het een stralende dag zou
worden. Geen enkel wolkje aan de hemel te zien en we merkten ook op dat Janneke
Maan nog niet was gaan slapen. Nadat het lunchpakket klaar was gemaakt reden
we, met pipes!, richting Moerkerke waar de tocht van vandaag zou beginnen.
Mooi
stipt om 9u vertrokken we richting Wervik waar de eerste te bezoeken
begraafplaats lag. Een rit van een kleine 50 minuten bracht ons aan de ingang
van de begraafplaats en bij aankomst zag Stuart reeds van een eindje dat zijn
vader, Alec Jervis, reeds stond te wachten op onze komst. Alec die het PRWWI
project reeds van in het begin op de achtergrond mee volgde, en er ook bij was tijdens ons bezoek aan de Last Post, had besloten om
vandaag met ons mee te gaan en had eveneens ook zijn pipes meegebracht wat
betekende dat we vandaag met 3 pipers zouden zijn.
Nadat we waren uit gestapt en elkaar een
goeie dag hadden gewenst, merkten we ook op dat Filip en Seppe Van Loo van de
facebookpagina Wereldoorlog 1914 eveneens stonden te wachten bij de ingang van
de begraafplaats. Net toen we onze pipes zouden gaan tunen arriveerden ook
Willy du Bois de Nevele, Noëlla Verschueren en Sanne du Bois de Nevele wat ons
direct liet weten dat we vandaag met een iets grotere volggroep zouden zijn dan
anders. Nadat Alec onze en zijn pipes had getuned besloten we de begraafplaats
op te trekken en net toen Kurt de foto van de ingang van de begraafplaats wou
fotograferen, kwam er een Hells Angel met zijn brommer voor de lens gereden.
Kurt keek heel verbaast op toen die Hells Angel gedag zei en blij was dat hij
nog net op tijd was. Kurt die nog niet goed wist wat er gaande was en was dan
ook heel erg verbaasd toen bleek dat die Hells Angel, Patrick Verhaeghe was
nadat die zijn helm had afgezet.
Mooi op tijd en onder een stralend zonnetje
betraden we de begraafplaats van Wervik waar we 5 Belgen en 1 Duits graf zouden
vinden uit Wereldoorlog 1. Onze volger Filip Van Loo die bekend was op de begraafplaats zou onze gids worden en
bracht ons bij vijf Belgen die naast elkaar waren begraven tegen de straatkant.
Hun graven waren mooie onderhouden en verzorgd wat niet altijd evident blijkt
te zijn op een burger begraafplaats. We merkten beiden op dat het dus toch
mogelijk was om zulke graven deftig te onderhouden. Tijdens het nemen van
verschillende foto's voor onze archieven waren Stuart en Kurt aan het
overleggen van waar we zouden gaan spelen daar de graven op verschillende
locaties lagen op de begraafplaats. We besloten om eerst alle graven te
bezoeken en zouden dan wel zien. Filip bracht ons naar het graf van Emiel Lucien Victor Gellynck. Emiel
Gellynck werd geboren in Menen en was soldaat bij het 2de Linieregiment. Hij
overleed op 18 augustus 1918 en werd begraven op de militaire begraafplaats van
Sint-Margriet Houtem maar werd later herbegraven in Wervik.
Vandaar bracht Filip ons naar het
Duitse graf wat we volgens onze bronnen achteraan de begraafplaats zouden
vinden. Patrick liet Kurt ook weten dat hij een tijd terug het bewuste graf
niet terug had gevonden. Toen hij merkte dat we niet echt naar de
achterkant van de begraafplaats liepen maar eerder naar het midden ervan
vertelde hij dat hij zover niet was gelopen destijds. Onze redelijk volggroep
kwam aan bij het graf van Wolfgang Kühne, het enige Duitse graf van de ooit
2891 Duitse slachtoffers die hier waren begraven. De stedelijke begraafplaats
van Wervik is gelegen langs de Komenstraat, t.o.v. de nrs. 83-115. Het graf van
Kühne ligt aan de W.-kant, centraal op de begraafplaats, tussen de burgerlijke
graven. Verder op de begraafplaats nog het graf van een Belgische militair en
Britse graven van WOII. De aanleg van de stedelijke begraafplaats van Wervik
was bij het uitbreken van WOI vrij recent begonnen. Vanaf oktober 1914 werd die
dan ook door de Duitsers gebruikt en 'Ehrenfriedhof n° 65 Wervik - Nord'
genoemd. Generaal Von Deimling van het XV Armee Korps liet aan de ingang een
indrukwekkende neo-gotische kapel neerzetten, die na de oorlog afgebroken werd.
In 1918 was meer dan de helft van de stedelijke begraafplaats ingenomen door
Duitse graven. Deze militaire begraafplaats bleef hier tot 1955. Restanten zijn
de haag en het muurtje met de ingangspoort. Er waren wellicht ook graven aan de
overzijde van de beek. In de verste hoek was het 'Ehrenfriedhof Pioniere', de
rest maakte deel uit van het XV. Armee-Korps. In 1952 besloten de regering van
België en de Bondsrepubliek Duitsland om de Duitse begraafplaatsen samen te
brengen tot 4 grote Duitse begraafplaatsen in West-Vlaanderen: Vladslo,
Hooglede, Menen en Langemark. Bijgevolg werd de begraafplaats in Wervik in
november 1955 ontruimd. 2891 doden gingen naar Menen; 200 ongeïdentificeerden
naar Langemark; 30 Britten naar Zantvoorde British Cemetery en 68 naar Larch
Wood Cemetery; 80 Fransen naar St.-Charles de Potyze of werden gerepatrieerd.
Twee Duitse doden, die tussen de burgers begraven waren, werden vergeten. Eén
werd later verwijderd, maar het graf van luitenant Wolfgang Kühne is er gebleven. Waarschijnlijk omdat zijn familie de eeuwige vergunning betaald had. Zijn naam wordt ook vermeld in Langemark. Hij werd geboren in 1890. Naar
verluidt verongelukte hij, op 6 augustus 1915. Hij maakte deel uit van een
Pionier-Regiment van het IV. Armee, die toen o.a. aan het werk was bij Hill 60.
Toen Kurt enkele foto's had
genomen van Wolfgang Kühne zijn graf en blijkbaar ook nog niet goed wakker was
zette hij een stap achteruit en liep tegen de camera van Stuart aan die laag
bij de grond op een statief stond. Nadat de camera van de grond was opgeraapt
werd alles vlug gecheckt waarbij alles gelukkig nog werkte waardoor we voor de
verdere tocht toch nog foto's konden maken. Na een klein overleg tussen de pipers, besloten we om hier bij het graf van Wolfgang Kühne de tune Highland
Cathedral te spelen. Op deze stille ochtend klonk het geluid van onze pipes
overweldigend en was het voor ons zeer aangenaam er eens een derde piper bij te
hebben. Nadat we onze tune hadden
gespeeld besloten we om terug te keren naar de Belgische graven waar we onze
andere tunes zouden gaan spelen.
Bij de Belgische graven gekomen
zagen we dat enkele mensen, aan de overkant van de straat, door hun raam stonden te
kijken naar wat er gaande was op de begraafplaats. Toen we onze tune Flower of
Scotland speelden zagen we uit onze ooghoeken dat enkele omwonende de
begraafplaats op gewandeld komen, bij Amazing Grace stonden er een 10-tal
mensen te kijken naar het gebeuren en volgden nauwlettend onze handelingen.
Ondertussen schoten onze volg-fotografen het ene na het andere plaatje. Kort
nadien werd het PRWWI 'In Remembrance' kruisje plechtig in het midden van het
kleine perk neer gepland. Het stond, zoals we reeds enkele malen lieten weten,
voor alle WWI slachtoffers die hier begraven waren, weliswaar op verschillende
locaties. Hoewel er niet veel
plaats was op het smalle pad naast de WWI graven, lukte het ons toch om de
groepsfoto te nemen waarbij Stuart zijn machine (afstandsbediening) niet naar
behoren leek te werken. Na een vlugge check van de apparatuur zagen we het
kleine lampje branden wat er op wees dat het zou lukken.
In de hoek iets verder, zagen we
nog enkele CWG staan en we gingen op onderzoek uit. Het bleken drie graven uit
WW2 te zijn waarvan er één een onbekend korporaal bleek te zijn. Toen we terug
keerden langs het smalle pad en terug bij het graf van Joseph Vanacker liet
Sanne ons weten dat deze grafsteen wel iets speciaal had. Hij was namelijk
vervaardigd uit kunststof in plaats van arduin. Het verschil was heel goed
hoor- en voelbaar als je er zachtjes op tikte met je vinger. Zoiets hadden wij
nog nooit eerder gezien. Niet veel later toen alles nog eens overlopen hadden
besloten we om verder te trekken op onze tocht. Willy en Seppe Van Loo namen
hier afscheid van ons en gingen op weg naar een andere bestemming terwijl wij
langsheen kleine baantjes Wervik verlieten richting Kezelberg.
Met Alec op kop reed onze kleine
colonne over landelijke wegen naar de Kezelberg Military Cemetery, een Britse
militaire begraafplaats met gesneuvelden die vielen hier in de Leie streek.
Nadat Moorsele het grootste deel van de oorlog in handen was van de Duitse
troepen, werd het op 14 oktober 1918 door de 15th Royal Irish Rifles veroverd.
De begraafplaats werd gebruikt van oktober tot november 1918. De 5 Amerikaanse
militairen die hier oorspronkelijk waren begraven, zijn later overgebracht naar
de Amerikaanse begraafplsaats in Waregem. Eveneens zouden we hier ook de graven
vinden van 14 Duitse gesneuvelden en 1 Chinees van het Chinese Labour Corps,
een niet gewapende afdeling van het Franse en Britse leger bestaande uit
arbeiders(burgers) uit de Republiek China, zij werden ingezet voor het
uitvoeren van logistieke taken ter ondersteuning van de eigen troepen.
Veel ruimte om te parkeren was er
niet echt maar al bij al viel het wel mee. Terwijl Wilfried en Noëlla wat uitleg
vroegen over deze begraafplaats, was Sanne reeds begonnen met het nemen van
enkele foto's. Kurt liep ineens achteraan op deze kleine begraafplaats en begon
met het fotograferen van de 14 Duitse graven toen het hem ineens inviel dat
zijn pipes nog in de auto lagen. Onopgemerkt haastte hij zich naar de auto, nam
zijn pipes op en trok samen met Stuart en Alec de begraafplaats op. Stuart begon direct met het tellen van
de zerkjes opzoek naar de personen voor het verhaal achter de steen, terwijl de
anderen elk op hun manier even stil stonden bij het lezen van sommige epitafen
van bepaalde grafstenen.
Private Eward Roden.
Service number S/256881. 107th Coy. 9th Div. Train Army Service Corps.
Gesneuveld 4 november 1918. Met zijn 43 jaar de oudste hier begraven.
Plot II Rij A Graf 17.
|
Het Chinese slachtoffer. |
De begraafplaats lag er zoals we
reeds gewoon zijn van de CWGC er erg verzorgd bij, de bloemen bij de graven
gaven een kleurrijk patroon langsheen de witte grafstenen. Onze Hells Angel,
Patrick, ontdeed zich van zijn vest want door het felle middagzonnetje begon
hij toch iets of wat te koken in zijn motorkledij alvorens hij ook op jacht
ging naar enkele prachtige plaatjes. Toen Kurt alle Duiste graven, waarvan
weinig of niks extra is bekend en Stuart de uitgekozen graven hadden
gefotografeerd was het tijd om onze tunes te spelen. We besloten om bij het
'Cross of Sacrifice' te spelen in het felle middagzonnetje en de klanken van
Flower of Scotland en Amazing Grace rolden over de begraafplaats heen. Tijdens
het spelen stonden er enkele fietsers te kijken naar wat er gaande was maar
niemand durfde blijkbaar te komen vragen wat er gebeurde. Gelukkig hadden we onze
volger Patrick die op zulke momenten hier en daar wel een woordje uitleg
verschaft aan de mensen.
Ons PRWWI 'In Remembrance'
kruisje werd plechtig neer gepland bij het Cross of Sacrifice, waarna we dan
ook op dezelfde plaats besloten om de groepsfoto te nemen. Na het nemen van de
groepsfoto wandelden we al praten over de begraafplaats naar de uitgang waar we
het register terugvonden in de muur bij het hek. Het register kende een laatste
input op de dag van vandaag door een zekere Christophe Van Rumbeke, en zijn
'note' luidde; "... Voor al deze jonge mensen, geef nooit op, zij hebben
de kans niet gehad! Waarom?..." Daar Kurt weeral eens wat werk had om het
register in te vullen, en zich te concentreren om weer eens niet alleen op de
baan te zijn, stonden de anderen hem een beetje op te jagen wat het er niet makkelijker
op maakte. Daarna kwam Stuart en hoewel Kurt er alles aan deed om Stuart ook
eens van slag te brengen, lukte het hem niet dat te doen.
Net toen enkele van de andere
volgers het register stonden te tekenen, kwam er een grote witte bestelwagen aangereden
die zich eveneens voor de begraafplaats parkeerde. Het was Robrecht Verhaeghe
en zijn vriendin Lisa die ons een bezoekje kwamen brengen. Na elkaar een goeie
dag te hebben gezegd werd er het een en ander bijgepraat want Robrecht had de
dag ervoor een boekje gevonden op een rommelmarkt dat ging over Belgische
begraafplaatsen uit WO1. Stuart vergeleek enkele dingen die in het boekje
stonden met wat info die hij vond op zijn wrijftelefoon, en voegde eraan toe
dat het best wel een interessant boekje was. Voor Kurt waren die moderne
toestanden er een beetje teveel aan zodat die dan maar terug begon met het
nemen van enkele foto's.
Niet veel later besloten we hier
op deze rustige en zonnige plaats dan ook maar onze lunch te nuttigen in de
schaduw van enkele bomen en struiken. Ineens verdween Alec achter de struiken
langsheen het fietspad dat passeerde aan de begraafplaats terwijl wij alvast
begonnen met het uitpakken van onze lunch. Een klein minuutje later kwam Alec
terug tevoorschijn en voor hij bij ons stond zei hij; "Jah, die boom die
daar omver ligt, das dus niet van mij hé..." Waarop iedereen in de lach
schoot. De kop koffie voor de een of thee, cola en andere smaakte overheerlijk
op deze warme middag. Het was ook daar dat we iets aan de weet kwamen over Patrick, toen Lisa ineens zei; "Hey, moet jij niet..." Dat had
iedereen natuurlijk gehoord en Patrick deed alsof zijn neus bloedde. Kurt vond
het wel een 'fijntje' en die ging hij zeker niet vergeten.
Terwijl we rustig onze lunch
zaten te nuttigen begonnen er ineens veel mensen met de fiets toe te stromen
bij de begraafplaats. Blijkbaar was er een fietstocht aan de gang en die zouden
een stop maken aan de begraafplaats waarbij een gids een woordje uitleg zou
geven. Verschillende mensen vroegen ons of we nog gingen spelen zodat dit toch
even overlegd werd met de drie pipers. Niet veel later nadat de gids zijn
uitleg had gedaan speelden we nog even de tune Highland Cathedral bij het Cross
of Sacrifice wat dan gespeeld werd voor de 14 Duiste militairen die er lagen
begraven. Hoewel het niet de gewoonte is dat er word geapplaudisseerd na het
brengen van een hulde deden de meesten het toch. Verschillende mensen kwamen ons
bedanken waarna ze terug op pad gingen. Ook wij bleven niet veel langer, we
namen afscheid van Robrecht en Lisa, laden alles in en zetten koers richting
Dadizele waar we onze volgende stop hadden.
Een rit van ongeveer een kleine 4 kilometer bracht ons aan de rand van het dorp Dadizele waar we in feite twee verschillende begraafplaatsen vonden van WO1 gesneuvelden. Dadizele bleef de ganse oorlog in Duitse handen, totdat het werd bereikt door de 36ste (Ulster) Divisie en op 29 september 1918 en ingenomen door de 9de (Schotse) divisie. Er volgden op 1 oktober zware gevechten in de omgeving van 'Hill 41', iets ten zuiden van het dorp. Op de gemeentelijke begraafplaats liggen 27 Britse doden uit WOI (waarvan 1 ongeïdentificeerd), voornamelijk van de 36ste divisie afkomstig. Eveneens vonden we 2 niet-geïdentificeerde slachtoffers terug uit WOII. Er zouden ook nog 2 Franse doden begraven liggen. Oorspronkelijk lagen hier ook ongeveer 100 Duitsers begraven, maar deze werden naar elders overgebracht. Eén Brit, die omkwam in augustus 1914, werd overgebracht naar Harlebeke New British Cemetery.
We parkeerden onze auto naast Dadizeele New British Cemetery, welke
we hier als laatste zouden bezoeken en merkten op dat er veel volk op de
begraafplaats liep. Over het voetpad liepen we samen met onze volgers naar de
burger begraafplaats waarvan de ingang om de hoek was. We wandelden de
begraafplaats op en gingen opzoek naar de militaire graven die we aan de
zijkant van de begraafplaats terugvonden. Een paar graven lagen wat afgezonderd
maar deze ontsprongen niet aan ons oog om er ook een foto van te nemen. Toen we
bij de lange rij CWG's kwamen, welke hoofdzakelijk afkomstig waren van de Royal
Irish Rifles, merkten we op dat gans die groep mensen van daarnet ons waren
gevolgd en verzamelden ook bij de lange rij militaire graven.
Private FJ Cunningham.
Service number 16441. 1st Bn. Royal Irish Fusiliers.
Gesneuveld 7 oktober 1918.
Plot IV Graf 1.
|
Het bleken een groep Ierse toeristen te
zijn die hier op bezoek waren en opzoek waren naar sporen van WWI. Nadat Alec
en Stuart tegen enkelen ons project hadden uitgelegd en van wat hier de
bedoeling van was, besloten ze te blijven tot ze onze hulde aan deze
slachtoffers hadden gezien. We maakten ons klaar om onze tunes te spelen en
merkten op dat deze groep mensen sereen plaatsnamen rondom ons. Daar er hier
ineens zoveel volk was om onze hulde te volgen, besloten we om ook het afnemen
van onze pipes in ceremonie te doen. We starten met Flower of Scotland welke
gevolgd werd door Amazing Grace en daarna viel een ijzige stilte, enkele
seconden, toen tussen de toeschouwers ineens; "They shall grow not old, as
we that are left grow old. Age shall not waery them, nor the years condemn. At
the going down of the sun and in the morning, We will remember them"
klonk, waarbij iedereen de laatste zin herhaalde; "We Will Remember
Them" terug gevolgd door een minuut stilte. Bij het horen van deze tekst na het spelen liepen er
koude rillingen over onze rug, dit hadden we niet verwacht en het liep zoals
het hoorde, oprecht en sereen zonder applaus van omstanders zoals de 'Ode of
Remembrance' dient te gebeuren. Na het ceremonieel afnemen van onze pipes
kwamen alle mensen van de groep ons bedanken en een hand geven, waarbij ze ons
nog veel succes wensten met ons project. Toen het een ietsje minder druk was
plantte Alec het PRWWI In Remembrance kruisje ongeveer in het midden van de
lange rij graven waarna we op dezelfde plaats ook de groepsfoto namen.
"They shall grow not old, as we that are left grow old. Age shall not waery them, nor the years condemn. At the going down of the sun and in the morning, We will remember them" |
Niet veel later gingen we verder opzoek
naar twee graven die een eindje verder lagen waarvan Stuart ook enkele
foto's nam voor ons archief. Daarna trokken we verder door een smalle uitgang
van de begraafplaats over het
voetpad naar de Dadizeele New British Cemetery die in feite vlak naast de
burgerbegraafplaats lag.
We liepen de begraafplaats op in de richting van de 'Stone of Remembrance' waar we op de omheiningmuur onze pipes achterlieten in de schaduw. Iedereen liep rustig over de begraafplaats heen, Stuart begon meteen zerkjes te tellen waarbij hij werd bijgestaan door Alec, Kurt ging opzoek naar bijzondere epitafen, onze volgers opzoek naar een mooi plaatje of gewoon om even stil te staan bij de vele jonge mensen die hier begraven lagen.
We liepen de begraafplaats op in de richting van de 'Stone of Remembrance' waar we op de omheiningmuur onze pipes achterlieten in de schaduw. Iedereen liep rustig over de begraafplaats heen, Stuart begon meteen zerkjes te tellen waarbij hij werd bijgestaan door Alec, Kurt ging opzoek naar bijzondere epitafen, onze volgers opzoek naar een mooi plaatje of gewoon om even stil te staan bij de vele jonge mensen die hier begraven lagen.
Niet ver uit de buurt van de Stone of
Remebrance, vonden we ook zeven graven terug met het inscriptie 'Known To Be
Buried In This Cemetery' wat ons nog maar eens liet inzien welke ravage het
hier destijds moet zijn geweest, ongelofelijk. We merkten ook op dat de
begraafplaats onlangs was bezocht door een groep kinderen, waarschijnlijk een
groep leerlingen van een of andere school omdat er bij verschillende graven een
zelfgemaakte papieren Poppy lag waarop zelfgeschreven tekstjes stonden. Nadat
Stuart zijn namenlijstje volledig had afgewerkt besloten we op onze pipes op te
nemen waarna we voor de Stone of Remembrance onze tunes speelden. Patrick en
Sanne schoten plaatjes tijdens die ceremonie terwijl Wilfried, Noëlla en de
familie Derudder - Picavet genoten vanop een kleine afstand.
Private Thomas Brinton.
Service number 3907. 1st Bn. Royal Newfoundland Regiment.
Gesneuveld 14 oktober 1918 en met zijn 16 jaar het jongste slachtoffer op de begraafplaats.
Plot V Rij F Graf 4.
|
Private Frank Rogers.
Service number 29833. 2nd Bn. Hampshire Regiment.
Gesneuveld 14 oktober 1918. Hij werd 43 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats.
Plot III Rij C Graf 12.
|
Corporal George Henry Hill MM and Bar (Military Medal).
Service number 2236. 23rd Bn. Middlesex Regiment.
Gesneuveld 18 oktober 1918, 22 jaar.
Plot I Rij B Graf 14.
|
Private Walter John Asbury.
Service number 25332. 12th Bn. East Surrey Regiment.
Gesneuveld 14 oktober 1918, 21 jaar.
Plot IV Rij E Graf 9.
|
Captain Roy Frederick Balmain MC (Military Cross), Mentioned in Despatches.
51st Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 1 oktober 1918, 23 jaar.
Plot VI Rij E Graf 18.
|
Captain Andrew Durward MC (Military Cross).
6th Bn. King’s Own Scottish Borderers.
Gesneuveld 16 oktober 1918, 30 jaar.
Plot I Rij A Graf 1.
|
Lance Bombardier Albert Fricker.
Service number 29788. “A” Bty. 113th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 4 oktober 1918, 36 jaar.
Plot II Rij D Graf 16.
|
Private William James Healey.
Service number 2984. 1st Bn. Royal Newfoundland Regiment.
Gesneuveld 3 oktober 1918, 19 jaar.
Plot VI Rij E Graf 5.
|
Lieutenant William Alexander Dobson Hunter.
3rd Bn. attd. 8th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Gesneuveld 1 oktober 1918, 21 jaar.
Plot V Rij E Graf 25.
|
Second Lieutenant Charles Wallace Irvine.
1st Bn. Royal Inniskilling Fusiliers.
Gesneuveld 14 oktober 1918, 19 jaar.
Plot VI Rij D Graf 2.
|
Corporal Allan James Knowles.
Service number 3016. 36th Bn. Machine Gun Corps (Infantry).
Gesneuveld 30 september 1918, 22 jaar.
Plot IV Rij D Graf 23.
|
Gunner Edward Richardson.
Service number 195523. “C” Bty. 15th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 4 oktober 1918, 21 jaar.
Plot III Rij E Graf 10.
|
Rifleman Charles Frederick Riches.
Service number 42300. 15th Bn. Royal Irish Rifles.
Gesneuveld 5 oktober 1918.
Plot III Rij E Graf 3.
|
Second Lieutenant HA Townsley.
7th Sqdn. Royal Air Force.
Gesneuveld 14 oktober 1918.
Plot III Rij D Graf 7.
|
Second Lieutenant James Wedderburn-Maxwell.
3rd Bn. attd. 6th Bn. King’s Own Scottish Borderers.
Gesneuveld 1 oktober 1918, 19 jaar.
Plot V Rij D Graf 4.
|
Het felle middagzonnetje brandde nog steeds
volop zodat we na het spelen direct de groepsfoto namen op de plaats waar we
speelden zodat we daarna onze pipes terug in de schaduw gingen leggen op het
muurtje. Het kruisje werd plechtig neer gepland bij de Stone of Remembrance
waarna we allen naar een klein gebouwdje wandelden in de buurt van een bunker
die eveneens ook op de begraafplaats stond. We openden het registerkastje en merkten op dat het register
een laatste input had van een zeker 'Jim and Jeves Coilte uit Belfast, Ierland.
Bijna iedereen van onze kleine groep tekende het register waarop Stuart
natuurlijk de ene na de andere foto maakte en waarbij we een iets uitgebreidere
babbel hadden met onze volgers. We
besloten om onze tocht verder te zetten en verlieten Dadizeele New British Cemetry rond 13u50 waarna we koers zetten richting Ledegem.
Een rit van een kleine 4 kilometer bracht ons om 14u, zo'n 20 minuten voor op schema, in een nieuwe woonwijk in het midden van het dorp Ledegem. Ledegem werd op 1 oktober 1918 veroverd door het 9th Scottish Division, maar moest het nadien deels terug prijsgeven aan de Duitsers. Pas de 14de oktober zou het dorp volledig veroverd worden door de 9de en 29ste Divisies. Zij begonnen toen met de aanleg van 'Ledeghem New Cemetery' zoals de begraafplaats genoemd werd. Op het kerkhof van Ledegem lagen 14 Britten, die in oktober 1914 en in september en oktober 1918 gestorven waren en die in 1951 overgebracht werden naar Ledeghem Military Cemetery. In het totaal liggen er nu 85 Britten begraven, waarvan er 17 niet meer geïdentificeerd konden worden. Er staan 2 Special Memorials voor slachtoffers, waarvan aangenomen wordt dat ze onder naamloze grafstenen liggen, evenals 1 ‘Special Memorial’ voor een slachtoffer, wiens graf niet meer teruggevonden kon worden op Ledeghem Churchyard.
Nadat we onze wagen hadden geparkeerd, viel
het ons op dat dit hier wel iets speciaals was. Het was duidelijk dat deze
woonwijk hier nog niet zolang was neer geplant waarbij men de begraafplaats
vakkundig insloot tussen allemaal moderne nieuwbouw woningen. Eveneens lag het
grondoppervlak van de begraafplaats zo een dikke halve meter onder het
oppervlak van de woonwijk wat goed opviel als je over het muurtje keek. We
wandelden deze kleine begraafplaats op en lieten onze pipes even achter bij het
Cross of Sacrifice waarna Kurt direct begon met het fotograferen van bijzondere
epitafen en Stuart opzoek ging naar de graven voor het verhaal achter de steen.
We merkten op dat bepaalde graven 2 verschillende namen hadden en waarbij hier
en daar bij het militaire embleem wel eens 'Firm' stond wat ons liet weten dat
een van de twee slachtoffers die hier begraven lagen blijkbaar terecht was.
Private Thomas Buckley.
Service number 16708. 1st Bn. Royal Dublin Fusiliers.
Gesneuveld 14 oktober 1918, 31 jaar.
Hoewel zijn zerk in de rij staat, Rij A Graf 14, is hij ‘Buried near this spot’.
|
Corporal Robert McArthur.
Service number S/1913. “C” Coy. 7th Bn. Seaforth Highlanders.
Gesneuveld 1 oktober 1918, 34 jaar.
Rij A Graf 11.
|
Lance Corporal Coman Geoffrey O’Malley.
Service number 30165. 1st Bn. Royal Dublin Fusiliers.
Eén van zes broers die gediend hebben.
Gesneuveld 14 oktober 1918, 19 jaar. Rij B Graf 4.
|
Private Ernest Arthur Sands.
Service number 63538. 2nd Bn. Royal Fusiliers.
Gesneuveld 14 oktober 1918. Hij werd 37 jaar en hiermee de oudste op de begraafplaats.
Rij A Graf 8.
|
Stuart was snel klaar met zijn te zoeken
graven daar dit een kleine begraafplaats was waarbij hij nadien ook nog met
onze volgers een praatje maakte over de slachtoffers die hier lagen terwijl
Kurt verwoede pogingen deed om de Special Memorials te fotograferen. Naar eigen
zeggen kwam een of andere Hells Angel steeds voor de lens staan. Toen het dan uiteindelijk toch gelukt was sloot Kurt zich aan bij de
anderen en we besloten om onze tunes te spelen tussen de graven voor het Cross
of Sacrifice. De voet van het Cross of Sacrifice kwam tot net iets voorbij de
helft van de begraafplaats, waarbij Kurt zich afvroeg of daar ook een bedoeling
achter zat. Sommige begraafplaatsen die iets groter zijn en waar iets meer
slachtoffers liggen begraven hebben geen Cross of Sacrifice, anderen, kleinere zoals in Ledegem dan weer
wel. Hij vond het raar.
Onze pipers namen hun pipes op en toen deze
de eerste klanken speelden van de tune Flower of Scotland kwamen her en der
toch wel enkele mensen piepen, over het muurtje van hun afsluiten, van achter
de hoek van hun oprit of gewoon van op een afstandje om te zien wat er gaande
was op de hoek in hun straat. Amazing Grace volgde en een enkeling durfde het
toch aan iets dichter te komen en nadien te vragen wat er gaande was, waarbij Patrick
ons project kort uit de doeken deed. Op dezelfde plaats waar we speelden namen
we ook direct daarna de groepsfoto waarna we onze pipes terug op de voet van
het Cross of Sacrifice legden. Enkele minuten later werd dan eens besproken
tussen Stuart en Kurt van waar we ons kruisje zouden plaatsen. Recht voor het
Cross of Sacrifice, dan zag je het niet zo direct staan als je de begraafplaats
op liep. Dus kozen we om het langs de zijkant van het Cross te zetten dat je
het direct zag staan als je de begraafplaats opkwam.
Het PRWWI 'In Remembrance' kruisje werd
plechtig neer gepland en na het nemen van enkele foto's maakten we ons
stilletjes klaar om te vertrekken naar Slijpskapelle waar we onze laatste
bestemming voor vandaag zouden vinden.
We namen afscheid van onze vrienden op de begraafplaats in Ledegem en vertrokken rond 14u35 met onze kleine colonne langsheen landelijke wegen. Toen we op de rand van het dorp Slijpskapelle kwamen zagen we dat de weg was afgesloten met een nadarhekken waar bordjes aan hingen met 'Rommelmarkt'. Goed geen probleem, we rijden verder en proberen het aan de andere kant. Daar net hetzelfde scenario, Stuart probeerde er toch door te rijden maar onze kleine colonne liep vast op een paar honderd meter verder. We draaiden om en gingen opzoek naar een andere weg om zo kort mogelijk bij onze bestemming te geraken.
Volgens Kurt zou naar alle
waarschijnlijkheid onze bestemming midden
tussen de vele standhouders liggen daar een rommelmarkt zich meestal
rond of in het centrum afspeelt en onze bestemming lag naast de kerk van
Slijpskapelle. In de auto waren we reeds een andere optie aan het zoeken, doen
of niet doen, en eens terug komen op een andere datum? Liefst zouden we deze
laatste doen, we waren nu reeds dichtbij en in zo een klein dorp is in de
zomermaanden wel altijd iets te doen. Kurt liet zich ontvallen dat we dit deze
zomer nog wel eens zouden kunnen tegenkomen. We besloten toch een kijkje te
nemen opzoek naar een betere weg maar stranden terug op zo een 500 meter van
onze bestemming midden in de rommelmark standjes.
We wisten nu niet direct goed wat te doen
en overlegden even met de volgers. Deze legden naar alle verwachting de
beslissing in onze handen. Er was nog een beetje twijfel, omdat we zo te zien
ongeveer een 500 meter over en tussen de rommelmarkt heen moesten lopen tot aan
de kerk. Ja, we waren immers al zover gekomen, het was de laatste bestemming toen Alec ineens zei; Voor ons blijft het gelijk, het is niet
zo ver meer, het is de laatste voor vandaag, jullie moeten beslissen. Stuart en
Kurt overlegden kort en besloten het erop te wagen en gewoon alles op zich
laten afkomen, we zouden wel zien, we gingen er voor. De auto's en motorfiets
werden deftig geparkeerd we namen onze spullen en vertrokken voor een 500 meter
lange wandeling tussen de massa volk die de rommelmarkt bezocht.
We waren ongeveer bij onze bestemming toen
we in de gaten kregen dat er een feesttent op onze bestemming stond. Man dat
gaat iets geven, we besloten om gewoon ons ding te doen en alles over ons heen
te laten komen. Mooi op schema arriveerden we om 15u bij de feesttent en
liepen er direct omheen, gingen naast de kerk weg en vonden op de hoek, tussen
de kerk en een terras dat bij de feesttent hoorde het graf terug van 2de Lieut. David Chalmers Burns.
David Chalmers Burns was onderluitenant
bij de Black Watch van de Royal Highlanders. Hij sneuvelde in de morgen van 30
september 1918, luttele weken voor het einde van WO I, bij gevechten in en rond
het "Split Wood" zoals vermeld staat in een Engels legerorder. Zijn
bataljon, het 8ste, maakte deel uit van de 27ste Brigade uit de 9de Scottisch
Division. Dit bataljon, bijgenaamd The Iron Division, was door het Belgisch
leger ter hulp geroepen, om de taaie tegenstand van de Duitsers te breken. Zo
eindigde op een vroege septembermorgen een veelbelovend, jong leven.
David Charmers Burns was als
tweede zoon van het echtpaar Burns uit Birch Lodge, Wimbledon, geboren in
Valparaiso, Chili op 12 oktober 1898. Hij liep school op het Wimbledon College
en te Stonehurst om dan terug te keren naar de Army Class. Daar bereidde hij
zich voor op zijn militaire studies te Landhurst.
In januari 1918 werd hij overgeplaatst naar de Black Watch, een beroemd korps dat reeds roem verworven had over de ganse wereld. Hij vertrok naar Ierland voor een officiersopleiding. Midden juli van datzelfde jaar, kwam hij aan het front in Frankrijk, waar hij deel uitmaakte van het 8ste Bataljon Black Watch. Zijn "vuurdoop" onderging hij bij acties rond Meteren aan de Frans-Belgische grens. De vuurdoop beschreef hij in een brief van september met de woorden "my bad time of fire". Op 27 september gaan ze vanuit bivak naar het front, zich voorbereidend op de aanval van de Passendaalse heuvelrug. Het bataljon van David Chalmers Burns onderneemt, ter ondersteuning van het Belgische leger een aanval op het "Slip Wood", een bos toendertijd, ten noorden van Slypskapelle, maar moet onverrichterzake terugvallen op zijn uitgangslijn. Het is tijdens deze gevechten, dat onderluitenant David Chalmers Burns het leven laat, door geweer- of machinegeweervuur. Hij werd 19 jaar.
In januari 1918 werd hij overgeplaatst naar de Black Watch, een beroemd korps dat reeds roem verworven had over de ganse wereld. Hij vertrok naar Ierland voor een officiersopleiding. Midden juli van datzelfde jaar, kwam hij aan het front in Frankrijk, waar hij deel uitmaakte van het 8ste Bataljon Black Watch. Zijn "vuurdoop" onderging hij bij acties rond Meteren aan de Frans-Belgische grens. De vuurdoop beschreef hij in een brief van september met de woorden "my bad time of fire". Op 27 september gaan ze vanuit bivak naar het front, zich voorbereidend op de aanval van de Passendaalse heuvelrug. Het bataljon van David Chalmers Burns onderneemt, ter ondersteuning van het Belgische leger een aanval op het "Slip Wood", een bos toendertijd, ten noorden van Slypskapelle, maar moet onverrichterzake terugvallen op zijn uitgangslijn. Het is tijdens deze gevechten, dat onderluitenant David Chalmers Burns het leven laat, door geweer- of machinegeweervuur. Hij werd 19 jaar.
De mensen op het terras hadden al
direct door dat er iets gaande was en een enkeling kwam kijken naar het graf.
'Godverdikke de Schotten zijn hier. Maarja kijk, het is ook een Schot dat hier
begraven is.', ving Kurt links op, wat nog maar eens het bewijs is dat locale
mensen dikwijls niet weten wat er allemaal in hun eigen buurt te zien of te
vinden is. Wel moet gezegd zijn dat dit ook niet altijd het geval is. De jonge
dame achter de toog in de feesttent vond het zelfs heel mooi dat we hulde
kwamen brengen aan zoals ze zelf zei; 'onze Burns' want dat was iemand waar ze
zorg voor droegen. Inderdaad een mooi gebaar van enkele mensen meenden we en
vooral plezant om te horen dat niet alle mensen de slachtoffers van WWI zijn
vergeten. Na de korte babbel met enkele dorpelingen en het nemen van enkele
foto's voor ons archief, besloten we om maar te starten met onze ceremonie.
Door de rommelmarkt, de feesttent en het terras dat pal naast de feesttent
stond was er niet echt veel plaats bij het graf zodat het maar net lukt om ons
comfortabel op de stellen bij de schuinstaande hardstenen grafplaat, waarop een
Keltisch kruis op een trapeziumvormige sokkel staat.
We begonnen onze tune Flower of
Scotland te spelen en al direct kwamen mensen die aan de overkant van de straat
liepen kijken wat er gaande was. Toen de tune ten einde was klonk er een
applaus uit de menigte die ons nauwlettend in de gaten hield. We bleven enkele
seconden stil staan en begonnen aan onze volgende tune, Amazing Grace waarbij
enkele toeschouwers begonnen mee te neuriën of stilletjes te zingen. Toen we
gedaan hadden met het spelen van onze tweede tune kregen we terug een applaus
en merkten we op dat enkele van de dames achter de toog een traantje wegpinkten,
evenals enkele andere die in de buurt stonden. Omdat de jonge dame achter de
toog van de feesttent het zo ontroerend en vooral mooi vond dat we 'hun Burns'
niet vergeten waren wou ze ons iets trakteren om te drinken daar het zonnetje
nog fel scheen.
We toasten op de mooie en alweer
geslaagde trip met de dame die ons trakteerde, want de verfrissing was meer dan
welkom. Kort daarna besloten we om onze hulde af te werken door het PRWWI
kruisje plaatsen. Niet veel later plantte Alec ons PRWWI kruisje plechtig en
sereen neer in de bloembak die mee was verwerkt in de grafsteen en bleef nog
enige tijd in gedachten staan bij het graf, wat alweer een traan kostte bij de
dame die ons had getrakteerd. Enkele ogenblikken later namen we afscheid van de
mensen daar en waagden ons terug in de menigte op weg naar onze auto. Hier en
daar hoorden we wel eens iets in de aard van; 'Speel hier nekeer een eirken',
of iets in de aard van; 'Godverdikke de Schotten zijn geland' maar verder bleef
alles rustig en verlieten we de straten van Slijpskapelle rond 15u40.
Bij de auto gekomen kwamen Willy
en Rais Derudder - Picavet, die ons bijna gans de tocht hadden gevolgd afscheid
nemen, waarbij ze vertelden dat het een mooie tocht was geweest en ze zeker en
vast in de toekomst nog wel eens zouden volgen. Onze Hells Angel Patrick kon
niet eerder vertrekken want hij had nog iets achtergelaten in de auto van
Stuart. Niet veel later toverde hij een fles Glenfiddich van 15 jaar boven wat
Kurt al helemaal zag zitten. We toasten op de alweer mooie en prachtige tocht
waarbij we heel tevreden waren dat we deze laatste dan toch niet hadden laten
liggen voor een volgende keer. Slainthe, op naar een volgende waarbij het leek
of Sanne had blijkbaar grote dorst. We lachten erom en namen niet veel later
afscheid van elkaar waarna we konden beginnen van een rit van ongeveer een
uurtje huiswaarts.
Alweer een prachtige en mooie
tocht waarbij de weergoden ons zeer gunstig zijn geweest. Eveneens een
prachtige ervaring rijker met een extra piper erbij, Alec, heel erg bedankt dat
je er bij was. Eveneens onze volgers en Sherpa's Willfried, Noëlla en Sanne als
ook Willy en Rais om er bij te zijn. Filip en Seppe eveneens bedankt om even
langs te komen in Wervik, 'and last but not least', Patrick bedankt voor de
vele mooie foto's tijdens de tocht en toast achteraf. We hopen oprecht dat
jullie er evenveel van genoten hebben als dat wij dat deden en hopelijk tot een
volgende tocht.
groeten en tot volgende
Stuart en Kurt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten