Begraafplaatsen
: Villers-devant-Orval Gemeentelijke Begraafplaats,
Sommethonne Gemeentelijke Begraafplaats, Frans-Duitse Begraafplaats Bellefontaine (Radan), Rossignol Crypte, Monument voor 120 gefusilleerden, Franse Militaire Begraafplaats Oree de la Foret, Franse Militaire Begraafplaats Plateau, Neufchateau Communal Cemetery, Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Neufchateau-Mallonne
Afstand : 492 Km
Weer : wisselvallig met enkele buien
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaeghe, Rais Picavet en Willy de
Rudder
Info :
Vandaag 26 juli 2016, het zag er een natte
dag uit toen we ontwaakten in ons vakantiehuis in Herbeumont. Het zag er grauw
en grijs uit en bovendien viel er een zware motregen uit de lucht. Het beloofde
niet veel goeds voor vandaag. Toen we het lunchpakket klaarmaakten keek Stuart
even naar de vooruitzichten op zijn moderne lei, volgens Kurt althans, en melde
dat het regenfront bijna zou over zijn en we later op de dag enkele buien
zouden krijgen te verwerkend. Kurt al helemaal uit zijn schik omdat dit net
iets te ver ging op dit ochtendlijke uur. Toen Stuart niet veel later zijn
glazen bol wegstopte begonnen we met onze spullen in te laden en gingen we
Patrick Verhaeghe opwachten. Patrick was op vakantie in Frankrijk met zijn
mobilehome en was voor de gelegenheid overgekomen om onze tocht mee te volgen.
Patrick was daags voordien vertrokken met de intentie te overnachten in Herbeumont maar besloot toch om ergens onderweg te overnachten. Dat betekende dat hij 's morgens vroeg op moest om op tijd bij ons huisje te zijn, wat hem ook lukte. "Goeie morgen, dat
noem ik nu eens prioriteiten stellen se" begroette Stuart Patrick die net
de deur van zijn mobilehome open stak toen we gingen vertrekken. Dit moment
werd vastgelegd voor het thuisfront en sommigen hadden al een paar ideetjes met
de genomen foto. Lachen was het gevolg en al meteen was de toon voor vandaag
gezet.
Vandaag zouden we een aantal
begraafplaatsen bezoeken in de hoek Habay, Virton, Florenville en
Libramont-Chevigny. Hier vond in augustus 1914 de eerste algemene confrontatie plaats
van de Grote Oorlog wat men later de Slag der Grenzen noemde. Voor de Belgen
was de toetreding tot de oorlog een verrassing. In feite was het land neutraal
en de invasie van de Duitse troepen in het grondgebied was een ware schending.
Duitsland, in overeenstemming met het Schlieffenplan, passeerde door België om
het Franse leger in de rug aan te vallen en zo snel door te stoten naar Parijs.
Deze schending van de Belgische neutraliteit bewoog de geallieerde grootmachten
om toe te treden tot de oorlog en de Triple Entente te vormen: Frankrijk, het
Verenigd Koninkrijk en Rusland.
Bij de algemene mobilisatie van 31 juli kon
België rekenen op 200.000 mannen, tegen 3.840.000 voor Duitsland. De
verdediging van het land rustte op drie versterkte plaatsen: Namen, Luik en
uiteindelijk het afgeschermde kamp van Antwerpen. Op 4 augustus werd België
aangevallen door een Duits leger dat superieur was op alle vlakken (omvang en
bewapening). De 12 Luikse forten vielen, de één na de ander. Brussel viel vier
dagen later. Na de val van de forten van Namen trok het Belgisch leger zich
terug tot aan Antwerpen en uiteindelijk tot aan de IJzer, waar het front zich
stabiliseerde gedurende 4 jaar. In Belgisch Luxemburg waren het de Fransen die
door Joffre de aanval openden op 22 augustus 1914 en hier de Duitsers tegenkwamen.
In drie dagen tijd werden 70.000 soldaten van beide kampen buiten gevecht
gesteld.
De oorlog was zeer gewelddadig voor de
legers die op elkaar botsten van Maissin tot Baranzy, maar ook voor de burgers in
Anloy, Longlier, Rossignol, Tintigny, Ethe, Porcheresse, etc. Willekeurige
executies, plunderingen en verwoestingen van dorpen, deportaties en een
bezetting van 4 jaar moesten worden doorstaan.
Musea, militaire begraafplaatsen,
monumenten en gedenkplaten, bewegwijzerde routes… allemaal sporen van deze
tragische geschiedenis, op de wegen van de herinnering vind je hier terug.
Vandaag zouden we hulde brengen aan een dezer dikwijls vergeten en toch
roemrijke helden.
Patrick mocht voor de gelegenheid vandaag
met ons mee rijden op voorwaarde dat hij zich een beetje gedroeg, zei Kurt,
want het zou niet makkelijk zijn om de tocht met een gemotoriseerde caravan te
maken. Toen ook de spullen van Patrick waren ingeladen vertrokken we richting Villers-devant-Orval een klein dorpje en
deelgemeente van Florenville naast de Franse grens dat ongeveer een 700
inwoners kent alwaar we de gemeentelijke begraafplaats zouden bezoeken. Een
klein half uurtje later rond 9u45 arriveerden we bij de ingang van de Gemeentelijke Begraafplaats van Villers-devant-Orval waar we volgens onze voorafgaande research de graven zouden
vinden van 4 Franse militairen. Het was nog steeds lichtjes aan het motregenen
zodat we onze pipes in de nattigheid moesten tunen. Het ging allemaal redelijk
vlot en niet veel later gingen we de begraafplaats op. Onze pipes lieten we
voorlopig achter bij de overdekte inkom van de begraafplaats om ze toch iets of
wat te beschermen tegen de vochtigheid. Hoewel het ondertussen was gestopt met
de lichte motregen hing er toch nog veel vochtigheid in de lucht.
Kort bij de
ingang en tegen de omheiningmuur troffen we de graven aan van de 4 Franse
militairen die er volgens ons er wonder boven wonder verzorgd en proper
bijlagen in een perk. Bij elk graf was er een klein Frans vlaggetje om het
kruis gebonden en stonden er ook kleine bloempotjes bij van eerdere bezoeken
wat ons meteen de indruk gaf dat deze graven toch nog bezocht werden. We namen
er enkele foto's en besloten om in het gangpad voor de graven onze PRWWI
tunes te spelen.
Toen de eerste klanken van de PRWWI tune Flower of Scotland weerklonk ging meteen aan de overkant van de straat een venster open en werd ons bezoek vereeuwigd op de camera van de plaatselijke bewoner. Eveneens aan de achterkant van de begraafplaats waar een soort van groot gebouw stond, bleven enkele mensen ons gade te slaan.
Toen de eerste klanken van de PRWWI tune Flower of Scotland weerklonk ging meteen aan de overkant van de straat een venster open en werd ons bezoek vereeuwigd op de camera van de plaatselijke bewoner. Eveneens aan de achterkant van de begraafplaats waar een soort van groot gebouw stond, bleven enkele mensen ons gade te slaan.
Nadat we
onze tweede PRWWI tune Amazing Grace hadden gespeeld kwam een man in kostuum de
begraafplaats opgelopen met een boekje in zijn hand vragend naar onze bedoelingen.
Stuart die zijn beste Frans boven had gehaald begon ons verhaal zo een beetje
uit de doeken te doen en de man, die de plaatselijke dokter bleek te zijn in
het naast gelegen rusthuis, zette zich in voor de plaatselijke geschiedenis.
Hij had een gans artikel geschreven over de achtergrond van de graven wat in
het boekje stond dat hij bij had voor ons. Hij had blijkbaar niet veel tijd,
wou nog snel even met ons op de foto, nam afscheid en verdween even snel als hij gekomen was. We borgen het boekje op en deden verder met onze kleine
huldiging voor de 4 Franse militairen. We planten er ons PRWWI In Remembrance
kruisje in het midden tussen de graven en maakten er nog enkele foto's voor
ons PRWWI archief.
Na het nemen van de groepsfoto namen we
onze spullen bijeen en verlieten Villers-devant-Orval rond 10u15 op weg naar onze volgende bestemming. Een rit van 15 minuten bracht ons in Sommethonne, een klein dorpje dat eveneens langsheen
de Franse grens lag. We reden doorheen het centrum dat bestond uit een
hoofdbaan met enkele kleine zijstraatjes naar de Rue Lucien Evrard waar we om
10u30, een klein kwartiertje vroeger dan voorzien aankwamen bij de Sommethonne
Gemeentelijke Begraafplaats. De begraafplaats lag op een heuvel en gaf ons
rondom een prachtig zicht van de omgeving. Achteraan de begraafplaats
zagen we en centraal monument staan waar we heen wandelden. We legden er onze pipes neer op een klein zeiltje bij het monument en moesten niet lang zoeken naar de
graven waarvoor we waren gekomen.
In een klein
mooi en proper omkaderd perk rechts van het centrale monument zagen we 5
typische Franse grafkruisjes reeds staan. Ook hier was het perk opvallend
proper onderhouden. Voor 2 van de witte grafkruisjes stond nog het origineel
ijzeren kruis dat na de oorlog op deze militairen hun graf was geplaatst en op
een daarvan, achter het beeld van Christus op het kruis, stond nog een compleet
verschenen en af gebleekte stenen schildje met de foto van de man die er was
begraven. Veel meer dan het silhouet van een hoofd kon je er niet van maken en
het zat dan ook nog eens tussen de rug van het Christus beeldje en het ijzeren
kruis. Eveneens stond er nergens
op de witte kruisjes een datum op. Op de originele oude ijzeren kruizen vonden
we die wel, 22 Août 1914, wat ons deed vermoedden dat al de slachtoffers die we
hier bezochten, dezelfde datum waren overleden.
Na het nemen van verschillende foto's was
het tijd om onze PRWWI tunes te spelen. de klanken van Flower of Scotland en Amazing Grace rolden de vallei in met tussenin een kleine stilte
waar Patrick blijkbaar van genoot. Na het spelen van onze PRWWI tunes besloten
we om eerst de groepsfoto te nemen achter de graven van de Franse militairen.
Onze pipes werden terug op het zeiltje gelegd bij het centrale monument waarna
het tijd was om ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer te planten bij
de graven van de slachtoffers die we hier bezochten. Er werden nog enkele
foto's genomen van ons PRWWI kruisje bij de graven waarna we aanstalten maakten
om verder te trekken op onze tocht toen we bij de ingang van de begraafplaats 2
bekende gezichten zagen verschijnen.
Het bleken Rais Picavet en Willy de Rudder
te zijn die uit het verre West-Vlaanderen waren overgekomen om onze tocht te volgen.
"Man, man" zei Kurt; "Ook alweer mensen die prioriteiten
stellen. Kan niet van iedereen gezegd worden hé" Stuart en Patrick lagen
bijna in een deuk van het lachen omdat ze 'de joke' erachter begrepen. Rais en
Willy werden door ons hartelijk verwelkomt. Ze waren hier ergens in de buurt op
logement in een B&B en zouden de tocht van vandaag en overmorgen mee volgen
wat ons beiden deugd deed. Na een kleine verwelkomst babbel besloten we om
rustig verder te trekken naar onze volgende bestemming, waarna we onze spullen
in de auto laden en Sommethonne
verlieten om 10u50.
Een rit van een 20 minuten bracht ons aan de rand van het bos in Bellefontaine waar we de Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Bellefontaine (Radan) zouden bezoeken. Een begraafplaats waar 527 Fransen en 298 Duitse slachtoffers uit de Grote Oorlog samen waren begraven. We parkeerden er de PRWWI mobiel op de naast gelegen ruime parking en begonnen direct met het uitladen van onze spullen. Terwijl we wachten tot onze volgers gearriveerd en klaar waren lazen we de grote informatieborden die op de hoek van de parking en de begraafplaats stonden. Deze lieten ons een beetje de geschiedenis van en over de begraafplaats weten. We gingen de begraafplaats op en kwamen uit op een soort van terras die ons een mooi overzicht gaven van de iets lager gelegen begraafplaats. Links en rechts van het terras vonden we onder de bomen eveneens verschillende Duitse graven. Anders dan in Langemark en Vladslo lagen hier geen platte grafstenen op de grond maar stonden hier marmeren kruizen voor de gevallen slachtoffers.
We gingen deze mooie en vooral rustig
gelegen begraafplaats op en begonnen meteen met het nemen van enkele foto's
voor onze archieven. Iedereen ging een beetje zijn eigen gang en slenterde een
beetje verzonken in gedachten langsheen de verschillenden graven. Toen we hier
en daar elkaar passeerden spraken we alweer ons ongeloof uit over het feit dat
ook hier op de begraafplaats hoofdzakelijk maar één datum naar voor geschoven
kwam. 22 augustus 1914, was ook de datum dat hier op alle grafstenen te vinden
was. Eveneens vonden we het soms raar dat verschillende Fransen graven enkel
maar de initialen of zelfs maar een letter te lezen stond in tegenstelling tot
de Duitse graven. Hier en daar zagen we ook wel een bloemetje, een foto of een
stormlamp met kaars in bij een graf staan wat ons liet weten dat deze
begraafplaats nog werd bezocht door nabestaanden van de slachtoffers.
Toen we een tijdje nadien zo een beetje
rond waren liepen Stuart en Kurt terug naar het terras bij de ingang waar ze op
de muur hun pipes hadden achtergelaten. Zoals onder elkaar afgesproken zouden
we onze PRWWI tunes spelen bij de grote in natuursteen opgetrokken obelisk.
Flower of Scotland klonk prachtig op deze kleine open plaats in het bos.
Gevolgd door een kleine stilte, een moment van bezinning, om daarna onze tweede
tune Amazing Grace te spelen voor de gevallen slachtoffers op deze
begraafplaats. Toen we onze tunes hadden gespeeld merkten we op dat er boven op
het terras enkele toeschouwers stonden te kijken. We wandelden terug naar het
terras waar we besloten om eerst de groepsfoto te nemen met de begraafplaats op
de achtergrond. Afwachtend tot het kleine lampeke bleef branden stonden we met
buik vooruit, borst ingetrokken en smile op het gezicht staan tot we 'klik' hoorden.
Steeds sinds die ene tocht een plezant moment.
Toen we ook hier vereeuwigd waren was het stilaan tijd
voor het plaatsen van het PRWWI In Remembrance kruisje. Stuart en Kurt
waren overeen gekomen dat we dit het beste zouden zetten bij de obelisk.
Terwijl Stuart nog wat stond bij te praten met Rais, Willy en Patrick op het
terras vertrok Kurt op weg naar de obelisk om het PRWWI kruisje te plaatsen.
Op die manier liet hij de anderen weten dat ze moesten voortmaken ofwel had hij
grote honger, dat kon ook. Niet veel later toen iedereen was verzameld bij de
obelisk werd ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer geplant en
bevestigde op die manier ons bezoek. Kort nadien wandelden we rustig terug naar
het terras waar we beneden aan de kant van de begraafplaats de
bezoekersregisters terug zouden vinden.
Groot was onze verbazing toen we in het
kastje voor de Duitse slachtoffers geen boek terugvonden. Aan de andere kant,
Franse zijde vonden we wel een bezoekersregister terug. Het Register kende een
laatste input van Alain Chauvet op 31 mei en 1 juni 2016 toen deze er zijn
grootoom die was gesneuveld nabij Rossignol kwam bezoeken. Iedereen
ondertekende één voor één het bezoekersregister waarna we afscheid namen van de
Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Bellefontaine (Radan) en terug wandelden naar de parking waar we onze
lunch zouden nuttigen. Op deze mooie en vooral rustige plaats was het ideaal om onze picknick te nuttigen en even contact op te nemen met het thuisfront
in Herbeumont. Toen onze lunch verorbert was trokken we verder en verlieten
Bellefontaine om 12u40 richting Rossignol.
Toen we niet
veel later het dorp van Rossignol binnen reden passeerden we er een
merkwaardige steen langs de kant van de weg. Stuart had tijdens onze research
ontdekt dat deze zou geplaatst zijn voor een zekere Ernest Psichari en stelde voor
om hier eerst een kijkje te komen nemen. We parkeerden zo een 100 meter verder
onze PRWWI mobiel en wandelden gewapend met onze camera's de afstand terug om
eens een kijkje te nemen bij het herdenkingsmonument voor Luitenant Ernest
Pichari. Ernest Psichari was
een jonge Franse schrijver die eveneens sneuvelde tijdens de gevechten om de
Grenzen tussen de Fransen en de Duitsers in 1914. Dit monument is opgetrokken
niet ver van de plaats waar hij zou gevallen zijn. Zijn graf bevindt zich tot
op vandaag nog steeds op het kerkhof van Orée de la Forêt te Rossignol.
Ernest Psichari is geboren uit een familie
van grote Franse intellectuelen. Zeer jong ingelijfd bij het leger, neemt hij
deel aan koloniale expedities in Tsjaad en in Mauritanië. Hij schrijft vier
romans. De tweede " Appel des Armes", krijgt veel succes, hij
ontwikkelt erin een oorlogszuchtig nationalisme. Zijn twee laatste romans zijn
beïnvloed door het Katholicisme. Kort voor de oorlog wou hij dominicaan
worden. Gestorven in de eerste dagen van de Grote Oorlog, wordt hij een mythe,
die door de enen beschouwd wordt als een christelijke martelaar en door anderen
als een voorbeeldige soldaat. Nochtans bleef Psichari een besluiteloos persoon,
twijfelend tussen verschillende denkstromingen. Rossignol werd dan een
bedevaartsoord voor katholieke en militaire milieus en dit monument is aan hem
gewijd. We namen enkele foto's van het monument dat een grote zuil voorstelde
waarin een zwaard was afgebeeld en wandelden terug in de richting waar onze
auto's stonden geparkeerd.
Niet veel later kwamen we aan rond 12u50 bij de crypte van Rossignol. Een crypte op de hoek van een straat dat ons een
raar gevoel gaf. Niet alleen verloren de Fransen van het 3de Colonial Division hier tijdens de gevechten in
de streek, dat achteraf beschreven werd als een van de dodelijkste acties van
de Bataille des Frontières, 10520 manschappen, waarvan het 2de Colonial Division
hun afgesplitste artillerie bestaande uit 868 manschappen volledig werd weggevaagd
maar kende ook de burgerbevolking uit Rossignol een akelig noodlot. Toen de
gevechten nog bezig waren werden er geruchten verspreid over de Duitse troepen dat de
Fransen werden bijgestaan door burgers waarop zij werden gevangen genomen en
krijgsraden in het nabij gelegen Arlon hen allen beschuldigden van
betrokkenheid tot de gevechten. De Duitse Kolonel Richard von Tessmar gaf dan
via de telefoon onmiddellijk het bevel de strafmaat uit te voeren. 122 burgers,
waarvan 108 afkomstig uit Rossignol werden verzameld, getransporteerd naar
Arlon en daar onmiddellijk op 26 augustus 1914 gefusilleerd. De lichamen werden
in een massagraf begraven op de begraafplaats in Arlon.
Reeds in november 1914 vroeg de bevolking
van Rossignol om de lichamen te laten overbrengen naar hun dorp maar de Duitse
overheid weigert dit toe te staan. Ondertussen in de streek van Rossignol
werden alle Franse slagoffers op het slagveld, dat in Duitse handen was, door de Duitsers in ongemarkeerde graven
begraven op de plaats waar zij vielen. Deze manier van doen zette de
burgerbevolking aan hun wens om hun familieleden die in een massagraf te Arlon
waren begraven terug te brengen naar hun dorp om te vormen tot een eis. Zodra
de oorlog afgelopen was werd hun eis ingewilligd en werden de lichamen op 18 en
19 juli 1920 opgegraven en overgebracht naar Rossignol in aanwezigheid van
Koning Albert. De ceremonie duurde twee dagen waarbij naar schatting 25.000
personen de rouwceremonie volgden. Het mausoleum van de grafkelder met de 122
gefusilleerden werd pas op 1 juni 1925 ingehuldigd in aanwezigheid van Koningin
Elizabeth. De aanwezigheid van het vorstenpaar bij deze ceremonie ter ere van
de gefusilleerde, getuigd van de Belgische wil om eer te betuigen aan zowel
militairen als burgers, zodat er in 1927 een monument wordt opgericht voor de
vele Franse militaire slachtoffers die in ongemarkeerde graven in de streek
zijn begraven en werd in 1932 ook een monument opgericht in Arlon op de
plek waar de slachtpartij heeft plaats gevonden.
We wandelden even rond de crypte heen
waar elke twee meter een stenen plaat stond waarop de kruisweg stond afgebeeld
en boven op de crypte stond een groot kruisbeeld terwijl we enkele foto's
namen. Terug beneden bij de ingang
gekomen namen we onze pipes uit de auto en speelden onze PRWWI Tunes Flower of Scotland
en Amazing Grace voor de afgesloten ingang van de eigenlijke crypte onder het
aanschouwend oog van enkele scouts jongeren die aan de overkant onze muzikale
ceremonie stonden te filmen. Kort
nadien moesten we onze volgers Rais, Willy en Patrick even storen in hun doen
en laten omdat we eerst de groepsfoto wouden nemen zodat ook zij even hun
camera dienden neer te leggen. Na het nemen van de groepsfoto werd het PRWWI In
Remembrance kruisje plechtig neer geplant bij het luik dat toegang gaf tot de
eigenlijke crypte en brachten wij op onze eigen manier hulde aan de
slachtoffers van Rossignol.
Na het nemen van nog enkele foto's laden we
onze spullen en pipes in en verlieten we Rossignol centrum om 13u20 voor een
rit van 1 kilometer naar de plaats waar de 122 burgers werden samen gebracht en
getransporteerd naar Arlon. Dat monument bevond zich buiten het centrum van
Rossignol naast de weg van Rossignol naar Fossés, waar destijds 'Le Camp de la
Misère' lag. Niets meer dan een weide waar alle Franse militairen en burgers van Rossignol werden samen gebracht. Daar er hier geen voet- of fietspaden
langs de weg lagen parkeerden we er iets verder bij een naastgelegen huis. We
wandelden rustig, links van de weg zoals het hoorde, naar het monument dat
bestond uit een groot houten kruis met daarnaast de afbeeldingen van Maria met
de neergelaten Christus op haar schoot. Eveneens stond er een groot
informatiebord rechts van het monument wat ons terug de informatie verschafte
van wat er hier zich destijds had afgespeeld.
Daar er hier geen slachtoffers waren
begraven hadden we op voorhand besloten om hier niet te spelen. Doch om ons
bezoek te markeren besloten we om hier enkel ons PRWWI In Remembrance kruisje
achter te laten. Dit werd dan ook niet veel later plechtig neer gepland aan het
sokkel van het monument waarna we enkele foto's namen en terug wandelden naar
de auto. We laden onze camera's in en verlieten het monument om 13u33 om een
dikke 600 meter verder terug te stoppen bij de Franse Militaire Begraafplaats Orée de la Forêt.
We parkeerden er onze PRWWI mobiel op de parking naast de weg, laden onze spullen uit en stopten eerst even bij het monument dat werd opgericht voor de Franse militairen dat in 1927 voor de begraafplaats op de splitsing van de weg stond. Het monument dat volledig in blauwsteen was opgetrokken was blijkbaar volledig gerestaureerd en achter het monument was een nieuw parkje aangelegd waar enkele zitbanken stonden. We namen er enkele foto's en lazen de bijgezette informatieborden die ons een kort geschetste geschiedenis gaven over hetgeen er zich hier destijds in de buurt had afgespeeld. We wandelden iets verder het zijweggetje in en we kwamen bij de ingang van de Franse Militaire Begraafplaats Orée de la Forêt.
Het monument ter nagedachtenis van de Koloniale troepen die hier sneuvelden. Het werd opgericht onder impuls van Paul Feunette. Zijn zoon Gabriel Feunette rust in één van de massagraven. Het monument werd ingehuldigd op 21 augustus 1927, 13 jaar na de slag.
Het monument voor Jules Cozier. Hij werd samen met zijn 2 zoons en 123 andere burgers naar Arlon over gebracht om daar gefusilleerd te worden. Via volgende link enkele foto’s http://www.1914-1918.be/album.php?Album=photos2/civil_rossignol
In 1917, besloten de Duitsers om militaire
begraafplaatsen te creëren om de lichamen van duizenden Franse en Duitse
soldaten die tijdens de slag om Rossignol op 22 augustus 1914 sneuvelden. Rossignol
had oorspronkelijk 3 begraafplaatsen waaronder Cimetière Orée de la Forêt. Op
de Franse Militaire Begraafplaats Orée
de la Forêt werden oorspronkelijk 635 militairen te rustte gelegd, 408
Franse en 227 Duitse militairen. De begraafplaats werd opgevat als een soort
van natuurlijke kathedraal. De bomen symboliseerde de kolommen van de bladerde
gewelven van de beuken. Deze bomen zijn helaas verdwenen na een hevige storm in
1989. Na de oorlog hebben verscheidene Franse families de lichamen van hun
dierbaren laten repatriëren naar hun geboorteplaats en de Duitse graven werden verzameld
op één enkele begraafplaats in Saint-Vincent en later Virton. De derde
begraafplaats van Rossignol is ondertussen verdwenen. De begraafplaats herbergt
ook twee ossuaria waar samen 2379 onbekende Franse militairen te rusten.
Dit zijn allemaal Franse militairen die tijdens en kort na de slag om Rossignol
her en der in de buurt in een ongemerkt graf werden begraven.
We gingen de begraafplaats op die precies
in verschillende terrassen was aangelegd op de lichte helling. Achteraan op de begraafplaats stond een soort open torentje met daaronder een open
altaar. We wandelden verder over de gegraafplaats en lieten er op een muurtje
onze pipes achter wat direct aanleiding gaf tot het nemen van enkele foto's
door onze volgers. Zo werd ook op een gegeven moment Kurt vereeuwigd toen hij
bij het open altaar stond en hij precies stond te prediken, wat hier en daar
een glimlach tevoorschijn toverde. Iedereen slenterde verder op zijn eigen
ingetogen manier over de begraafplaats heen en ook hier alweer kwam maar een
datum naar voor, 22 augustus 1914. Hier en daar toen we elkaar
passeerden hadden we het erover. Ongelofelijk wat het hier destijds moet zijn
geweest. 98% van de slachtoffers op de tot nu bezochte begraafplaatsen van ons
Adrennen Offensief was gevallen op één en dezelfde dag.
Toen we een tijdje later zo een beetje rond
waren werd het stilaan tijd om onze PRWWI tunes te spelen, dus overlegden
Stuart en Kurt even kort waar dit het beste zou gebeuren. We kwamen er vlug
uit, gingen onze pipes halen en wandelden terug naar een van de verschillende
terrassen met aan de voorzijde een halve cirkel met aan beide zijden een trap. Daar
stonden we eveneens ook een beetje centraal op de begraafplaats. Het geluid van
onze eerste PRWWI tune Flower of Scotland rolde als het ware de helling af op
deze open vlakte in het bos wat prachtig klonk. Na Flower of Scotland ineens
een ijzige stilte van een kleine minuut waar je haar van recht kwam, een moment
waar Patrick steeds naar uitkijkt, waarna we onze tweede PRWWI tune Amazing
Grace speelden. Nadat we onze PRWWI tunes hadden gespeeld knikten we even naar
elkaar en wandelden terug naar het muurtje om er onze pipes terug op achter te
laten.
Lieutenant Ernest Psichari. 2ieme Regiment d’Artillerie Coloniale.
Hij was een bekend schrijver. Zijn verhaal vind je hier. https://en.wikipedia.org/wiki/Ernest_Psichari.
Hij sneuvelde net zoals zijn kameraden op 22 augustus 1914, hij werd 30 jaar.
Zijn graf bevind rechts achteraan de begraafplaats, net achter het altaar.
|
Een kort overleg tussen Stuart en Kurt liet
ons weten dat we ons PRWWI In Remembrance kruisje zouden achterlaten bij een
van de tweede massagraven met onbekenden, maar welk? Aangezien erbij het
rechtse perk reeds verschillende bloemstukjes en stenen met spreuken stonden en
aan de linker zijde er niks stond was voor ons de keuze snel gemaakt. We
wandelden naar het linkse perk waarin 1271 onbekende slachtoffers waren
begraven die voor Frankrijk waren gevallen. Ons PRWWI In Remembrance kruisje
werd plechtig neer geplant voor het perk bij de steen die ons liet weten dat
hier 1271 onbekenden lagen. Onze volgers vereeuwigden dit stukje plechtigheid
met hun camera. Terwijl Patrick ineens op de knieën ging om achteraf het PRWWI
In Remembrance kruisje apart te fotograferen werd er nog wat bijgepraat met
Rais en Willy waarna we allen afzakten naar de ingang van de begraafplaats.
Bij de ingang namen we eerst de groepsfoto
bij de cirkel waar een kleine zuil stond met daarin het bezoekersregister en
links en rechts ervan een stenen bank. Kort daarna ondertekenden we het
bezoekers register dat een laatste input kende van 23 juli 2016 van een zekere Kristen
De Winter uit het Nederlandse Den Haag. Toen iedereen het bezoekersregister
plechtig had ondertekend namen we onze spullen en verlieten om 14u40 de Franse Militaire Begraafplaats Orée de la Forêt
om rustig verder te wandelen naar onze PRWWI mobiel.
Nadat we onze spullen en pipes hadden
ingeladen, een slok water hadden gedronken, overliepen we in de auto nog snel
even onze verdere plannen om daarna verder te rijden op onze weg. Na een hele
rit van een kleine kilometer, kwamen we aan bij de Franse Militaire Begraafplaats Plateau, onze volgende stop. Hier
was parkeren iets moeilijker maar
iedereen vond toch een plaatsje naast de weg. De ingang van de begraafplaats was opgetrokken in natuursteen wat een echt prachtig zicht
gaf. De eigenlijke begraafplaats lag iets hogerop onder en tussen de bomen van
het bos waarin deze begraafplaats lag.
De Franse Militaire Begraafplaats Plateau was de tweede begraafplaats dat destijds werd
aangelegd voor de vele slachtoffers die sneuvelden tijdens de Slag om de
Grenzen tussen de Fransen en de Duitsers op 22 augustus 1914. Duizenden
manschappen die tijdens de gevechten om het leven kwamen worden vrijwel
onmiddellijk na de slag begraven, vaak op de plaats waar ze zijn gevallen. Trouwens,
een beetje hoger de helling op, in het bos, zijn voor de aandachtige wandelaar
nog enkele van deze primitieve en oorspronkelijke graven zichtbaar.
Vanaf mei
1917 krijgt de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge (VDK) van de Duitse
regering de opdracht om de begraafplaats her aan te leggen, op kosten van de
gemeenten. Van de 58 begraafplaatsen die in de provincie Luxemburg worden
aangelegd, komen er drie in Rossignol; de begraafplaats Le Pleateua, L'Orée de
la Forèt en de begraafplaats Est. Door de wet van 28 september 1920 en onder
druk van de publieke opinie geeft de Franse regering de Franse families de
toestemming om het stoffelijk overschot van hun in België begraven familielid
te repatriëren. Naar schatting werd zo 40% van de overledenen naar Frankrijk
teruggebracht. Nadien laat de burgerlijke stand de weinige lichamen die nog op
kleine begraafplaatsen rusten, naar grote necropolen overbrengen. De bedoeling
is om de gedenkplaatsen beter te concentreren, zodat de gedachtenis aan al deze
helden eeuwig blijft duren. Bij het overbrengen van de stoffelijke overschotten
wordt niet altijd rekening gehouden met de logica van de veldslagen en de
verschillende regimenten die eraan deelnamen. In 1923 worden op de
begraafplaats L'Orèe de la Forét twee grote ossuaria aangelegd en in 1926 wordt
de begraafplaats Est leeggemaakt. Toen de begraafplaats werd heraangelegd bedacht men de vorm van een
regelmatige hexagoon met daar rond een cirkel en in het midden een monument. Reeds tijdens de oorlog
worden de lichamen van heel wat Duitse militairen naar Duitsland gerepatrieerd.
Vanaf het einde van de jaren twintig brengt de Duitse overheid haar
slachtoffers in enkele necropolen samen. Nu liggen alleen op de begraafplaats
Le Radan (Bellefontaine), in de gemeente Tintigny, nog 298 lichamen van Duitse
militairen.
We gingen de
in natuursteen opgetrokken trap op en stonden niet veel later op de
begraafplaats die onder het bladerdak van het bos lag. Wat was dat? Het werd
ineens stil, zelfs een voorbijrijdende auto hoorde je nauwelijks en het gaf een
immens rustig gevoel. We liepen de begraafplaats verder op kriskras door elkaar
opzoek naar een mooi beeld om vast te leggen met onze camera's terwijl we hier
en daar in gedachten verzonken bij het zien van alweer diezelfde datum, 22
augustus 1914. Ook hier en daar troffen we wel eens een pot met bloemen bij
een graf, een klein boeket bloemetjes met drie verschillende kleuren, blauw,
wit, rood, de kleuren van de Franse vlag aan een grafkruis gebonden met draad
of een lint die de kleuren van de Franse vlag had. Dit liet ons toch weten dat
hoewel deze begraafplaatsen niet zoveel aandacht hebben als in West Vlaanderen,
ze toch nog regelmatig bezocht worden door nabestaanden. Aan de achterkant van
de begraafplaats vonden we een groot en zwaar houten kruis met het opschrift
'1914' met aan beide zijden een vlaggenmast. De Belgische en Franse vlag
wapperde hier altijd voor deze gevallen helden.
Hier en daar
zelfs een grafkruis zonder gegevens, of een naam waarvan enkele letter
ontbraken. Dat was ook zoiets dat we moeilijk begrepen. Hoe kan je de een
militaire zijn naam niet weten als je wel weet in welke eenheid die diende en
je 2 of 3 letters mankeert van zijn volledige naam? We vonden het allen zeer
merkwaardig. Toen we zo'n half uurtje rond liepen op de begraafplaats,
ontmoeten we elkaar in het midden bij het monument waar we besloten onze PRWWI
tunes te spelen. We gingen onze pipes ophalen en waren er niet veel later
helemaal klaar voor. De klanken van onze eerste PRWWI tune Flowers of Scotland
galmde onder het bladerdak van het bos waarna een ijzige stilte ons allen
overviel. Patrick genoot van dit moment maar kon er maar een minuutje van
genieten want onze tweede PRWWI tune Amazing Grace kwam eraan. Patrick, Rais en
Willy stonden iets verderop te genieten maar ook aan dit moment kwam een einde
toen de laatste tonen van onze PRWWI tune Amazing Grace werden opgeslorpt door
het bos.
Kort na onze
muzikale PRWWI ceremonie besloten we om eerst de groepsfoto te maken bij het
centrale monument. Borst intrekken en buik vooruit was de boodschap terwijl we
stonden te wachten tot het lampeke bleef branden en de camera 'klik' deed. We
waren vereeuwigd op de Franse Militaire Begraafplaats Plateau waarna we onze pipes op
het monument legden en we ons PRWWI In Remembrance kruisje gingen plaatsen. Ons kruisje werd niet veel later plechtig neer gepland bij het
centrale monument op de begraafplaats waarna onze volgers er verschillende
foto's van namen. Terwijl Patrick zich in alle mogelijke bochten wrong en half
liggend ondersteboven met zijn benen in zijn nek een foto trachtte te maken van
ons PRWWI In Remembrance kruisje stond Stuart nog wat extra informatie op te
zoeken op zijn iPhone. Opeens liet Stuart ons weten dat zijn volgens Kurt
modern machiene, er hier op deze begraafplaats ook een 'Cache' verborgen zou
zijn waarbij we allen nieuwsgierig werden.
Omdat onze
PRWWI ceremonie klaar was en we toch een beetje vooruit liepen op ons
tijdsschema besloten we om toch even op onderzoek te gaan naar de verborgen
'Cache' van het internationale spel Geocaching. We liepen allen in de richting
dat Stuart zei waar het zou moeten liggen en zochten. Tussen de bladeren, aan
de omheining, aan of in een boom, niks te vinden. Net toen we de moed wouden
opgegeven om dat we niet langer konden blijven zoeken, we hadden immers nog een
paar begraafplaatsen te bezoeken, zei Rais ineens; "Zou het het in dit
plastieken doosje kunnen zitten?" "Ja, dat is em?", en we opende
het doosje waarna we het logboekje invulden en de Cache weer mooi verborgen op
de plaats waar Rais hem had gevonden.
Na onze
mooie vondst wat ergens wel een beetje een leuke afwisseling bracht tijdens
onze tocht wandelden we terug naar de ingang van de begraafplaats waar we in de
natuurstenen muur het kastje vonden waarin het bezoekersregister zat. Dit kende
een laatste input op 23 juli 2016 van de Unité Saint-François de
Louvain-La-Neuve, een scoutsgroep uit Louvain-La-Neuve die alle het
bezoekersregister hadden ondertekend. Wij op onze beurt deden hetzelfde en
terwijl iedereen een voor een het register ondertekende legde de
camera van Stuart dit gebeuren vast. Nadat we het bezoekersregister weer mooi
hadden opgeborgen namen we onze spullen en pipes op en stopten deze in de auto
om verder te trekken op onze tocht. We verlieten deze mooie en vooral rustige
begraafplaats om 15u35 en zetten koers naar Neufchateau.
Een rit van
een kleine 14 kilometer langsheen het mooie landschap van onze Belgische
Ardennen bracht ons om 15u15 bij Neufchateau Communal Cemetery. Op deze burgerbegraafplaats zouden we buiten 9 Commonwealth War Graves
en 2 Belgen uit de Tweede Wereld oorlog eveneens 6 Fransen vinden uit de Eerste
Wereldoorlog maar daar hadden we weinig informatie over gevonden tijdens onze
research. We parkeerden er onze PRWWI mobiel bij op de ruime parking voor de
begraafplaats. We dronken nog vlug een slok fris water, namen onze spullen en pipes en trokken de begraafplaats op.
Kort bij de ingang vonden we een kleine monumentje waarvan de datum 1940 in het oog sprong, dus sloegen we er voorlopig niet veel aandacht aan en wandelden verder de begraafplaats op. Een gemeentewerknemer die net wou vertrekken na zijn werkzaamheden keek ons verbaast aan waarop Stuart hem een goeie dag gaf en vroeg waar we ergens de slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog konden vinden. De man deed ons meteen een uitleg waarna we verdergingen en uitkwamen bij 9 Commonwealth War Graves uit de Wereldoorlog 2. De gemeentearbeider werd terug opgezocht en blijkbaar had hij het mis begrepen.
Zijn andere uitleg bracht ons niet veel later rechts achteraan op de begraafplaats waar we na een beetje zoeken uiteindelijk één Frans graf terugvonden op een hoek van een perk. Het was licht verwaarloost maar men zag nog de Franse kleuren, blauw wit en rood in de afgebladderde verf op het grafkruis. Op het graf zelf lagen ook nog de resten van enkele bloemstukken, waarschijnlijk van op de 11 november viering het jaar voordien. Het stemde ons droevig dit graf zo te zien, het droeg zelfs geen naam of andere merkteken die ons enige verwijzing gaf dan enkel het typische stenen kruis voor de Franse militairen. We namen er enkele foto's van voor onze PRWWI archieven en gingen opzoek naar de andere Franse graven.
Kort bij de ingang vonden we een kleine monumentje waarvan de datum 1940 in het oog sprong, dus sloegen we er voorlopig niet veel aandacht aan en wandelden verder de begraafplaats op. Een gemeentewerknemer die net wou vertrekken na zijn werkzaamheden keek ons verbaast aan waarop Stuart hem een goeie dag gaf en vroeg waar we ergens de slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog konden vinden. De man deed ons meteen een uitleg waarna we verdergingen en uitkwamen bij 9 Commonwealth War Graves uit de Wereldoorlog 2. De gemeentearbeider werd terug opgezocht en blijkbaar had hij het mis begrepen.
Zijn andere uitleg bracht ons niet veel later rechts achteraan op de begraafplaats waar we na een beetje zoeken uiteindelijk één Frans graf terugvonden op een hoek van een perk. Het was licht verwaarloost maar men zag nog de Franse kleuren, blauw wit en rood in de afgebladderde verf op het grafkruis. Op het graf zelf lagen ook nog de resten van enkele bloemstukken, waarschijnlijk van op de 11 november viering het jaar voordien. Het stemde ons droevig dit graf zo te zien, het droeg zelfs geen naam of andere merkteken die ons enige verwijzing gaf dan enkel het typische stenen kruis voor de Franse militairen. We namen er enkele foto's van voor onze PRWWI archieven en gingen opzoek naar de andere Franse graven.
Kort in de
buurt van dit graf zochten Patrick, Rais en Willy mee naar enig teken van een
Frans militair graf maar we vonden geen enkel ander spoor in deze hoek van de
begraafplaats. We trokken verder op naar de andere kant van de begraafplaats
uitkijkend naar enig teken van oude Franse graven. We moesten er ook rekening
mee houden dat deze graven wel eens verwijderd konden zijn, we wisten het niet.
Patrick vond een eindje verder een hoop bloemstukken met daaronder het silhouet
van een Frans gelijkend grafkruis. Hij ging op onderzoek uit en melde ons niet
veel later dat hij nog een Frans militair graf had gevonden. Onze volgers, die
ook mee zochten naar de graven en Kurt zakten af naar de plaats waar Patrick zich bevond. Stuart stond ondertussen van alles op te zoeken op zijn iPhone. Wat we
daar toen te zien kregen was echt schrijnend. Ongelofelijk, een nog erger dan
het vorige compleet verwaarloosd graf waar naar alle waarschijnlijkheid enkele
mensen hun oude plastieken versleten of verschenen bloemstukken en potten
overheen hadden gesmeten. Een groot vuil en verschenen bloemstuk in de vorm van
een hart en een ander soort krans hing over het grafkruis heen. Dit waren geen
bloemsukken van vorige 11 november vieringen, je kon nauwelijks zien dat het om
een Frans militair graf ging. Het enige merkbaar punt waar we verder op konden
gaan was de afgebladderde verf op het stenen kruis.
We konden er
niet bij met onze gedachten het graf zo te vinden en al zeker niet dat de dag
van vandaag er zich niemand bekommerd om deze graven, zelfs de gemeente niet
blijkbaar. Dit was echt balen. We moesten niet langer zoeken maar hier bij dit
graf gingen we onze PRWWI tunes spelen. Maar wat is er gebeurd met de andere vier Franse slachtoffers die volgens onze research hier zouden rusten? Toch nog even verder zoeken. Naar het laatste graf was een lege plaats en de zerk stond heel dicht tegen een afgrond. Zou de zerk zijn omgevallen en naar beneden geschoven? Het was mogelijk, maar niet zeker.
Na het nemen van enkele foto's van het compleet verwaarloosde graf, namen we onze pipes en speelden naast het Franse graf onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace met tussenin een lang stil moment. Een moment van bezinning en in gedachten verzonken bij de Helden die we hier zo hadden terug gevonden. Na het spelen van onze PRWWI tunes namen we hier ook de groepsfoto voor onze PRWWI archieven en besloten we om hier eveneens ons PRWWI In Remembrance kruisje neer te planten.
Enkele ogenblikken later werd bij het naamloze Frans militair graf het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer gepland. Na deze kleine ceremonie werden er nog enkele foto's genomen van het Franse graf en wat nagepraat met onze volgers. Hier vonden we het concept van ons PRWWI project terug; "Het is voor zulke jongens dat we het allemaal doen. Dit is waarvoor we zijn begonnen met het PRWWI project" verwoordde Stuart tegen iemand van de volgers toen deze ook zijn ongeloof uitsprak over dit Frans militair graf. Enkele ogenblikken later besloten we om verder te trekken op onze tocht omdat we hier met het zoeken naar de verschillende graven wel wat tijd hadden verloren. Eveneens van de 2 Belgische militairen die hier zouden begraven zijn was geen enkele spoort te vinden. We wandelden terug naar de ingang van de begraafplaats waar Stuart toch nog eens een kijkje wou nemen bij het kleine monument aldaar.
Na het nemen van enkele foto's van het compleet verwaarloosde graf, namen we onze pipes en speelden naast het Franse graf onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace met tussenin een lang stil moment. Een moment van bezinning en in gedachten verzonken bij de Helden die we hier zo hadden terug gevonden. Na het spelen van onze PRWWI tunes namen we hier ook de groepsfoto voor onze PRWWI archieven en besloten we om hier eveneens ons PRWWI In Remembrance kruisje neer te planten.
Enkele ogenblikken later werd bij het naamloze Frans militair graf het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer gepland. Na deze kleine ceremonie werden er nog enkele foto's genomen van het Franse graf en wat nagepraat met onze volgers. Hier vonden we het concept van ons PRWWI project terug; "Het is voor zulke jongens dat we het allemaal doen. Dit is waarvoor we zijn begonnen met het PRWWI project" verwoordde Stuart tegen iemand van de volgers toen deze ook zijn ongeloof uitsprak over dit Frans militair graf. Enkele ogenblikken later besloten we om verder te trekken op onze tocht omdat we hier met het zoeken naar de verschillende graven wel wat tijd hadden verloren. Eveneens van de 2 Belgische militairen die hier zouden begraven zijn was geen enkele spoort te vinden. We wandelden terug naar de ingang van de begraafplaats waar Stuart toch nog eens een kijkje wou nemen bij het kleine monument aldaar.
Toen we daar
aankwamen merkten we op dat de 2 Belgen alsook enkele Franse militairen mee
stonden vermeld op het monument waarvan we bij onze aankomst dachten dat het om
een monument ging van Wereldoorlog Twee slachtoffers. Het aantal namen die erop
vermeld waren strookte met het aantal die we tijdens onze research hadden
gevonden. Alleen was er verder op de begraafplaats geen enkele spoor van te
vinden dan alleen de 2 verwaarloosde Franse militaire graven. Wellicht werden
de andere graven in het verleden verwijderd en werd hun naam bijgezet op het kleine
monument bij de ingang. We namen nog enkele foto's van het monument en
wandelden rustig verder naar de auto waar we onze pipes en spullen in laden.
Bij thuiskomst hebben we het monument nog eens goed bestudeerd en zit er misschien toch nog een logische uitleg in de locatie van de slachtoffers. Van de 6 Franse slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog zijn er twee gesneuveld op inderdaad 22 augustus 1914. De andere vier sneuvelden net na de Wapenstilstand in november 1918. Dit zou kunnen verklaren dat we twee aparte graven terug vonden, waarschijnlijk van de twee slachtoffers van 22 augustus 1914. De andere vier rusten waarschijnlijk onder het monument en tijdens de Tweede Wereldoorlog de slachtoffers van deze periode nog toegevoegd.
Bij thuiskomst hebben we het monument nog eens goed bestudeerd en zit er misschien toch nog een logische uitleg in de locatie van de slachtoffers. Van de 6 Franse slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog zijn er twee gesneuveld op inderdaad 22 augustus 1914. De andere vier sneuvelden net na de Wapenstilstand in november 1918. Dit zou kunnen verklaren dat we twee aparte graven terug vonden, waarschijnlijk van de twee slachtoffers van 22 augustus 1914. De andere vier rusten waarschijnlijk onder het monument en tijdens de Tweede Wereldoorlog de slachtoffers van deze periode nog toegevoegd.
Enkele
ogenblikken later verlieten we Neufchateau Communal Cemetery om 16u35 voor een rit van 1.5 Km verder
die ons bij de Frans-Duitse Militaire begraafplaats Neufchateau-Mallonne zou brengen, de negende en laatste stop voor
vandaag. Een 40 minuten later dan voorzien arriveerden we aan de begraafplaats waar we parkeerden op een
smalle strook bij de ingang. Echt gemakkelijk was het niet en we moesten vooral
goed uitkijken want de ingang van de begraafplaats lag aan de binnenkant van een bocht van de
hoofdweg Neufchateau - Florentville. De toegang was opgetrokken in leisteen waarachter
een trap ons naar de begraafplaats bracht. De begraafplaats was gelegen op een
heuvel met aan het einde van de trap een klein plateau met een eveneens
uit lijstenen muur waarnaast de eigenlijke toegang tot de begraafplaats lag.
Ook hier kwam er maar één datum naar voren
geschoven. 22 augustus 1914. Nadat het Belgische leger zich terug getrokken had
achter de IJzer waren het de Fransen die door Joffre de aanval openden op 22
augustus en hier in de Ardennen de Duitsers tegenkwamen. In drie dagen tijd
werden 70.000 soldaten van beide kampen buiten gevecht gesteld. De oorlog was
zeer gewelddadig voor de legers die op elkaar botsten van Maissin tot Baranzy, maar
ook voor de burgers in Anloy, Longlier, Rossignol, Tintigny, Ethe, Porcheresse,
etc. Willekeurige executies, plunderingen en verwoestingen van dorpen,
deportaties en een bezetting van 4 jaar moesten worden doorstaan. Malonne is
gelegen op de weg naar Florenville. Na de leisteen ingang vinden we een
opstelling van zeer speciale kruizen die de lijken van de Franse en Duitse
slachtoffers gevallen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Longlier en Hamipré
verenigen. Deze begraafplaats werd gebouwd in 1917 door de Duitsers. Na de
Tweede Wereldoorlog werden de lichamen van de niet teruggestuurde militairen
hier eveneens begraven. Oorspronkelijk waren deze stoffelijke overschotten in
de acht militaire begraafplaatsen rond Neufchâteau begraven.
We lieten
onze pipes achter op een stenen muur bij de ingang en trokken gewapend met onze
camera de begraafplaats op op zoek naar een mooi plaatje voor onze PRWWI
archieven. Een waar contrast met onze vorige stop. Hier op deze heuvel was de
begraafplaats heel proper en goed onderhouden. Aan beide zijden bij de ingang
van de begraafplaats vonden we enkele Duitse gemeenschappelijke graven terug
waarvan alle namen van de slachtoffers die erin waren begraven vermeld stonden
op grote bronzen platen die op natuurstenen sokkels waren vastgezet. De graven
van de Franse militairen lagen allemaal in een grote halve cirkel ten opzichte
van de ingang. De Duitse militaire graven lagen aan de linker buitenzijde van
die halve cirkel met aan de voorzijde een klein massagraf. We wandelden wat
rond tussen de verschillende graven en stonden hier en daar in gedachten
verzonken bij het zien van de vele slachtoffers die allemaal op dezelfde dag
waren gevallen.
Iedereen op
zijn eigen manier trok rond over de begraafplaats, opzoek naar een mooie foto
of om hier en daar even stil te staan bij het graf van de vele slachtoffers die
het waren begraven. Het gaf een heel mooi zicht toen men in het midden en boven
aan de rand van de begraafplaats naar de ingang een iets naar beneden keek.
eveneens als men gewoon vooruit keek, de vallei in waar de meeste slachtoffers
die hier waren begraven destijds gevallen waren. Van hieruit, maar helaas niet
echt zichtbaar door de begroeiing hier, kan men een dikke 1.5 kilometer verder
op de splitsing van een weg nog het grote en uit leisteen Duitse mausoleum zien
dat oorspronkelijk door 12 linden was omringd maar hedendaags midden in een
kleine bos ligt. Allemaal stille getuigen van de eens zo gewelddadige veldslag
die hier destijds plaatsvond.
Na een
tijdje verzamelde Stuart en Kurt terug bij de ingang wat ons liet weten dat het
tijd was voor het muzikale gedeelte van ons bezoek. We namen onze pipes op en
wandelden naar een plaatsje ongeveer in het midden van de begraafplaats waar we
tussen de graven onze PRWWI Flower of Scotland en Amazing Gracve speelden voor
de slachtoffers die hier begraven waren. Het klonk prachtig hier op de heuvel.
Kort na ons muzikaal eerbetoon voor de slachtoffers dienden we even te overleggen waar we ons PRWWI In
Remembrance kruisje het beste zouden plaatsen. De volledige ingang was immers
in leisteen. Bij een graf? We wisten het niet echt maar kwamen al vlug overeen
dat we het naast een kleine trap in het gras op de begraafplaats zouden
plaatsen. Niet veel later werd het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer
gepland en markeerden we als het ware ons bezoek aan de Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Neufchateau-Mallonne. Het was ook een de plaats waar we de groepsfoto namen.
We begaven
ons naar de ingang waar we in de toegangspoort het kastje aantroffen met het
bezoekersregister in. Daar vonden we ook een heel mooi namenregister in van de
Duitse slachtoffers die hier waren begraven, alsook een grondplan van de
begraafplaats zelf. Het register kende een laatste input op 1 juni 2016 van een
zekere Maggie en Bob Van Bogaert die er; "Kerkhof goed onderhouden. Betoon
van respect voor de gevallen soldaten. PAX!" hadden bij geschreven. Wij op
onze beurt ondertekenden eveneens het bezoekersregister waarna we ons
stilletjes naar onze PRWWI mobiel begaven. Na het inladen van onze spullen en pipes stond er nog een traditioneel gebeuren op onze agenda want dit was de
laatste begraafplaats van onze tocht voor vandaag. Stuart en Kurt haalden de
fles Ardmore boven en genietend van deze traditionele dram praten we nog een
tijdje na over de gepasseerde lange dag.
Een dag
waarop we van alles hadden beleefd, veel hadden gezien. Een dag waar we van het
ene naar het andere uiterste gingen bij het zien van sommige begraafplaatsen
van gesneuvelde Helden uit de Grote Oorlog. Zij wisten het dat we hier vandaag
even aan hen hebben gedacht en hen een bezoek brachten. Zij zijn zeker niet
vergeten, daartoe dient het PRWWI project immers en het is voor hen dat we het
doen wat ons nog meer motiveerde onze missie te doen slagen. Toen onze dram verorberd
was verlieten we om 17u50 Neufchateau-Mallonne
voor een rit naar ons vakantiehuis in Herbeumont.
Patrick,
Rais en Willy zeer hartelijk bedankt om erbij te zijn vandaag en de verre reis
te maken om ons te volgen op deze tocht van ons Ardennen Offensief. Het was
plezant en we hopen beiden dat jullie er ook van hebben genoten zoals wij dat
deden.
Groeten Stuart en Kurt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten