Datum : 28/07/2016
Begraafplaatsen : Bastogne Stedelijke Begraafplaats, Libramont Communal Cemetery, Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Bertrix-Heide, Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Anloy-Bruyeres, Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Maissin, Gemeentelijke Begraafplaats Baillamont, Gemeentelijke Begraafplaats Carlsbourg, Ucimont Churchyard, Bouillon Communal Cemetery & Cugnon Gemeentelijke Begraafplaats.
Afstand : 688 Km
Weer : zonnig en warm
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt
van Looke
Volgers : Patrick Verhaeghe, Rais Picavet, Willy De
Ruddere, Günter Van Vooren, Nancy Dhaenens en Chloë Van Vooren
Info :
Vandaag, 28 juli 2016, werden we wakker met
zacht regengetik tegen het slaapkamervenster. Een blik naar buiten liet ons
weten dat het wel eens lang kon duren. Een tijdje later nadat we hadden
ontbeten en de lunchpakketten klaar waren, begonnen we ons klaar te maken voor
de derde en laatste trip van het PRWWI Ardennen Offensief. Terwijl we onze
spullen en pipes inladen keek Stuart nog eens vlug de weersvoorspellingen na en
liet weten dat het inderdaad een grijze dag zou worden met in de namiddag enkele
droge periodes. Goed, het weer konden we toch niet veranderen en hadden immers
al ergere tochten beleefd. Onder een heel zacht regentje vertrokken we naar de
parking zo een 150 meter verder waar we Patrick gingen oppikken. Patrick had
daags voordien, terwijl wij een dag ontspanning hadden met de dames, de eerste
trip gereden van het PRWWI Ardennen Offensief en had zich daar geparkeerd toen
hij 's avonds laat was aangekomen. Patrick stapte mee in de PRWWI mobiel en weg
waren voor een nieuwe rit in ons PRWWI project.
Tijdens onze drie kwartier durende rit naar Bastogne, dat een beetje afgelegen lag tegenover de andere begraafplaatsen die we vandaag zouden bezoeken, stonden we beiden heel versteld toen Patrick liet weten dat op enkele begraafplaatsen die tijdens de eerste tocht van het Ardennen Offensief hadden gereden, er al enkele PRWWI In Remembrance kruisjes waren verdwenen. Vol ongeloof zaten we te luisteren naar Patrick zijn verhaal, triestig om het te horen dat het PRWWI In Remembrance kruisje op Aubange en Gomery reeds verdwenen was twee dagen nadat we het hadden bezocht. Heel raar. Waarschijnlijk souvenirjagers volgens Kurt omdat er in Aubange iemand stond te kijken en foto's nam over het muurtje van het kerkhof en in Gomery net hetzelfde. Daar stond iemand op een afstand ons doen en laten te filmen. Heel triest, maar niks aan te doen, we hadden er met het PRWWI project toch hulde gebracht aan de vaak vergeten Helden en dat was voor ons het belangrijkste.
Vandaag zouden we, buiten de ene
uitschieter in Bastogne, een aantal begraafplaatsen bezoeken in de hoek Bièvre,
Libramont en Bouillon. Hier vond in augustus 1914 de eerste algemene confrontatie
plaats van de Grote Oorlog wat men later de Slag der Grenzen noemde. De
frontlijn strekte zich uit tussen Beauraing en Arlon langsheen de Franse
landsgrens. Voor de Belgen was de toetreding tot de oorlog een verrassing. Eigenlijk was het land neutraal en de invasie van de Duitse troepen in het
grondgebied was een ware schending. Duitsland, in overeenstemming met het
Schlieffenplan, passeerde door België om het Franse leger in de rug aan te
vallen en zo snel door te stoten naar Parijs. Deze schending van de Belgische
neutraliteit bewoog de geallieerde grootmachten om toe te treden tot de oorlog
en de Triple Entente te vormen: Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Rusland.
Bij de algemene mobilisatie van 31 juli kon
België rekenen op 200.000 mannen, tegen 3.840.000 voor Duitsland. De
verdediging van het land rustte op drie versterkte plaatsen: Namen, Luik en
uiteindelijk het afgeschermde kamp van Antwerpen. Op 4 augustus werd België
aangevallen door een Duits leger dat superieur was op alle vlakken (omvang en
bewapening). De 12 Luikse forten vielen, de één na de ander. Brussel viel vier
dagen later. Na de val van de forten van Namen trok het Belgisch leger zich
terug tot aan Antwerpen en uiteindelijk tot aan de IJzer, waar het front zich
stabiliseerde gedurende 4 jaar. In Belgisch Luxemburg waren het de Fransen die
door Joffre de aanval openden op 22 augustus en hier de Duitsers tegenkwamen.
In drie dagen tijd werden 70.000 soldaten van beide kampen buiten gevecht
gesteld.
De oorlog was zeer gewelddadig voor de
legers die opeen botsten van Chiny tot Maissin, maar ook voor de burgers in Maissin,
Anloy, Paliseul, Offagne, Bertrix, Cugnon, etc. Willekeurige executies,
plunderingen en verwoestingen van dorpen, deportaties en een bezetting van 4
jaar moesten worden doorstaan.
Musea, militaire begraafplaatsen,
monumenten en gedenkplaten, bewegwijzerde routes… allemaal sporen van deze
tragische geschiedenis, op de wegen van de herinnering vind je hier terug.
Vandaag zouden we hulde brengen aan een dezer dikwijls vergeten en toch
roemrijke helden.
Op weg naar Bastogne was het ondertussen
gestopt met regenen, hoewel het nog wat vochtig was en overwegend grijs waren
we allen toch wel blij dat het over was. Net voor we de E25 autoweg in de buurt
van Bastogne afreden merkten we de naastgelegen weide een vos op die precies op
de uitkijk stond voor iets. Niet veel later arriveerden we bij de Bastogne Stedelijke Begraafplaats en parkeerden
er onze PRWWI mobiel op de parking aan de overkant van de straat. We namen onze
spullen en pipes en trokken de begraafplaats op.
We dienden niet ver te zoeken, kort bij de ingang vonden we een volledig opgekuist en precies vernieuwd perk waar we een lange rij typische Franse kruisjes vonden. We wandelden langsheen de lange rij militaire graven en namen enkele foto's voor onze PRWWI archieven. Een informatiebord nabij de militairen graven liet ons weten dat op 7 augustus 1914 veel militairen het leven lieten toen de Fransen en Duitsers tegen elkaar botsten aan de voet van de heuvel Mardasson te Pont de Pierre.
We dienden niet ver te zoeken, kort bij de ingang vonden we een volledig opgekuist en precies vernieuwd perk waar we een lange rij typische Franse kruisjes vonden. We wandelden langsheen de lange rij militaire graven en namen enkele foto's voor onze PRWWI archieven. Een informatiebord nabij de militairen graven liet ons weten dat op 7 augustus 1914 veel militairen het leven lieten toen de Fransen en Duitsers tegen elkaar botsten aan de voet van de heuvel Mardasson te Pont de Pierre.
Enkel drie militairen die hier begraven
werden vielen in die periode, Luitenant Louis Chauvenet, Soldaat Jules Ride en
Soldaat Pierre Legentilhomme. Luitenant Chauvenet zijn lichaam wordt op 28
januari 1921 door zijn broer Fernand teruggebracht naar zijn geboortedorp
Lesdain in Frankrijk. Alle andere militairen die hier begraven zijn stierven na
de ondertekening van de wapenstilstand van 11 november 1918, tussen 26 november
1918 en 24 janurai 1919. Sommigen waren gestationeerd rond Bastogne en stierven
in een veldhospitaal als gevolg van een ziekte die ze tijdens hun dienst hadden
opgelopen, ofwel aan de griep bij de Zusters van Notre Dame, ofwel als gevolg
van de gasaanvallen op het front. Oorspronkelijk waren hier nog meer Franse
militairen begraven maar sommigen werden teruggegeven aan hun familie. Op 4
februari 1921 besliste de gemeenteraad van Bastogne in samenspraak met het
Franse militaire bestuur om het onderhoud van de graven van de Franse
militairen in het zogenaamde 'ereplein' voor zijn rekening te nemen. Er werden
24 graven geïdentificeerd. 4 van hen, dat van Joseph Gotteland, Philippe
Pierrot, Jules Ride en Charles Stra konden niet meer geïdentificeerd worden,
wellicht omdat hun ID-plaatje ontbrak, en kregen daarom de vermelding 'Mort
Pour La France'. Eveneens ligt er ook nog een Frans militair slachtoffer en een
onbekende Russische militair begraven van 1940.
Een klein halfuurtje later besloten we om
onze PRWWI tunes te spelen aan de voorzijde van de lange rij militaire graven.
Op dat moment klaarde het weer gelijk op en werd het zelfs volledig droog en warm.
Flower of Scotland en Amazing Grace klonken prachtig in het ochtendlijk uur
tegenover de Onderluitenant Heintz kazerne waar generaal McAuliffe de loop van
de geschiedenis beïnvloedde door in de kelders van deze kazerne zijn beroemde
"Nuts" uit te spreken tijdens WO2. Nadat we onze tunes hadden
gespeeld merkten we op dat we enkele toeschouwers hadden waaronder enkele
Japanners die hoe kon het anders de ene na de andere foto namen van onze
aanwezigheid. Nadat Stuart een korte uitleg had gegeven aan een van de
toeschouwers gingen we verder met onze PRWWI ceremonie en besloten we om ons
PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer te planten ongeveer in het midden
van de lange rij graven bij enkele bloemkransen van eerdere herdenkingen. Na
het nemen van enkele foto's van ons PRWWI kruisje bij de militaire graven werd
het stilaan tijd om terug opstap te gaan. Een bezoekersregister was hier, zoals
op vele kleinere begraafplaatsen, niet aanwezig wat onze aanwezigheid alleen
maar verkorte.
Niet veel later laden we onze spullen en pipes terug zorgvuldig in de wagen en verlieten rond 10u de Stedelijke Begraafplaats van Bastogne voor een rit terug naar de frontlijn langsheen de Franse grens. Een tocht van een half uurtje bracht ons in Libramont waar we halt hielden bij het Libramont Communal Cemetery. We gingen de begraafplaats op en moesten niet lang zoeken naar de 2 CWG omdat deze allemaal dezelfde witte grafsteen hebben en deze dus vrij snel opvallen op een burger begraafplaats. Pte . I E Richards van het Royal Welch Fusiliers Regiment en SM. S Wolstencroft van het Manchester Regiment lagen hier naast elkaar begraven in een klein onderhouden perk tussen de andere graven op de begraafplaats. Hier op deze begraafplaats zouden we volgens onze research ook nog een Belgisch militair vinden. Zoals altijd op zulke begraafplaatsen naar alle waarschijnlijkheid in een burgergraf, bestaat het grafmonument nog of werd het in het verleden reeds verwijderd, dat wisten we niet. Samen met Patrick trokken we elk op een apart pad over de begraafplaats opzoek naar Joseph Angé
Private Ivor Emlyn Richards.
Service number 70588. 9th Bn. Royal Welsh Fusiliers.
Gesneuveld 4 november 1918, 25 jaar.
|
Company Serjeant Major Stanley Wolstencroft.
Service number 252213. 16th Bn. Manchester Regiment.
Gesneuveld 27 maart 1918, 38 jaar.
|
Iets later liet Stuart weten dat hij een
teken van Joseph Angé had gevonden op het middelste gangpad. Zijn naam stond
mee vermeld op het familie graf. Terwijl Kurt en Patrick tot bij Stuart
wandelden zocht Stuart via zijn iPhone enkele gegevens op internet op en liet
ons toen we gearriveerd waren weten dat er iets raar aan de gang was. Joseph
Angé stond hier mee op het familiegraf en lag volgens enkele websites op het
internet begraven op de Belgische Militaire Begraafplaats Adinkerke. Vreemd,
ervan uitgaand wat we vonden op internet waren we van mening dat Soldaat Joseph
Angé hier gewoon mee stond vermeld op het familiegraf, ook omdat er op de
gedenksteen 'A la mémoire de' Joseph Angé'. We besloten om terug te trekken naar
de 2 CWG vooraan de begraafplaats om onze tunes te spelen. We namen onze pipes
op en begonnen niet veel later onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing
Grace te spelen wat enkele omwonende nieuwsgierig maakte. Van op een afstand
stonden enkele omwonenden ons gade te slaan wat soms wel een komisch zicht was.
Tussen onze 2 PRWWI tunes ging Patrick de grote paraplu halen in de auto om de
camera te beschermen omdat er aan het einde van Flower of Scotland precies druppels regen begonnen te vallen. Ja, volgens Kurt mocht hij wel een extraatje
doen voor zijn taxirit met de PRWWI mobiel of hij kon te voet verder volgens
hem, waar we allen plezier in hadden. Na het spelen van Amazing Grace werd de
regenopstelling terug verwijderd want het druppelde niet meer verder.
Na onze PRWWI tunes werd direct de
groepsfoto genomen waarna het tijd was om het PRWWI In Remembrance kruisje neer
te planten bij de 2 CWG van Pte. I E Richards en SM. S Wolstencroft. Ons PRWWI
In Remembrance kruisje werd plechtig neer geplant in het CWG perk, waarna we onze
spullen opnamen en terug wandelden naar de auto.
Niet veel later zetten we koers naar Bertrix. Omdat het mysterie van Soldaat Angé ons om de een of andere reden toch bleef achtervolgen werd er terug op het thuisfront een doorgedreven research gedaan naar Soldaat Joseph Angé die toch al gauw enkele weken in beslag zou nemen. Vele e-mail die over en weer gingen, archieven die werden geraadpleegd en enkele autoriten naar onze hoofdstad bracht ons uiteindelijk het verlichtende antwoord.
Niet veel later zetten we koers naar Bertrix. Omdat het mysterie van Soldaat Angé ons om de een of andere reden toch bleef achtervolgen werd er terug op het thuisfront een doorgedreven research gedaan naar Soldaat Joseph Angé die toch al gauw enkele weken in beslag zou nemen. Vele e-mail die over en weer gingen, archieven die werden geraadpleegd en enkele autoriten naar onze hoofdstad bracht ons uiteindelijk het verlichtende antwoord.
Constant Joseph Angé werd geboren op 7 augustus
1893 in St Pierre, Luxemburg en was de zoon van Jules Joseph Angé en Marie
Augustine Lamouline. Joseph was Kapitein bij het 2de Jagers te Voet en was
gedecoreerd met het Ridderkruis in de Leopold Orde met palm, het Oorlogs Kruis
met Palm en de Overwinningsmedaille. Joseph werd binnen gebracht in het
veldhospitaal 'Cabour' te Adinkerke op 11 oktober 1918 met zware griepverschijnselen
waar hij 2 dagen later (13 oktober '18) overleed aan griep/longontsteking. Hij
werd begraven op de militaire begraafplaats van De Panne 'Duinhoek' op 17
oktober 1918 in graf D7/1 en op vraag van zijn ouders overgebracht en
herbegraven in het familiegraf op 20 januari 1922 op de begraafplaats in
Libramont.
Om 11u, een half uurtje vroeger dan
voorzien, arriveerden we op de Frans-Duitse Begraafplaats Bertrix-Heide in een lichte motregen. Nadat we
geparkeerd waren naast de begraafplaats en onze spullen uit de auto hadden
gehaald arriveerden Rais en Willy terug op het toneel. Zij overnachten hier in
de streek in een B&B en zouden vandaag terug de dag mee volgen. Een mooie
begraafplaats waarbij de Duitse slachtoffers in het midden lagen begraven met
daar rond de Franse slachtoffers. Alle slachtoffers die hier waren begraven
vielen tijdens de gevechten op 22 augustus 1914 hier in de buurt van Bertrix.
Alle slachtoffers werden destijds tussen 1916 en 1917 verzameld en op het
'Heidefriedhof' en 'Waldfriedhof' herbegraven. Tijdens de tweede wereldoorlog
werd het “Waldfriedhof” opgeheven en de gesneuvelden werden herbegraven op het
huidige “Heidefriedhof”. De begraafplaats telt tegenwoordig 518 waarvan 254
Duitse slachtoffers en 264 Franse slachtoffers.
Nadat we onze Pipes op een zware houten
bank hadden gelegd wandelden we allen op onze eigen manier over de
begraafplaats. De een verzonken in gedachten bij het zien van de vele
slachtoffers die alweer vielen op dezelfde datum, 22 augustus 1914, de andere op zoek naar
een mooi plaatje om te vereeuwigen. Terwijl we over de begraafplaats slenterden
begon het terug te regenen, een zachte regen dwarrelde neer en het zag er niet
naar uit dat het deze keer snel zou over gaan. Aan de boszijde van de
begraafplaats stond nog een monument waarop naar alle waarschijnlijkheid een
groep jongeren, of althans hun leiding, op een stuk papier een deel van een kaartcoördinaat hadden opgeplakt. We
vonden het maar iets raar want er zijn andere manieren om jongeren naar een
begraafplaats te krijgen dan een monument te beplakken met plakband.
Aan de zijkant, bijna aan de voorzijde van
de begraafplaats hing aan een boom een mooi boeket kunstbloemen, poppy's met
vergeetmenietjes dat werd samengehouden door enkele rode, blauwe en witte linten,
de kleuren van de Franse vlag. Het was erop gehangen ter nagedachtenis van
Soldaat Léonard René Fonfréde die diende bij het 11de R.T. en hier in het bos
op 25 jarige leeftijd tijdens de hevige gevechten op 22 augustus 1914 hier in het bos
vermist raakte. Na een tijdje stonden we allen aan de achterzijde op de
begraafplaats wat te schuilen onder de afhangende bladeren van de bomen, het
regende nog steeds. Toen het iets of wat leek te minderen besloten we om er toch
voor te gaan, we konden immers niet blijven wachten om onze PRWWI tunes te
spelen. Niet veel later stonden we dan ook in het midden van de begraafplaats
in de zachte regen onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te
spelen terwijl onze volgers alles mee volgden onder hun paraplu of enkele
afhangende takken.
Nadat we onze PRWWI tunes hadden gespeeld
besloten we om direct erna de groepsfoto te nemen omdat we daarna onze pipes
konden terug onder het zeiltje konden steken om ze wat te beschermen. Ons PRWWI
In Remembrance kruisje werd plechtig neegeplant bij de boom waaraan het boeket
bloemen hing waarna er door onze volgers verschillende foto's werden van
genomen. Op weg naar het kastje waar het bezoekersregister in zat stopte het
met regenen zodat we min of meer toch het bezoekersregister droog konden
invullen. Niet veel later verlieten we de Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Bertrix-Heide en zouden we onze lunch
gaan nuttigen bij onze geparkeerde auto's. De lunch was heel welkom en iemand
miste toch zijn kop koffie. Na het verorberen van onze lunch had Rais en Willy
nog een verassing voor ons en ineens toverde ze een taart uit de kofferruimte
van hun auto. We werden allen getrakteerd op een groot stuk overheerlijke taart
als dessert dat werd verorbert onder een babbel over de verschillende tochten
die we al reden.
Na een tijdje besloten we maar verder te
trekken op onze tocht en begonnen alles mooi in te laden waarna we niet veel
later vertrokken om 12u30 richting Anloy. Een rit van een 20 minuutjes bracht
ons midden in de bossen van Anloy. Toen we het kleine baantje insloegen dat ons
bij de Frans-Duitse Militaire Begraafplaats Anloy-Bruyeres zou brengen merkten we op dat er nog een auto
stond bij de begraafplaats. We parkeerden er de PRWWI mobiel en groot was onze
verwondering toen we zagen dat het enkele bekenden waren die ons opwachten bij
de begraafplaats. Het was niemand minder dan Chloë Van Vooren, Louis voor de
vrienden, die reeds enkele tochten had meegevolgd, met haar ouders Günter en
Nancy. We zegden elkaar een goede dag en kwamen niet veel later aan de weet dat
zij hier in de buurt op vakantie waren en hadden besloten om eens een kijkje te
komen nemen.
De slag bij Anloy op 22-23 augustus 1914 maakte deel uit van de “Slag der grenzen” tussen de Duitse en Franse infanterietroepen ondersteund door artillerie. De Franse artillerie stond opgesteld in Jehonville, een tactisch verkeerde plaats voor deze slag omdat ze over de bossen, zonder precies zicht, moesten schieten. In de omgeving worden dan ook nog, zoals in de Westhoek, regelmatig Franse 75mm obussen gevonden. In de hevige gevechten vielen 1750 slachtoffers, eveneens vele burgers werden gedood en het dorp Anloy werd volledig afgebrand. De begraafplaats van Anloy-Bruyeres werd op 17 juni 1918 in gebruik genomen en heeft een tumultueus verleden door de verschillende wijzigingen in de daarop volgende jaren. Vele repatriëringen en toevoegingen zorgden ervoor dat het niet altijd duidelijk is of er onder elke zerk een lichaam rust. De stoffelijke resten rusten soms tussen twee zerken in en op verschillende dieptes, de laatste wijzigingen gebeurden in 1958. Op dit moment is de begraafplaats de laatste rustplaats voor 593 Franse en 1012 Duitse slachtoffers waarvan er een kleine 300 onbekend bleven. De meeste sneuvelden ook die bewuste 22 augustus 1914.
We wandelden vrij rustig de begraafplaats
op en Kurt gaf daarbij een korte uitleg aan Günter en Nancy over wat we precies
gingen doen terwijl Chloë met Luna bij de ingang bleef. Stuart en Patrick
gingen meteen de begraafplaats op zoek naar de ultieme foto terwijl Rais en
Willy langsheen de vele graven wandelden. Ineens ging het wolkendek open en
kwam het zonnetje piepen wat onze fotografen zeer gunstig stemde. Aan de
zijkant op de begraafplaats vonden we een standbeeld, 'La Melancolie’ genaamd.
Het is een werk van Flavio Faveri en het is ter nagedachtenis van alle
slachtoffers uit het Zuid-Westen van Frankrijk die sneuvelden op 22 augustus
1914. Een stenen plaat aan de onderkant van het standbeeld liet ons weten dat
het zware originele bronzen beeld in 2008 werd gestolen. Kort nadien werd het
vervangen door een kunststoffen exemplaar.
Kurt die ook opzoek ging naar enkele mooie
plaatjes ontdekte ook hier ineens een geocache. Alweer zette het internationale
spel 'Geocaching' op zijn manier deze begraafplaats in de kijker. Kurt vulde
meteen het logboekje in en ging verder op pad langsheen de vele slachtoffers
die vooral vielen op 22 augustus 1914. Een veel voorkomende datum tijdens ons
Ardennen Offensief. Niet veel later toen iedereen zo een beetje terug bij het
stenen muurtje, waar onze pipes op lagen, arriveerde, besloten we om onze PRWWI
tunes te spelen. We bekeken even waar we het beste zouden spelen en besloten
dit vooraan bij de Duitse graven te doen. Niet veel later stonden onze volgers
te genieten van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace waarvan
de klanken wegebden in het bos.
Nadat we onze PRWWI tunes hadden gespeeld
besloten we eerst de groepsfoto te nemen waarna we onze pipes terug op het
stenen muurtjes gingen leggen. Ons PRWWI In Remembrance kruisje, waar
zouden we dat het beste steken? Een klein overleg tussen Stuart en Kurt waar ze
algauw uitwaren. Vooraan op de begraafplaats vonden we een Duitse grafsteen
waarop te lezen stond, 'Zwei Unbekannte Deutsche Soldaten'. Ons PRWWI In
Remembrance kruisje werd dan ook plechtig neer geplant bij de grafsteen van
deze twee onbekende Duitse slachtoffers. Na de plechtigheid van ons PRWWI In
Remembrance kruisje trokken we terug naar de ingang van de begraafplaats waar
we in de stenen muur het kastje terug vonden waarin het bezoekersregister was
opgeborgen.
Het bezoekersregister kende een laatste
input van twee dagen geleden, op 26 juli 2016, door een zekere Bernard en
Henriette uit het West-Vlaamse Lauwe. Terwijl iedereen het bezoekersregister
ondertekende namen we na nog een korte babbel afscheid van Chloë, Gunther,
Nancy en de hond Luna. Zij gingen terug verder op pad tijdens hun vakantie
waarna ook wij op onze beurt onze pipes en andere spullen begonnen in te laden
en ons stilaan klaarmaakten om te vertrekken. We verlieten deze heel mooie en
vooral rustige begraafplaats om 13u30 en zetten koers richting Maissin waar we
onze volgende stop zouden hebben.
Een rit van
10 minuten waarbij we allen genoten van het mooie landschap waardoor we reden,
arriveerden we bij de Frans-Duitse Militaire Begraafplaats van Maissin, net buiten
de dorpskern langs de weg naar de Lesse en telt 4.782 gesneuvelden, 512
gesneuvelde Duitsers en 282 Fransen. In twee massagraven rusten 3.001 niet
geïdentificeerde Fransen en ten slotte bevindt er zich een gedeeld massagraf
met 683 Fransen en 343 Duitsers. In de omgeving werd aan het begin van de
Eerste Wereldoorlog op 22 en 23 augustus 1914 zwaar gevochten tussen het Franse
en het Duitse leger. Na de Franse terugtrekking begonnen de Duitsers vanaf 24
augustus met het begraven van de honderden gesneuvelden. De Franse en Duitse
gesneuvelden werden samen begraven, onder meer op drie begraafplaatsen in
Maissin. De eerste begraafplaats bevond zich langs de weg naar Transinne, de
tweede en de derde langs de weg naar de Lesse. De begraafplaatsen droegen toen
de namen Terrassenfriedhof, Langfriedhof en Rundbau-Friedhof. Enkel het
Rundbau-Friedhof, waarop een rond herdenkingsgebouw was opgetrokken, werd
behouden. In 1932 werd bij de 18de verjaardag van de gevechten een 16de-eeuws Bretoens
calvariekruis uit Le Tréhou in de Finistère ingewijd, ter herinnering aan de
sneuvelden uit Bretagne.
Nadat we onze PRWWI mobiel hadden geparkeerd, pipes en spullen hadden genomen trokken we de begraafplaats op. Terwijl Stuart en onze volgers de grote informatieborden bij de ingang lazen trok Kurt verder om aan het Bretoens Calvariekruis het zeiltje neer te leggen waarop we niet veel later onze pipes achterlieten. Toen iedereen van onze volgers op de begraafplaats was merkten we ook op dat we hier niet alleen waren. Enkele, waarschijnlijk toeristen, keken even verbaast op toen ze ons de begraafplaats zagen opwandelen maar geen paniek ze gingen niet lopen maar hielden ons nauwlettend in de gaten. Daar we ook hier niet echt een namenlijstje hadden trokken Patrick en Stuart opzoek naar een mooi plaatje. Toen we achteraan de begraafplaats kwamen merkten we op dat hier de massa graven lagen. Schrijnend om alweer al die slachtoffers te zien die vielen op alweer dezelfde datum, 22 augustus 1914. Toen we richting ingang keken zagen we dat we niet alleen meer waren met onze volgers. Er liep ineens toch meer volk op de begraafplaats dan eerst. De meesten probeerden onopvallend te zijn maar je kon goed zien dat de bezoekers in volle afwachting waren naar wat er komen zou omdat ze op het stenen sokkel onze pipes hadden zien liggen.
Het Bretoens Calvarie-kruis.
Het werd in 1932 overgebracht van Le Tréhou in het Departement Finistère
ter nagedachtenis van de vele Bretoenen die sneuvelden in de buurt.
|
Toen Stuart
en Kurt even bij elkaar kwamen achteraan de begraafplaats bij het
gemeenschappelijke massagraf waarrond een in natuurstenen cirkel met bogen was
opgetrokken, merkten ze ook hier een foutje op. Bewust of onbewust, maar ook
hier zagen we dat de Duitse vlag onderste boven hing bij de ingang. Kurt
schudde weer met zijn hoofd van ongenoegen en trok op weg naar de bewuste vlaggenmast
waar hij de Duitse vlag liet zakken, omdraaide en weer omhoog trok. Tijdens dit
gebeuren was Stuart aan de praat geraakt met enkele bezoekers en liet enkelen
weten wat ik ging doen. Niet veel later besloten we om midden op de begraafplaats
onze PRWWI tunes te spelen. Flower of Scotland gevolgd door een kleine stilte
waarna we Amazing Grace speelden, klonk prachtig hier op deze begraafplaats.
Onder het spelen door waren er eveneens nog enkele andere bezoekers de
begraafplaats opgekomen. Waarschijnlijk nieuwsgierig of aangetrokken door de
klanken van onze pipes.
Na het
spelen van onze PRWWI tunes wouden we onze pipes terug gaan leggen op het
sokkel van het Bretoens calvariekruis toen Stuart werd aangesproken door een
koppel dat blijkbaar afkomstig was uit Moerkerke. Hoe klein kan de wereld zijn?
Niet veel later was het dan tijd geworden om ons PRWWI In Remembrance kruisje
te plaatsen wat we plechtig deden bij het Bretoens calvariekruis. Nadat wijzelf
alsook onze volgers er enkele foto's hadden van genomen gingen we op weg naar
de achterzijde op de begraafplaats waar we bij de omheiningsmuur van het
gemeenschappelijke massagraf waar we het kastje terug vonden waar het
bezoekersregister in was opgeborgen. Het bezoekersregister kende een laatste
input van 27 juli 2016 door een zekere Agnés en Beatrice Caliauw. Een kleine
nota bij hun naam deed ons vermoeden dat ze de kleinkinderen waren van Thomas
Brown. Nadat iedereen het bezoekersregister het ingevuld slenterden we naar de
ingang toe waar we werden aangesproken door een vrouw die ons vroeg wat we
hadden gedaan. Het was een mevrouw die hier in de buurt woonde die op de
klanken van onze pipes was afgekomen. Stuart begon direct een beetje ons
project uit de doeken te doen en de buurvrouw was nieuwsgierig naar onze
volgende stop. Kurt volledig in zijn nopjes omdat Stuart blijkbaar zijn lijstje
was vergeten in de auto en de moderne technieken moest toepassen om een deftig
antwoord te geven.
Na enkele
minuten laden we onze spullen, pipes en Patrick in en verlieten we om 14u30 deze mooie begraafplaats voor een rit van een kwartiertje in zuidwestelijke
richting. Om 14u45 stipt en volledig op schema arriveerden we bij de kleine en
een beetje afgelegen van het dorp de burgerlijke begraafplaats van Baillamont. Net
voor we uitstapten kreeg Stuart het bericht van Rais en Willy dat zij ergens
wat verloren waren gereden onderweg en het waarschijnlijk niet meer gingen
halen om er te geraken wat we allen spijtig vonden.
Volgens onze
research zou er hier één Belg zijn begraven maar verder hadden we er niet veel
meer info over gevonden. Toen we deze heel kleine begraafplaats opwandelden
merkten we op dat hier verschillende oudstrijders waren begraven. Deze kleine
schildjes die dit aangeven zagen we direct staan bij verschillende grafstenen.
Maar waar zou die ene Belg dan begraven liggen? Zoals we vermoeden onder een
burgergraf en doordat dit hier een vrij kleine begraafplaats was van 30 op 20
meter was het snel overlopen. We vonden het familie graf waarin Soldaat Tweede Klasse Joseph Hector
Chaidron begraven lag kort bij de ingang van de begraafplaats terug. Soldaat
Joseph Hector Chaidron diende in het 13de Linieregiment en stierf in het St.
Jan's hospitaal op 1 maart 1916 te Brussel op 23 jarige leeftijd.
Soldaat Tweede Klasse Joseph Hector Chaidron.
Stamnummer 113/25750. 13de Linie Regiment.
Gesneuveld in het Sint Jan Hospitaal in Brussel op 1 maart 1916, 23 jaar.
|
Na het nemen
van enkele foto's namen we onze pipes en speelden we onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace op deze kleine begraafplaats bij het graf van Soldaat Joseph Hector Chaidron. Na onze
bescheiden muzikale plechtigheid gingen we over tot het plechtig neerplanten
van ons PRWWI In Remembrance kruisje wat tevens ons 180ste PRWWI In Remembrance
kruisje was binnen ons PRWWI project. Onze volg fotograaf Patrick nam de ene na
de andere foto in de hoop er toch een goede foto van te hebben. Niet veel later
en na nog een kleine babbel besloten we om onze tocht verder te zetten. Het
voordeel bij zulke kleine begraafplaatsen is dat alles precies veel sneller
lijkt te gaan hoewel we steeds, altijd en overal dezelfde procedure aanhouden
binnen ons PRWWI project. Tijdens het inladen van onze spullen en pipes kreeg
Stuart nog het bericht van Rais en Willy dat zij gingen terugkeren omdat ze
hopeloos misreden waren. Een spijtig voorval natuurlijk en gezien ons strak
tijdsschema konden wij ook niet langer wachten of hen gaan zoeken.
We verlieten de Gemeentelijke Begraafplaats Baillamont om 15u10 voor een rit naar het
nabij gelegen dorp Carlsbourg. Onderweg werden we even opgeschrikt door Kurt,
hij meende op een veld enkele super grote huisjesslakken te hebben ontdekt, wel
2 meter groot. Nader onderzoek liet ons weten dat Kurt toch wel een levendige
fantasie had omdat die bewuste huisjesslakken in feite grote rollen strobalen
waren. Hij keek ons toch bedenkend aan nadien. Om 15u20 arriveerden we bij de Gemeentelijke Begraafplaats Carlsbourg waar we parkeerden aan de zij ingang. Hier op deze
begraafplaats zouden we het graf moeten terug vinden van een Belg en Fransman.
We gingen op de vrij kleine begraafplaats op zoek naar de twee bewuste graven
waarbij we elk afzonderlijk een richting kozen om te zoeken. Het Franse graf
werd vrijwel meteen gelokaliseerd hoewel het toen we erbij stonden niet correct
bleek te zijn want niet veel verder stond een gelijkaardig grafmonument.
Er stond
geen enkele naam of andere veerwijzing op het eerste gevonden graf, het tweede
daarentegen was voorzien van een naamplaatje waarop stond te lezen Moyon
Francois, Mort pour la France le 07/10/1914. Dit was wel degelijk het Franse
slachtoffer dat op ons lijstje stond. Nu was het nog even zoeken naar het
Belgische slachtoffer. We zwierven verder de begraafplaats over op zoek naar
het Belgische slachtoffer en kwamen een dik kwartier later tot de conclusie dat
we het niet vonden. Ongelofelijk, maar helaas niet aan te doen. Misschien was
het graf toen de concessie in het verleden verliep verwijderd? We wisten het
niet en konden alleen maar gissen naar het correcte antwoord. Later onderzoek liet ons weten dat Soldaat Eerste Klasse Joseph Victor Jacques naar hier werd overgebracht nadat hij verdronken was in Baasrode op 27 september 1914. Om niet hopeloos
rond te lopen dwalen opzoek naar het graf van de Belg en niet teveel tijd te
verliezen besloten we om onze PRWWI tunes bij het graf van het Franse
slachtoffer te spelen.
Tijdens het
spelen van onze PRWWI tunes Flower of Schotland en Amazing Grace verscheen er
een vrouw op de begraafplaats die eens kwam kijken wat we aan het doen waren
waarbij Patrick haar voorzag van een antwoord. Eveneens vroeg Patrick ook of
zij geen weet had van het Belgische slachtoffer dat hier begraven zou zijn.
Patrick kreeg een ganse uitleg en kreeg van de vrouw een gedetailleerde uitleg
van alle graven op de begraafplaats om na zijn ganse rondleiding tot de conclusie
te komen dat de vrouw in feite ook niet wist waar het bewuste graf zich bevond.
We gingen verder met onze ceremonie en besloten om niet langer te wachten met
het plaatsen van ons PRWWI In Remembrance kruisje. Ons PRWWI In
Remembrancekruisje werd plechtig neer geplant bij het graf van Soldaat Moyon
Francois die diende bij er 77ste RI en sneuvelde voor Frankrijk op 7 oktober 1914.
Na het plechtig neer planten van het PRWWI In Remembrance kruisje namen we eerst de groepsfoto waarna er nog enkele foto's werden genomen van het PRWWI In Remembrance kruisje bij het Franse graf waarbij sommigen toch even zich in bepaalde bochten wrongen om een deftige foto te maken. Volgfotografen altijd wel iets aan de hand om die ene foto te maken. Niet veel later besloten we verder op pad te gaan en wandelden we terug naar de auto waar we onze spullen en pipes inladen. We verlieten de Gemeentelijke Begraafplaats Carlsbourg om 15u50 zo een tien minutjes voor op schema en zetten koers richting Ucimont waar onze volgende stop lag.
Na het plechtig neer planten van het PRWWI In Remembrance kruisje namen we eerst de groepsfoto waarna er nog enkele foto's werden genomen van het PRWWI In Remembrance kruisje bij het Franse graf waarbij sommigen toch even zich in bepaalde bochten wrongen om een deftige foto te maken. Volgfotografen altijd wel iets aan de hand om die ene foto te maken. Niet veel later besloten we verder op pad te gaan en wandelden we terug naar de auto waar we onze spullen en pipes inladen. We verlieten de Gemeentelijke Begraafplaats Carlsbourg om 15u50 zo een tien minutjes voor op schema en zetten koers richting Ucimont waar onze volgende stop lag.
Een rit van een kleine 10 kilometer bracht
ons in het kleine rustige dorpje Ucimont. Hier op dit kleine kerkhof zouden we
het graf vinden van Soldaat Georges Joseph Gridlet maar hadden we ook op
voorhand geen exacte plaatslocatie. We parkeerden er onze PRWWI mobiel
langsheen de omheiningmuur van dit kleine kerkhof. We namen onze spullen en pipes uit de wagen en liepen naar de ingang van het kerkhof dat gelegen was aan
de andere zijde van de kerk. Bij de ingang gekomen merkten we ook een bordje op
van de CWGC dat ons liet weten dat hier blijkbaar ook CWG lagen. Hadden we iets
over het hoofd gezien of niet opgemerkt? Enkele meters verder op de
begraafplaats vonden we het antwoord. Hier lagen eveneens twee slachtoffers
begraven van WW2 die beiden deels uitmaakten van het luchtwezen.
Verder zwervend over de begraafplaats
opzoek naar de Belg die hier zou zijn begraven zochten we verder. Volgens onze
research zou hij begraven zijn dichtbij de kerk maar ook hier vonden we niks
direct terug. We gingen elk graf af opzoek naar het graf van Soldaat Georges
Joseph Gridlet tot Stuart tot de ontdekking kwam dat we ons hadden laten
misleiden door de achtergrond op een foto. Als vooraf geprogrammeerd stapte
Stuart niet veel later als bij wijze recht op het graf af van Soldaat Georges
Joseph Gridlet. Aan de zuidelijke muur van het kerkhof vonden we een klein en
vooral mooi onderhouden familiegraf terug waarin Soldaat Georges Joseph Gridlet
was begraven. Soldaat Georges Joseph Gridlet diende bij het 10de Linie Regiment
en overleed op 3 maart 1919, op zijn 26ste verjaardag, in een hospitaal te
Wetteren aan een longontsteking.
We namen enkele foto's van het familiegraf waarna
we even bekeken waar we het beste plaats zouden nemen om onze PRWWI tunes te
spelen want echt plaats was er niet voorzien. Een klein pad van een 40cm breed
leidde ons tot bij het familiegraf waarbij iedereen terug achter elkaar aan tot
bij het hoofdpad diende te gaan. Makkelijk was het niet. We namen onze pipes op
en namen plaats bij het familie graf waarna we niet veel later onze PRWWI tunes
Flower of Scotland en Amazing Grace speelden. Na onze muzikale plechtigheid
gingen we vrijwel meteen over tot het plaatsen van ons PRWWI In Remembering
kruisje. Ons PRWWI In Remembrance
kruisje werd plechtig neer geplant tussen de mooi witte kiezelsteentjes waarmee
het familiegraf was bedekt. Nadien namen we nog enkele foto's en werd ook de
groepsfoto gemaakt. Dat was ook even puzzelen want de camera diende een tijdje
er vandaan te staan met de timer op. Het lampeke brandde en Stuart moest echt
toeren uithalen om niet te vallen op weg van de camera naar het familiegraf van
Soldaat Georges Joseph Gridlet waarnaast we positie hadden genomen.
Kurt had er alle plezier in en zag Stuart
al vallen op zijn weg zodat er enkel twee benen omhoog zouden steken op de
plaats waar hij zou komen te staan. Het waren weer 'funny' momenten met onze
Kurt maar hij had geen geluk. Stuart plooide zich op zijn weg in alle soorten
bochten en kwam net op tijd voor de camera even zijn oog dichtkneep en het
plaatje vereeuwigde. We keken nog eens naar het mooi verzorgde familiegraf en
verlieten niet veel later het kerkhof van Ucimont waarna we onze spullen en pipes begonnen in te laden in de PRWWI mobiel. Stuart keek nog even alles na om
te zien of we niks vergeten waren en enkele ogenblikken later verlieten we
Ucimont om 16u30 en vertrokken richting Bouillon.
Een rit van een kleine 15 kilometer bracht
ons bij de burgerlijke begraafplaats van Bouillon die in feite een kilometer en
een half van het stadscentrum was gelegen. We parkeerden er de PRWWI mobiel bij
de ingang trokken na het uitladen van onze spullen en pipes de begraafplaats
op. Terwijl we verder liepen merkten we aan onze rechter zijde en langsheen de
omheiningmuur een lange rij dezelfde grafstenen op. Nader onderzoek liet ons
weten dat dit allemaal Belgische slachtoffers waren uit de Tweede Wereldoorlog.
Een 60 meter verder vonden we net voorbij de lange rij grafstenen van de
Belgische slachtoffers het centrale monument voor de 11 slachtoffers uit de
Grote Oorlog waarvoor we kwamen.
Onze slachtoffers, 2 Belgische en 9 Franse militairen uit de Eerste Wereldoorlog stonden hier allemaal vermeld op een centraal monument ongeveer in het midden van de noordelijke omheiningsmuur. Soldaat Eugene Gregoire Massin diende bij het 13de Linie Regiment en stierf aan de gevolgen van Longtuberculose op 15 april 1919 op 38 jarige leeftijd. Soldaat Constant A. Renauld, die diende bij het 17de Artillerie, stierf op 16 januari 1919 in het Militaire Hospitaal van Woluwe op 24 jarige leeftijd. Eveneens stonden de 9 Franse slachtoffers mee vermeld op het centrale monument. We namen enkele foto's en niet veel later ging Kurt de pipes ophalen, die we hadden achtergelaten op een bank voortaan de begraafplaats.
Onder het wachten op Kurt stond Stuart wat in het rond te kijken toen hij ineens iets bijzonder opmerkte. Moderne technieken was het enige middel dat Stuart kon helpen op dat moment, hij nam zijn, volgens Kurt, wrijftelefoon, en ging opzoek naar enkele aanknoop punten van het graf waarvoor hij stond. Verder kijkend op zijn wrijftelefoon in de ene hand en wijzend naar het graf met de andere hand zei hij tegen Kurt; 'Kijk'. Kurt viel even uit de lucht, 'wa ist?' waarop Stuart antwoordde dat hij nog een Belgisch slachtoffer had gevonden waarvan we geen weet hadden. Fier als een gieter liet hij ons dan ook weten dat hij het graf had gevonden van Adjudant Lambert Joseph Dethier. Adjudant Lambert diende bij het 11de Linie Regiment en overleed op 5 oktober 1916 in Saint Lô, Frankrijk op 51 jarige leeftijd aan een hartkwaal. Adjudant Lambert lag hier samen begraven met zijn vrouw Adele Bodart in een gezamenlijk burgergraf. Wat een ontdekking. We namen er eveneens enkele foto's van en besloten niet veel later om onze PRWWI tunes te spelen bij het gezamenlijke monument bij de omheiningsmuur. De klanken van onze pipes bij het spelen van onze PRWWI tunes Flower of Scotland gevolgd door een kleine stilte waarna Amazing Grace werd gespeeld dwaalden over de begraafplaats heen.
Na het spelen van onze PRWWI tunes gingen
we hier ook vrijwel meteen over naar het plaatsen van ons PRWWI In Remembrance
kruisje. Kurt had volgens Patrick weeral eens geluk. Hij mocht weeral eens met
zijn blote knieën in de kiezeltjes zitten om het PRWWI In Remembrance te
steken. Volledig van zijn melk omdat hij ervan overtuigd was dat Stuart alles
zo had gepland, werd ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer gepland in
de kiezeltjes voor het centrale monument. Terwijl iedereen nog fris was,
besloten we om hier ook eerst de groepsfoto te nemen waarna we nog enkele
foto's namen om ons bezoek op deze begraafplaats te bevestigen.
We wandelden niet veel later naar de
uitgang van de begraafplaats waarbij we ook even passeerden bij de 3 CWG's uit
de Tweede Wereldoorlog. Dit waren zoals in Ucimont eveneens slachtoffers die hadden gediend bij het luchtwezen. Nadat we van de begraafplaats waren
gewandeld begonnen we meteen met onze spullen en pipes in te laden waarna we
nog vlug een slok water dronken want het was reeds gans de middag warm en
zonnig. Toen niet veel later iedereen de PRWWI mobiel was ingestapt, en het
ambetante gepiep was gestopt toen Kurt zijn veiligheidsgordel had vast geklikt
verlieten we om 17u05 de begraafplaats in Bouillon en zetten koers naar
Cugnon.
Een rit van een dikke 20 minuten langs- en
doorheen het mooie landschap van onze Ardennen bracht ons in Mortehan, een
deelgemeente van Cugnon waar onze laatste stop voor vandaag was vast gelegd. We
parkeerden er de PRWWI mobiel op de vrij ruime parking naast de begraafplaats
en laden onze spullen en pipes uit. We liepen naar de ingang van de
begraafplaats die volledig met een natuurstenen muur was omgeven en merkten
direct op dat we goed zaten aan het schildje dat was opgehangen en ons liet weten dat er Franse
militaire graven aanwezig waren op deze begraafplaats. Links op de
begraafplaats zagen we enkele mensen bij een graf staan kijken, aan de rechter
zijde zagen we ongeveer in het midden een paar bekende stenen kruisjes staan.
Inderdaad lang dienden we niet te zoeken want het waren wel degelijk de 4 Franse
slachtoffers die samen in een perkje waren begraven.
Een oud maar toch proper onderhouden perkje
waar men regelmatig wel eens iemand het onkruid kwam wieden en een bloemstukje
bijzette. Alleszins een heel groot contrast met de Franse slachtoffers op de
begraafplaats in Neufchateau, want deze waren bij ons alle degelijk blijven
hangen. Het kost in feite geen enkele moeite om zo nu en dan eens een sprietje
gras uit te trekken of eens met een hark door de steentjes te lopen vonden we,
maar je moet er wel even enkele minuten tijd voor nemen natuurlijk. We namen
enkele foto's van de Franse graven en merkten op dat de mensen aan de andere
zijde van de begraafplaats ons in het oog hielden. Geen probleem natuurlijk
voor ons en we deden verder waarvoor we gekomen waren. We namen onze pipes en
namen plaats voor het kleine perkje waar we onze eerste PRWWI tune Flower of
Scotland speelden. Gevolgd door een ijzige stilte van een kleine minuut en
waarvan Partick zo kon van genieten speelden we onze tweede PRWWI tune Amazing
Grace.
Nadat we niet veel later onze 'Pipes Down'
hadden gedaan merkten we op dat de mensen die aan de andere zijde van
begraafplaats waren, allemaal stonden te kijken van tussen enkele graven naar
hetgeen we hier deden. Een enkele vrouw durfde het aan om zelfs iets dichterbij
te komen terwijl wij gewoon verder deden en vroeg wat aarzelend wat we deden.
Stuart voorzag de dame met een uitgebreid antwoord en deed zo een beetje gans
het project uit de doeken. De dame vond het een prachtig initiatief en project
zeker omdat we dit belangeloos deden, ze was er bijna sprakeloos van.
Niet veel later besloten we dan om verder
te doen met onze PRWWI ceremonie en gingen we over tot het plechtig neerplanten
van ons PRWWI In Remebrance kruisje. We besloten dit in het midden vooraan in
het kleine perkje te doen en niet veel later plantte Stuart het laatste PRWWI
In Remembrance kruisje van ons Ardennen Offensief neer bij de 4 Franse
slachtoffers die hier waren begraven.
We namen nog enkele foto's om onze aanwezigheid hier als het ware te
markeren en maakten ons stilaan klaar om te vertrekken. Moe en blij dat we het
gehaald hadden wandelden we naar de uitgang van de begraafplaats en liepen door
tot aan de PRWWI mobiel waar we onze spullen en pipes begonnen op te bergen.
Onze tocht zou niet correct zijn afgesloten
zonder onze traditionele dram dus werden de glazen boven gehaald en onze
speciaal voor het Ardennen Offensief gekochte fles whisky. We toasten op de
gepasseerde dag maar ook op het nieuw record dat we hier deze week hadden neer
gezet. Drie tochten of 29 begraafplaatsen bezocht in een week. Een week die al
snel werd omgetoverd tot het Ardennen Offensief binnen ons PRWWI project. Een
week waarin we ook de meest zuidelijke begraafplaats hadden bezocht binnen
ons PRWWI project. Maar ook een week waarin we mooie begraafplaatsen hebben
bezocht en waarin we ook de meest verwaarloosde begraafplaats bezochten die bij
iedereen een heel wrange nasmaak teweegbracht. Een vermoeiende week met telkens
lange dagen en tochten in onze Ardennen maar bovenal; 'We did it'.
Vooral willen we bij ons PRWWI Ardennen
Offensief onze volgers eens speciaal in de bloemetjes zetten want allen namen
zij dan toch maar de moeite om ons tijdens deze helse week een hart onder de
riem te steken. Patrick Verhaeghe liet 4 dagen vakantie vallen en reed met
zijn, volgens Kurt, gemotoriseerde caravan, bijna een ganse dag na elkaar
vanuit Frankrijk om ons te kunnen vergezellen. Rais Picavet en Willy de Ruddere
boekten speciaal een B&B in de streek om ons te kunnen vergezellen, tevens
nog een extra bloemetje voor de overheerlijke taart dat we kregen aangeboden
onder weg. Günter Van Vooren, Nancy Dhaenens en Chloë Van Vooren bezochten ons
ook even tijdens onze tochten. Allemaal heel erg bedankt daarvoor, het deed ons
beiden deugd bekende gezichten te zien. Het Ardennen Offensief zat erop het was
een fantastische week waarin we veel hebben gezien en meegemaakt, allen nog
eens bedankt.
Groeten Stuart en Kurt