Datum : 07/05/2017
Begraafplaatsen
: Deutcher Soldatenfriedhof
Lommel, BMB Leopoldsburg, BMB Halen, BMB Sint Margriet Houtem, Necropolis van Grimde
Afstand : 285 Km
Weer : zonnig in de voormiddag, overtrokken in de
late middag
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaeghe, Daphné Vangheluwe,
Jeroen Cool, Monique Duhayon, Danielle Roubroeks, Danny Hulsmans met
dochter Hanne en schoonzoon Yves
Info :
Kort nadat de wekker was afgelopen en we
ons toilet hadden gemaakt spoeden we ons naar de bakker om er de benodigdheden
te halen voor onze tocht vandaag. Na het klaarmaken van ons lunchpakket hadden
we nog net de tijd om onszelf om te kleden voor de tocht van vandaag. We zouden
richting Limburg trekken en stonden dan ook vol ongeduld te wachten tot de
PRWWI mobiel zou arriveren.
Mooi op tijd vertrokken we om 9u richting
Lommel onder een bewolkte maar droge hemel. Tijdens de rit werd er wat
bijgepraat en gepland voor de tocht van vandaag want onze eerste stop was de
Duitste begraafplaats welke midden in de bossen lag. Een 1.30u later
arriveerden we mooi op tijd en parkeerden onze PRWWI mobiel op de naastgelegen
parking waar reeds enkele volgers op ons stonden te wachten. Eveneens zagen we er
een gemotoriseerde caravan staan welke ons liet weten dat Patrick Verhaeghe ook
van de partij zou zijn. Niet veel later liet Patrick, die eveneens zijn kilt
had aangetrokken, weten aan kurt dat er hier enkele mensen op hem stonden te
wachten. We hadden een stil vermoeden maar onze pipes tunen ging even voor.
Toen onze pipes waren getuned, namen we
onze spullen onder de arm en wandelden naar de ingang van de
begraafplaats. Bij de ingang zelf vonden we enkele grote informatieborden
waarop een uitgebreide uitleg stond vermeld over de begraafplaats. We waren net
door de inkom gewandeld toen Kurt werd aangesproken door Danny Hulsman, een
vriend die hij 30 jaar niet meer had gezien. Man, man, beiden hadden veel te
vertellen en kwijt waren we hem. Terwijl Stuart met ons gevolg voor vandaag de
begraafplaats opliepen stond Kurt nog steeds in de inkomsthal te babbelen met
Danny. Stuart ging de trap op en kon bovenop het balkon genieten van een immens uitzicht over de begraafplaats. Duizenden en duizenden soldaten,
39.108 om precies te zijn, verspreid over 16 ha. De grootste Duitse militaire
begraafplaats in West-Europa (buiten Duitsland).
Voor iedere twee soldaten is er meestal één
kruis. Er zijn echter enige graven, die de resten van meerdere gesneuvelden bevatten.
Midden twintigste eeuw bestond DNA-onderzoek nog niet, dus was het in sommige
gevallen moeilijk om uit te maken aan wie bepaalde lichaamsdelen toebehoorden.
In enkele gevallen zijn broers bij elkaar begraven. Daarnaast heeft ook enig
gesneuveld medisch personeel (artsen, verpleegsters) hier een laatste
rustplaats gevonden. Aanvankelijk waren 13.000 stoffelijke overschotten niet
geïdentificeerd. Hiervan waren er tot 2008 ongeveer 7.000 alsnog bekend
geworden. Anno 2017 zijn 6.480 gevallenen nog niet geïdentificeerd.
Er is getracht om van iedere gevallene de
naam, geboortedatum, sterfdatum en rang of functie te achterhalen, hetgeen
echter in veel gevallen niet lukte; vele Duitse archieven gingen tijdens de
geallieerde bombardementen in vlammen op. Met name van de gesneuvelden uit de
Eerste Wereldoorlog is, behoudens uitzonderingen, slechts de naam en de datum
van overlijden bekend. Iedere gesneuvelde kreeg een vaknummer gecombineerd met een
rijnummer op het kruis. Door de jaren heen, hebben sommige familieleden foto's,
gedenkbordjes en andere versierselen op en rond de kruizen aangebracht. Hoewel
dit officieel niet mag wordt het oogluikend toegestaan.
Het plot met de gesneuvelden uit WOI lag
helemaal achteraan op de begraafplaats, Blok 31. Terwijl iedereen koers zette naar Blok 31 en ongeveer halfweg op de begraafplaats liep kwam Kurt ineens te
voorschijn op de begraafplaats. Hij had natuurlijk heel wat te vertellen tegen
Danny en was een heel klein beetje de tijd uit het oog verloren. Al een geluk
dat hij meerdere malen " 't Is al goed, ik zeg hier al niks meer"
zegt op een tocht of we liepen daar nog. Niemand had het verwacht maar Kurt
arriveerde samen met de andere bij Blok 31. Zoals gewoonlijk overliepen we het
Blok opzoek naar een paar mooie foto's. Stuart had voor een keer een vrij kort
lijstje opgesteld. Niet omdat hij dit niet wou maar over de Duitse slachtoffers
uit WWI is bitter weinig informatie. Patrick, Daphné en Jeroen waren nog druk
in de weer toen Stuart en Kurt zich stilletjes begonnen klaar te maken om onze
PRWWI tunes te spelen.
Gefreiter Arnold Hempel.
4.Kürasier Regiment 7.
Gesneuveld op 10 augustus 1914. Blok 31 Graf 35.
|
Gefreiter August Bohnen.
4.Landst.Esk.VII.
Afgebeeld op bovenste foto met zijn kameraden.
De onderste foto zijn kameraden bij zijn graf.
Gesneuveld 27 september 1914. Blok 31 Graf 167.
|
Ulan Erwin Lindhuber.
Gesneuveld 21 september 1914. Blok 31 Graf 354.
|
Dragoner Franz Brinkmeyer.
4.Esk.2.Grossherzoglich Mecklenburgische Dragoner Regiment 18.
Gesneuveld tijdens de 'Slag om Halen’ op 12 augustus 1914. Blok 31 Graf 382.
|
Krankenpflegerin Elise Killy.
Gesneuveld 20 december 1918. Blok 31 Graf 467.
|
We wandelden naar ongeveer het midden van
Blok 31 waar we onze PRWWI tune Flower of Scotland en Amazing Grace speelde.
Toen de laatste klanken van de PRWWI tune Amazing Grace wegebden over de
begraafplaats besloten we om hier onze extra tune Highland Cathedral te spelen
welke we altijd spelen voor Duitse WWI slachtoffers. Nadat we onze PRWWI tunes
hadden gespeeld merkten we op dat er enkele toeschouwers onze muzikale
ceremonie hadden gevolgd vanop een kleine afstand. Vrijwel meteen daarna gingen
we over naar het plechtig neerplanten van ons PRWWI In Remembrance kruisje bij een
onbekend WWI slachtoffer. Er werd nog wat nagepraat en stilletjes aan zette ons
gezelschap zich richting ingang van de begraafplaats. Gans de weg door was Kurt
en Danny weer in een of ander verhaal van vroeger verwikkeld dat het niet
schoon was? En dan maar zeggen dat vrouwen kunnen tateren.
Bij de ingang gekomen gingen we opzoek naar het bezoekersregister wat we vonden in een apart kamertje welke dienst deed als informatiehoekje bij de ingang van de bistro bij de ingang van de begraafplaats. Een voor een ondertekenden we het bezoekersregister waar Kurt bijna alles opschreef voor het verslag. Kurt was niet alleen die aan het aftakelen was want bij de ingang was Daphné ineens haar moeder kwijt. Toen die niet veel later terug verscheen bleek Daphné haar gsm kwijt te zijn. Als dat hier vandaag zo verder gaat zal het een plezante tocht worden meende enkele anderen van de volgers. Om 11u30 namen we afscheid van Danny en zijn gezelschap en zetten koers naar de parking waar we onze spullen inladen en onze weg vervolgden richting Leopoldsburg.
Bij de ingang gekomen gingen we opzoek naar het bezoekersregister wat we vonden in een apart kamertje welke dienst deed als informatiehoekje bij de ingang van de bistro bij de ingang van de begraafplaats. Een voor een ondertekenden we het bezoekersregister waar Kurt bijna alles opschreef voor het verslag. Kurt was niet alleen die aan het aftakelen was want bij de ingang was Daphné ineens haar moeder kwijt. Toen die niet veel later terug verscheen bleek Daphné haar gsm kwijt te zijn. Als dat hier vandaag zo verder gaat zal het een plezante tocht worden meende enkele anderen van de volgers. Om 11u30 namen we afscheid van Danny en zijn gezelschap en zetten koers naar de parking waar we onze spullen inladen en onze weg vervolgden richting Leopoldsburg.
Een rit van een kwartier bracht ons in
Leopoldsburg waar we de BMB Leopoldsburg zouden bezoeken. We parkeerden er de
PRWWI mobiel op de parking langs de straat, namen onze spullen en
trokken naar de ingang van de begraafplaats die naast het Kamp van Beverloo
lag.
In 1928 werd in het kamp van Beverlo de Belgische militaire begraafplaats aangelegd, met onder meer omgekomen Belgische krijgsgevangenen die oorspronkelijk in Duitsland begraven waren. Na de Tweede Wereldoorlog werden op de plek van de verwijderde Duitse graven Belgische militairen, gefusilleerden, gedeporteerden en politieke gevangenen van de Tweede Wereldoorlog begraven. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bood het kamp van Leopoldsburg ook voor de Duitse bezetter heel wat mogelijkheden. Zo werd het massale gebruik van chloorgas, dat tijdens de eerste grootscheepse gasaanval op 22 april 1915 de Tweede Slag bij Ieper inleidde, eerst getest in Leopoldsburg. In het kamp werden er tijdens de oorlog heel wat nieuwe rekruten opgeleid en werden Duitse militairen, die van het oostfront kwamen, er vertrouwd gemaakt met de omstandigheden aan het westelijke front.
In 1928 werd in het kamp van Beverlo de Belgische militaire begraafplaats aangelegd, met onder meer omgekomen Belgische krijgsgevangenen die oorspronkelijk in Duitsland begraven waren. Na de Tweede Wereldoorlog werden op de plek van de verwijderde Duitse graven Belgische militairen, gefusilleerden, gedeporteerden en politieke gevangenen van de Tweede Wereldoorlog begraven. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bood het kamp van Leopoldsburg ook voor de Duitse bezetter heel wat mogelijkheden. Zo werd het massale gebruik van chloorgas, dat tijdens de eerste grootscheepse gasaanval op 22 april 1915 de Tweede Slag bij Ieper inleidde, eerst getest in Leopoldsburg. In het kamp werden er tijdens de oorlog heel wat nieuwe rekruten opgeleid en werden Duitse militairen, die van het oostfront kwamen, er vertrouwd gemaakt met de omstandigheden aan het westelijke front.
De Belgische militaire begraafplaats werd
aangelegd in 1928, naast een Duitse militaire begraafplaats die de bezetter er
tijdens de oorlog had aangelegd. In 1933 nog werden hier 404 Duitse graven
toegevoegd, afkomstig uit gemeentelijke begraafplaatsen in de provincie Limburg,
Antwerpen en Vlaams-Brabant. Na de Tweede Wereldoorlog werden de 542 Duitse
doden (andere bronnen spreken van 586 graven) van Leopoldsburg uit de Eerste
Wereldoorlog overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats van Lommel. Op
de vrijgekomen plek werden Belgische en Russische doden uit de Tweede
Wereldoorlog begraven (onder meer rijen Q en R).
Ten tijde van de beschermingen zouden er
volgens de informatie van de Dienst Oorlogsgraven op de begraafplaats 1306
Belgische doden uit beide wereldoorlogen begraven liggen of herdacht worden,
naast zes Russische doden uit de Tweede Wereldoorlog. Wat de Belgen betreft,
gaat het onder meer om Belgische krijgsgevangenen die in Duitsland omgekomen
waren of niet-geïdentificeerde Belgische politieke gevangenen. Op het eerste
deel van de begraafplaats (rijen A tot P) liggen 823 doden uit de Eerste
Wereldoorlog begraven, waarvan er 17 niet meer geïdentificeerd konden worden.
Op dit deel herinneren twee memorialen aan de niet-geïdentificeerde
krijgsgevangenen uit beide wereldoorlogen en de niet-geïdentificeerde politieke
gevangenen uit de Tweede Wereldoorlog.
Wat ons meteen opviel was dat de
begraafplaats bijzonder goed was onderhouden, eens iets anders dan sommige die
we op eerdere tochten hadden bezocht. We stelden ons de vraag waarom dit niet
kon op de alle andere Belgische begraafplaatsen in ons land. Onze
volgfotografen en volgers liepen meteen over de begraafplaats heen terwijl
Stuart zich begon klaar te maken om zijn namenlijstje af te werken. Dat lijstje
van de graven waarover we meer wilden vertellen was merkelijk langer dan op de
Duitse begraafplaats in Lommel. We brachten eveneens een bezoekje bij de
verschillende WWII graven. Op een geven moment zagen we dat Stuart en Kurt
stilletjes afdwaalden naar het schuilhokje waar ze hun pipes hadden
achtergelaten zodat we wisten dat ze hun PRWWI tunes zouden gaan spelen. Niet
veel later wandelden ze gewapend met hun pipes naar het midden van de
begraafplaats en speelden er de PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing
Grace.
Wachtmeester Auguste Louis Joseph Govaert.
Artillerie PFA (Position Fortifiée d’Anvers).
Geboren op 21 november 1893 in Haasdonk.
Gestorven in Walsrode op 4 november 1918, 24 jaar. Perk I Graf 48.
|
Onder het spelen door kwamen er ook enkele
toeschouwers de begraafplaats op gewandeld, waarschijnlijk was hun aandacht
getrokken door de klanken van de pipes. Na de PRWWI tunes Flower of Scotland
en Amazing Grace merkten we op dat Stuart en Kurt druk aan het overleggen
waren. Waarover het ging wisten we gauw want niet veel later wandelden ze naar het graf van een onbekende
soldaat. Er waren er verschillende, onbekende slachtoffers, maar Stuart en Kurt
hadden hun oog laten vallen op een onbekend militair die het meest centraal lag
op de begraafplaats. De
volgfotografen haasten zich erheen want ze wouden geen enkel moment missen van
de kleine ceremonie. Nadat het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig was neer
geplant wandelden we met z'n allen terug naar het schuilhuisje waar we het
bezoekersregister zouden vinden. Het bezoekersregister werd voor het laatst
ondertekend op 4 mei 2017 door een zekere Hugo Van Britsom uit Temse. Nadat
iedereen het bezoekersregister had ondertekend begaven we ons naar de uitgang,
deden het zware metalen hek terug dicht. Bij de PRWWI mobiel gekomen konden we
genieten van onze lunch die overheerlijk smaakte. Toen we een tijdje nadien
onze lunch spullen terug opborgen konden we koers zetten naar een volgende
bestemming.
Rond 14u05 arriveerden we bij de
begraafplaats in halen en we dienden toch redelijk goed uit te kijken want er
waren werken in de straat aan de gang waarbij de rijweg volledig was verdwenen.
De PRWWI mobiel baande zich dan ook moeiteloos een weg tussen de gestapelde
borduurstenen, hekken en andere tot onze bestemming.
We liepen tot bij de ingang van de begraafplaats die aan de voorkant was afgesloten door een smeedijzeren hekwerk en poort. Een afgeronde, ontdubbelde trappenpartij met 4 treden leidt naar de hoger gelegen begraafplaats met zoals we inmiddels gewoon zijn, een sobere aanleg. We lieten onze pipes achter bij de trappen en net toen we op de eigenlijke begraafplaats stonden merkten we op dat Patrick Verhaeghe weer een specialleke moest doen. Meneer kwam langs een andere ingang de begraafplaats opgelopen, waren wij ineens 'te min'? Gelukkig kon Patrick ermee lachen en ging niet veel later meteen aan het werk. Stuart werkte zijn lijstje af, anderen wandelden wat over de begraafplaats en stonden hier en daar even stil bij het zien van alweer die vele slachtoffers.
We liepen tot bij de ingang van de begraafplaats die aan de voorkant was afgesloten door een smeedijzeren hekwerk en poort. Een afgeronde, ontdubbelde trappenpartij met 4 treden leidt naar de hoger gelegen begraafplaats met zoals we inmiddels gewoon zijn, een sobere aanleg. We lieten onze pipes achter bij de trappen en net toen we op de eigenlijke begraafplaats stonden merkten we op dat Patrick Verhaeghe weer een specialleke moest doen. Meneer kwam langs een andere ingang de begraafplaats opgelopen, waren wij ineens 'te min'? Gelukkig kon Patrick ermee lachen en ging niet veel later meteen aan het werk. Stuart werkte zijn lijstje af, anderen wandelden wat over de begraafplaats en stonden hier en daar even stil bij het zien van alweer die vele slachtoffers.
Soldaat Tweede Klasse Rene Joseph Bisschop.
Stamnummer 104/57901. 4de Linie Regiment.
Geboren op 6 maart 1893 in Oedelem.
Gesneuveld op 12 augustus 1914, 21 jaar. Graf 68.
|
Soldaat Tweede Klasse Vital Robert Vander Mynsbrugge.
Stamnummer 137/1434. Karabiniers Wielrijders.
Geboren op 11 februari 1892 in Essene.
Gesneuveld op 12 augustus 1914, 22 jaar. Graf 4.
|
Op een gegeven moment zagen we de lucht
ineens donkergrijs worden en in een mum van tijd was het volledig zwaar
overtrokken en het zag er dreigend uit. Zouden we niet ineens beginnen met onze
PRWWI tunes te spelen? Misschien best en we besloten om onze PRWWI tunes bij de
vlaggenmast in het midden van de begraafplaats te spelen. Net voor we onze
pipes opsloegen kwamen er een paar bezoekers de begraafplaats opgewandeld die
konden mee genieten van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace.
Na de kleine muzikale ceremonie namen we de groepsfoto en gingen we meteen
daarna over tot het plechtig neerplanten van ons PRWWI In Remembrance kruisje.
Ook hier wisten we niet goed waar dit het beste zou staan zodat we dan ook
besloten om het bij een onbekend WWI slachtoffer te zetten.
We wandelden naar het schuilhokje waar het
bezoekersregister in was opgeborgen. De dreigende lucht was er nog steeds maar
tot nog toe viel er geen enkele druppel uit de lucht. Iedereen die wou
ondertekende plechtig het bezoekersregister dat een laatste input kende op 27
oktober 2016 door Mikail Uzun van het Sint-Martinus (een vrije basisschool in
Lubbeek). Het bezoekersregister werd terug mooi opgeborgen en bij het naar
buiten wandelen vonden we bij de ingangspoort een foto die was gedrukt op een gelakte
steen. Verloren geraakt bij het opruimen van de begraafplaats? Bij welk graf
het hoorde was ons een raadsel dus hebben we het maar terug gelegd waar we het
vonden.
Toen onze spullen waren ingeladen in de PRWWI mobiel verlieten we rond 14u40 Halen (Velpen) en zetten koers naar Sint-Margriete-Houtem waar we zo'n 20 minuten later arriveerden. Nadat we onze PRWWI mobiel hadden geparkeerd en onze spullen hadden genomen wandelden we de begraafplaats op. De Slag bij Sint-Margriete-Houtem is de vaak gebruikte benaming voor de gevechten bij Tienen op 18 augustus 1914 in het begin van de Eerste Wereldoorlog. De slag is ook wel als de Slag op de Zeven Zillen aangeduid maar die locatie is maar een beperkt gedeelte van het slagveld en de naam is pas veel later voorgesteld. Na de Slag der Zilveren Helmen te Halen op 12 augustus 1914 werden Belgische militairen opgesteld rondom Tienen om de opmars van de Duitsers te voorkomen. In Sint-Margriete-Houtem, Grimde en in de voorposten in Oplinter, Neerlinter en Bunsbeek probeerden zo'n 2.200 Belgische militairen van het 22ste Linieregiment, een bataljon van het 3de Linieregiment en drie batterijen van telkens vier kanonnen de Duitse legermacht, die ongeveer zes keer zo talrijk was, staande te houden.
Toen onze spullen waren ingeladen in de PRWWI mobiel verlieten we rond 14u40 Halen (Velpen) en zetten koers naar Sint-Margriete-Houtem waar we zo'n 20 minuten later arriveerden. Nadat we onze PRWWI mobiel hadden geparkeerd en onze spullen hadden genomen wandelden we de begraafplaats op. De Slag bij Sint-Margriete-Houtem is de vaak gebruikte benaming voor de gevechten bij Tienen op 18 augustus 1914 in het begin van de Eerste Wereldoorlog. De slag is ook wel als de Slag op de Zeven Zillen aangeduid maar die locatie is maar een beperkt gedeelte van het slagveld en de naam is pas veel later voorgesteld. Na de Slag der Zilveren Helmen te Halen op 12 augustus 1914 werden Belgische militairen opgesteld rondom Tienen om de opmars van de Duitsers te voorkomen. In Sint-Margriete-Houtem, Grimde en in de voorposten in Oplinter, Neerlinter en Bunsbeek probeerden zo'n 2.200 Belgische militairen van het 22ste Linieregiment, een bataljon van het 3de Linieregiment en drie batterijen van telkens vier kanonnen de Duitse legermacht, die ongeveer zes keer zo talrijk was, staande te houden.
Rond 13.30 uur begonnen de gevechten in Neerlinter, de meest oostelijk gelegen voorpost. De Duitsers schakelden eerst hun artillerie in om de Belgen een eerste tik te geven. Daarna kwam hun infanterie in actie. De voorposten moesten één voor één hun positie prijsgeven en ook in Sint-Margriete-Houtem zelf waren er veel problemen. De redoutes aan de Kopstraat leden zwaar onder vijandelijk vuur en communicatieproblemen hinderden de uitvoering van de beslissingen. Er vielen verhoudingsgewijs veel slachtoffers onder de officieren, waardoor de compagnieën stuurloos werden. Tegen 16.30 uur startte het regiment de algemene terugtrekking op bevel van kolonel Guffens. Daarna trokken de Duitse troepen 's avonds de stad Tienen binnen. Het 22ste linieregiment kende die dag 295 gesneuvelden en vele anderen geraakten gewond. De slachtoffers van 18 augustus 1914 werden begraven op de militaire begraafplaats te Sint-Margriete-Houtem, de Necropolis te Grimde en op de stedelijke begraafplaats te Tienen.
Bij het zien van de verschillende graven
hadden we beiden iets van, 'Kan dit nu niet overal zo op de Belgische militaire
begraafplaatsen?' De begraafplaats lag er verzorgd en mooi bij, de plaatselijke
N.S.B. afdeling had zelfs de moeite genomen om bij elk graf een geborduurde
Poppy neer te planten en lag er bij elk graf eveneens een natuursteentje waarop
een Poppy was geschilderd. Voor ons werd dit een +10. We liepen verder de
begraafplaats op en lieten onze pipes achter bij het sokkel van de 'wakende
soldaat' die tegenover de ingang was geplaatst. Onze volgfotografen waren al
druk in de weer met het nemen van het perfecte plaatje toen Stuart begon met
het afwerken van zijn lijstje. Een 12-tal namen stonden erop, hij had volgens
Kurt eens zijn verstand gebruikt en dat gebeurde niet altijd. 'Over u zullen we
maar zwijgen zeker?' was Stuart's antwoord waarna Kurt ineens iets anders moest
doen. Stuart deed met een brede glimlach verder aan het lijstje.
Soldaat Tweede Klasse Octave Adolphe Vervust.
Stamnummer 122/56040. 22ste Linieregiment.
Geboren op 7 mei 1890 in Massemen-Westrem
en gesneuveld op 18 augustus 1914 in Oplinter, 24 jaar. Graf 118.
|
Soldaat Tweede Klasse Jean Louis Erpels.
Stamnummer 102/54734. 2de Linieregiment.
Geboren op 15 maart 1885 in Opwijk
en gesneuveld in Neerlinter op 18 augustus 1914, 29 jaar. Graf 89.
|
Soldaat Tweede Klasse Pierre Poppe. Stamnummer 122/56663 (56653?).
22ste Linieregiment. Geboren op 12 september 1887 in Moerbeke
en gesneuveld in Neerlinter op 18 augustus 1914, 27 jaar. Graf 101.
|
Soldaat Tweede Klasse Adrien Verbeeck.
Stamnummer 122/54895. 22ste Linieregiment.
Geboren op 2 maart 1888 in Weelde
n gesneuveld in Bunsbeek op 18 augustus 1914, 26 jaar. Graf 128.
|
Soldaat Tweede Klasse Adolphe De Boom.
Stamnummer 122/57869. 22ste Linieregiment.
Geboren op 9 augustus 1892 in Nieuwerkerke
en gesneuveld in Oplinter op 18 augustus 1914, 22 jaar. Graf 141.
|
Soldaat Tweede Klasse Octave Gaston Eugene Esquenet.
Stamnummer 102/57967. 22ste Linieregiment.
Geboren op 5 mei 1892 in Marcke
en gesneuveld in Oplinter op 18 augustus 1914, 22 jaar. Graf 145.
|
Soldaat Tweede Klasse Jules Oscar Telesphore Caty.
Stamnummer 122/56138. 22ste Linie Regiment.
Geboren op 23 augustus 1890 te Braine-le-Comte.
Gesneuveld 18 augustus 1914, 24 jaar. Graf 69.
|
Op het brede middenpad dat liep van de
ingang tot het sokkel van 'de wakende soldaat' speelde we niet veel later onze
PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace welke prachtig klonken op deze
kleine mooie begraafplaats. Onze volgers en volgfotografen genoten op een
kleine afstand terwijl ook zij onze kleine muzikale ceremonie vereeuwigden met
hun camera. Kort na de PRWWI tunes besloten
we om het PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen bij een onbekend
slachtoffer. Onder het vele geklik van de verschillende camera's aanwezig werd
ook deze kleine plechtigheid vereeuwigd. In de buurt van ons PRWWI In
Remembrance kruisje was neer geplant namen we eerst de groepsfoto waarna we
naar het schuilhokje wandelden aan de rechter zijkant omheiningmuur waar het
bezoekersregister was opgeborgen. Het bezoekersregister kende een laatste input
van een zekere Joris & Veronique uit Lokeren die de begraafplaats bezochten
op 28 april 2017.
We begaven ons niet veel later naar de
uitgang van de begraafplaats, keken even in het rond of we niks waren vergeten,
deden het zware smeedijzeren hek terug dicht en borgen alles mooi op in de
PRWWI mobiel. We verlieten rond 15.45u Sint-Margriet-Houtem voor een rit van
een 10 minuten naar Grimde, een deelgemeente van Tienen. Onderweg naar Grimde
was Kurt ineens verdwenen van deze wereld en zat rustig te tokkelen op zijn
gsm. Eveneens ook hier in Grimde zou hij een oude vriend treffen, het beloofde
weeral volgens sommigen onder ons. We parkeerden er de PRWWI mobiel in een
aanpalende straat en dienden een klein eindje te voet te gaan naar de Kerk van
Grimde, de Necropolis van Grimde.
De Necropolis van Grimde is een uniek monument in België. Vanaf de buitenkant een kerk, binnen een begraafplaats. Hier liggen de stoffelijke resten begraven van 140 Belgische
soldaten die het leven lieten tijdens de Eerste Wereldoorlog. In augustus 1914
brak de ‘Grooten oorlog’ uit. Op zoek naar een doorgang naar het vijandelijke
Frankrijk overweldigden Duitse troepen België. Hierbij kwam het op 18 augustus
1914 in Grimde en St.-Margriete-Houtem (gemeente Tienen) tot een treffen tussen
het oprukkende Duitse leger en Belgische militairen. De Duitsers wonnen, de
Belgen wachtte de taak hun gesneuvelden te begraven.
In een streven om hen een
respectabele begraafplaats te geven werd op 12 november 1914 de ‘Gemeentelijke
Ontgravingsdienst’ in het leven geroepen. Als begraafplaats werd een niet
direct voor de hand liggende locatie gekozen: de ruïnes van de oude Sint
Pieterskerk in Grimde. Al vrij snel evolueerde de begraafplaats tot een plaats
van bezinning en herdenking. Al in volle bezettingstijd vonden hier onder het
toeziend oog van de Duitse bezetter herdenkingsplechtigheden plaats. Die
bestemming heeft de begraafplaats tot op de dag van vandaag behouden. En de
jaren na de oorlog werd de kerk gerestaureerd en kreeg de oorspronkelijke
parochiekerk een definitieve invulling als soldatenkerkhof. Kolonel Victor
Guffens, die later als generaal op pensioen is gegaan, overleed ingevolge van
een ziekte die hem reeds lang bedreigde en gedeeltelijk had verlamd thuis te
Schaarbeek in 1942. Het was echter zijn uitdrukkelijke wens om tussen zijn
gevallen jongens in Grimde te mogen begraven worden. Zo komt het dus dat hij
als enige niet-gesneuvelden ook in die crypte ligt.
Kurt zijn afspraak liet op
zich wachten en we besloten maar de Necropolis binnen te gaan. Bij de ingang
stonden enkele grote informatieborden opgesteld en we wandelden verder tot bij
de Sint Pieterskerk. Doorheen een oude deur gingen we binnen en eveneens waren
hier verschillende informatieborden voorzien die zo een beetje de geschiedenis
vertelden over het ontstaan van de Necropolis van Grimde. Toen we achteraan de
kerk stonden hadden we beiden iets van 'Waauw, dit is wel iets heel speciaal,
in feite tot nog toe een van de mooiste begraaplaatsen voor onze Belgische
militaire slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog. Waarom kon er niet voor alle
anderen zo gezorgd worden, we hadden immer andere gezien sinds we vertrokken op
ons avontuur begin 2014.' We wandelden stilletjes langs alle graven heen en
merkten ook hier op dat alles hier tot in de puntjes verzorgd was. Ook hier
troffen we op elk graf een geborduurde Poppy aan welke gemaakt waren door de
plaatselijk N.S.B. vereniging.
Soldaat Tweede Klasse Yvon Wauters.
Stamnummer 102/57693. 2de Linie Regiment.
Geboren op 26 april 1892 in Kluizen en
gesneuveld op 18 augustus 1914 in Sint-Margriete-Houtem, 22 jaar.
|
Soldaat Tweede Klasse Victor Joseph Baudson.
Stamnummer 123/56374. 23ste Linie Regiment.
Geboren op 25 maart 1891 in Montignies-Saint-Christophe en
gesneuveld in Tienen op 18 augustus 1914, 23 jaar.
|
Soldaat Tweede Klasse Joseph Corneille Dumoulin.
Stamnummer 139/17719. 1ste Linie Regiment.
Geboren op 1 november 1892 in Tienen en
gesneuveld op 21 september 1918 in Kaaskerke, 25 jaar.
|
Soldaat Tweede Klasse Edmond Achille Van de Walle.
Stamnummer 122/56052. 22ste Linie Regiment.
Geboren op 17 juli 1890 in Adegem en
gesneuveld in Oplinter op 18 augustus 1914, 24 jaar.
|
Luitenant Arthur Michel.
Stamnummer 102/14670(14671). 2de Linie Regiment.
Geboren op 25 mei 1880 in Asse en
gesneuveld op 18 augustus 1914 in Sint-Margriete-Houtem, 34 jaar.
|
Soldaat Tweede Klasse Marcel Barrezeele.
Stamnummer 102/57842. 22ste Linie Regiment.
Geboren op 15 oktober 1892 in Lo en
gesneuveld in Oplinter op 18 augustus 1914, 21 jaar.
|
Het viel ons ook op dat
hier veel meer foto's werden gemaakt dan anders, ook door onze volgers. De
verlichting was perfect, het vroeg er gewoon om. Enige tijd later besloten we
om onze PRWWI tunes te spelen. Maar waar? Na een klein overleg besloten we dit
te doen ongeveer in het midden aan de linker zijde van de kerk. Toen niet veel
later de eerste klanken klonken van onze PRWWI tune Flower of Scotland kwam al
ons haar recht en kregen we beiden een koude rillingen over onze rug. Wat was
dat? Het klonk overweldigend, meer dan prachtig gewoon. De akoestiek was
perfect, het gaf ons beiden een apart gevoel dat moeilijk te beschrijven valt.
Gevolgd door onze PRWWI tune Amazing Grace werd dat gevoel helemaal te gek.
Toen we plechtig onze pipes aflegden hadden we beiden iets van, 'Is dit al
voorbij?' We wouden nog verder spelen, gewoon omdat het hier zo 'anders', zo
goed klonk. Eveneens onze volgers vonden het speciaal klinken en waren ook vol
lof over onze muzikale ceremonie.
Na wat gepraat te hebben
over ons PRWWI tunes besloten we toch maar over te gaan naar het volgende deel
van onze ceremonie en dienden we ook hier even te overleggen wat we zouden
doen. Na wat wikken en wegen omdat hier niet echt een centraal gedenkteken was
besloten we ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer te leggen bij een
onbekend slachtoffer. Onder het enorme geklik van de camera's van onze
volgfotografen werd dit moment vereeuwigd en brachten wij op onze manier hulde
aan de 140 Belgische slachtoffers die hier begraven waren. Na het nemen van de
groepsfoto werd het bezoekersregister dat op een tafel lag in het midden van de
kerk ingevuld. Het kende een laatste input op 6 mei 2017 door het afdelingshoofd vtb Cultuur Leopoldsburg /
Hechtel-Eksel. Nadat iedereen het bezoekersregister plechtig had ingevuld
wisten we dat de tijd van gaan bijna gekomen was.
Niet veel later namen we afscheid van deze
wel heel bijzondere begraafplaats en wandelden terug tot bij de PRWWI mobiel
waar Patrick naar elitaire traditie voorzag van onze afsluitende 'dram'. Voor
deze gelegenheid konden we kiezen tussen een Laphroaig, een McCallan of een
Longmorn. Niet veel later toasten we op de mooie tocht van vandaag die ons,
buiten de Duitse begraafplaats in Lommel, vooral langsheen Belgische
begraafplaatsen bracht waarbij de Necropolis van Grimde als het ware de kers op
de taart was. Kurt stond weer wat te sukkelen met zijn gsm, nog steeds contact
aan het zoeken met zijn oude vriend die de afspraak leek te missen. Onder het
praten door over de gepasseerde tocht keken we al uit naar een volgende tocht
maar een afsluiter als vandaag herbeleven zou waarschijnlijk een ware zoektocht
worden. Wie weet wat brengt de toekomst.
Rond 17.15u verlieten we Grimde en bij het
uitrijden van de straat zag Kurt plots 'The Beast' voorbij snuiven, de bijnaam
van Kurt's vriend auto. Helaas spijtig, we hadden koers gezet naar het
thuisfront. We waren nog maar een 20 minuten aan het rijden en lap daar had je
het al. File op de ring van Brussel, het kon toch niet waar zijn? Afin een
uurtje later zijn we dan toch thuis geraakt waar we een warme douche namen en
konden genieten van een lekkere koffie.
Dank aan alle volgers die er vandaag bijwaren, thuisblijvers hadden ongelijk. Het was een plezante, leerrijke en mooie tocht. Graag tot een volgende
Dank aan alle volgers die er vandaag bijwaren, thuisblijvers hadden ongelijk. Het was een plezante, leerrijke en mooie tocht. Graag tot een volgende
Groeten Stuart
en Kurt