zondag 25 juni 2017

Trip 18: Roeselare Communal Cemetery, Poelcapelle British Cemetery, Langemark German Military Cemetery, Ruisseau Farm Cemetery, Cement House Cemetery, Minty Farm Cemetery, St.Julien Dressing Station Cemetery & Seaforth Cemetery, Cheddar Villa.

Datum : 25/06/2017
Begraafplaatsen : Roeselare Communal Cemetery, Poelcapelle British Cemetery, Langemark German Military Cemetery, Ruisseau Farm Cemetery, Cement House Cemetery, Minty Farm Cemetery, St.Julien Dressing Station Cemetery & Seaforth Cemetery, Cheddar Villa.
Afstand :  160 Km
Weer : licht zonnig
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Jeroen Cool, Danielle Robroeks, Rudi Rasker, Daphné Vangheluwe, Monique Duhayon. 



Info :

Vandaag 25 Juni 2017 was het weer zo ver, terug gingen we op stap met Pipers Remembering WWI langsheen enkele begraafplaatsen met slachtoffers van The Great War. Het weer was licht bewolkt maar de weerman had een droge dag belooft voor vandaag. We vertrokken zoals altijd mooi op tijd, eerder een vijftal minuutjes vroeger dan gepland. 




Onderweg werd er een beetje bijgepraat en overliepen we de geplande dag. Stipt op tijd arriveerden we bij Roeselaere Communal Cemetery, de oude stedelijke begraafplaats in het centrum van de stad Roeselare is kenmerkend met zijn rechtlijnige dreven en wegen. Als gevolg van de rijke beplanting krijgt de oude stedelijke begraafplaats ook vaak de benaming 'park'. Eén van de dreven is genoemd naar de Franse soldaat Ferdinand le Hétet die als held sneuvelde op 19 oktober 1914.







Naast de burgerlijke graven treft men er ook de militaire begraafplaatsen waar de gesneuvelde burgers en militairen uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog werden begraven. Daarnaast zijn er ook grafzerken van priesters en perken met graven van kloosterordes terug te vinden. en bovendien zijn er ook talloze grafkapellen van Nieuwmarkters. Vanaf de hoofdingang aan de Blekerijstraat loopt de Ferdinand Le Hetetdreef dwars over de begraafplaats tot aan de Westlaan. Aan het begin van deze dreef liggen aan beide zijden militaire perken met graven van slachtoffers uit beide wereldoorlogen. In de stad waren verschillende Duitse lazaretten gelegerd waar gewonde en krijgsgevangen militairen van de verschillende legers werden verzorgd. Degene die overleden werden op de begraafplaats begraven in afzonderlijke perken. Alle Duitse gesneuvelden werden in 1956 overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats in Menen.

Links van het hoofdpad, naast het Britse perk, ligt een Belgisch ereveld met militairen en burgers uit Roeselare die slachtoffers waren van het oorlogsgeweld uit een van de wereldoorlogen. Aan de voorkant van het perk staat een herdenkingsmonument voor de gesneuvelde soldaten uit de twee wereldoorlogen en ernaast staat een monument ter ere van de overleden oud-strijders. Iets verder ook aan beide zijden van het hoofdpad ligt een perk met Franse militairen. Voor het rechtse perk staat het grafmonument van Ferdinand le Hétet. Er ligt ook 1 Brits graf tussen de Franse graven. Voor het linkse perk staat een monument ter ere aan de bevrijders van de stad. Achteraan dit perk ligt een massagraf met 264 lichamen. In beide perken samen liggen meer dan 700 doden.

Links van het hoofdpad, tussen het Belgische en Franse militaire perk, ligt een Britse militaire begraafplaats met 91 gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog (waaronder 8 niet geïdentificeerde) en 7 uit de Tweede Wereldoorlog. Het Cross of Sacrifice staat ongeveer centraal opgesteld en is geflankeerd door twee witstenen rustbanken. Er liggen 59 geïdentificeerde Britten, 25 Canadezen en 2 niet geïdentificeerde Fransen uit de Eerste Wereldoorlog. Eén Brit wordt herdacht met een Special Memorial omdat hij oorspronkelijk in Roulers German Cemetery begraven was maar waar zijn graf niet meer teruggevonden werd. Drie graven werden in 1936 vanuit de kerkhoven van Hooglede en Knokke overgebracht. De 7 Britten uit de Tweede Wereldoorlog sneuvelden tijdens de hevige gevechten om de terugtrekking van het Britse expeditieleger naar Duinkerke veilig te stellen. De graven worden onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission en zijn er geregistreerd onder Roeselare Communal Cemetery.




















Iedereen liep vrij rustig de begraafplaats over terwijl Stuart druk in de weer was met het volgen van zijn namenlijstje. Op een gegeven moment stonden er ineens geen namen meer op zijn lijstje, op de achterkant stonden er ook geen. Zouden ze het dan toch allemaal geweest zijn? Kurt had er weer plezier in en we besloten om onze PRWWI tunes te spelen bij het CWG perk. Zo onder de bomen door klonk het prachtig, eens iets anders en tussen beide PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace viel er een ijzige stilte van een dikke minuut. Jeroen's vader die kwam ook even een goeie dag zeggen en  speciaal om het verhaal van Constant Vanmoerkerke te vertellen. Het was zo boeiend en iedereen luisterde aandachtig naar het verhaal.

Eén van de Commonwealth slachtoffers tussen de Fransen.


Soldat Ferdinand le Hétet. 41eme Regiment d'Infanterie. 
Geboren op 17 oktober 1888 in Lorient (Morbihan). Voor de oorlog was hij schilder in Rennes. 
In Roeselare word hij aanzien als held door zijn daden bij de verdediging van de stad. Meer informatie vind je hier http://veertienachttien.be/nl/personen/le-hetet-ferdinand en hier https://web.archive.org/web/20170312053139/http://41emeri-1418.fr/index.php/des-soldats-parmi-d-autres/ferdinand-le-hetet
Hij sneuvelde door een kogel in de keel op Schuwe Maandag 19 oktober 1914. 
Twee dagen na zijn 26ste verjaardag, hij liet een vrouw en zoontje achter. 
Zijn graf is te vinden langs de Ferdinand le Hetet-dreef die door de begraafplaats loopt.

Private Albert Love. 
Service number 7140. 3rd Bn. Royal Fusiliers. 
Mooie naam en epitaaf ‘At Rest’. 
Gesneuveld 10 mei 1915, 18 jaar. Plot II Rij C Graf 5.

Private Thomas Honsberger. 
Service number 27353. 15th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 26 april 1915, 26 jaar. Plot I Rij F Graf 5.

Private GC Freckleton. 
Service number 1196. 2nd Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld op 2 mei 1915. Plot I Rij A Graf 1.

Lieutenant Douglas Weld Cox. 
3rd Bn. Suffolk Regiment. 
Gesneuveld op 17 mei 1915. Plot II Rij D Graf 2. 

Private James Stewart. 
Service number 21662. 5th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 27 mei 1915, 28 jaar. Plot II Rij F Graf 1. 

Lieutenant Samuel Hall Allen. 
Canadian Infantry Regimental Depot, (Central Ontario) and 57th Sqdn. Royal Flying Corps. 
Gesneuveld op 12 oktober 1917. Plot IV Rij A Graf 3.

Private Douglas Brekenridge Tickner. 
Service number 27576. 15th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 7 augustus 1915. Plot III Rij B Graf 3.

Lance Corporal Robert Henry Robson. 
Service number 8/3019. 1st/8th Bn. Durham Light Infantry. 
Zijn verhaal vind je op de ‘Roll of Honour’ van Durham University https://www.dur.ac.uk/library/asc/roll/register/ en beetje lager op de pagina bij ‘4 May 1915’. Dit is de dag dat hij sneuvelde als krijgsgevangene op 26 jarige leeftijd. 
Hij werd oorspronkelijk begraven op een Duitse begraafplaats in de buurt maar de locatie van zijn graf ging verloren en werd er een ‘Special Memorial’ voor hem opgericht in Plot III.

Soldaat Tweede Klasse Emile Alphonse Jules Henri Tytgat. 
Stamnummer 22607/(10029). C.I.A.X. (Hulpopleidingscentrum Artillerie). 
Geboren op 4 december 1897 in Roeselare en gestorven aan Cerebro-Spinaal Meningitis 
in het Hospitaal in Saint-Lô (FR) op 6 februari 1917, 19 jaar. 
Soldaat Joseph Constant Gerard Emile Tytgat. 
Stamnummer 107/61215. 7de Linie Regiment. 
Geboren op 17 juli 1896 in Roeselare en gesneuveld nabij Diksmuide door een kogel in het hoofd op 25 juni 1917, 
hij werd net 21 jaar en net geen half jaar na zijn broer. Ze rusten nu naast elkaar in het Belgisch plot.

Soldaat Tweede Klasse Victor Robert Vancoillie. 
Stamnummer 162/2514 (83). 12de Artillerie Regiment. 
Geboren op 15 juli 1893 in Roeselare en gesneuveld aan zijn verwondingen 
in het veldhospitaal nabij Hoogstade op 9 oktober 1918, 25 jaar. 

Soldaat Tweede Klasse Jules Charles Louis Plaetevoet. 
Stamnummer 125/37734 (1734). 1ste Jagers te Voet.
Geboren op 19 maart 1895 in Roeselare. Gesneuveld in het veldhospitaal nabij Beveren a/d Ijzer 
aan de gevolgen van een kogel in de lenden op 14 april 1918, 23 jaar. Hij rust nu in het Belgisch plot.

Soldaat Tweede Klasse Constant Leon Vanmoerkerke. 
Stamnummer 126/52767. 2de Jagers te Voet. 
Hij is de grootoom van Jeroen Cool, hij gaat regelmatig mee op tocht en was er ook deze keer weer bij. Hij stuurde ons de foto’s en volgend toch wel opmerkelijk verhaal door. Waarvoor dank. 'Constant Vanmoerkerke was soldaat 2de klas bij de 2de jagers te voet. Op 26 augustus 1914 vond de eerste uitval van Antwerpen plaats. Het regiment 2de jagers te voet zaten in de sector van de Verbrande Brug (Grimbergen). Het is daar dat ook Léon Trésignies sneuvelde. Constant Vanmoerkerke werd volgens ooggetuigen getroffen op een brug en viel in het water. Of hij op slag dood was, of dat hij was verdronken weten we niet. Zijn familie hoorde plots niets meer van hem en zijn vader besloot tijdens de oorlog op zoek te gaan naar zijn zoon. Hij kwam terecht bij het regiment en de kapitein riep Constant op appèl, wat even de hoop bij zijn vader aanwakkerde. Er kwam echter een andere soldaat met de melding dat Constant sneuvelde in de omgeving van de Verbrande Brug. Na de oorlog ging zijn vader op zoek naar zijn graf in de omgeving van Eppegem. Constant was begraven op het kerkhof van Eppegem en werd door zijn vader herkent aan de wollen trui die zijn moeder voor hem had gemaakt. Zijn broer, Napoleon Vanmoerkerke werd in 1916 opgegroepen en overleefde de oorlog. Hij was mijn overgrootvader.’ Constant Leon werd 22 jaar en rust nu in het Belgisch plot op de begraafplaats. 






We moesten verder want we liepen al een kleine 26 minuten uit en we waren maar pas op de eerste begraafplaats. We ondertekende vlug het bezoekersregister dat we terugvonden in de stenen bank bij het Britse perk.  Het bezoekersregister kende een laatste input op 22 juni 2017 door een zekere Wim Demey. Nadat het bezoekersregister plechtig was ondertekend begaven we ons terug naar de PRWWI mobiel. Bij de auto aangekomen en onze pipes in te laden viel het Kurt in dat we iets héél belangrijk waren vergeten. 'Wat zijn we dan...' Stuart zijn euro viel ook direct. Alle volgers waren reeds begonnen aan de tocht naar de volgende begraafplaats terwijl Stuart en Kurt zich terug haasten richting Roeselaere Communal Cemetery met het 'PRWWI In Remembrance' kruisje. Onderweg naar de begraafplaats bespraken we waar we het zouden neerplanten. Daar het CWG-plot het meest centraal lag, plaatsten we ons kruisje plechtig neer bij een onbekend slachtoffer, 'Known Unto God'. Nadat ons 'PRWWI In Remembrance' kruisje was geplaatst was het terug op een drafje naar de PRWWI mobiel om direct de achtervolging in te zetten van onze volgers. 










Wie volgt nu wie, vroeg Kurt zich af. Het komt allemaal in orde, stelde Stuart hem gerust en niet veel later arriveerden ook wij bij onze volgende stop, Poelcapelle British Cemetery.




Het was ondertussen 11u40 geworden en het zonnetje kwam ondertussen ook al eens piepen zo af en toe. Poelcapelle British Cemetery, leek zo immens groot en vooral prachtig nu alle bloemen en plantjes in bloei stonden bij en tussen de vele graven. Daphné en Monique waren er nu ook reeds gearriveerd om ons op ons pad te volgen. Poelkapelle werd door de Duitsers op de Fransen veroverd op 20 oktober 1914. Op 4 oktober 1917 slaagde de 11th Division er in om het dorp te heroveren tijdens de 3de slag bij Ieper. Het werd door de Britten in april 1918 opnieuw uit handen gegeven tijdens de terugtrekking naar Ieper. Belgische troepen heroverden het definitief op 28 september 1918. De gemeente telde meerdere Duitse militaire begraafplaatsen. Vlakbij Poelcapelle British Cemetery bevonden zich Poelcapelle East German Cemetery, door de Duitsers aangelegd, en Poelcapelle New German Cemetery die door Britse opgravingploegen werd aangelegd na de oorlog. Poelcapelle British Cemetery ontstond na de oorlog door de concentratie van verspreide graven uit de omliggende slagvelden en door de ontruiming van kleine begraafplaatsen die naar hier werden overgebracht. De overgrote meerderheid van de slachtoffers sneuvelden in de tweede helft van 1917 en dan vooral in oktober. Enkele plots (IA, VIA, VIIA, LI en LXI) bevatten ook veel graven met doden uit 1914 en 1915.

Nadat we, van niets wetende omdat we een beetje later waren dan onze volgers, onze spullen en pipes uit de PRWWI mobiel hadden gehaald liepen we de begraafplaats op. Er worden 7478 Commonwealth doden uit de eerste wereldoorlog herdacht en 1 uit de tweede wereldoorlog. Daarvan zijn er meer dan 6200 niet-geïdentificeerden. Verenigd Koninkrijk: 6578 (+ 1 WW II), Canada: 536, Australië:117, Nieuw-Zeeland: 237, Zuid-Afrika: 10. 'Special Memorials' werden opgericht voor 8 militairen uit het Verenigd Koninkrijk en 1 van de Kanaaleilanden "Known/Believed to be buried in this Cemetery". Andere 'Special Memorials' dragen de namen van 24 militairen uit het Verenigd Koninkrijk en 3 uit Canada die door de vijand begraven werden en waarvan het graf niet meer gelokaliseerd kon worden. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 22586 m² en is door een rode baksteenmuur omgeven.

Stuart zag het hier meteen zitten en vermelde even aan de volgers dat hij zijn 'stappenteller' ging aanzetten. Ook hier had hij een vrij lang lijstje te verwerken en was op het plannetje naast de namen van wie we iets meer wouden vertrellen al aan't kijken hoe hij het beste zou lopen. Het was een opdracht van zerkjes tellen, zerkjes tellen en nog eens zerkjes tellen. De reden van de omvang hier moesten we gaan zoeken in de geschiedenis omdat kort na de Eerste Wereldooorlog vele omliggende begraafplaatsen werden ontruimd en hier werden herbegraven. De volgende begraafplaatsen werden ontruimd en naar hier overgebracht: Houthulst Forest New Military Cemetery (Langemark): deze begraafplaats bevond zich langs de weg Poelkapelle-Houthulst dicht bij de zuidkant van Houthulstbos. Hier lagen een aantal Franse militairen begraven en 21 militairen en 2 vliegeniers uit het Verenigd Koninkrijk die stierven in de winter van 1917-1918. - Keerselaere French Cemetery (Sint-Juliaan): op deze begraafplaats die door de Duitsers werd aangelegd op 800 meter ten westen van Keerselare, lagen 29 Franse militairen, 5 Canadezen en 2 uit het Verenigd Koninkrijk die stierven en begraven werden in 1915. - Pilckem Road German Cemetery (Langemark): deze begraafplaats lag ten zuidwesten van de brug over de Hanebeek en bevatte 13 militairen uit het Verenigd Koninkrijk en 1 uit Canada die door de Duitsers werden begraven in de periode 1914-1917. - Poelcapelle Communal Cemetery (Poelkapelle): het kerkhof van Poelkapelle bevatte 1 militair uit het Verenigd Koninkrijk, gestorven in 1915. - Poelcapelle German Cemetery No2 (Poelkapelle): deze Duitse begraafplaats lag ten zuidoosten van het dorp en bevatte de graven van 96 militairen uit het Verenigd Koninkrijk en Canada die stierven tussen 1914-1915. - St Jean Churchyard (Sint-Jan): op het kerhof van Sint-Jan lagen 44 militairen uit het Verenigd Koninkrijk in 1915. De begraafplaats werd tijdens latere gevechten volledig verwoest. - Staden French Military Cemetery (Staden): deze Franse begraafplaats bevatte de graven van 80 Franse militairen en 1 officier van de Royal Air Force. - Vijfwegen German Cemetery No1 (Vijfwegen): deze Duitse begraafplaats dicht bij de spoorweghalte bevatte de stoffelijke overschotten van 3 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die er door de Duitsers begraven werden.






Het zonnetje stond op een gegeven moment fel aan de hemel en tussen de vele graven begon het redelijk warm te worden. Onze volgers wandelden langsheen de vele slachtoffers verzonken in hun eigen gedachten terwijl Stuart maar zerkjes bleef tellen. Kurt had regelmatig al eens iets horen waaien over overzichtsfoto's van begraafplaatsen zodat hij er niet beter had op gevonden om op een gegeven moment de omheiningmuur op te klimmen om enkele foto's te nemen van een kleine hoogte. 























Stuart kwam na vele kilometers te hebben afgelegd terug gelopen in de richting van de Stone of Remembrance waar ook de volgers hadden verzameld. 'Waar gaan we spelen?' Misschien best in het midden ergens. We namen onze pipes op en wandelden naar een plaats ongeveer in het midden van deze mooie en grote begraafplaats. Het zonnetje scheen nog steeds fel toen we onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace speelden. De klanken rolden over de begraafplaats heen, was prachtig en onze vrienden waarvan een groot deel onbekend was, wisten dat we er heel even voor hen waren.


Private George Albert Bosmans. 
Service number 811053. 49th Bn. Canadian Infantry. 
Toch wel een heel ‘Vlaams’ klinkende naam. 
Gesneuveld 30 oktober 1917, 18 jaar. Plot X Rij E Graf 1.

Private Arthur Charles Duncombe. 
Service number 2019. 8th Bn. East Surrey Regiment. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 22 jaar. Plot XLII Rij F Graf 15.

Lieutenant William Kingsley Reynolds. 
3rd Bn. attd. 1st Bn. Leicestershire Regiment. 
Gesneuveld 10 september 1915, 24 jaar. St.Jean Churchyard Memorial 12.

Captain Herbert S Benjamin. 
“D” Coy. 1st/8th Bn. Worcestershire Regiment. 
Gesneuveld 9 oktober 1917, 26 jaar. Plot LI Rij E Graf 11.

Corporal T Phillips. 
Service number 306468. 1st/8th Bn. Royal Warwickshire Regiment. 
Gesneuveld 16 augustus 1917. Plot LI Rij E Graf 16.

Private Thomas Edward Barker. 
Service number 37335. 2nd Bn. Royal Fusiliers. 
Zijn verhaal vind je hier 
Gesneuveld 22 january 1918, 31 jaar. Plot XIII Rij F Graf 8. 

Second Lieutenant Peter Linn. 
16th Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 22 oktober 1917, 30 jaar. Plot VII Rij A Graf 1. 

Second Lieutenant John Foster Stafford. 
210th Sqdn. Royal Air Force. 
Gesneuveld 29 september 1918, 20 jaar. Plot VIA Rij C Graf 2.

Captain Hugh Lennox Flemming Boyd. 
1st Bn. Black Watch (Royal Highlanders). 
Gesneuveld 18 november 1917, 27 jaar. Plot XII Rij C Graf 1.

Corporal Mostyn Aldborough Fleming. 
Service number 36829. 1st Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 12 oktober 1917. Plot IV Rij B Graf 25.

Private Cecil Arthur Amos. 
Service number 38254. 1st bn. Canterburry Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 20 jaar. Plot II Rij A Graf 28. 

Private Clarence Frederick Dilger. 
Service number 2193. 37th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 21 jaar. Plot II Rij B Graf 28.

Private William Oscar Mellowes. 
Service number 24632. 13th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 24 april 1915. Plot IA Rij F Graf 9.

Second Lieutenant Henry Stobbs. 
4th Bn. Northumberland Fusiliers. 
Gesneuveld 26 oktober 1917, 26 jaar. Plot XIV Rij A Graf 16. 

Second Lieutenant Hugh Gordon Langton. 
4th Bn. London Regiment (Royal Fusiliers). 
Hij heeft een weel opmerkelijk epitaaf. 
Gesneuveld 26 oktober 1917, 32 jaar. Special Memorial 3.

Serjeant Charles Thomas Airey MM (Military Medal). 
Service number S/1583. 7th Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 24 jaar. Plot XXX Rij F Graf 14.

Able Seaman Edward Lunt. 
Service number Mersey Z/189. Howe Bn. R.N.Div. Royal Naval Volunteer Reserve.  
Gesneuveld 26 oktober 1917, 24 jaar. Plot XXIX Rij F Graf 1.

Second Lieutenant Thomas Edward Bartleman. 
5th Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 6 september 1917, 20 jaar. Plot XLVII Rij C Graf 12.

Private John Condon. 
Service number 6322. 2nd Bn. Royal Irish Regiment. 
Gesneuveld 24 mei 1915. Hij werd amper 14 jaar en is hiermee het jongste geweten slachtoffer van de Grote Oorlog. 
Plot LVI Rij F Graf 8.

Private Robert Jones. 
Service number 33349. 1st/4th Bn. York and Lancaster Regiment. 
Gesneuveld 9 oktober 1917, 19 jaar. Plot LII Rij E Graf 10.

Lieutenant James Alexander Logan Stewart. 
1st Bn. Rifle Brigade. 
Gesneuveld 13 mei 1915. Plot LIV Rij A Graf 4.

Second Lieutenant Randal Alexander Casson. 
2nd Bn. Royal Welsh Fusiliers. 
Gesneuveld 26 september 1917, 23 jaar. Plot LV Rij F Graf 12.

Captain Reginald Lawrence Baker. 
3rd Bn. Monmouthshire Regiment. 
Gesneuveld 12 mei 1915, 37 jaar. Plot LV Rij C Graf 17.

Lieutenant Henry Francis Bingham Stevens. 
6th Bn. Queen’s Own (Royal West Kent Regiment). 
Gesneuveld 16 september 1915, 25 jaar. Plot LVI Rij D Graf 3.

Private Albert Herman Thiele. 
Service number 4282. 50th Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 27 september 1917, 24 jaar. Plot LVI Rij A Graf 2.

Lieutenant Gladwyn Maurice Revel Turbutt. 
3rd Bn. attd. 2nd Bn. Oxford and Bucks Light Infantry. 
Gesneuveld 21 oktober 1914, 31 jaar. Special Memorial 1. 

Captain Ernest Cyril Miller. 
3rd Bn. attd. “B” Coy. 1st Bn. The Loyal North Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 23 oktober 1914, 36 jaar. Plot XLV Rij F Graf 8.

Rifleman Geoffrey Crawcour Wilson. 
Service number 24/327. 2nd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 24 jaar. Plot XXXI Rij B Graf 1. 

Lance Corporal William Halley. 
Service number 24/469. “B” Coy. 2nd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 27 jaar. Plot XXXI Rij B Graf 4. 

Second Lieutenant William Morland. 
17th Bn. attd. 97th Light T.M. Bty. Highland Light Infantry. 
Gesneuveld 2 december 1917, 21 jaar. Plot XXIV Rij C Graf 20.

Lieutenant Allen Otty. 
5th Canadian Mounted Rifles Battalion. 
Gesneuveld 30 oktober 1917, 29 jaar. Plot XVIII Rij E Graf 3.

Private Martin Lapham. 
Service number 221. 40th Bn. Australian, A.I.F. 
Gesneuveld 13 oktober 1917, 20 jaar. Plot XXXIII Rij F Graf 10. 








Na het spelen van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace begaven we ons terug naar de Stone of Remembrance waar we de groepsfoto namen met de vele graven op de achtergrond. Zoals altijd was het wachten op het 'lampeke' van Alec zodat het ook hier een luchtige groepsfoto werd. Ons 'PRWWI In Remembrance' kruisje kwam te voorschijn uit Kurt's sporran, inderdaad hij was het niet vergeten in de auto deze keer. Lang moesten we in feite niet zoeken naar een geschikte plaats. Het werd het graf van een van de vele onbekende slachtoffers vooraan op de begraafplaats. Het 'PRWWI In Remembrance' kruisje werd plechtig neer gepland en we begaven ons niet veel later naar de ingang van de begraafplaats waar we in het halletje het kastje terug vonden waarin het bezoekersregister terugvonden. Iedereen vulde het bezoekersregister in en wij op onze beurt tekenden het plechtig uit naam van het project; Pipers Remembering WWI -  1914-1918 & 2014-2018. Het bezoekersregister kende een laatste input van een zekere Manolo en Emiliana uit Mexico die hier op bezoek waren drie dagen eerder, 22 juni 2017.










Nadat iedereen het bezoekersregister had ondertekend wandelden we naar de PRWWI mobiel waar we onze spullen in de koffer legden. Tegen elkaar zeggend, 'Zeker dat we niks vergeten zijn?' Denk het niet hé, tunes, groepsfoto, kruisje, register. Goed dan zijn we weg naar onze volgende stop en we verlieten Poelcapelle British Cemetery rond 12u40 voor een rit van een kleine 5 kilometer richting Langemark waar we de Langemark German Military Cemetery zouden bezoeken. 




We parkeerden er de PRWWI mobiel op de parking aan de zijkant van de begraafplaats alwaar we eerst onze lunch zouden nuttigen. Een verfrissing was meer dan welkom daar het zonnetje toch wel wat warmte gaf hoor en genietend van de zonnestralen aten we onze lunch. Na een tijdje besloten we toch stilaan verder te doen met onze trip en begaven ons naar de ingang van de Langemark German Military Cemetery. We wandelden doorheen het zware bruine stenen toegangsgebouw, kenmerkend voor een Duitse begraafplaats, met daarachter het Alter Friedhof, het oudste laagste deel van de begraafplaats, waar meer dan 10.100 gesneuvelden liggen, waarvan er ruim 6.300 geïdentificeerd konden worden. Centraal ligt daarin het kameradengraf, waarin bijna 25.000 niet geïdentificeerde soldaten werden begraven. Daar rond staan blokken met de namen van bijna 17.000 soldaten van wie men zeker is dat ze in het massagraf liggen. Het noordelijk deel van de begraafplaats, het Einbettungsfriedhof Nord, is iets hoger gelegen en telt nog eens ruim 9.000 geïdentificeerde soldaten. Op het kameradengraf staat een beeldengroep van Emil Krieger, die vier treurende soldaten voorstelt. De begraafplaats wordt onderhouden door de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge








Langemark lag tijdens de oorlog aan de frontlinie. In oktober 1914 ontstond op deze plaats een Britse begraafplaats. Het gebied viel in Duitse handen na de gasaanval van 22 april 1915. In de zomer van 1917 werd het gebied heroverd en vanaf het Duits Lenteoffensief in het voorjaar van 1918 tot het einde van de oorlog werd het nogmaals Duits. Na de oorlog was de begraafplaats, Langemarck-Nord of Nr. 123 genoemd, één van 17 Duitse begraafplaatsen in Langemark. Er lagen ruim 850 doden, waarvan ruim 620 Duitsers. Andere begraafplaatsen uit de omgeving werden ontruimd en naar hier overgebracht, zodat de begraafplaats groeide tot ruim 10.100 gesneuvelden. De begraafplaats werd in de jaren 30 ingericht door de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge. Dit is het huidige lager gelegen gedeelte. Een poortgebouw werd gebouwd, met daarachter een open ruimte. Op het hoger gelegen gedeelte aan de noordkant van de begraafplaats kwam een klaprozenveld.

In de jaren 50 werden de begraafplaatsen die verspreid lagen over Vlaanderen teruggebracht tot vier. De stoffelijke resten van de begraafplaatsen werden overgebracht naar de verzamelbegraafplaatsen van Hooglede, Langemark, Menen en Vladslo. Men bracht graven over van Aiseau, Staden, Westrozebeke, Poelkapelle, Moorslede, Passendale, Zonnebeke en Zillebeke. De open ruimte bij het poortgebouw werd vergroot en hier werd een massagraf aangelegd waar 25.000 niet geïdentificeerde soldaten werden bijgezet. Aan dit massagraf kwam de beeldengroep van E. Krieger, die in de jaren 80 naar achteren werd verplaatst en recent terug geplaatst werd.

De begraafplaats wordt ook het Studentenfriedhof genoemd. Op 21 oktober 1914 werden het Duitse 26e en 27e Reservekorps ingezet om de Britse en Franse troepen in Langemark aan te vallen, om zo een doorbraak naar Ieper te forceren. De Duitse troepen waren echter onervaren en werden massaal afgeslacht door de Britten en Fransen, die op dat moment veel meer ervaring hadden. In november verspreidde de Duitse legerleiding het bericht dat de jonge regimenten ten westen van Langemark de eerste vijandelijke linie hadden doorbroken, terwijl ze "Deutschland, Deutschland über alles" zongen. Deze bewering klopte dus niet, er werden geen vijandelijke posten overwonnen en men verzweeg dat de Flandernschlacht was vastgelopen in de modder van de IJzer, maar het positieve bericht werd gretig overgenomen door de Duitse kranten en een mythe was ontstaan. De jonge regimenten bestonden volgens de mythe hoofdzakelijk uit studenten (in werkelijkheid was slechts één op de drie student), wat aanleiding gaf tot de naam Studentenfriedhof. De naam Langemark werd een begrip tijdens het interbellum: tot op de dag van vandaag zijn er nog altijd Duitse steden met een Langemarckstrasse. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezocht Adolf Hitler de begraafplaats om de toenmalige helden te eren. Het Vlaams Legioen werd in 1943 omgevormd tot de 6. SS-Freiwilligen-Sturmbrigade Langemarck, later de 27. SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Langemarck. De begraafplaats werd heringericht door architect Robert Tischler en werd beschermd als monument. Het is één van de drukst bezochte sites in de Westhoek.

Voor we de begraafplaats opliepen werden onze volgers door Stuart aan het werk gezet. van 2 WWI slachtoffers had hij alle gegevens genoteerd op zijn namenlijsten, doch helaas hadden we tijdens onze research geen enkele graflocatie gevonden. Onze volgers staken meteen de handen uit de mouwen op zoek langsheen de verschillende graven. Typerend voor deze begraafplaats is de er verschillende namen op een steen vermeld staan zodat het aantal niet meteen opvalt. De teller staat dan ook stil boven de 44.000 slachtoffers waarvan 2 Britse militairen die eveneens sneuvelden tijdens WWI en mede rusten in het kameradengraf. 
















Private Albert Carlill. 
Service number 31006. 1st/4th Bn. The Loyal North Lancashire Regiment. 
Gesneuveld 4 november 1918, 19 jaar. 

Private Leonard Harry Lockley. 
Service number S/43486. 4th Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 30 oktober 1918.

Zij zijn de enige twee Britten op de begraafplaats 
en ze rusten tussen de Duitse slachtoffers in het kameraden graf.

Infanterist Ludwig Aigner. 
Gesneuveld 28 september 1918. Paneel 1.

Erzatsreservist Lorenz Auer. 
16.Res.Inf.Reg., 1. Komp. 
Gesneuveld 29 oktober, 22 jaar. Paneel 2.

Infanterist Alfred Baumeister. 
Gesneuveld 9 november 1914. Paneel 4.

Infanterist Franz Xaver Blüml. 
2. Bayer.Res.Inf.Regmt. 
Gesneuveld door een granaatscherf in het hoofd op 9 april 1917, 27 jaar. Paneel 7.

Landwehrmann Lorenz Bradl. 
10. Ban.Res.Inf.Regt, 1.Komp. 
Geboren op 28 november 1882 en 
gesneuveld door een granaatscherf in het hoofd op 20 oktober 1917, 34 jaar. Paneel 8.

Infanterist Alois Brandstätter. 
Links op de foto. Gesneuveld 4 november 1914. Paneel 8. 

Unteroffizier Anton Eder.  
6e Komp RIR 15. Afkomstig van Schign, Oberbayern. 
Oorspronkelijk werd hij vermist, pas in 1919 opgegeven als gevallen. 
Gesneuveld 20 september 1917. Paneel 14.

Infanterist Leo Finkenzeller. 
Uit Landau a.I, Niederbayern. 
Gesneuveld 22 september 1918. Paneel 16. 

Kriegsfreiwilliger Heinrich Hiemer. 
17.Ersatz-Infanterie-Regiment,5.Komp. 
In de verlieslijsten werd de eenheid opgegeven als BRIR 17 5e Komp. 
Hij was afkomstig uit Grafenau, Niederbayern. 
Gesneuveld 21 februari 1915 nabij Mesen, 19 jaar. Paneel 26. 

Wehrmann Bernhard Hulss. 
Geboren op 10 augustus 1881 in Bayern. 
Gesneuveld 2 november 1914, 33 jaar. Paneel 28.

Unteroffizier Joseph Kneissl. 
Gesneuveld 29 oktober 1914. Paneel 32.

Landsturmmann Johann Küfner. 
18.Res.Inf.Reg. 
Gesneuveld door een kogel in borst op 18 augustus 1917, 32 jaar. Paneel 35. 

Gefreiter Josef Lamprecht. 16.Inf.Regt.,7.Komp. 
Gesneuveld na een granaatinslag op 17 juli 1917, 26 jaar. Paneel 35.

Oberbayer Johann Mögele. 
1. Jäger-Bataillon. Uit Siednach, Schwaben. 
Midden op de foto. Foto dateert van januari 1913. 
Gesneuveld 31 oktober 1914. Paneel 41.

Infanterist Sebastien Ostner. 
Infanterie-Leib.-Regiment, zulekt Res.-Inf.Regt.nr.15, 7.Komp. 
Gesneuveld nabij Ieper op 20 september 1917, 21 jaar. Paneel 45.

Officiersstellvertreter Alois Pertl. 
1.B RIR 7.Komp. Geboren in 1888 nabij Siegsdorf, Bayern. 
Gesneuveld 1 oktober 1918, 30 jaar. Paneel 45.

Infanterist Ludwig Schaaf en zijn oudere broer Reservist Valentin Schaaf, RIR 8, 5 Komp
Ze waren afkomstig uit Höheinöd in Rheinland-Pfalz. 
Ludwig sneuvelde op 29 april 1918, 22 jaar. 
Valentin sneuvelde veel vroeger op 22 februari 1915, 27 jaar. 
Ze staan onder elkaar vermeld op Paneel 51.

Gefreiter Albert Schamberger. 
BRIR 17 - 4.Komp. Uit Scheuring, Oberbayern. 
Gesneuveld 1 november 1914. Paneel 52.

Leutnant Erwin Oskar Friedrich Starnitzky. 
Grenadier-Regiment 5. Uit Schleswig. 
Gesneuveld 2 november 1918, 30 jaar. Paneel 59.

Infanterist Kajetan Steinbauer. 
Reserve Inf. Reg.Nr.16. Geboren op 18 november 1892 in Deggendorf, Bayern. 
Hij was zelf fotograaf en zijn foto werd genomen in 1912. 
Gesneuveld nabij Geluveld op 29 oktober 1914, 21 jaar. 
Zijn overlijdensbericht werd tijdens de oorlog verstuurd naar zijn broer Frank in New York 
maar deze kwam pas aan toen er na de oorlog een nieuwe werd verzonden. 
Frank stierf zelf in 1915. Paneel 59.
Infanterist Karl Stock. 
Hij werd op 10 juni 1891 geboren in Höheinöd, zoals de broers Schaaf. 
Gesneuveld 8 november 1914, 23 jaar. Paneel 60.  

Soldat Richard Swoboda. 
Afkomstig uit Lichtenberg, Freiberg, Sachsen. 
Gesneuveld 26 augustus 1917. Paneel 61.

Leutnant Werner Voss. 
Geboren op 13 april 1897 in Krefeld. 
Hij was één van de Flying Aces, hielp Anthony Fokker bij het ontwerpen van de Fokker Dr.I en was een goede vriend van Manfred von Richthofen, de Rode Baron. Zijn verhaal vind je hier https://nl.wikipedia.org/wiki/Werner_Voss. Hij werd op 23 september 1917 neergeschoten door Arthur Rhys Davies van de RAF. 
Zijn naam is heel makkelijk terug te vinden op Paneel 63.
Maar hij zou nog begraven liggen naast zijn toestel en Arthur Rhys Davies heeft ook geen bekend graf en zou rusten nabij de Potterijbrug in Dadizele. 

Infanterist Alfons Vogl. 
Gesneuveld 20 september 1917. Paneel 63.

Ersatz Reservist Johann Piosseck. 
Gesneuveld 19 april 1916. Blok A Graf 8739. 

Grenadier Wilhelm Reinhold Edmund Weber. 
7th Company, 2nd Batallion, Royal Saxon Reserve Grenadier Regiment Nr.100, 23rd Reserve Infantry Division.
Gesneuveld nabij Pilckem Ridge op 8 juli 1917. Blok B Graf 15618.

Landsturmmann Rasmus Möller. 
10.Schleswig-Holsteinisches Infanterie Regiment Nr.163. 
Geboren op 14 mei 1892 in Haderslev, sinds 1920 is dit Denemarken. 
Gesneuveld 7 december 1916, . 
Oorspronkelijk werd hij begraven in Moorslede maar hij werd later overgebracht en rust nu in Blok B Graf 13792.


Met de welkome hulp van onze volgers werden alle namen op Stuart zijn lijstje gevonden en was het ook tijd om ons klaar te maken voor de muzikale hulde van het PRWWI project. We namen onze pipes, die we hadden achtergelaten op de grote herdenkingsstenen waarop de namen stonden van de slachtoffers die in het Kameradengraf te rustte waren gelegd. We besloten om niet al te ver van het Kameradengraf  te spelen. Niet veel later rolden de klanken van de PRWWI tunes, Flowers of Scotland en Amazing Grace over de begraafplaats heen en besloten we ook om naar goede gewoonte op de Duitse begraafplaatsen Highland Cathedral te spelen. Het klonk prachtig zo onder de bomen die op de begraafplaats stonden.











Na onze muzikale hulde en de groepsfoto werd ons 'PRWWI In Remembrance' kruisje plechtig neer gepland bij enkele stenen kruisen die de begraafplaats rijk was. Het had iets speciaal, de vorm van een ruw grijs stenen kruis tussen al de tegels waarop de namen van de slachtoffers stonden vermeld. Daarna begaven we ons terug naar het toegangsgebouw waar we in een apart kamertje het bezoekersregister zouden terugvinden. Kurt vond het iets te donker en begon daar ineens met enkele foto's te nemen van het bezoekersregister waarbij het voor onze volgfotografen weer heel interessant werd. We ondertekenden het bezoekersregister plechtig dat een laatste input kende op dezelfde dag van een zekere Lany Millie, afkomstig van Machester, UK. Het viel ons ook meteen op dat de begraafplaats eveneens veel bezocht werd door niet Duitsers wat het op de een of andere manier prachtig maakte. Nadat iedereen het bezoekersregister had ingevuld trokken we verder op pad en passeerden nog even bij het monument dat was opgetrokken aan de zijkant van de begraafplaats.  Nadat onze spullen waren opgeborgen vertrokken we om 14u35  op weg naar de volgende bestemming.
















Een rit van nog geen vijf minuten bracht ons rond 14u40 midden in de velden op een boerderij waar een hond, aan een ketting, ons opwachtte. Het lieve dier blafte even om ons gedag te zeggen waarna hij ons nauwlettend in de gaten hield. Ruisseau Farm Cemetery lag hier bijna verscholen achter een grote haag die tussen het huis en de begraafplaats stond. Op de begraafplaats zelf had je naar achteren toe een heel mooi uitzicht over de velden. Toen we de koffer van de PRWWI mobiel openden en onze pipes eruit namen dacht de Duitse herder, 'Ouw, ik zal hier maar stil zijn want de Schotten zijn terug!' Kurt had weer alle plezier en stelde het zich zo voor.

Ruisseau Farm werd op 8 oktober 1917 door de Guards Division, vechtend aan de zijde van Franse troepen, veroverd. De begraafplaats werd na deze gevechten aangelegd. Ze bleef in gebruik door eenheden van de artillerie tot eind november 1917. Er worden nu 82 doden uit het Verenigd Koninkrijk herdacht. Enkele daarvan zijn niet-geïdentificeerd.




Ja wat krijgen we nu, vroeg Kurt zich af, Stuart heeft er geen zin meer in, die zat op het muurtje op zijn iphone te tokkelen. Niks was minder waar want Stuart was nog het een en ander aan het opzoeken op het internet. Man, man, man, de jeugd, dat is toch ongelofelijk hé. Hoofdschuddend van hoe is het mogelijk wandelde Kurt verder op de begraafplaats. Hoewel het een kleine begraafplaats was die in het midden op een boerderij lag, was het een mooi zicht met alle bloemen die zo in bloei stonden. Stuart was dan toch in gang geraakt en merkte op dat Kurt reeds stond te wachten met onze pipes. We speelden tegenover het Cross of Sacrifice tussen de graven onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace. De Duitse herder aan de andere kant van de haag wist het nu wel zeker, de Schotten waren inderdaad terug en we hebben het brave beestje niet meer gehoord.










Eén van de 6 onbekende slachtoffers op de begraafplaats.

Private H Bolton. 
Service number 28395. 2nd Bn. Grenadier Guards. 
Mooi epitaaf ‘There is a link death cannot sever love and remembrance last for ever’ 
Gesneuveld 8 oktober 1917, 25 jaar. Rij C Graf 22.

Guardsman John Davis Hockaday. 
Service number 26652. 4th Bn. Grenadier Guards. 
Gesneuveld op 31 augustus 1917. 
Hij is hiermee de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 31 jaar. Rij D Graf 16.

Pioneer T Tickner. 
Service number 131000. 79th Field Coy. Royal Engineers. 
Gesneuveld 30 november 1917, hij is hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Rij D Graf 18. 

Private Herbert Lee Hobcraft. 
Service number 29035. 2nd Bn. Grenadier Guards. 
Gesneuveld 8 oktober 1917, 38 jaar. Hij is hiermee de oudste op de begraafplaats. 
Rij C Graf 23.

Corporal RW Edwards MM (Military Medal). 
Service number 15544. “A”Bty. 74th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 30 oktober 1917. Rij C Graf 7.

Second Lieutenant John Brenchly MC (Military Cross). 
4th Bn. Coldstream Guards. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 28 jaar. Rij D Graf 12.

Corporal Harry J. Winstone MM (Military Medal). 
Service number 18199. 40th Siege Bty. Royal Garrison Artillery. 
Gesneuveld 19 oktober 1917, 30 jaar. Rij D Graf 5.






Na het spelen van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace namen we direct de groepsfoto waarna we het 'PRWWI In Remembrance' kruisje plechtig neerplanten bij het graf van een onbekend soldaat waarbij Stuart een beetje hulp nodig leek te hebben. De aarde was een beetje hard en een Sgian Dubh was een prachtig hulpmiddeltje om een sleuf te maken. Kurt moest daar natuurlijk een foto van nemen, niet zomaar een, maar hij vond het prachtig Stuart een beetje te zien sukkelen. Niet veel later zat ons bezoekje erop en dienden we alleen nog het bezoekersregister in te vullen. Dat kende een laatste input op 12 juni 2017 van een zeker Stephen en Nancy Binks uit North Wales. Deze mensen schreven een prachtig tekstje: Some kind hand came to say... Thank You.









We laden onze spullen terug in de PRWWI mobiel onder toeziend oog van de herder die er heel stilletjes bij lag. We verlieten Ruisseau Farm Cemetery om 15u10 voor een ritje van 1.5km tot we uitkwamen bij Cement House Cemetery. 





Het weer was zonnig met een beetje wind wat het wat aangenamer maakte. Nadat we waren geparkeerd met de PRWWI mobiel merkten we op dat het hier een beetje leek op Poelcapelle British Cemetery, een grote verzamel begraafplaats. We liepen de begraafplaats op en wat meteen opviel was dat plot 1, er helemaal scheef bijlag, waarschijnlijk was dit de oorspronkelijke begraafplaats. Toen Stuart zijn af te werken lijstje bovenhaalde moest Kurt even slikken, volgens hem leken die steeds langer en langer te worden. Volgens Stuart zijn uitleg kwam dat omdat dit hier ook een grotere begraafplaats was. Bedenkelijk trok Kurt verder de begraafplaats op.




Langemark gaf naam aan de slagen van 21-24 oktober 1914 en 16-18 augustus 1917. Het was in Duitse handen van april 1915 tot augustus 1917 en van april tot september 1918. Britse, Franse en Belgische strijdkrachten hebben het dorp zowel verdedigd als belegerd. "Cement House" was de naam door het Britse leger gegeven aan een versterkte boerderij langs de weg Langemark-Boezinge, iets westwaarts van de Steenbeek. Het oorspronkelijke Cement House Cemetery (nu Plot I) werd aangelegd in augustus 1917 en gebruikt door de 4th en 17th Division Burial Officers, door Field Ambulances en door eenheden in de frontlijn tot april 1918. Plots II - XIX werden na de oorlog aan de begraafplaats toegevoegd door de aanvoer van stoffelijke resten die ontgraven werden op het slagveld rond Langemark en Poelkapelle en door de ontruiming van kleinere begraafplaatsen.

De iets grotere ontruimde begraafplaatsen of groepjes graven waren de volgende: Asquillies Churchyard, die de graven bevatte van 11 Britse militairen gestorven in november 1918. Audregnies Churchyard, die de graven bevatte van 8 Britse militairen gestorven in augustus 1914 en 1 in november 1918. Elverdinghe Churchyard, die de graven bevatte van 9 Britse militairen gestorven in oktober 1914. Hensies Churchyard, die de graven bevatte van 1 Canadese en 3 Britse militairen gestorven in november 1918 en 1 Britse soldaat gestorven in augustus 1914. Heule Churchyard, die de graven bevatte van 6 Britse militairen en 1 niet-geïdentificeerde vliegenier gestorven in oktober 1918. Maisieres Communal Cemetery, die de graven bevatte van 16 Britse militairen gestorven in augustus 1914. Meerendre Churchyard, die de graven bevatte van 4 R.A.F.-officieren begraven in Oktober 1918. Oostnieuwkerke Churchyard, die de graven bevatte van 5 Canadese en 5 Britse militairen gestorven in april 1915 en 1 Britse officier in oktober 1914. Proven Churchyard, die de graven bevatte van 1 Canadese officier en 3 Britse militairen. Quaregnon Communal Cemetery, die de graven bevatte van 8 Britse militairen begraven in 1914. Rolleghem Churchyard, die de graven bevatte van 1 R.A.F.-officier en vier Britse militairen begraven in 1918. Thulin New Communal Cemetery, die de graven bevatte van 8 Britse militairen gestorven in augustus 1914 en 2 R.A.F.-officieren gestorven in oktober 1918. Winkel St. Eloi Churchyard, die de graven bevatte van 30 Britse en 4 Newfoundlandse militairen gestorven in oktober 1918. Plots XVI, XVII en XVIII bevatte de graven van 487 Franse militairen, die in 1922 naar een andere begraafplaats werden overgebracht. Het merendeel van deze verspreide Britse en Franse graven waren gesneuvelden van het najaar 1917.

Er liggen nu ruim 3550 Commonwealth-doden waarvan ruim 2390 niet-geïdentificeerd konden worden. Daarnaast liggen er nog 22 Commonwealth-militairen van de tweede wereldoorlog begraven en nog 1 niet-geïdentificeerde Franse soldaat. Er zijn 'Special Memorials' opgericht voor 5 militairen uit het Verenigd Koninkrijk en 3 uit Newfoundland "Believed to be buried in this cemetery". Drie 'Special Memorials' vermelden de namen van manschappen van het 15th Sherwood Foresters die begraven lagen in Pheasant Trench Cemetery en waarvan het graf bij de ontruiming van deze begraafplaats niet meer werd teruggevonden. Pheasant Trench Cemetery lag in de velden net ten oosten van Langemark-dorp. Pheasant Trench en Pheasant Farm werden door de 51st (Highland) Division veroverd op 20 september 1917. De begraafplaats werd echter pas twee maanden later aangelegd. Het bevatte de graven van 14 militairen uit het Verenigd Koninkrijk.















Iedereen wandelde vrij rustig over de begraafplaats terwijl Stuart van links naar rechts schoot en omgekeerd. Op een gegeven moment kwam Stuart de goede richting uit en liet weten dat zijn lijstje was afgewerkt. Tijd om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace. In het midden van de begraafplaats tussen de ingang en het Cross of Sacrifice speelden we onze PRWWI tunes Flowers of Scotland en Amazing Grace en het klonk werkelijk prachtig op deze grote begraafplaats. Ook hier besloten we om na onze PRWWI tunes de groepsfoto te nemen en in de buurt van The Stone of Remembrance werd ons bezoek hier vereeuwigd. Daarna restte ons enkel nog het plechtig neerplanten van het 'PRWWI In Remembrance' kruisje. Het werd neergezet bij het graf van een van de vele onbekende slachtoffers die rusten op deze begraafplaats.


Private JW Wheeler. Service number PLY/16641. Royal Marine Light Infantry. Gesneuveld 8 oktober 1914.
Able Seaman Ralph Lee. Service number Z10482. H.M.S. “North Star” Royal Navy. Gesneuveld 23 april 1918.
Private T Sneyd. Service number CH/17455. 4th R.M. Bn. Royal Marine Light Infantry. Gesneuveld 23 april 1918.
Drie zeemannen die werden opgeroepen om de verliezen aan te vullen. 
Ze rusten nu naast elkaar in Plot XX Rij A Graf 24, 25 & 26.

Lieutenant Frederick Gordon Bayley DFC (Distinguished Flying Cross)  en Captain Thomas Walter Nash. 
Ze behoorden beide tot 204 Sqdn Royal Air Force en sneuvelden waarschijnlijk samen op 23 oktober 1918. 
Thomas werd 23 jaar. Plot XX Rij A Graf 8 & 9.


Private George Besson. 
Service number 200626. 7th Bn. Lincolnshire Regiment. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 23 jaar.

Private James Reid Oliver. 
Service number 40103. 16th Bn. Royal Scots. 
Gesneuveld 10 oktober 1917, 28 jaar. 

Hoewel ze niet samen sneuvelden werden ze toch samen 
met nog een onbekend slachtoffer van de Royal Scots in hetzelfde graf begraven. 
Plot I Rij G Graf 7. De locatie in Plot I doet vermoeden dat het snel moest gaan.

Able Seaman A Wade. 
Service number Tyneside Z/5163. Hood Bn. R.N. Div. Royal Naval Volunteer Reserve. 
Gesneuveld 11 september 1918. Er word aangenomen dat hij rust in Plot XIII Rij A Graf 1.


Private Michael Morrissey. 
Service number 10319. “C” Coy. 2nd Bn. Royal Irish Regiment. 
Gesneuveld 24 augustus 1914, 21 jaar. Plot XVIII Rij D Graf 1-16.

Private James Frederick Mowatt. 
Service number 327814. 8th Bn. Suffolk Regiment. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 32 jaar. Plot IX Rij B Graf 8.

Private John W Mason. 
Service number 35188. 9th Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own). 
Gesneuveld 9 oktober 1917. Plot XII Rij A Graf 6. 

Lieutenant Parker Whitley Symons. 
4th Sqdn. Australian Flying Corps. 
Gesneuveld 5 november 1918, 25 jaar. Plot XVIII Rij A Graf 9.

Lieutenant Charles William North Garstin. 
9th (Queen’s Royal) Lancers. 
Gesneuveld 24 augustus 1914, 20 jaar. Plot XVIII Rij A Graf 19.

Serjeant HJ Graham. 
Service number 7811. “B” Coy. 4th Bn. Middlesex Regiment. 
Gesneuveld 25 augustus 1914, 28 jaar. 
Plot XVIII Rij D Graf 1-16. Zijn zerk is de 8ste in de rij. 

Captain Jonathan Edward Knowles. 
4th Bn. Middlesex Regiment. Gesneuveld 23 augustus 1914. 
Hij was één van de eerste officieren die sneuvelde tijdens WWI. Hij werd 32 jaar. 
Oorspronkelijk werd hij begraven op Maisieres Communal Cemetery 
maar nu rust hij in Plot XVIII Rij Graf 1-16. Zijn zerk is de 10de in de rij. 

Lieutenant William Eric Bremer Schreiber. 
Canadian Army Service Corps Mechanical Transport, Div. Ammunition Park. 
Gesneuveld 4 mei 1915, 33 jaar. Plot XXI Rij A Graf 1.

Private Francis Joseph Harnett. 
Service number 29401. 1st Wellington Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 8 juni 1917, 22 jaar. Plot XXI Rij A Graf 7.

Lieutenant Walter Olveston Summers MC (Military Cross). 
23rd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 28 december 1918. Plot XX Rij A Graf 20.

Private Norman Alexander Gillespie. 
Service number 27342. 15th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 25 april 1915. Plot XVII Rij C Graf 10.

Second Lieutenant Maurice Dingwall Williams. 
1st Bn. The Queen’s (Royal West Surrey Regiment). 
Gesneuveld ergens tussen 22 en 24 oktober 1914, 20 jaar. Plot XIX Rij A Graf 16. 

Private Charles Roland Gumbley. 
Service number 25857. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 12 oktober 1917. Plot XVI Rij B Graf 5. 

Lance Corporal Ernest William Gagnon. 
Service number 73902. 28th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 6 juni 1916. Plot XVI Rij C Graf 37. 

Second Lieutenant Robert Henderson Shaw. 
13th Bn. Northumberland Fusiliers. 
Gesneuveld 18 september 1916, 22 jaar. Plot XIII Rij F Graf 38. 

Lieutenant Burnet George James. 
Royal Field Artillery and 7th Sqdn. Royal Flying Corps. 
Gesneuveld 26 september 1915, 28 jaar. Plot XIII Rij D Graf 37.

Private Frederick George Rogers. Service number 30553. 
En Private Albert Ernest Lovatt. Service number 30557. 
Ze behoorden allebei tot het 8th Bn. South Staffordshire Regiment 
en werden beste vrienden tijdens hun basis opleiding. 
Ze werden ook het laatst gezien toen de één de ander terug hielp. 
Ze sneuvelden op 12 oktober 1917. Albert werd 29 jaar. 
Ze rusten nu ook naast elkaar in Plot XIII Rij E Graf 11 en 12. 

Private Hermann Eric Reynolds. 
Service number 80067. 10th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment). 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 25 jaar. Plot X Rij F Graf 43.

Private Horace Clive Andrews. 
Service number G/68253. Royal Fusiliers posted to 2nd/4th Bn. London Regiment (Royal Fusiliers). 
Gesneuveld 26 oktober 1917. Plot X Rij A Graf 45.

Captain Mervyn Crawshay. 
5th Dragoon Guards (Princess Charlotte of Wales’s). 
Gesneuveld 31 oktober 1914, 33 jaar. Plot VIIA Rij F Graf 6.

Private Christopher George Glidle. 
Service number 3/9655. 1st Bn. Northamptonshire Regiment. 
Gesneuveld 23 oktober 1914, 19 jaar. Plot VIIA Rij E Graf 1. 

Second Lieutenant Duncan Flower Cunningham-Reid. 
12th Sqdn. Royal Flying Corps formerly 29th Lancers (Deccan Horse). 
In oktober 1915 stapte hij over naar de RFC en twee maanden later, op 19 december 1915, 
werd hij samen met zijn piloot Second Lieutenant Norman Gordon-Smith neergehaald nabij Oostkamp. 
Duncan werd 26 jaar. Hij en zijn piloot rusten nu naast elkaar in Plot VIIA Rij D Graf 8.  

Lieutenant Harold Michael Openshaw. 
1st Bn. Norfolk Regiment. Gesneuveld 28 augustus 1914. 
Hij werd begraven op Thulin New Communal Cemetery maar zijn graf ging verloren. 
Hij word herdacht op het Kipling Memorial. 

Lance Corporal William Noseworthy. 
Service number 201. 1st Bn. Newfoundland Regiment. 
Gesneuveld 9 oktober 1917, 24 jaar. Special Memorial A.2.

Second Lieutenant Aylmer Eade. 
3rd Bn. attd. 2nd Bn. Yorkshire Regiment. 
Gesneuveld 9 oktober 1917, 25 jaar. Plot VII Rij E Graf 7. 

Second Lieutenant David Ian Graham Clark. 
4th Bn. Seaforth Highlanders. 
Zijn vader was Captain bij hetzelfde bataljon. 
Gesneuveld 20 september 1917, 21 jaar. Plot IV Rij D Graf 16. 

Captain Cecil Thomas Coyne. 
“D” Coy. 9th Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own). 
Gesneuveld 27 augustus 1917, 23 jaar. Plot IV Rij B Graf 17.

Private William Robert Gifford. 
Service number 40086. 16th Bn. Royal Scots. 
In maart raakte hij al gewond en sneuvelde op 10 oktober 1917, 27 jaar. 
Plot III Rij B Graf 15.

Private John Bourgaize. 
Service number 22. 1st Bn. Royal Guernsey Light Infantry. 
Hij heeft toch wel erg veel weg van de Franse acteur Jean Reno. 
Gesneuveld 14 oktober 1917, 27 jaar. Plot I Rij G Graf 6.

Second Lieutenant James Semple Herd. 
52nd Coy. Machine Gun Corps. 
Gesneuveld 16 oktober 1917, 20 jaar. 

Corporal Joseph James Bonnar MM (Military Medal). 
Service number 64436. 102nd Field Ambulance Royal Army Medical Corps. 
Hij sneuvelde ook op 16 oktober 1917. 

Ze rusten nu samen in Plot I Rij K Graf 3.

Serjeant Chalres Pape. 
Service number 55066. 236th Coy. Machine Gun Corps (Infantry). 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 36 jaar. Plot II Rij B Graf 11. 

Rifleman William George Sanders. 
Service number S/25760. 1st Bn. Rifle Brigade. 
Op de foto met zijn zoontje Arthur William Victor (Vic). 
Gesneuveld 12 oktober 1917. Plot VI Rij C Graf 19.

Lance Serjeant Harry Ashton. 
Service number S/5668. 11th Bn. Rifle Brigade. 
Gesneuveld 14 augustus 1917. Plot V Rij B Graf 18.








Toen we ons niet veel later terug naar de ingang begaven dienden we ook nog het bezoekersregister in te vullen, het kende een laatste input van Sally en Tim Vincent uit Leicestershire, UK. Kurt deed zijn uiterste best om het bezoekersregister zonder fouten in te vullen terwijl Stuart enkele foto's nam. Toen niet veel later het bezoekersregister was ingevuld zetten we onze reis verder en verlieten Cement House Cemetery rond 16u00 in zuidelijke richting. 






Een rit van 7 minuten bracht ons bij Minty Farm Cemetery, een kleine en mooie begraafplaats die in het midden van de velden tegen een boerderij lag. De boerderij werd door de Duitsers tot een bunker omgebouwd. Op 31 juli 1917 werd deze door de 1/6th Gordon Highlanders ingenomen en als het hoofdkwartier van Britse compagnieën ingericht. De naam komt wellicht van een eenheid uit Wiltshire. De aanleg van de begraafplaats startte in oktober 1917. Ze bleef in gebruik tot april 1918 door eenheden die in deze omgeving vochten. Er worden nu 192 Commonwealth slachtoffers en 1 Duitser herdacht en is door een baksteenmuur omsloten.




Langsheen het eeuwige groene gras baanden we ons een weg naar de ingang van de begraafplaats waar Kurt meteen begon aan de administratie, het overnemen van de gegevens uit het bezoekersregister. Terwijl Stuart eveneens begon met het voor één keer korte namenlijstje zwermden onze volgers uit op zoek naar die ene mooie foto. Toen Kurt niet veel later ook verder de begraafplaats opliep schrok hij zich een bult. Stuart was omver gevallen want deze lag languit op de grond. Oei hopelijk niet van zijn sus gedraaid? Toen Kurt opkeek en merkte dat Rudi en Danielle stonden te lachen bedacht hij dat het toch niet zo erg leek te zijn. Stuart was gewoon jaloers op de volgfotografen en wou ook eens een apart shot nemen met zijn camera.










Second Lieutenant VE Gransden. 
10th Bn. Royal Irish Rifles. 
Gesneuveld 26 april 1918. Hij is de laatste gesneuvelde op de begraafplaats. 
Hij werd 21 jaar. Plot III Rij A Graf 8.

Staff Serjeant Francis William Simpson MM (Military Medal). 
Service number 497253. 2nd/3rd Home Counties Field Amb. Royal Army Medical Corps. 
Gesneuveld 28 oktober 1917, 23 jaar. Plot II Rij B Graf 13.

Private Geoffrey Norman Hodson. 
Service number 1328. “B” Sqdn. 1st King Edward’s Horse. 
Gesneuveld 7 oktober 1917, 23 jaar. Plot I Rij C Graf 4. 

Gunner G Auld. 
Service number 192622. “C” Bty. 59th Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 26 september 1917. Hij is de eerst gesneuvelde op de begraafplaats. 
Plot I Rij A Graf 12.

Leutnant Dr. O Hornschu. 
JR 3.7.14. Hij is het enige Duitse slachtoffer op de begraafplaats. 
Gesneuveld 8 oktober 1917. 

Corporal Frederick James Adams. 
Service number 5935. 32nd Div. Ammunition Col. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 30 oktober 1917. Plot II Rij B Graf 17.

Private Henry James Benton. 
Service number 35652. 4th Bn. Northamptonshire Regiment transf. to (85833) 144th Coy. Labour Corps. 
Gesneuveld 30 oktober 1917, 42 jaar. Hij is de oudste op de begraafplaats. Plot II Rij D Graf 4.

Corporal William James Howat. 
Service number 655225. “D” Bty. 77th Army Bde. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 12 oktober 1917, 21 jaar. Plot I Rij D Graf 23.


Wat later toen de situatie een beetje was gestabiliseerd, want het is niet altijd Kurt die de clown uithangt op sommige momenten, besloten we om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen in het midden van de begraafplaats. Onder het bladerdak van de verschillende bomen op de begraafplaats klonk onze tunes prachtig, het had zelfs iets speciaal. Na onze muzikale hulde werd de groepsfoto genomen waarna we meteen overgingen tot het plechtig neer planten van het 'PRWWI In Remembrance' kruisje. Dit werd neer gepland bij het graf waar twee onbekende slachtoffers, een officier en een soldaat, waren begraven. Beiden dienden ze destijds bij de Royal Artillery. Dan restte ons alleen nog het invullen van het bezoekersregister dat een laatste input kende op 11 juni 2017 door een zekere Mark Gardiner uit Surrey, UK. In ons mooiste geschrift tekenden we het bezoekersregister en trokken we verder op pad rond 16u40. 












Om 16u50 arriveerden we bij de St.Julien Dressing Station Cemetery, een begraafplaaats in de vorm van een zevenhoek met ongelijke rijen van  graven. Er zijn 4 perken, onregelmatig over de begraafplaats verspreid. Voor 9 militairen uit het Verenigd Koninkrijk en 2 uit Zuid-Afrika werd een 'Special Memorial' opgericht in de nabijheid van het 'Cross of Sacrifice'. Er wordt aangenomen dat zij onder een naamloze steen begraven liggen. Volgens het huidige register liggen er op deze begraafplaats 428 doden begraven, waarvan er 180 niet geïdentificeerd konden worden. Het zou gaan om 395 doden uit het Verenigd Koninkrijk, 10 doden uit Australië, 15 doden uit Canada, 3 doden uit Nieuw-Zeeland en 5 doden uit Zuid-Afrika. 





Sint-Juliaan was in Britse handen vanaf het late najaar 1914 tot april 1915. Het dorp werd tijdens de eerste Duitse gasaanval op 22 april 1915 verdedigd door de '3rd Canadian Infantry Brigade' maar moest 2 dagen later uit handen gegeven worden tijdens een tweede Duitse gasaanval. Op 31 juli 1917 werd het heroverd door de '39th Division', enkele dagen later opnieuw door Duitse eenheden om tenslotte op 3 augustus opnieuw veroverd te worden. Op 27 april 1918 kwam Sint-Juliaan weer in Duitse handen tengevolge van de rechttrekking van de Ieperboog. Op 28 september werd het dorp door Belgische troepen heroverd. Het Dressing Station Cemetery werd gestart in september 1917 en bleef in gebruik tot maart 1918. Eén graf in perk I rij F dateert van augustus 1918. De oorspronkelijke begraafplaats bestond uit perken I en III en een deel van perk II en telde 203 graven. Tijdens de zomer 1918 werd de begraafplaats zwaar beschadigd door artillerievuur. Na de oorlog kwam er een uitbreiding met perk II (gedeeltelijk) en perk IV door de concentratie van geïsoleerde graven rond Sint-Juliaan.







Ook deze begraafplaats had iets speciaal, met al zijn ongelijke vormen, raar hoe ze destijds dachten. Stuart had hier maar een paar namen op zijn namenlijstje staan met slachtoffers waarvan we iets meer wouden vertellen, zodat we vrij snel rond waren en na enkele minuten konden overgaan tot het spelen van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace. Het klonk mooi en met in het midden van de twee PRWWI tunes een klein stilte die je steeds weer overvalt. Na het nemen van de groepsfoto begaven we ons naar de ingang waar we in de stenen zuiltjes bij de ingang het bezoekersregister konden terugvinden. Het kende een laatste input van Mario Sergides uit London die de begraafplaats bezocht op 18 juni 2017. 


Private Dick Taito. 
Service number 7083. 2nd Bn. Australian Infantry, A.I.F. 
Gesneuveld 19 september 1917. Hij werd 48 jaar en is de oudste op de begraafplaats. 
Plot IV Rij A Graf 7.

Fitter Fredrick Turner MM (Military Medal). 
Service number 13936. 115th Bty. Royal Field Artillery. 
Gesneuveld 5 december 1917, 29 jaar. Plot III Rij A Graf 2.

Private George Edward Tapp. 
Service number 51792. 3rd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. 
Gesneuveld 14 november 1917, 29 jaar. Plot II Rij K Graf 4. 

Private William Guy Kelley. 
Service number A/22839. 8th Bn. Canadian Infantry. 
Gesneuveld 14 juni 1916, 18 jaar. Plot II Rij J Graf 28.

Rifleman Percy King. 
Service number 472080. 12th Bn. London Regiment (The Rangers). 
Gesneuveld 8 december 1917, 25 jaar. Plot II Rij E Graf 10.

Private George Albert Hunt. 
Service number 764069. 28th Bn. London Regiment (Artists’ Rifles). 
Gesneuveld 29 oktober 1917, 35 jaar. Plot III Rij B Graf 1.











Toen iedereen het bezoekersregister plechtig had ingevuld borgen we het terug op in zijn voorziene kastje en laden niet veel later onze spullen in de PRWWI mobiel. Deze zou ons een kilometer verder brengen tot bij Seaforth Cemetery, Cheddar Villa waar we om 17u25 arriveerden.




Langs de weg van Wieltje naar Sint-Juliaan stond een boerderij naast de grote bunker die door de Britse troepen "Cheddar Villa" werd genoemd. Dit was ook de aanvankelijke naam van deze begraafplaats. Maar in april 1915 werd tijdens de Tweede Slag om Ieper in deze streek hevig gevochten waarna de gesneuvelden op deze plaats werden begraven. Omdat 101 van de 148 slachtoffers tot de 2nd Seaforth Highlanders behoorden werd op vraag van de bevelvoerende officier in 1922 de naam gewijzigd in Seaforth Cemetery. Er liggen 147 Britten, waaronder 21 niet geïdentificeerde en 1 Canadees begraven. Voor 19 Britten werden 'Special Memorials' opgericht omdat hun graven door artillerievuur werden vernietigd. Er zijn twee massagraven met respectievelijk 18 en 75 doden. Hun grafzerken staan langs de linker en rechter muur opgesteld en zij worden herdacht met twee Duhalow Blocks. Op een herdenkingsplaat achteraan op de begraafplaats staan 23 namen van leden van de Seaforth Highlanders die hier gesneuveld zijn maar van wie men niet weet waar ze begraven liggen. Hun namen staan ook vermeld op de Menenpoort.

Hoewel het zonnetje ons ondertussen verlaten had en de lucht er in de verte soms dreigend uitzag lieten we het niet aan ons hart komen. We liepen deze kleine maar mooie begraafplaats op en gingen meteen aan het werk. Stuart ging op zoek en begon zerkjes te tellen terwijl Kurt opzoek ging naar enkele bijzondere epitafen. Onze volgfotografen gingen op zoek naar het shot van vandaag en we merkten op dat er zo af en toe wel eens een druppel uit de lucht viel.














Toen Stuart zijn lijstje had afgewerkt besloten we om niet te lang te treuzelen omdat het wel eens zou kunnen beginnen regenen. We namen onze pipes op en begaven ons naar het midden van de begraafplaats in de buurt van een Duhallow Block. Toen Stuart en Kurt in de aanslag stonden kwam ineens het zonnetje terug piepen en we vonden het beiden raar dat net op het moment we voor de Schotten gingen spelen de zon er door kwam. Als bij wijze van, 'Bedankt voor jullie bezoek'. We speelden onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace vrij rustig wat het natuurlijk heel mooi maakte voor onze vrienden hier. We moesten wel ons best doen want het waren immers vrienden met kennis van zaken. Flower of Scotland gevolgd door een kleine minuut stilte waarna Amazing Grace werd gespeeld klonk prachtig op deze kleine begraafplaats. Na het spelen van onze tunes namen we ook hier ook eerst de groepsfoto waarna het 'PRWWI In Remembrance' kruisje plechtig werd neer geplant bij een onbekende Sergeant van het Seaforth Highlanders Regiment.

Lance Corporal Dougald McKenzie. 
Service number 3/7108. 2nd Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 25 april 1915, 21 jaar. Rij B Graf 1 (Headstone “A”44). 

Serjeant A Montgomery. 
Service number 9328. 2nd Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 25 april 1915. Rij B Graf 1 (Headstone “A”53).

Private Finlay Mackay. 
Service number 3/6688. “B”Coy. 2nd Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 25 april 1915, 24 jaar. Rij B Graf 1 (Headstone “A”68). 

Private Martin Davitt. 
Service number 7198. 2nd Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 25 april 1915. Special Memorial B 5.

Lance Corporal Malcolm Macaskill. 
Service number 3/6810. “B”Coy. 2nd Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 26 april 1915, 24 jaar. Rij C Graf 7. 

Lieutenant William Keay Falconer. 
7th Bn. Argyll and Sutherland Highlanders. 
Gesneuveld 26 april 1915, 20 jaar. Rij A Graf 1. 

Captain Grahame Hardie Wade. 
1st/7th Bn. Argyll and Sutherland Highlanders. 
Gesneuveld 25 april 1915, 41 jaar. Rij A Graf 2. 

Captain Hugh Maitland Spencer. 
2nd Bn. Seaforth Highlanders. 
Gesneuveld 25 april 1915, 33 jaar. Rij A Graf 5. 







Nadat het PRWWI kruisje plechtig was neer gezet begaven we ons naar de ingang van de begraafplaats waar we ook het bezoekersregister zouden terug vinden. Kurt zag het weer eens allemaal goed zitten en deed alle moeite om zijn uiterste best te doen bij het invullen van het bezoekersregister. Ineens uit het niks lag Kurt plat van het lachen, iedereen dacht bij zichzelf, wat gebeurt er nu? Ja onze Kurt was goed bezig, hij was op een verkeerde pagina aan het schrijven en hij had ook blijkbaar de verkeerde pagina gefotografeerd wat met zich meebracht dat we geen recente gegevens hadden van de laatste input van het bezoekersregister. 







Nadat iedereen een beetje bekomen was trokken we tot bij de PRWWI mobiel waar we onze spullen mooi opborgen en de flessen dram boven haalden. Traditioneel werd de trip afgesloten met een dram en konden we keuze maken uit een Jura en/of een Ardmore. We toasten op de vermoeiende maar toch zo mooie tocht die ons alweer langsheen enkele speciale begraafplaatsen bracht. Bedankt aan de volgers die er weer bijwaren. Het weer bleef ons goedgezind want toen we niet veel later rond 18u05 het front verlieten sloeg het weer om en begon het redelijk te regenen.



Acclimatiserend en het nog eens overlopen van de gepasseerde tocht van vandaag kwam Kurt op de terugweg naar huis tot het besluit dat we vandaag hulde hadden gebracht aan maar liefst 56.373 slachtoffers uit WWI. Het was hen meer dan gegund en heel graag gedaan.

Graag tot een volgende
Stuart en Kurt