Begraafplaatsen
: Nine Elms
British Cemetery, St. Jan-ter-Biezen Communal Cemetery en Kerkhof, Watou Churchyard, Abeele Aerodome Military
Cemetery, Lijssenthoek Military Cemetery
Afstand : 210 Km
Weer : Buiig met af en toe een zonnige opklaring
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Wilfried Du Bois de Nevele, Patrick
Verhaeghe, Daphné Vangheluwe en Monique Duhayon en de familie Vanoplynes-Thevelein.
Info :
Een tijdje terug lootte een onschuldige
kinderhand Trip 19 als de te rijden tocht voor vandaag. Het weer zag er
redelijk grijs uit 's morgens vroeg bij het ontwaken en de nieuwsberichten
voorspelden niet veel goeds. Alles werd keurig in de wagen geladen en Kurt reed
samen met Wilfried richting Moerkerke waar de tocht zou vertrekken. Bij
aankomst bij Stuart, bleken de pipes van Kurt vermist te zijn, zodat die onmiddellijk
terug keerde en op zoek ging naar zijn pipes. Stuart die Kurt had zien passeren
door het raam, stapte buiten en was dan ook heel verbaasd geen enkel spoor van
Kurt meer te vinden toen ineens een sms hem liet weten; "Jow makker ben
sebiet terug, ben iets vergeten mijn excuses :( " Voor Stuart zat er niks
op dan te wachten tot Kurt terug kwam opdagen omdat een kleine rekensom hem
liet weten dat hij zo'n 45 minuten later maar pas terug zou kunnen zijn.
Ondertussen zat Wilfried, die meereed met Kurt, geschoord, met beide handen op
het dashboard en met één oog open te kijken hoe Kurt al vloekend en tegen
dubbele snelheid over de expresweg huiswaarts keerde, zijn pipes meenam en op
dezelfde manier terugkeerde richting Moerkerke.
Stuart stond reeds te wachten bij de auto
toen Kurt terug voor de deur parkeerde en op een drafje alles overlaadde in de
wagen van Stuart. "Goeie morgen makker, jah, sorry ik was iets
vergeten..." zei Kurt waarop
Stuart antwoordde; 'Toch niet je pipes?" Toen Kurt opbiechtte dat het
inderdaad zijn pipes waren, lag Stuart plat van het lachen. "Ja, das van
dat ploegwerk zeker? Man, man, man! Maak dat mee, ge zij goe bezig
jongen." Het zou voor Kurt een lange, maar dan ook heel lange dag worden.
Tijdens onze rit in de richting van
Poperinge waar onze 14de tocht zou plaatsvinden, kenden we weinig droge
momenten. Bijna gans de weg naar ginder regende het of vloog er nattigheid
zodat we allen niet echt goede vooruitzichten hadden voor de komende tocht.
Tijdens onze heenreis was Stuart af en toe eens op zijn gsm aan het tokkelen
waaruit later bleek dat hij onze volgers voor vandaag op de hoogte had gebracht
dat we er bijna waren. Patrick die voor één keer op tijd was, moest nu wachten
op ons.
We arriveerden samen met Daphné Vangheluwe
en Monique Duhayon, die nog eerst naar een andere herdenking waren gereden in
de buurt, om 10u55, 40 minuten later dan voorzien aan Nine Elms British
Cemetery. Het voorvalletje van Kurt deed reeds goed de ronde want zowel Daphné
als Patrick waren er als de kippen bij om Kurt erover aan te spreken terwijl we
alles uitladen en onze pipes zouden gaan tunen. Er viel nog steeds een lichte
motregen en besloten om onze capes voorlopig achterwege te laten tijdens ons
bezoek aan deze begraafplaats. We namen onze spullen onder de arm en trokken Nine Elms British Cemetery op.
Nine Elms British Cemetery werd genoemd naar een laan in
Londen. De begraafplaats werd voor het eerst gebruikt tijdens de Derde Slag bij
Ieper, vanaf 16 september 1917. Hier werden tot 19 december 1917 doden begraven
uit de ‘3rd Australian’ en ‘44th Casualty Clearing Stations’. Deze
veldhospitalen waren in september 1917 van Brandhoek en Lijssenthoek
overgebracht (perken I-IX). De begraafplaats werd van begin maart tot 12
oktober 1918 opnieuw gebruikt door gevechtseenheden tijdens het Duitse
Lente-Offensief, de Britse tegenaanvallen en het Geallieerde
Bevrijdingsoffensief (perken X, XI, XIII, XIV, XV). Perken XII en XVI, aan de
zuidkant van de begraafplaats, waren vroeger 'American plots'. Deze 95
Amerikaanse graven van juli-september 1918 werden overgebracht naar de
Amerikaanse militaire begraafplaats in Waregem. Het Duitse perk in de
noordoostelijke hoek van de begraafplaats bevat de graven van 37
krijgsgevangenen die stierven tussen 20 september 1917 en 22 maart 1918.
Volgens het huidige register
liggen er 1593 doden verspreid over 16 perken uit de Eerste Wereldoorlog: 963
doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan 3 ongeïdentificeerd), 150
Australiërs, 299 Canadezen, 1 Indiër, 117 Nieuw-Zeelanders, 26 Zuid-Afrikanen
en tenslotte 37 Duitsers (waarvan 1 ongeïdentificeerd). Hier vinden we ook de
graven terug van John McFarlane (XI-A-2) en Joseph Nisbet (XV-C-21), beiden
terechtgesteld wegens desertie op 22 mei 1918 en 23 augustus 1918. Eveneens liggen er ook 22 doden van tijdens de
geallieerde terugtrekking naar Duinkerke eind mei – begin juni 1940. Het gaat
om 20 geïdentificeerde en 2 onbekende Britten.
Vanaf de toegangspoort leidt een
laan, geflankeerd door taxussen, naar het 'Cross of Sacrifice' dat achteraan op
de begraafplaats is opgericht. De 'Stone of Remembrance' staat centraal aan de
zijkant, waar de omheiningmuur gebogen is.
Onze pipes werden op het canvaszeiltje achtergelaten in de nis van het toegangsgebouw, daar zouden ze veilig en beschermd tegen de regen liggen terwijl we over de begraafplaats wandelden. Onze volgers stonden nog wat te praten toen Stuart vertrok op zijn tocht opzoek naar de graven waarover we iets meer zouden willen vertellen en Kurt ging eerst eens langs het Duitse perk om enkele graven te fotograferen. Wat ons ook allen direct opviel was dat de begraafplaats er door de beplanting en bloemen bij en tussen de graven er kleurrijk uit zag en dit toch iets apart gaf. Terwijl we halverwege de begraafplaats liepen om foto's te maken van bepaalde graven of epitafen merkten we ook op dat onze volgers-fotografen nog steeds bij de toegangspoort stonden te praten. Kurt die ondertussen reeds achteraan de begraafplaats liep om een overzichtsfoto te nemen besloot dit maar te doen van op de 1,60meter hoge omheiningmuur achter het Cross of Sacrifice wat hem aardig lukte.
Private John McFarlane.
Service number 265427. 4th Bn. The King’s (Liverpool Regiment).
Shot at Dawn voor desertie op 22 mei 1918, 27 jaar.
Plot XI Rij A Graf 2.
|
Private Joseph Nisbet.
Service number 11682. 1st Bn. Leicestershire Regiment.
Shot at Dawn voor desertie op 23 augustus 1918.
Plot XV Rij C Graf 21.
|
Private Edward Charles Nutley.
Service number 41449. 2nd Bn. Middlesex Regiment.
Gesneuveld 20 februari 1918, 35 jaar.
Plot XIII Rij C Graf 22.
|
Corporal Joseph Ibbotson Edwards.
Service number 377866. 2nd/10th Bn. Manchester Regiment.
Gesneuveld 10 oktober 1917, 25 jaar.
Plot III Rij E Graf 10.
|
Private FT Miles.
Service number 2861. 39th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Een foto van zijn kinderen? Er stond geen vermelding bij.
Gesneuveld 5 oktober 1917.
Plot III Rij F Graf 10.
|
Second Lieutenant J Siddle.
1st/5th Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry.
Gesneuveld 14 oktober 1917, 24 jaar.
Plot IV Rij F Graf 8.
|
Second Lieutenant William Albert Rodwell MC (Military Cross).
171st Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 9 november 1917, 20 jaar.
Plot IX Rij A Graf 7.
|
Lieutenant Colonel Alec Graham Scougal MC (Military Cross).
17th Bn. Royal Scots.
Gesneuveld 18 september 1918, 30 jaar.
Plot XV Rij C Graf 25.
|
Onze volgers begonnen ook met foto's te nemen en wandelden tussen de vele graven door op zoek naar dat ene 'shot'. Toen Stuart en Kurt klaar waren met het afwerken van hun lijstje met te zoeken graven, trokken ze naar het midden van de begraafplaats om er hun tunes te spelen. Terwijl Kurt de pipes ging ophalen in het toegangsgebouwtje begon het iets harder te motregenen en begonnen we zo stilaan nat te worden. Er werd beschutting gezocht voor de camera tegen een hoge struik en uit de wind. Patrick sprong meteen bij en haalde een grote paraplu die je met een pin in de grond kon steken tevoorschijn. Toen deze een beetje verzet moest worden bleek de pin in de grond te blijven zitten. Dit euvel werd verholpen en de paraplu werd verplaats aan de zijkant van de graven in lossere aarde. Ook daar moest hij verplaatst worden en bleek dat de pin nu terug in de grond bleef zitten maar nu zo een 15cm onder de grond. Wilfried sprong ter hulp en begon te graven op zoek naar de pin. Omdat Stuart en Kurt niet konden blijven wachten, besloten deze maar om te beginnen met spelen en werd er gevraagd dat onze volgers enkele foto's konden nemen terwijl we stonden te spelen.
Net toen we onze pipes gingen
opslaan kwam de verlossing voor de pin van de paraplu en haasten onze volgers
zich om toch nog deftige foto's te kunnen nemen van het gebeuren. Toen we onze
tunes Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace speelden, was het even
gestopt met motregenen hoewel het nog redelijk vochtig aanvoelde. Nadien
besloten we om eerst de groepsfoto te nemen zodat we onze pipes terug in het
toegangsgebouwtje konden gaan leggen. Iedereen stond mooi opgesteld op een lijn
in het midden van de begraafplaats toen Stuart de camera klaarzette en zich bij
de rest voegde. Net voor hij de rij vervoegde nam Kurt een foto en zei daarbij;
"Voila, nu heb ik bewijzen dat ik niet de enige ben die te laat is"
waarbij Stuart en onze volgers plat lagen van het lachen. In uiterste
concentratie werd een deftige groepsfoto genomen, werden de pipes naar het
gebouwtje gebracht en verzamelden we rond de Stone of Remembrance die centraal
langs de omheiningmuur stond om er ons PRWWI In Remembrance kruisje te steken.
Nadat het PRWWI kruisje
plechtig was neergeplant bij de Stone of Remembrance begon het terug te
motregenen en besloten we om naar het toeganggebouwtje te gaan om het register
in te vullen. Kurt die op voorhand het register al eens had bekeken, had deze
keer niet zo lang werk om het register te teken want alweer lagen onze volgers
op de loer om commentaar te geven over de tijdsduur van deze handeling bij Kurt.
Het register kende een laatste input op 02 mei 2015 door Bruce & Gloria
Fisher afkomstig van Goderich, Ontario, Canada. Nadat Stuart ook had getekend
en nu Wilfried het register stond te teken onder de boog van het toegangsgebouw
veranderde de motregen in lichte regendruppels. Zo te zien leek het een ferm
regenbuitje te worden en haasten we ons om onze pipes te nemen en ze op te
bergen in de auto. Het begon
harder te regenen en Kurt liep gehaast met het canvaszeiltje op zijn hoofd,
zijn pipes in de ene hand, een stylo tussen de tanden en een paraplu in de
andere hand die hij omhoog hield voor Stuart die de auto open maakte, achter
Stuart aan. We moeten zeker niet vertellen dat het weer een heel komisch zicht
was voor ons PRWWI team.
Nadat we niet veel later in de auto zaten,
liet Stuart zich ontvallen dat als het weer zo zou blijven hij straks toch onze
capes zou bovenhalen, we konden dit alleen maar beamen. Inmiddels stonden de
hemelsluizen redelijk open en werd de gps opgestart en ingesteld naar onze
volgende bestemming. We verlieten deze mooie en goed onderhouden begraafplaats
om 12u en zetten koers richting St. Jan-ter-Biezen dat zo'n drie en een halve
kilometer verder lag en waar we iets na 12u arriveerden, zo'n 24 minuten later dan
voorzien.
In Sint-Jan-ter-Biezen werden destijds diverse kampen opgetrokken, waar troepen konden verblijven, zeker toen de stad Poperinge meer en meer onder vijandelijk vuur kwam te liggen.
In Sint-Jan-ter-Biezen werden destijds diverse kampen opgetrokken, waar troepen konden verblijven, zeker toen de stad Poperinge meer en meer onder vijandelijk vuur kwam te liggen.
Bij aankomst op St. Jan-ter-Biezen Communal Cemetery
ging de regen stilletjes over naar motregen en toen we alles uit de auto hadden
gehaald was het bijna droog. Dit bleek een redelijk kleine begraafplaats te
zijn en we zagen er een bordje hangen met 'Oorlogsgraf van het gemenebest' en
enkel 2 Heldenhuldezerkjes staan. We gingen meteen op onderzoek uit en zagen
dat de Heldenhuldezerkjes waren opgericht voor oud-strijders, Michel Degraeve geboren
in 1896. Michel overleed in 1920, vermoedelijk aan de gevolgen van zijn
bijdrage aan de oorlog. Kamiel Butaeye is
eveneens een oud-strijder van het V.O.S. (Vlaamse Oud-Strijders). Hij overleed
in 1932 als oorlogsinvalide. Een
eindje verder vonden we het CWG van Pte. A SMITH. 203661 van het 1st/5th Bn. Gloucestershire Regt. terug. Private Alfred Smith van
het Gloucestershire Regiment stierf op 30 april 1918 en werd hier
oorspronkelijk begraven.
Volgens Stuart klopte er iets
niet omdat hij hier ook een groter monument had verwacht met Heldenhuldezerkjes
bij in de vorm van een halve cirkel. Een blik in het rond deed hem vermoeden dat
dit, aan het dak van een gebouw te zien, ergens in de buurt van de kerk zou
staan. Monique ging op onderzoek uit terwijl wij foto's namen van de graven die
hier lagen. Toen Monique niet veel later terug was met de mededeling dat het
monument met de Heldehuldezerkjes zich hier wat verder naast de kerk bevond,
besloten we om hier enkel de tune Flowe of Scotland te spelen en Amazing Grace
later aan het monument. We namen onze pipes en speelden er onze tune terwijl
onze volgers alle kanten uitgingen om foto's te nemen. Kort daarna werd ons PRWWI kruisje
neergeplant bij het graf van Pte. Alfred Smith en in afwachting voor de
groepsfoto stond Kurt ineens onder een wel grote paraplu. Toen we opkeken zagen
we hem ineens staan onder een treurwilg en hij had de stam ervan vast alsof hij
een paraplu vasthield.
Nadat de groepsfoto was genomen, vertrokken we hier om 12u30 richting kerk waar we het monument zouden terug vinden zo'n 150 meter verder.
Nadat de groepsfoto was genomen, vertrokken we hier om 12u30 richting kerk waar we het monument zouden terug vinden zo'n 150 meter verder.
We wandelden het kerkhof op waar
Daphné aan de ingang nog een Kathedraal van een Landschap wou fotograferen. We
liepen verder tussen de huizen door naar de kerk die zo een 30 meter van de
straat af stond. Achter de hoek van een huis zagen we het oude kerkhof van St.
Jan-ter-Biezen opdagen met geheel vooraan het monument dat we zochten met daar rond
in een halve cirkel de Heldehuldzerkjes. Het monument bestond uit een brede
piramidale sokkel opgebouwd uit hardsteen en straatkeien. Daarop staat een
vierkante zuil, naar boven toe versmallend en afgewerkt met top in
piramidevorm. Onder de bovenrand doorlopende groevenrij met een kruis aan de
voorzijde. Op het kruis: 'AVV VVK' in witte uitgehouwen letters; op de zuil op
de voorkant 'Het dankbare volk van Sint-Jan ter Biezen. Uit erkentenis aan zyne
16 roemryke gesneuvelden (oorlog 1914-1918)'; op de sokkel: vier
trapeziumvormige hardstenen platen, met de namen van de oorlogsslachtoffers,
hun plaats en datum van overlijden, in witte letters aangeduid.
Deze gedenkzuil herdenkt
de militaire doden van Sint-Jan-Ter-Biezen, een gehucht tussen Poperinge en Watou,
uit WOI. De meeste doden, die erop vermeld staan, liggen er rond begraven. Het
gaat om 14 Belgische militairen die onder 13 heldenhuldezerkjes en 1 andere
grafsteen begraven liggen. Het merendeel zijn militairen afkomstig uit de
streek van Sint-Jan-Ter-Biezen, Watou of Poperinge die eerst op een andere
begraafplaats begraven werden, maar na de oorlog gerepatrieerd werden.
Soldaat Gaston J. Delaleau.
5de Lansiers. Geboren te Watou. Gesneuveld op 3 november 1918 nabij Assenede.
Oorspronkelijk begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Bassevelde.
|
Soldaat Maurice G. Declerck.
6de Jagers te Voet. Gesneuveld op 18 maart 1918.
Oorspronkelijk begraven op de het kerkhof van Watou.
|
Soldaat René C. Dever.
3de Jagers te Voet. Gesneuveld 19 juni 1917 nabij Steenstrate.
Oorspronkelijk begraven in West-Vleteren.
|
Soldaat Leopold F.C. Rosseeuw.
5de Jagers te Voet. Geboren te Poperinge.
Gesneuveld op 15 oktober 1918 nabij De Panne
en werd meteen over gebracht naar St. Jan-ter-Biezen.
|
Soldaat Daniël Matton.
8ste Linieregiment. Geboren te Watou in 1896.
Gesneuveld 6 april 1916, 20 jaar, nabij Diksmuide.
Oorspronkelijk begraven op de Belgische Militaire Begraafplaats van Adinkerke.
|
Soldaat Remi H. Demaeght.
23ste Linieregiment. Geboren te Watou.
Gesneuveld in een hospitaal in Brussel op 1 november 1918.
Oorspronkelijk begraven in Steenbrugge.
|
Soldaat Maurice R.C. Huyghe.
3de Linieregiment. Geboren te Watou.
Gesneuveld in een hospitaal in Antwerpen op 3 oktober 1914.
Oorspronkelijk begraven op het Schoonselhof in Antwerpen.
|
Soldaat Maurice J.B.C. Ryon.
19de Linieregiment. Geboren te Watou.
Gesneuveld op 17 april 1918 nabij Langemark.
Oorspronkelijk begraven in Mangelare.
|
Soldaat Aimé Vandenabeele.
10de Compagnie.
Gesneuveld in een Veldhospitaal in Cherbourg (F) op 27 december 1917
en daar ook oorspronkelijk begraven.
|
Gaston Gackiere.
Hij overleed in een hospitaal in Hamelen (D) op 22 oktober 1915.
Meer informatie zijn we nog niet te weten gekomen.
|
Soldaat Joseph H.C. Doise.
2de Grenadiers. Geboren te Beveren-aan-de-Ijzer.
Gesneuveld 12 maart 1918 nabij Nieuwpoort
en meteen overgebracht naar St. Jan-ter-Biezen.
|
Soldaat Firmin C. Dever.
16de Artillerie. Geboren te Watou.
Gesneuveld 28 september 1918 nabij Oostkerke.
Oorspronkelijk begraven in Hoogstade.
|
Daar het monument met de Heldenhuldezerkjes
iets hoger dan de begane grond en een beetje ingesloten lagen tussen andere
graven, besloten we maar om voor het monument bij het trapje onze tune Amazing
Grace te spelen. Terwijl onze volgers genoten en ondertussen enkele foto's
namen kwam er buurtbewoner kijken wat er gaande was bij de kerk. Nadat we
gedaan hadden met spelen werd ook hier een PRWWI In Remembrance kruisje neer
geplant bij het monument en werd ook hier een groepsfoto genomen. De buurman
had een korte babbel met Stuart over het PRWWI project en niet veel later
besloten we om verder te trekken op onze tocht. Hoewel we weer eens moesten
wachten op onze volgers die blijkbaar weer over koetjes en kalfjes stonden te
praten, liet Kurt zich ontvallen dat we daardoor toch veel kostbare tijd
verloren. Met andere woorden, hij bedoelde dat het niet alleen zijn schuld was
dat de tocht een beetje uitliep, wat hij wel grappig vond. Daar we hier geen
register vonden, verlieten we Sint Jan-ter-Biezen om 12u50 en zetten koers naar
Watou wat zo een drie en een halve kilometer verder lag.
Na aankomst in Watou rond 12u55 zo'n 35
minuten later dan voorzien, was het even wachten op volger Patrick die met zijn
gemotoriseerde caravan niet zo flexibel bleek te zijn als wij.
Toen we enkele ogenblikken nadien dan toch Patrick konden verwelkomen, trokken we het kerkhof op langs de ingang van de kerk waarbij we opmerkten dat de kerktoren wel redekijk scheef stond ten opzichte van het gebouw zelf. Eerst zouden we de linker zijde van de kerk nemen waar we hoofdzakelijk de CWG's zouden vinden en omdat ook aan de andere zijde van de kerk WWI slachtoffers waren begraven besloten we van ook hier onze set tunes te splitsen. Eveneens aan de linker zijde van de kerk vonden we enkele Heldenhuldezerkjes verspreid over de begraafplaats, de CWG's daarentegen lagen weliswaar in 2 verschillende kleine plots bij elkaar. Hoewel de CWG's voor ons persoonlijk wel eens een grondige opknapbeurt nodig hadden viel het al bij al nog mee. Op een burger kerkhof of begraafplaats hadden we immers al erger gezien. We namen enkele foto's van de CWG's en merkten tussen de graven het graf op van Pte Adam Crow, van de 6th Bn. K.O. Scottish Borderes, killed in action on 27 april 1918. Het epitaaf op zijn grafsteen liet ons weten; Part of a forgein field that is for ever Scotland, In God our hope. Adam werd 41 jaar en was afkomstig uit Glasgow.
Toen we enkele ogenblikken nadien dan toch Patrick konden verwelkomen, trokken we het kerkhof op langs de ingang van de kerk waarbij we opmerkten dat de kerktoren wel redekijk scheef stond ten opzichte van het gebouw zelf. Eerst zouden we de linker zijde van de kerk nemen waar we hoofdzakelijk de CWG's zouden vinden en omdat ook aan de andere zijde van de kerk WWI slachtoffers waren begraven besloten we van ook hier onze set tunes te splitsen. Eveneens aan de linker zijde van de kerk vonden we enkele Heldenhuldezerkjes verspreid over de begraafplaats, de CWG's daarentegen lagen weliswaar in 2 verschillende kleine plots bij elkaar. Hoewel de CWG's voor ons persoonlijk wel eens een grondige opknapbeurt nodig hadden viel het al bij al nog mee. Op een burger kerkhof of begraafplaats hadden we immers al erger gezien. We namen enkele foto's van de CWG's en merkten tussen de graven het graf op van Pte Adam Crow, van de 6th Bn. K.O. Scottish Borderes, killed in action on 27 april 1918. Het epitaaf op zijn grafsteen liet ons weten; Part of a forgein field that is for ever Scotland, In God our hope. Adam werd 41 jaar en was afkomstig uit Glasgow.
Henri Tanghe.
Oorlogsslachtoffer gestorven te Proven op 26 januari 1917.
Het enige burgerslachtoffer op deze begraafplaats.
|
Op een gegeven moment kreeg Kurt in de
gaten dat we blijkbaar gevolgd werden door paparazzi. Boven de hoge haag was
ineens enkel een hand met een fototoestel te zien. Nader onderzoek liet ons
weten dat het niemand minder was dan volger Partick die weer kunsten uithaalde
om een of andere foto te nemen. We namen onze pipes, en besloten om bij het
graf van Adam Crow te spelen dat eveneens een beetje centraal lag tussen de 2
CWG plots. Terwijl de klanken van Flower of Scotland klonken kwamen her en
der enkele mensen aanhollen waaronder ook Jan Daschot, auteur van het boek:
Watoe, Abeele & Sint-Jan-ter-Biezen 1830 - 2015 'Geschiedenis van een
grensdorp' die ons nadien meer uitleg gaf over de WO1 graven zowel CWG's als
Belgische gesneuvelden en als het ware een beetje een gids werd voor ons op het
kerkhof. Onze volgers waren er niet gerust in want
op dat moment vroeg Daphné zich af of we hier ook niet Amazing Grace zouden
spelen omdat Jan Dasschot toch enkele foto's wou nemen terwijl we aan het
spelen waren bij de graven. Kurt liet weten dat we Amazing Grace aan de andere
kant van de kerk zouden spelen bij de 2 rijen Heldenhuldenzerkjes omdat hier
ook op verschillende plaatsen WWI slachtoffers waren begraven.
Terwijl we niet veel later naar de andere
kant van de kerk gingen begon de Jan Dasschot een uitleg te doen over de
verschillende militaire graven op het kerkhof en was op dit moment als het ware
een beetje onze gids. Hoewel kort, kregen we toch veel info te verwerken en
kwamen we aan de weet dat het in feite de bedoeling was om hier de
Heldenhuldezerkjes in een speciaal perk te plaatsen, doch dit was ergens een
beetje verkeerd gelopen. De grote hoge haag zorgde er mede voor dat de
Heldenhuldezerkjes in feite niet meer zichtbaar zijn van op straat aan de ene
kant en de vele oude graven aan de andere zijde. Het had inderdaad een mooi
perk kunnen zijn maar zoals zoveel maal gezegd tijdens onze tochten, typisch
Belgisch, wat ons ergens altijd wel een beetje triest stemt.
Volgens Jan Daschot is Watou een van de
weinige kerkhoven waar nog zoveel Heldenhuldezerkjes zijn verzameld want er lagen 37 doden begraven
onder 4 grafstenen en 33 Heldenhuldezerkjes.
We besloten om tussen de 2 rijen
Heldenhuldezerkjes onze tune Amazing Grace te spelen omdat er rondom niet veel
plaats was. Tijdens het spelen op onze pipes namen onze volgers en Jan Daschot
verschillende foto's en stond er ineens een tiental mensen te kijken naar ons
doen en laten bij een klein hek die toegang gaf op het kerkhof. Nadat we gedaan
hadden met spelen deed Stuart ons PRWWI project uit te doeken bij het groepje
toeschouwers en gaf Patrick ongeveer dezelfde uitleg aan Jan Daschot die meer
op het kerkhof stond. Daphné, Wilfried en Kurt deden zich nog tegoed aan het
nemen van enkel foto's.
Niet veel later besloten we om terug naar de andere kant van de kerk te wandelen. We moesten tenslotte ons 'PRWWI In Remembrance' kruisje nog plaatsen. Het leek ons het beste idee om dat bij het graf van Pte Adam Crow te doen aangezien er niet echt een centrale plaats was om dit te doen. Nadien werd ook hier de groepsfoto genomen. Het statief werd bovengehaald, de camera in positie en net toen Stuart op de afstandsbediening drukte zag hij ineens Kurt staan met zijn fototoestel in de aanslag. Kurt wou absoluut eens een foto nemen waar het lampje van Stuart zijn camera mee opstond.
Niet veel later besloten we om terug naar de andere kant van de kerk te wandelen. We moesten tenslotte ons 'PRWWI In Remembrance' kruisje nog plaatsen. Het leek ons het beste idee om dat bij het graf van Pte Adam Crow te doen aangezien er niet echt een centrale plaats was om dit te doen. Nadien werd ook hier de groepsfoto genomen. Het statief werd bovengehaald, de camera in positie en net toen Stuart op de afstandsbediening drukte zag hij ineens Kurt staan met zijn fototoestel in de aanslag. Kurt wou absoluut eens een foto nemen waar het lampje van Stuart zijn camera mee opstond.
Stuart had op dat moment zo iets van; 't is toch niet
waar hé, hij weer. Omdat de eerste groepsfoto een beetje was mislukt diende er
een tweede gemaakt te worden. Gelukkige stond onze Kurt toen wel stil.
Na het
nemen van de groepsfoto trokken we allen tot bij de auto waarbij Kurt even snel
binnen ging in de kerk en verlieten dit kerkhof om 13u40. Toen we allen bij de
auto waren aangekomen konden we ineens genieten van een warme kop koffie en een
belegde sandwich wat voor sommige meer dan welkom was. Terwijl we onze lunch
aten begon het terug stilletjes te motregenen zodat we onder een openstaand
kofferdeksel toch een beetje konden schuilen.
Toen onze lunch verorbert was maakten we ons klaar om onze weg te vervolgen. We overliepen in de auto nog eens de planning, stelden de gps in en zetten koers naar Abele waar we onze volgende stop hadden.
Toen onze lunch verorbert was maakten we ons klaar om onze weg te vervolgen. We overliepen in de auto nog eens de planning, stelden de gps in en zetten koers naar Abele waar we onze volgende stop hadden.
We arriveerden om 14u10, nog steeds een
half uurtje later dan voorzien, bij de Abeele Aerodome Military Cemetery. Een
rechthoekige begraafplaats die een beetje weg van de baan ligt waar je via een
mooi groen graspad naartoe kunt wandelen. De begraafplaats wordt omgeven door
een ruwe natuurstenen muur die is afgedekt met witte boordstenen. Bij de
ingang vinden we de 2 landplaten en het registerkastje terug. Recht er
tegenover in de verste hoek, staat een schuilhuisje met zadeldak en een
rondbogige nis waarin we een derde landplaat vinden en een stenen zitbank waar
we onze pipes op achterlieten. Deze begraafplaats werd destijds gestart door Franse
troepen in april 1918, tijdens het Duitse Lente-Offensief. Zij begroeven hier
99 Franse en 4 Britse militairen in perk I. In juli, augustus en september
werden perken II en III aangelegd door Britse en Amerikaanse eenheden. Na de
Wapenstilstand werden de 84 Amerikaanse (perk III) en de 99 Franse (perk I)
stoffelijke overschotten ontgraven. Bij de 4 Britten die oorspronkelijk in perk
I begraven werden, werden nog eens 25 Britten bijgezet die oorspronkelijk op
het kerkhof van Boeschepe (F) begraven waren tussen april en augustus 1918.
Perk II, met 75 Britse militairen, werd zo gelaten. Volgens het huidige
register liggen er 104 geïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk
begraven.
De begraafplaats werd genoemd
naar een vliegveldje dat hier tegenover lag. In mei 1915 werd 'Abeele Airfield'
aangelegd in de velden rechts van de Dodemanstraat. Het vliegveld lag vrij ver
van het front en was ook goed aan het zicht onttrokken door de Boeschepeberg en
de Catsberg. Daarom bleef het de hele oorlog lang in bedrijf. Het was de basis
voor 3 eskaders van het ‘Royal Flying Corps’.
We zagen dat er aan beide zijden
van het schuilhuisje een stuk omheiningmuur ontbrak, waarschijnlijk waren
mensen van de CWGC bezig met het herstellen ervan. Stuart trok erop uit op zoek
naar enkele namen waarbij we toch even wilden stilstaan om het verhaal achter
de steen te vertellen. Ondertussen was het terug gestopt met motregenen en Kurt
ging op zoek naar bijzondere epitafen waar hij tussen de graven een groot gat
in de grond aantrof. Blijkbaar had een 'wild rabbit' hier een ingang gemaakt
naar zijn hol maar was volgens hem niet thuis. Hij had aangeklopt maar alles
bleef stil naar eigen zeggen. Iedereen slenterde over de begraafplaats en toen
we terug bij het schuilhuisje waren en ons stilaan klaarmaakten om onze tunes
te gaan spelen kwam Lora vanachter de wolken piepen waarbij ze redelijk wat
warmte afgaf. Onze pipers ontdeden zich van hun fleece vestjes omdat het ineens wel redelijk warm werd.
Private Herbert Whalley.
Service number 243448. 15th Bn. Cheshire Regiment.
Mooi epitaaf: ‘Sweet are the memories that will never fade’.
Gesneuveld 16 juli 1918, 34 jaar. Plot II Rij A Graf 9.
|
Rifleman Evan Prosser Evans.
Service number 50087. 12th Bn. Royal Irish Rifles.
Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats, 26 augustus 1918.
Hij werd 19 jaar. Plot I Rij D Graf 17.
|
Second Lieutenant Paris Villiers Drake-Brockman.
1st Bn. The Buffs (East Kent Regiment).
Gesneuveld 18 juli 1918, 19 jaar. Plot II Rij B Graf 7.
|
Lieutenant Charles Frederick Griffith Hollis MC (Military Cross).
1st Bn. The Buffs (East Kent Regiment).
Gesneuveld 2 augustus 1918, 20 jaar. Plot II Rij D Graf 3.
|
Major James Douglas Leitch Melrose.
29th Siege Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 25 april 1918, 33 jaar. Plot I Rij E Graf 5.
|
We gingen centraal op de
begraafplaats staan, voor het Cross of Sacrifice dat langsheen een lange zijde
van de omheiningmuur stond. Net toen we wilden beginnen met spelen scheen het
zonnetje fel over de begraafplaats waarbij Kurt erop wees om verder te zetten
daar het wel eens van korte duur zou kunnen zijn. Aan de horizon kwamen wel
heel donkere wolken aanzetten. De klanken van onze tunes Flower of
Scotland en Amazing Grace rolden over de wijde vlakten heen. Kort nadien, en
omdat Lora nog fel aan de hemel stond, besloten we om eerst het PRWWI In
Rembrance kruisje plechtig neer te planten bij het Cross of Sacrifice waarna we
dan ook maar direct de groepsfoto namen. Daarna gingen we onze spullen ophalen
in het schuilhuisje waarna we halt hielden bij de ingang van de begraafplaats
waar we in het kastje dat was ingewerkt in de omheiningmuur het register aantroffen.
Het register kende een laatste
input van vandaag door een zekere Luc & Ria uit Peer, Belgium. Het viel ons
op dat Kurt deze keer niet zolang werk had met het invullen van het register.
Na verschillende tochten krijgt hij het blijkbaar toch onder de knie. Nadat
Stuart het register had getekend, was het de beurt aan Wilfried die op dat
moment eveneens werd vereeuwigd. Kort nadien verlieten we deze kleine maar
mooie begraafplaats die wel iets speciaals had om 14u50 waarbij het begeerde
zonnetje terug wegdook achter donkere wolken. Langsheen het altijd groene
graspad werden we gevolgd door een kudde koeien die ons volgden tot dat we
bijna bij de auto waren aangekomen. Toen we onze spullen in aan het laden waren,
begon het stilletjes te druppelen, de regen kwam terug aanzetten en boven ons
kleurde de hemel grauw en donkergrijs. We zaten nog maar pas in de auto toen
het opeens water goot. Gelukkig waren we net op tijd zodat we droog onze tocht
konden verder zetten naar de Lijssenthoek begraafplaats die zo een kleine 6
kilometer verder lag.
In de regen achtervolgden we,
voor de eerste keer sinds de tochten, onze volgers. Blijkbaar had 'de trut',
Stuart zijn gps, voor dezelfde weg gekozen als Daphné die op kop reed met haar
wagen. Om 15u00 arriveerden we in een regenbui op de kleine parking bij de
Lijssenthoek Military Cemetery waar blijkbaar ook een bus met Engelse toeristen
stond te wachten op zijn medereizigers die op de begraafplaats liepen. We
parkeerden onze wagen naast Patrick zijn gemotoriseerde caravan en besloten om
onze pipes voorlopig nog te laten liggen in de wagen daar we eerst het nieuwe
bezoekerscentrum zouden bezoeken.
In 2012 werd een nieuw bezoekerscentrum ingehuldigd. Door middel van beelden, teksten en media wordt de geschiedenis van de begraafplaats geschetst en voor elke dag van het jaar wordt het verhaal van minstens één slachtoffer verteld. Terwijl we daar rond keken, kwam er een enquêteur, iemand van WestToer, bij ons staan en vroeg of zij ons even mocht interviewen. Waarschijnlijk gewekt door onze outfit was ze toch verwonderd dat we Nederlandstalig bleken te zijn. Stuart die destijds tot woordvoerder is gebombardeerd stond het meisje dan ook te woord met al haar vragen. Haar collega kwam er niet veel later bestaan en toen ons doel zo een beetje uit de doeken was gedaan en we ook al regende het op tocht gingen hadden ze niks anders dan bewondering voor ons project. Toen het interview bijna was afgelopen en we naar buiten keken bleek er net een plensbui aan de gang te zijn waarbij we de auto bijna niet meer zagen staan. Niet veel later toen de stortbui voorbij was besloten we om onze pipes op te halen en richting begraafplaats te trekken.
In 2012 werd een nieuw bezoekerscentrum ingehuldigd. Door middel van beelden, teksten en media wordt de geschiedenis van de begraafplaats geschetst en voor elke dag van het jaar wordt het verhaal van minstens één slachtoffer verteld. Terwijl we daar rond keken, kwam er een enquêteur, iemand van WestToer, bij ons staan en vroeg of zij ons even mocht interviewen. Waarschijnlijk gewekt door onze outfit was ze toch verwonderd dat we Nederlandstalig bleken te zijn. Stuart die destijds tot woordvoerder is gebombardeerd stond het meisje dan ook te woord met al haar vragen. Haar collega kwam er niet veel later bestaan en toen ons doel zo een beetje uit de doeken was gedaan en we ook al regende het op tocht gingen hadden ze niks anders dan bewondering voor ons project. Toen het interview bijna was afgelopen en we naar buiten keken bleek er net een plensbui aan de gang te zijn waarbij we de auto bijna niet meer zagen staan. Niet veel later toen de stortbui voorbij was besloten we om onze pipes op te halen en richting begraafplaats te trekken.
Lijssenthoek Military Cemetery is
na Tyne Cot Cemetery de grootste Britse begraafplaats in de Westhoek en telt
meer dan 10700 graven verspreid over 35 perken op een oppervlakte van
ongeveer 4ha. De begraafplaats is ommuurd en heeft een poortgebouw met twee
zijgebouwen. Kort voorbij de ingang staat de Stone of Remembrance. Links in de
oostelijke hoek staat het Cross of Sacrifice.
De plaats lag tijdens de oorlog
op een belangrijke verbindingslijn tussen de basis van de geallieerden en het
front van de Ieperboog. Hier lag onder meer een hoeve van Remi Quaghebeur, door
de Engelsen Remi Farm genoemd. Door zijn dichte, maar toch nog veilige ligging
van het front werden hier voorzieningen ingericht voor het verzorgen van
gewonden. De Franse 15ième Hopital d'Evacuation gebruikte de plaats het eerst
als begraafplaats. Vanaf juni 1915 richtten de Britten hier een veldhospitaal (Casualty
Clearing Stations of C.C.S.) in, later in de oorlog werden dit er vier met een
bezetting tot 4000 bedden. In het voorjaar van 1918 trok men de veldhospitalen
een tijdje terug en werden deze vervangen door een Britse en Franse
veldambulance, omdat men vreesde dat de ze tijdens het Duitse lenteoffensief te
dicht bij het front zouden komen te liggen. Daarna keerden de veldhospitalen
nog terug. Tegen het einde van de oorlog was begraafplaats de grootste Britse begraafplaats
in België geworden; door bijzettingen werd Tyne Cot Cemetery later nog groter.
Na de oorlog werden 24 Britse veldgraven overgebracht uit de omgeving van
Poperinge. In 1981 voegde men nog 17 graven toe afkomstig van het kerkhof van Sint
Denijs.
De begraafplaats telt ongeveer
9900 graven van het Gemenebest, waarvan 24 niet geïdentificeerd konden worden.
Daaronder zijn er 7366 Britten, 1058 Canadezen, 1131 Australiërs, 291
Nieuw-Zeelanders, 28 Zuid-Afrikanen, 3 Indiërs en 35 Chinezen van het Chinese
Labour Corps (zij overleden in 1919, meestal als gevolg van de Spaanse griep).
Er liggen ook 658 Franse en 223 Duitse soldaten, die respectievelijk onder de
typische Franse grafkruisen en Duitse rechthoekige graftekens zijn begraven.
Met uitzondering van drie werden alle Amerikanen ontgraven. Er werden ook 8
Special Memorials opgericht voor soldaten waarvan men denkt dat ze
zich onder de naamloze graven bevinden.
Langsheen het lange pad van het
bezoekerscentrum naar het poortgebouwd aan de straatkant stapten we langs de omheiningmuur van de begraafplaats
die was begroeid met 'Blauwe regen' planten. Op dat moment begon Patrick ineens
redelijk door te stappen want naar eigen zeggen kon hij niet zo goed tegen de
geur van die planten. Hoewel het een mooi uitzicht van bloemen had het
inderdaad toch een sterke geur.
Via het poortgebouw wandelden we de begraafplaats op en merken op dat
verschillende groepjes mensen met een gids de begraafplaats bezochten. Toen we
in de buurt van de Stone of Remembrance stonden, welke niet zover van de ingang
vandaan stond, en de begraafplaats overkeken werden we even stil bij het zien van de vele, maar dan ook
vele grafstenen. Dit was tot nu toe de grootste begraafplaats die we met onze
tochten bezochten.
Iedereen ging een beetje zijn
eigen gang op de begraafplaats, Stuart die hier een 17 tal graven had
uitgekozen om het verhaal achter de steen te vertellen voor ons project vertrok
meteen op pad langsheen de vele graven. Gelukkig had hij op voorhand een
plannetje gemaakt langs waar hij moest gaan om alles zo vlot mogelijk te laten
verlopen en niet teveel kostbare tijd te verliezen met het zoeken naar een
bepaald graf. Kurt deponeerde Wilfried en de pipes in een kleine
schuilgebouwtje aan de zijkant van de begraafplaats. Hij beval Wilfried de pipes te bewaken op leven en dood, hij mocht daarvoor desnoods zijn wandelstok
gebruiken ter verdediging. Wilfried zag het al helemaal zitten en installeerde
zich niet veel later op een bank in de buurt van het gebouwtje zodat hij menig
bezoeker in de gaten kon houden. Kurt was ondertussen op zoek gegaan naar de
verschillende Duitse graven die hij helemaal achteraan op de begraafplaats
aantrof. Daphné, Monique en Patrick gingen ook elk hun eigen weg opzoek naar
dat ene plaatje dat ze wilden vereeuwigen.
Een tijdje nadien kruisten Stuart
en Kurts wegen en trokken ze verder samen over de begraafplaats op zoek naar de
nog enkele namen op het lijstje voor ons archief. We liepen verder en
passeerden het graf van R. Van Neste een Belg die diende in het 27th Bn.
Canadian Infanterie, vandaar merkten we een speciale grafsteen op in de vorm
van een Keltisch kruis, helaas was de inscriptie niet echt meer duidelijk
genoeg om het te kunnen lezen. Wat verder en ongeveer centraal op de
begraafplaats vonden we het graf van Capt. James Ogilvie-Grant, Chief van de
Clan Grant die stierf op 39 jarige leeftijd aan zijn verwondingen op 12
november 1915. Zoals eerder afgesproken hadden we besloten om hier onze tunes
te spelen maar dat was voor later want ons lijstje met te zoeken namen was nog
niet afgewerkt.
We trokken verder onder een nog
steeds grauwe en grijze hemel en kwamen in de buurt van het Cross of Sacrifice
waar we nog enkele namen vonden. Langsheen de omheiningmuur aan de straatkant
wandelden we verder en moesten nog 1 naam hebben, volgens Stuart was dat het
graf waar een heleboel houten In Remembrance kruisjes bij stonden een eindje
verder. Toen we enkele tientallen meters verder waren stonden we bij het graf
van Nellie Spindler, een stafverpleegster van het Queen Alexandra's Imperial
Military Nursing Service waar een twintigtal In Remembrance kruisjes, en andere
bijstonden. Nellie stierf aan haar verwondingen die ze had opgelopen na het
inslaan van artillerievuur op 21 augustus 1916, ze was toen 26 jaar. We namen
enkele foto's en omdat ons lijstje was afgewerkt trokken we verder naar het
schuilhuisje waar we Wilfried hadden achtergelaten.
Private James Flynn.
Service number 2581. 2nd Bn. Leinster Regiment.
Gesneuveld 8 september 1915, 44 jaar. Plot III Rij B Graf 36.
|
Private William Baker.
Service number 22635. 26th Bn. Royal Fusiliers.
Shot at Dawn voor desertie op 14 augustus 1918.
Plot XXV Rij B Graf 22.
|
Sowar Hardit Singh.
Service number 3525. 21st Prince Albert Victor’s Own Cavalry (F.F.) (Daly’s Horse)
attd. 20th Deccan Horse.
Gesneuveld 2 november 1917. Plot XXI Rij FF Graf 21.
|
Kriegsfreiwilliger Franz Bilz.
120. Infanterie-Regiment 11. Kompanie.
Gesneuveld 23 juni 1916. Plot VIII Rij B Graf 14a.
|
Soldat Joseph Maillet.
24e Regiment d'Infanterie Territoriale.
Gesneuveld 14 mei 1918, 33 jaar. Plot XXVI Rij J Graf 9.
|
Captain Sydney Reginald Hockaday.
2nd Bn. Monmouthshire Regiment.
Gesneuveld op 29 september 1916, 24 jaar. Plot IX Rij B Graf 8.
|
Private Charles David Friend.
Service number 6152. 22nd Bn. London Regiment.
Gesneuveld 4 januari 1917. Plot X Rij D Graf 5a.
|
Private Jack Bernard Wynne.
Service number 47208. 19th Bn. Manchester Regiment.
Gesneuveld 3 augustus 1917. Plot XVII Rij A Graf 20a.
|
Private Donald McLeod Snaddon.
Service number 17780. 1st Bn. Royal Scots Fusiliers.
Met zijn 15 jaar het jongste slachtoffer op de begraafplaats.
Gesneuveld 18 januari 1916. Plot II Rij D Graf 37.
|
Second Lieutenant Theodor Milton Pflaum.
25th Coy. Australian Machine Gun Corps.
Gesneuveld 24 september 1917, 22 jaar. Plot XXV Rij F Graf 2.
|
Private Thomas Newsham.
Service number 6315. 142nd Coy. Machine Gun Corps (Infantry).
Gesneuveld 11 mei 1917, 18 jaar. Plot XII Rij B Graf 5.
|
Lieutenant John Edward Raphael.
18th. Bn. King’s Royal Rifle Corps.
Hij was een oud international voor het Engelse Rugby team.
Maar dit is niet het opmerkelijkste verhaal. Zijn verhaal vind je via deze link.
http://www.express.co.uk/news/world-war-1/467102/Mother-reunited-at-last-with-her-First-World-War-hero-son, echt het lezen waard.
Gesneuveld 11 juni 1917, 35 jaar. Plot XIII Rij A Graf 30.
|
Second Lieutenant Robert Philips Greg.
11th Bn. Cheshire Regiment.
Zijn naam werd vermeld op het informatiescherm in het bezoekerscentrum.
Gesneuveld 3 mei 1918, 19 jaar. Plot XXVIII Rij E Graf 20a.
|
Nog steeds als een waakhond zat
hij op de bank te wachten en sprong op toen wij in de buurt kwamen waarbij hij wou
uithalen met zijn wandelstok. Toen Kurt liet weten dat het goed volk was, was
hij gerust. Ja slecht horen en zien is ook niet alles meenden we. Terwijl we
onze pipes namen hoorden we nabij de Stone of Remembrance iemand de Last Post
spelen op een klaroen. Toen we opkeken zagen we een horde mensen staan kijken
rondom de man die de Last Post speelde. Kijk dat is wat ik bedoel, liet Kurt
zich ontvallen. Op zulke begraafplaatsen zie je steeds en altijd mensen lopen
in tegenstelling tot de begraafplaatsen waar er soms maar enkelen of soms maar
1 WWI slachtoffer is begraven. Met alle respect voor deze mensen hier, ga ik
soms liever naar de plaatsen waar zelden of nooit iemand komt. We wandelden
verder terug naar het graf van Capt. James Ogilvie-Grant waar we onze tunes
zouden gaan spelen. Nog steeds onder een grauwe en grijze hemel werd het
statief met camera opgesteld en merkten we beiden op dat onze volgers eigenlijk
wel onmisbaar zijn. Ze houden alles in de gaten en liepen geladen met vesten, tassen, canvaszeiltje, en zo
verder om het ons wat gemakkelijker te maken.
Toen alles klaar en opgesteld was en we aanstalten maakten om onze pipes op
te nemen, gebeurde er iets heel merkwaardigs. Het moment dat we zouden beginnen
met onze tune Flower of Scotland trok de grauwe grijze hemel helemaal open
en kwam een fel schijnende zon tevoorschijn. We waren er beiden van overtuigd
dat onze vrienden van hierboven ons doen en laten in de gaten hielden en ons
trakteerden op een stralende hemel als waardering voor het project. Onder een
stralende zon speelden we Flower of Scotland en bleef het tussen de tweede
tune Amazing Grace een kleine minuut stil wat een groot contrast gaf tussen
beide tunes. Toen we klaar waren met het spelen van onze tunes merkten we op
dat verschillende mensen op de begraafplaats hadden staan kijken. Kort nadien
werd het PRWWI In Remembrance Cross plechtig neer geplant bij het graf van
Capt. James Ogilvie-Grant. Omdat verschillende mensen waren dichterbij gekomen
om ons doen en laten wat beter te kunnen observeren besloten we ook om direct
na het kruisje de groepsfoto te maken. Carine Thevelein, Kristof
Vanoplynes, Lennert en Rune, kenissen van Patrick woonden hier in de buurt en waren
even komen kijken hoe het er aan toe ging op zulke tochten. Daar we beiden
in kilt rondliepen vroegen ze of ze niet even met ons op de foto mochten, wat
uiteraard geen enkel probleem was. Daarna werd de groepsfoto gemaakt en
ondertussen stonden enkele mensen te kijken waarbij enkelen meer uitleg vroegen
over wat we deden en waarom we hier speciaal bij dit graf hadden gespeeld.
Stuart, woordvoerder van dienst, beantwoorde al hun vragen heel vakkundig
terwijl Kurt aanstalten maakte om het register te gaan zoeken.
Samen met de familie Vanoplynes-Thevelein en onze volgers liepen we langs
enkele paden tussen de graven naar het poortgebouw van de begraafplaats waar we
het register zouden aantreffen.
Het register kende een laatste input van vandaag, waarschijnlijk enkele
minuten voordien, van een zekere Ged Marian and Andrew Cassidy uit Romford UK.
We tekenden het register en terug merkten we op dat Kurt er heel snel mee klaar
was. Had hij een manier gevonden om er met een vaart vandoor te gaan bij het
tekenen van het register, we houden het in de gaten. Stuart en Wilfried
tekenden ook plechtig het register, hopelijk ook zonder schrijffouten zoals
Kurt zich liet ontvallen waarna er bij het poortgebouw nog wat werd nagepraat
over het project met de familie Vanoplynes-Thevelein. Een tijdje later besloten we
toch maar om naar de auto te gaan waarbij we langs het pad met de 'blauwe
regen' de metalen paaltjes eens van dichterbij bekeken. Als afbakening tussen
de omheiningmuur, voetpad en de straat stonden een hele rij metalen paatjes
waarin allemaal cijfers en streepje uit waren gefreesd. Daphné vertelde ons
daarover meer, volgens ze zei stonden deze metalen paaltjes voor iedere dag in WWI. Het
aantal streepjes die erop stonden was het aantal slachtoffers dat er destijds
vielen en begraven liggen op Lijssenthoek. Als je dit dan zo allemaal ziet is het angstaanjagend. We verlieten de
begraafplaats om 16u45 en trokken richting parking.
Terug bij de auto gekomen was ons eerste werk onze pipes uit elkaar halen en veilig opbergen. Nadien werd er wat nagepraat over de
tocht met onze volgers en de familie Vanoplynes-Thevelein
die was mee gevolgd. Ineens waren we Patrick kwijt, die bleek wat te rommelen
in zijn gemotoriseerde caravan. Enkele ogenblikken later kwam hij buiten met
een koelbox waaruit hij 3 verschillende flessen dram tevoorschijn toverde.
Buiten de kinderen van de familie Vanoplynes-Thevelein,
klonken we op de voorbije tocht en kon iedereen genieten van een goede dram
naar eigen keuze. Kurt begon ineens foto's te nemen van Patrick's rug, toen
iedereen doorhad wat er gaande was bleek dat Kurt de tekening met 'Old Guys
Rule' op Patrick zijn t-shirt plezant vond. Niet veel later terwijl we nog
stonden te genieten van onze dram zagen we Kurt ineens op het verhoog lopen.
Niemand van ons kende de ware aard van zijn bedoeling tot we ineens zagen dat
hij foto's stond te nemen van ons kleine groepje volgers bij de auto.
Nadat we onze dram hadden binnen gewerkt waarvoor
Patrick voor had gezorgd, namen we afscheid van elkaar en besloten we rond 17u30
huiswaarts te keren. Route 19, onze 14de tocht was alweer een feit. Hoewel hij
door omstandigheden met een drie kwartier vertraging begon omdat iemand iets
belangrijks was vergeten eindigde onze tocht van vandaag zoals alle anderen tot
nu toe reeds waren geëindigd, een half uurtje later dan voorzien. De persoon in
kwestie was dan ook heel blij met deze afloop. Tocht 19 was ook een heel mooie,
hoewel het weerbericht niet echt positief was, kenden we toch op enkele
begraafplaatsen tijdens het spelen prachtig weer. Alsof bij een mirakel trok de
hemel verschillende keren volledig open waardoor we konden genieten en spelen
in een warme lentezon, wat ons meer dan goed stemde. Zoals reeds meerdere malen waren onze vrienden van hierboven
ons terug goed gezind en keerden we met een goed gevoel terug naar het
thuisfront.
Tot volgende
Stuart en Kurt,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten