Datum : 13/11/2016
Begraafplaatsen
: Vogenee Communal
Cemetery, Marcinelle Communal Cemetery, Charleroi Communal Cemetery & Gosselies Communal
Cemetery
Afstand : 330km
Weer : Fris en droog
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : : Daphné Vangheluwe, Jeroen Cools
Info :
Vandaag 13 november was het weer zover voor
ons, er stond alweer een tocht gepland in onze agenda. De weersvoorspellingen
zag er er niet al te denderend uit maar dit zou ons niet echt tegenhouden. We vertrokken
mooi op tijd richting Charleroi en het was uitermate rustig onderweg. Toen we
een eindje gereden waren zei Stuart ineens tegen Kurt; 'Kijk, bekenden.' Kurt
viel uit de lucht. Blijkbaar passeerden we Alec en Suzy ineens op de ring van Charleroi. Een
treffer natuurlijk, er werd even telefonisch contact opgenomen, een goede dag
gezegd en niet veel later reed ieder zijn eigen weg verder. Rond 11u kwamen
we mooi op tijd aan bij Vogenee Communal Cemetery. Een kleine afgelegen
begraafplaats waar we één Wereld Oorlog I slachtoffer zouden terug vinden.
Nadat
de wagen was geparkeerd en we onze pipes stonden te tunen zagen we een klein
blauw en vooral berucht autootje aan komen gereden. Daphné Vangheluwe parkeerde
er de wagen, deze keer zonder paaltjes uit te rijden, zorgvuldig achter de
PRWWI mobiel. Zij had Jeroen Cool meegebracht en zouden vandaag de tocht mee
volgen. Het feit dat ze een beetje later aankwamen dan wij was naar eigen
zeggen dat ze de toeristische route naar hier hadden genomen. Aan uitleg mankeert
het haar ook niet volgens Kurt. De toon was meteen gezet.
Niet veel later trokken we gewapend met
camera en pipes de begraafplaats op. Lang moesten we niet zoeken want voorafgaande research had
ons geleerd dat hier 1 WWI slachtoffer was begraven en het rechts op de
begraafplaats tegen de omheiningsmuur bevond. Inderdaad van bij het hek aan de
ingang zagen we het graf van Serjeant Observer Reginald Stevenson Dodds. Hij
was observer in een Bristol Fighter F2241 toen ze boven Charleroi werden
opgemerkt door een grote groep Duitse Fokkers DVII's. Het kwam tot een
luchtgevecht en hadden geen schijn van kans. Het toestel van Lt E.A.C. Britton
en Sgt. Dodds stortte neer. Lt Britton overleefde de crash en kon met de hulp
van de plaatselijke bevolking vluchten naar Engeland. Sgt. Dodds was minder
fortuinlijk. Hij werd begraven op de begraafplaats tegen de oostelijke muur waar
hij nog steeds rust.
We wandelden over de kleine maar opvallend
onderhouden begraafplaats tot aan de oostelijke omheiningsmuur. Hier en daar
zagen we ook enkele graven van oud strijders en de laatste rustplaats van
soldaat Dodds was opvallend onderhouden. Een recent bloemstuk op het graf en
enkele losse bloemen lieten ons vermoeden dat er een kleine ceremonie had
plaatsgevonden op 11 november enkele dagen terug. Op de rand van het perkje stond 'concession
a perpetuite' vermeld, 'eeuwige concessie'. We hadden dit opschrift al eerder
gezien maar toch veel ziet men het niet. Terwijl onze volgfotografen enkele
foto's namen ging Stuart opzoek naar het verhaal van Dodds op zijn iPhone. Al
die moderne dingen vond Kurt maar niets maar stiekem was hij wel tevreden toen hij iets
later wat meer achtergrond informatie kreeg van Stuart.
Toen iedereen zo een beetje zijn ding had
gedaan namen we onze pipes en maakten ons klaar voor het muzikaal deel van ons
bezoek. Voor het graf van Sgt. Dodds speelden we onze PRWWI tunes Flower of
Scotland en Amazing Grace waarbij Stuart voor de eerste maal 'seconds' speelde
bij onze PRWWI tune Amazing Grace. Een tweede stem bij de tune Amazing Grace,
het klonk prachtig en was een wel geslaagd idee voor het muzikale
gedeelte. Kort nadien legden we
onze pipes even weg en gingen vrijwel meteen over na het plaatsen van ons PRWWI
In Remembrance kruisje. Het 194ste PRWWI kruisje werd plechtig neer geplant bij
dit mooi onderhouden graf van Serjeant Observer Reginald Stevenson Dodds
waarbij onze volgers enkele foto's namen. Eveneens de groepsfoto werd genomen
voor de laatste rustplaats van Sgt. Dodds waarna we niet veel later onze spullen namen en terug naar de auto wandelden.
Toen alles was ingeladen verlieten we
Vogenee Communal Cemetery om 12u05, een klein beetje later dan voorzien, en
zetten koers naar Marcinelle, waar we aankwamen 12u40. We parkeerden er op de
ruime parking bij de ingang, namen onze spullen en trokken de
begraafplaats op. De ingang deed Kurt een beetje denken aan de twee
schachtblokken van de koolmijnen. 'Ja we zijn dan ook in Marcinelle hé makker'.
De toon was weeral gezet en wandelden rustig de begraafplaats op. Niet zover bij de ingang vonden we er
al direct een groot plot waar de oud-strijders van beide wereldoorlogen te
rustte lagen. Na het nemen van enkele foto's wandelden we verder. Op het einde
van het grote oud strijders plot vonden we de ingang van het CWG plot. Een lange
smalle strook waarbij het Cross of Sacrifice tussen het wandelpad en de
begraafplaats stond .
We lieten onze pipes achter op het sokkel
van het Cross of Sacrifice en Stuart haalde meteen erna zijn lijstje boven
waarop de namen stonden van de gesneuvelden voor het gezicht achter de steen. Daphné,
Jeroen en Kurt namen ondertussen hier en daar een foto en we kregen na een
tijdje in het oog dat er iets niet in orde was met Stuart. Hij liep steeds heen
en weer langs de rijen graven en hoorden hem de graven zelfs luidop tellen. Daar er geen grondplan beschikbaar was het plot was het heel moeilijk om de nodige namen terug te vinden. Dan maar met z'n allen naam voor naam overlopen totdat we ze bijna allemaal vonden. Twee Duitse slachtoffers bleken echter onvindbaar. Zij zouden volgens de CWGC website een 'Special Memorial' gekregen hebben maar deze vonden we niet terug. Door dit voorval liepen we redelijk wat uit op ons strakke tijdsschema.
Niks aan te doen, we deden rustig verder ons ding. Een eindje verder merkten we
ook nog een klein perkje op waar gelijk Franse kruisjes stonden. We liepen er
naartoe en kwamen tot de conclusie dat dit inderdaad allemaal Franse
slachtoffers waren uit de grote oorlog. Het vreemde was dat er geen informatie
bij staat en dat er ook nog verschillende grafstenen werden gebruikt.
Soldat Friedrich Geyer.
RJR80. Gesneuveld op 20 oktober 1918, maar volgens zijn zerk op 31 oktober 1918.
Rij Graf 92.
|
Soldat Joseph Bautin.
2M G.K.R 164. Wanneer hij sneuvelde is niet geweten.
Hij is één van de weinige Franse slachtoffers in het Commonwealth Plot.
|
Driver Kenneth William Gauley.
Service number 3676. 4th Mechanical Transport Coy. Australian Army Service Corps.
Gesneuveld 19 april 1919. Hij werd amper 17 jaar. Rij L Graf 288c.
|
Musketier Emil Mohr.
IR 464. Gesneuveld 3 november 1918.
Hij kreeg de nieuwe Duitse zerk. Rij B Graf 52.
|
Serjeant Edward George Elliott MSM (Meritorious Service Medal).
Service number 147347. 238th Army Troops Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 29 mei 1919, 43 jaar. Rij O Graf 5.
|
Na het nemen van enkele fotos liepen we
terug naar het CWG-plot waar we onze pipes opnamen en naar het midden van de
begraafplaats om er onze PRWWI
tunes te spelen. De klanken van Flower of Scotland en Amazing Grace, met
seconds, zweefden over de begraafplaats heen en we merkten op dat er hier en
daar toch enkele mensen stonden te gluren tussen de graven naar ons doen en
laten. Na het spelen van onze PRWWI tunes lieten we onze pipes terug achter op het sokkel van het Cross of Sacrifice en overlegden
even kort waar we hier ons PRWWI In Remembrance kruisje zouden plaatsen. Niet
altijd een simpele keuze, zeker als er verschillende nationaliteiten liggen
begraven. De keuze was snel gemaakt toen ons oog viel op drie grafstenen
kortbij het Cross of Sacrifice. Een Frans, een onbekend CWG en Duits graf
broederlijk naast elkaar. Deze konden we niet laten liggen. Ons PRWWI In
Remembrace kruisje werd dan ook niet veel later plechtig neer geplant in het
midden van de drie WWI slachtoffers.
Na het het plechtig neerplanten van ons
PRWWI In Remembrance kruisje namen we eerst nog de groepsfoto en dan onze spullen en wandelden terug
naar de ingang van de begraafplaats. Onderweg overliepen we de tocht een beetje
omdat we al een half uur uitliepen op ons tijdschema en we hadden nog maar twee
begraafplaatsen bezocht. Ondertussen bij de auto gekomen begonnen we ons te
installeren voor onze lunch. 'Wat we ook kunnen doen is alles op een drafje
aflopen' zei Kurt ineens tegen Stuart. Niet echt een goed idee natuurlijk en we
besloten om maar gewoon ons ding te doen. Wat later vraagt Kurt aan Stuart of
hij soms een kop koffie moet hebben waarop Stuart zegt 'zwart, of zit er iets
in?' Kurt antwoord 'neen, zwart of ik moet er een beetje whisky bijdoen.'
Ineens, 'Miljaarde!!' Stuart die uit de lucht viel vroeg wat er is. 'Ik ben de
dram vergeten.' Ja niks aan te doen, een spijtig voorval. Kurt wat van zijn
melk omdat hij weeral iets vergat, en wat voor iets. Terug een stok om mee te
smijten in de toekomst.
Rond 14u20, na onze lunch, vertrokken we terug verder op onze tocht en reden richting Charleroi. De 'trut' in onze PRWWI mobiel was eveneens van slag want het leek erop dat we ook een toeristische route aan het rijden waren. Waarschijnlijk onder invloed van het kleine blauwe autootje met poppy op, want deze had ook al laten vallen dat ze de toeristische route reed deze morgen. We liepen volgens Kurt dus hopeloos uit en achter op schema. Om 14u45 parkeerden we de PRWWI mobiel bij de ingang van Charleroi Communal Cemetery de laatste rustplaats van 93 Franse slachtoffers die sneuvelden bij de gevechten tussen 21 en 24 augustus 1914, 270 Commonwealth, 21 gerepatrieerde Belgen en 15 Duitse slachtoffers uit WWI.
We wandelden doorheen een groot
smeedijzeren toegangshek naar het CWG-plot dat vlakbij aan de linker zijde van
de ingang lag. We passeerden eerst een monument voor de Poolse WWII
slachtoffers alvorens we op het CWG plot stonden. We legden onze pipes op de houten bank en liepen tussen de
graven opzoek naar een mooie foto terwijl Stuart zijn namenlijstje begon af te
werken. Kurt ging opzoek naar enkele bijzondere epitafen terwijl Daphné en
Jeroen foto's namen van het gebeuren. Terwijl we rondkeken vroegen we ons af
waar de Franse slachtoffers zouden begraven zijn. Op het eerste zicht was er
geen enkel spoor van te vinden. Terwijl Stuart verder zijn lijstje afwerkte
gingen de anderen op zoek. Toen we in het midden van de begraafplaats onder
enkele bomen liepen merkten we enkele rare bewoners op. Een 20 tal
halsbandparkieten kwetterden erop los.
Mooi en rustgevend was het wel en na het
nemen van enkele foto's trokken we verder op pad. Na een tijdje te hebben
rondgekeken ontdekten we aan de andere zijde van de begraafplaats een
eigenaardig perk op. Het lag in de tegenovergestelde hoek van het CWG-plot.
Toen we ervoor stonden merkten we op dat het de 93 Franse slachtoffers waren
die we zochten. Het waren allemaal lage stenen met een kruis erboven op. Zeker
niet de gekende Franse grafkruisjes die we eerden hadden gezien. Elke grafsteen
was voorzien van de Franse driekleur en bij de achterste graven van het plot
merkten we enkele Belgische vlaggetjes op. Zouden dit dan de Belgische
slachtoffer zijn? Nader onderzoek wees uit dat het gewoon de Franse vlaggetjes
waren die wat verschenen waren. We moesten dus verder opzoek naar de Belgische
slachtoffers, moeilijk te vinden, ze lagen misschien in een burgergraf.
We vonden het
eigenaardig dat we de Belgische slachtoffers niet vonden, 21 slachtoffers moet
je toch vinden. Natuurlijk als deze in een burgergraf liggen moeten we gans de
begraafplaats aflopen om ze te vinden. Zoals eerder gezegd een langdurige
opdracht, zeker als je niet weet waar zoeken en we liepen inmiddels flink
achter op schema. Stuart en Kurt besloten om op het CWG-plot hun PRWWI tunes te
spelen omdat de WWI slachtoffers in verschillende hoeken lagen en we de
Belgische slachtoffers niet vonden. Toen we niet veel later klaarstonden met
onze pipes kwamen Daphné en Jeroen langs de andere zijde aangewandeld en lieten
ons weten dat de Belgische slachtoffers onder het grote monument waren begraven
vlak naast het CWG-plot. Hoe zegt u!? 'Ja onder het monument is een kelder met
daarin de Belgische slachtoffers' Oké dan gaan we eerst onze PRWWI tunes
spelen.
Major Arnold Stuart Lambert MC and Bar (Military Cross and Bar).
459th Field Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 25 december 1918, 29 jaar. Rij Q Graf 17.
|
Drie van de 15 Duitse slachtoffers op de begraafplaats. |
Private William J. Greenwood.
Service number 4203B. 1st Bn. Australian Pioneers.
Gesneuveld 15 februari 1919. Rij C Graf 7.
|
Bombardier Arthur James Harper.
Service number 32007. 10th Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 27 februari 1919, 27 jaar. Rij J Graf 6.
|
Driver Harold Claude Albert Perkins.
Service number 13881. 4th Div. Mechanical Transport Coy. Australian Army Service Corps.
Gesneuveld 26 februari 1919, 21 jaar. Rij J Graf 10.
|
Leading Aircraftman Thomas Reidsma.
Service number 45994. 59th Sqdn. Royal Air Force.
Gesneuveld 28 februari 1919, 21 jaar. Rij K Graf 14.
|
Private John McPhee Cameron.
Service number 3033086. 20th Bn. Canadian Infantry.
Hij werd geboren nabij Glasgow, Scotland.
Gesneuveld 19 december 1918, 20 jaar. Rij P Graf 5.
|
Captain Henry Ruthven Lawrence MC (Military Cross).
1st Field Amb. South African Medical Corps.
Gesneuveld 14 december 1918, 34 jaar. Rij P Graf 10.
|
Sapper John Wilson.
Service number 103586. 142nd Army Troops Coy. Royal Engineers.
Stierf op 28 december 1918 aan de gevolgen van een longontsteking.
Hij werd 40 jaar. Rij Q Graf 15.
|
Quartermaster Sergeant William Stanley Stewart MSM (Meritorious Service Medal).
Service number 138331. 75th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 3 februari 1919, 27 jaar. Rij R Graf 8.
|
Company Serjeant Major Frederick James Carless DCM (Distinguished Conduct Medal).
Service number 238043. 1st/5th Bn. Lancashire Fusiliers.
Gesneuveld 27 januari 1919, 22 jaar. Rij R Graf 21.
|
Sapper Perez Othniel Abramovitch.
Service number 52549. 2nd Div. Signal Coy. Australian Engineers.
Gesneuveld 12 februari 1919, 20 jaar. Rij S Graf 2.
|
In het midden van het CWG-plot en naast het
Cross of Sacrifice speelden we onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing
Grace en in gedachten deden we dit ook voor de Franse slachtoffers achteraan de
begraafplaats en de Belgische slachtoffers die op enkele meters van ons in een
soort van mausoleum onder het grote monument. Nadat de klanken van onze PRWWI
tunes waren weggeëbd gingen we een kijkje
nemen onder het grote monument naar de laatste rustplaats van de Belgische
slachtoffers die na de oorlog naar hier waren gerepatrieerd. Omdat de
temperaturen aan het dalen waren en het ook heel vochtig werd besloten we om
eerst de groepsfoto te nemen in het midden van het CWG-plot waarna we
overgingen tot het plechtig neer planten van het PRWWI In Remembrance kruisje
Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd
plechtig neer geplant bij het Cross of Sacrifice waarna we naar de stenen bank
liepen waarin het kastje was verwerkt met het bezoekersregister in. Het
bezoekersregister kende een laatste input op 16 oktober 2016 door een zekere R.
Deffontaine uit Charleroi die er met een ganse groep aanwezig was. Iedereen om
beurt ondertekende het bezoekersregister waarbij Kurt opvallend vlot en zonder
fouten het bezoekersregister invulde. Niet veel later wandelden we allen de
begraafplaats af en laden onze spullen in om in hoge vaart naar onze
laatste bestemming voor vandaag te rijden. We verlieten Charleroi Communal
Cemetery om 15u30 en zetten koers naar Gossselies, een randgemeente van
Charleroi, naast de luchthaven aldaar.
Daar we wat achterliepen op ons schema,
dienden we ons een beetje te haasten want voorafgaande research had ons laten
weten dat de begraafplaats immers elke dag sloot om 16.00u.. 'We hebben hier
dus echt niet veel tijd hé.' zei Stuart toen we bij de ingang van Gosselies
Communal Cemetery onze spullen uit de koffer haalden waarop Kurt
antwoordde; 'Mja ge moet nog meer den toerist uithangen'. Gosselies Communal Cemetery bevat de laatste
rustplaats van 102 Commonwealth slachtoffers uit WWII, vooral ‘Airmen’ die
werden neergeschoten door de Luftwaffe die gestationeerd waren in Gosselies. De
begraafplaats bevat vooral de graven van 10 Commonwealth slachtoffers die kort na
de Wapenstilstand in 1918 sneuvelden. In plaats van rustig wandelen
stapten we redelijk goed door opzoek naar de slachtoffers uit WWI. De reden
daarvoor was dat het een en ander niet strookte met de werkelijkheid. Volgens
de gegevens die we hadden van de CWGC lagen de graven tegen de oostelijke
omheiningmuur. Foto's van Google Earth vertelden ons iets anders. We kwamen er
snel op uit wat hier aan de hand was. De begraafplaats zou zijn vergroot
waardoor de omheiningmuur ineens zo een kleine 120 m verderop lag. Gelukkig had
Stuart wel de perfecte locatie van een alleenstaand burgergraf welke we dan
maar eerst gingen bezoeken.
Op weg naar het graf van Lieutenant John Edwin Pugh, passeerden we
ineens ongeveer in het midden van de begraafplaats enkele CWG-s die halfweg
verborgen leken te liggen onder enkele sparrenbomen. We keken vlug en merkten
op dat we hier moesten zijn maar eerst naar het graf van Lieutenant John Edwin Pugh. Een mooi en goed
onderhouden burgergraf waar een grote bos bloemen op stond. Lieutenant
John Edwin Pugh diende bij het 210th Sqdn. Royal Air
Force. Lieutenant John Edwin Pugh gaf zich aan voor actieve dienst in april
1917 nadat hij in januari zijn ‘Aviator’s Certificate’ kreeg. Hij kwam pas in
oktober 1918 in Frankrijk aan en hij werd op 10 november 1918 neergeschoten met
zijn Sopwith Camel. Ondanks een doorboorde long en verwondingen aan zijn schouder
en heup slaagde hij erin zijn toestel perfect aan de grond te zetten en het dan
te vernietigen. Het werd later terug gevonden en herkend aan het framenummer.
Nadat hij de eerste zorgen gekregen had op een nabijgelegen boerderij werd hij
overgebracht naar een Militair Hospitaal nabij Forchies la Marche, waar hij
werd geopereerd. Met de naderende Wapenstilstand werd hij overgebracht naar het
Duitse Militaire Hospitaal No.155 nabij Gosselies waar hij de dag erna op 13
november 1918 overleed aan zijn verwondingen. Hij werd amper 19 jaar. We
bezochten hem met Pipers Remembering WWI, dag op dag 98 jaar later.
Kurt zag zichzelf hier al over de
omheiningmuur kruipen mocht de begraafplaats gesloten zijn. Stuart vond het net
iets te ver gaan met zijn kilt aan. We konden nog steeds lachen en dat was
het belangrijkste. Terwijl wij onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing
Grace speelden hielden Daphné en Jeroen elk om beurt angstvallig de uitgang in
de gaten. Onder die sparrenbomen klonk het toch nog prachtig en een ijzige
stilte overviel ons op het einde van onze muzikale gedeelte. Kort daarna werd de
groepsfoto genomen en de camera had nog maar net geklikt of Daphné snelde
alweer weg. Van tussen de sparrenbomen kregen we nog steeds een dikke duim te
zien welke ons liet weten dat alles nog in orde was. We gingen snel over naar
het plaatsen van het PRWWI In Remembrance kruisje. Hoewel we in erge tijdsnood
zaten en de tijd dus echt drong was er totaal niks van te merken bij onze PRWWI
boys van dit hele gedoe. Heel plechtig en sereen werd het 197ste Pipers
Remembering World War 1 In Remembrance Cross neer geplant bij het eerste CWG
graf.
We verzamelden alles heel snel en haasten
ons naar de uitgang. Het was immers al 10 minuten over 16u geworden. Iedereen
slaakte een zucht van opluchting toen we terug buiten op het voetpad stonden.
We liepen naar de PRWWI mobiel en laden onze spullen in. En toen was
het even stil. Heel onwennig, raar maar iemand had iets vergeten. We moesten
onze traditionele dram overslaan, niet dat we het daarvoor doen maar het is
sinds 31 augustus 2014 een vaste waarde geworden op onze tochten. Niks aan te
doen en net toen we nog wat stonden te praten over de gepasseerde tocht begon
het zwaar te motregenen. We besloten maar huiswaarts te rijden het was immers
16u20 geworden en hadden nog een rit van 1u30 voor de boeg.
Onze 30ste rit was een kleine mooie tocht
langs vooral burger begraafplaatsen die vrij rustig was verlopen. We kwamen
beiden tot de conclusie dat we er goed aan gedaan hadden deze tocht te rijden
gezien de tijd. Hoewel het aanvoelde of we hadden alles vlug en op een drafje
hadden gedaan was het niet zo. We liepen 1u30 achter op schema, amaai. Door dit
toedoen wisten we zeker dat elk bezocht WWI slachtoffer zijn waardig bezoek had
gehad en dat was het belangrijkste. Een rit van 1u40 bracht ons terug bij het
thuisfront waar we ons konden verwarmen aan een lekkere chocomelk op
grootmoeders wijze. Hoewel het kleine min-puntje op het einde van de tocht een toch goed geslaagde rit.
Daphné en Jeroen bedankt om er terug bij te zijn, zonder jullie zaten we
waarschijnlijk nog op de begraafplaats in Gosselies.
Groeten Stuart
en Kurt,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten