Begraafplaatsen : Buffs Road Cemetery, Track 'X' Cemetery, No Man's Cot
Military Cemetery, Welsh Cemetery (Caesar's Nose), Dragoon Camp Cemetery, Colne
Valley Cemetery, La Belle Alliance Cemetery, Divisional Collecting Post Cemetery and
Extention, New Irish Fram Cemetery.
Afstand : 175 Km
Weer : zonnig droog in de ochtend, op de middag
grijze wolken en enkele druppels.
Deelnemers : Stuart Jervis, Alec Jervis en Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaege, Jeroen Cool, Marnix
Degruyter, Anthony Van Waelegem, Daphné Vangheluwe
Info :
Vandaag 25 september was het weer zover, na
ons PRWWI Ardennen Offensief waarbij we 29 begraafplaatsen bezochten in een
week had het lot Trip 22 geloot. Trip 22 was een tocht die ons naar de Westhoek
zou brengen en waarbij we een 10-tal begraafplaatsen zouden bezoeken tussen St
Jan en Boezinge. Geheel iets anders als de laatste periode maar met hetzelfde
doel vertrokken we onder een zonnige hemel richting Ieper. Zoals altijd overliepen
we de geplande tocht in het heen rijden en voor we goed en wel beseften hoe snel
de tijd had gevlogen zagen we bij het verlaten van de autosnelweg al in de
verte enkele auto's staan bij onze eerste stop. We zouden vandaag dus niet
alleen zijn.
Bij aankomst zagen we dat we een extra
piper zouden mee hebben op tocht, Alec Jervis stond reeds in te spelen toen wij
de wagen nog moesten parkeren. Onze vaste volgfotografen Patrick, in vol ornaat
met kilt, en Daphné stonden ook al te trappelen van ongeduld en Jeroen Cool,
Marnix Degruyter en Anthony Van Waelegem wachtend op wat er komen zou. Toen we
waren uitgestapt en iedereen een goeie dag hadden gezegd gingen we eerst onze
pipes tunen met behulp van enkele moderne attributen. Daar dit niet van een
leien dakje liep werd er toch maar gekozen om onze pipes te tunen op de oude
manier, het gehoor. Kurt was in zijn nopjes omdat men moest terugvallen op de
oude manier en zo was de trent voor vandaag reeds gezet.
Niet veel later gingen we onze eerste
begraafplaats, Buffs Road Cemetery op. 'Buffs Road' was een weg tussen 'Boundary
Road' en 'Admiral's Road', ten noorden van Sint-Jan en het gehucht 't Wieltje.
Op het kruispunt van 'Buffs Road' met 'Admiral's Road' stond een grote
boerderij die 'Cross Roads Farm' genoemd werd. De begraafplaats ligt iets ten
oosten van deze boerderij en het kruispunt. De begraafplaats is ontstaan nadat
dit stukje niemandsland werd veroverd op 31 juli 1917. Ze werd gebruikt door
gevechtseenheden (vooral 'Royal Sussex' en de 'Royal Artillery') tussen juli
1917 en maart 1918, met andere woorden tussen het begin van de Derde Slag bij
Ieper tot aan het Duitse Lente-Offensief. Na de wapenstilstand werden hier nog
bijna 90 graven, afkomstig uit de omliggende slagvelden, gehergroepeerd. Het
graf van 1 Belgische militair werd verwijderd. Het lichaam van 1 Britse
officier die in 1915 gestorven was, werd vanuit Brielen Churchyard naar hier
overgebracht. Volgens het huidige register liggen hier 265 doden uit het
Verenigd Koninkrijk waaronder 67 onbekenden, 13 uit Australië waarvan 9
onbekenden, 10 onbekende Canadezen en 1 geïdentificeerde Zuid-Afrikaan, wat een
totaal maakt van 289 doden. Voor 10 militairen, wiens graf niet meer teruggevonden
kon worden, werd een 'Special Memorial' opgericht.
Iedereen ging een beetje zijn eigen kant op
en Stuart begon direct met het afwerken van zijn lijstje. Anders dan tijdens
ons Ardennen Offensief waar we geen namenlijstje hadden, is er voor CWG's wel
info te vinden dus voor Trip 22 kon Stuart hem eens volledig laten gaan.
Stuart ging op weg terwijl onze anders volgers over de begraafplaats wandelden
en Kurt kon eveneens zijn gang gaan in het zoeken naar bijzondere epitafen.
Toen Stuart enkele minuten later liet weten dat hij klaar was met zijn lijstje
begonnen we ons klaar te maken om onze PRWWI tunes Flower of Scotland en
Amazing Grace te spelen. Tijdens onze laatste PRWWI tune Amazing Grace stopte
er ineens een tros wielermannen die even luisterden maar daarna direct terug
vertrokken. Raar mannen vond Kurt.
Private Albert Clarence Soan.
Service number G/17973. 13th Bn. Royal Sussex Regiment.
Gesneuveld 31 juli 1917, 21 jaar. Rij C Graf 6.
|
Lance Serjeant G Denny.
Service number G/13364. “D” Coy. 2nd Bn. Royal Sussex Regiment.
Mooi Epitaaf: ‘Rest In Peace, In a Hero’s Grave’.
Gesneuveld 2 maart 1918, 26 jaar. Rij B Graf 4.
|
Corporal S Watters.
Service number 2042. 1st Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Gesneuveld 22 oktober 1914. Hij is hiermee de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats.
Rij EE Graf 46.
|
Lance Corporal WJ Fussell.
Service number 504468. 503rd Field Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 20 september 1917, 26 jaar. Rij E Graf 22.
|
Gunner Henry George Small.
Service number 64401. 22nd Heavy Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 25 september 1917, 20 jaar. Rij E Graf 27.
|
Second Lieutenant William Edward Balcombe-Brown.
68th Bty. Royal Field Artillery. Gesneuveld 29 juni 1915, 22 jaar.
Rij EE Graf 39.
|
Gunner Philip Hart.
Service number 901158. 290th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 15 oktober 1917. Rij F Graf 2.
|
Captain James Elder.
13th Bn. Royal Scots.
Gesneuveld 29 december 1917, 24 jaar. Rij C Graf 58.
|
We besloten om eerst de groepsfoto te nemen
vooraan op de begraafplaats bij het Cross of Sacrifice waar we niet veel later
dan ook het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer planten bij de sokkel. Onze volgfotografen namen de
ene na de andere foto tijdens onze kleine plechtigheid waar na we verzamelden bij
het kastje waar het bezoekersregister in zat. Het bezoekersregister kende een
laatste input op 18 september 2016 van een zekere J. Bruylandt uit Dendermonde
(B). Iedereen ondertekende op zijn beurt het bezoekersregister waarbij Kurt
vond dat Daphné dat precies deed zoals een minister, zo plechtig hé. Lachend om
Kurt zijn commentaar schreef Daphné verder.
Nadat iedereen klaar was verlieten we Buffs Road Cemetry om 10u54 en terwijl we onze spullen en pipes inladen stelde
Daphné voor om te carpoolen daar men bij de meeste te bezoeken begraafplaatsen niet
kon parkeren en er een straat tijdelijk eenrichtingsverkeer was geworden door
werken in de buurt. Dus iedereen werd hier en daar heringedeeld en weg waren we
naar onze volgende stop. We reden een loodzware en vermoeiende route van wel
zeker 600 meter waar we in de berm toch makkelijk konden parkeren met onze
colonne voertuigen. Na het uitladen van onze spullen trokken we met
ons gevolg over het 60 meter altijd groene pad tot bij de ingang van de Track 'X' Cemetery waar we arriveerden om 10u55.
Deze begraafplaats werd gestart op 31 juli
1917, de eerste dag van de Derde Slag bij Ieper, toen dit stukje niemandsland
veroverd werd. De begraafplaats werd gebruikt tot november 1917, behalve twee
bijzettingen die in mei 1918 plaatsvonden. De Moortelweg was in 'Admiral's
Road' omgedoopt, naar een kapitein die in 1915 met een gepantserde auto de weg
op en af reed om zijn manschappen aan te sporen. Tot juni 1917 lag de grond van
deze begraafplaats in het niemandsland, tussen de Duitse en Britse stellingen.
De verovering van dit gebied, op 31 juli 1917, gebeurde door de '39th Division’
en ‘48th (South Midland) Division'. Volgens het register liggen hier begraven:
138 doden uit het Verenigd Koninkrijk waarvan er 20 niet geïdentificeerd konden
worden en 5 Canadezen, waarvan er 1 niet geïdentificeerd kon worden, wat een
totaal maakt van 143 doden. De voorbije jaren zijn er echter nog graven
toegevoegd met lichamelijke overschotten die tijdens archeologische opgravingen
gevonden zijn. Nu zouden er 149 doden begraven liggen, waarvan er 27 niet meer
geïdentificeerd konden worden.
We openden het hek van deze kleine en mooie
begraafplaats en lieten onze pipes achter op het sokkel van het Cross of
Sacriffice wat direct bij de ingang stond. Het zonnetje scheen fel en met al
die verschillende bloemen en planten bij de graven gaf dit een echt mooi zicht.
We slenterden de begraafplaats op, Stuart zijn lijstje aflopend en zerkjes tellen,
Kurt opzoek naar enkele bijzondere epitafen en onze volgfotografen op zoek naar
een perfect plaatje. Hoewel perfect, volgens Kurt zijn die mannen nooit
tevreden over hun foto's, altijd zien of ontdekken ze achteraf wel iets dat
niet goed is aan een bepaalde foto. Ze wringen zichzelf dan ook wel altijd in
bepaalde bochten om dat ene shot te maken.
Toen iedereen zo een beetje rond was
besloten we om onze tunes te spelen op een beetje een lege plaats tussen het
Cross of Sacrifice en enkele rijen CWG's. De klanken van onze PRWWI tunes
Flower of Scotland en Amazing Grace verdwenen in het niets over de omliggende
velden. Toen onze PRWWI muzikale plechtigheid achter de rug was weet niemand
wat er precies gebeurde want voor men het wist was de groepsfoto genomen en stonden
we het bezoekersregister in te vullen in plaats van ons PRWWI In Remembrance
kruisje te plaatsen en de groepsfoto te nemen. Het Bezoekersregister kende een
laatste input van een zekere Sally en Patrick Grainger uit de West-Midlands
(UK) op 16 september 2016. Als boodschap schreven ze ‘Very peacefull place here
to remember’, we konden dit alleen maar beamen.
Private Arthur Frank Spice.
Service number 37925. 1st/4th Bn. Royal Berkshire Regiment.
Gesneuveld 5 augustus 1917.
Hij werd 42 jaar en hiermee de oudste op de begraafplaats. Rij E Graf 44.
|
Gunner Cyril Seaton Gray.
Service number 17710. “A” Bty. 186th Bee. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 21 augustus 1917, 22 jaar. Rij D Graf 36.
|
Captain Frederick Dudley Andrews MC (Military Cross).
1st/4th Bn. Gloucestershire Regiment.
Gesneuveld 14 augustus 1917. Rij D Graf 21.
|
Captain Ian Grant Fleming MC (Military Cross).
6th Bn. Gordon Highlanders. Gesneuveld 31 juli 1917, 25 jaar.
Rij E Graf 23.
|
Nadat iedereen het bezoekersregister had
ingevuld was het eerst tijd om ons PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen. Maar
voordat we dat deden moesten we toch even Daphné wat kalmeren want die ging
daar zo ineens door de knieën voor onze pipers. Of dat dachten we. Daphné had
het nodig gevonden om de stylo waarmee we het bezoekersregister invulden op de
grond te smijten waarbij dat deze tussen de omheiningsdraad en tussen de
onderste takken van de haag was terecht gekomen. Na dit oponthoud konden we
verder doen waarvoor we gekomen waren. Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd
plechtig neer geplant bij het Cross of Sacrifice waarbij onze volgfotografen er
de ene na de andere foto van namen. Kurt vroeg zich af of ze ook zoveel foto's
zouden nemen indien de fotografen nog zouden moeten werken met filmrolletjes in
plaats van een digitaal geheugenkaartje. Hij amuseerde zich weer precies.
Alvorens we Track X Cemetery verlieten rond
11.29u keken we nog even om, om te zien of we niks waren vergeten en zetten
niet veel later koers naar onze volgende bestemming dat zo een kilometer en een
half verder lag en waarbij we letterlijk over en langsheen de frontlijn reden.
Deze werd aangegeven met verschillende herdenkingsbomen waarrond een blauw,
voor de Geallieerden of een rood, voor de Duitsers metalen frame stond
opgesteld. Ook hier konden we vrij makkelijk parkeren in de berm en toen
iedereen zo een beetje verzameld was aan het groene pad bleek ineens Kurt
vermist te zijn. Hij had er niet beter op gevonden om een alternatieve route te
nemen naar de begraafplaats zodat hij er iets vroeger zou aankomen om naar
eigen zeggen enkele foto's te nemen van de pose die arriveert op No Man's Cot
Military Cemetery.
No Man's Cot Military Cemetery is een
begraafplaats dat zo een kleine 150 meter van de weg af ligt wat maakte dat
Kurt toch wel even hoefde te wachten tot de pose aankwam. De nauwelijks
waarneembare heuvelrug waarop de begraafplaats is aangelegd, werd tijdens de
oorlog met ‘Pilckem Ridge’ aangeduid. No Man's Cot Cemetery is genoemd naar een
nabijgelegen boerderij vlakbij 'Admiral's Road', die tijdens een groot deel van
de oorlog in het niemandsland lag. De begraafplaats ontstond eind juli 1917
(Slag om Pilckem Ridge) en zou gebruikt worden tot maart 1918. Er liggen 45
mannen begraven van de '51th Highland Division', die deze locatie veroverden op
31 juli 1917. In het totaal liggen er 79 Britten begraven, waarvan er twee niet
geïdentificeerd konden worden. Hiervan zijn er 55 doden, die omkwamen op die
beruchte 31ste juli.
Onze pipes lieten we achter op de omheiningmuur bij de ingang van de begraafplaats en Stuart begon met het afwerken van zijn lijstje en na het nemen van enkele foto's stonden onze volgfotografen en volgers ineens zo precies wat lui geleund tegen de omheiningmuur. Akkoord het was een heel kleine begraafplaats en men was dus snel rond bij wijze van spreken. Nader onderzoek liet ons weten dat ze het allemaal ineens te warm hadden. No Man's Cot Military Cemetery lag in het midden van een maïsveld en doordat het zonnetje nog steeds fel scheen en de maïs op redelijk grote hoogte stond was er hier geen zuchtje wind te bespeuren die wat afkoeling kon brengen. Iedereen had het ineens veel te warm.
We besloten om naast het Cross of Sacrifice
onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen waarbij onze
volgers allen genoten op deze warme plaats. Na het spelen van onze PRWWI tunes
ging Stuart opzoek naar de ideale plaats voor het nemen van de groepsfoto en
verzette hierbij meerdere malen het camerastatief. Uiteindelijk vond hij het en
niet veel later werden we allen vereeuwigd op No Man's Cot Military Cemetery. Er
reste ons nog één ding te doen, namelijk het plaatsen van het PRWWI In
Remembrance kruisje. Waar zouden we dit het beste zetten? Lang dienden we niet
te zoeken want enkele ogenblikken nadien werd het PRWWI In Remembrance kruisje
plechtig neer geplant bij het graf van Pte. Paterson van het Black Watch
Regiment omdat dat het dichtste bij het Croass of Sacrifice stond.
Private J Lee.
Service number 18679. 6th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Gesneuveld 31 juli 1917. Rij A Graf 27.
|
Daar we hier geen bezoekersregister
aantroffen was ons bezoek ineens veel korter zodat we rond 12u00 No Man's Cot
Military Cemetery verlieten en langs het pad tussen de maïs terug naar de auto wandelden. We laden onze spullen in en zetten koers naar het Welsh
Cemetery (Caesar's Nose) dat zo een kilometer verder lag.
We parkeerden er onze wagen op de berm naast de toegangsweg naar een boerderij en stapten uit om 12u05. Het moment dat we opweg waren naar de begraafplaats dat toch zo een kleine 150 meter in het midden van een stuk akkerland lag arriveerde er ook nog een jong gezin met de fiets. Een beetje nieuwsgierig naar die mannen met die kilts en pipes in de hand zouden ze toch een tijdje in de buurt blijven.
We parkeerden er onze wagen op de berm naast de toegangsweg naar een boerderij en stapten uit om 12u05. Het moment dat we opweg waren naar de begraafplaats dat toch zo een kleine 150 meter in het midden van een stuk akkerland lag arriveerde er ook nog een jong gezin met de fiets. Een beetje nieuwsgierig naar die mannen met die kilts en pipes in de hand zouden ze toch een tijdje in de buurt blijven.
De nauwelijks waarneembare heuvelrug waarop
de begraafplaats is aangelegd, werd tijdens de oorlog met 'Pilckem Ridge'
aangeduid. Tot juli 1917 doorkruiste de Duitse frontlijn de locatie van deze
begraafplaats. Het plekje verkreeg de naam 'Caesar's Nose', naar de vorm die de
frontlijn hier maakte, namelijk een driehoekig vooruitspringend stukje. De
aanleg van de begraafplaats werd gestart eind juli 1917, bij het begin van de
Slag om Pilckem Ridge, Derde Slag bij Ieper. De '38th Welsh Division', die hier
op 31 juli 1917 de regio veroverde, begroef er 23 van haar manschappen. De
begraafplaats bleef in gebruik tot november 1917. Nu liggen er 68 Britten
begraven, waarvan er 59 geïdentificeerd konden worden.
We liepen de begraafplaats op en wouden
onze pipes achterlaten op de sokkel van het Cross of Sacrifice toen we er
grote kei ontdekten waarop geschreven stond; 'From South Wales, A little Bit of
Home'. Prachtig om te zien hoe sommige mensen de slachtoffers van WOI herdenken
op hun manier. Stuart die eerst een kleine uitleg had gegeven aan het jonge
gezin die was meegekomen ging meteen aan het werk met het fotograferen van de
graven waarvan we wat meer achtergrond wouden van geven voor het item, het
gezicht achter de steen. Daar het een redelijk kort namenlijstje was dat Stuart
had genoteerd was het al gauw tijd voor onze PRWWI tunes. Flower of Scotland
gevolgd door Amazing Grace gleden ook hier weg over de velden, de frontlijn
waar zovele mensen het leven lieten dat het ons een goed gevoel gaf dit te
mogen doen.
Private CL Kyffin.
Service number 202533. 15th Bn. Royal Welsh Fusiliers.
Gesneuveld 27 juli 1917. Hij werd 39 en is hiermee de oudste op de begraafplaats.
Plot I Rij B Graf 12.
|
Na het spelen van onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace besloten we om ook hier ineens de groepsfoto te nemen waarbij Kurt alweer in de knoop zat met de planning, lees volgorde waarop alles gebeurt. Enkele van de volgers stonden hem bij en Kurt kwam eruit. Na het nemen van de groepsfoto vertrok het jonge gezinnetje verder op pad en namen afscheid waarna wij ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer planten bij het Cross of Sacrifice. Na deze kleine plechtigheid besloten we om terug te keren naar de auto's daar er hier blijkbaar geen bezoekersregister aanwezig was. Iedereen wandelde niet veel later terug het altijd groene pad af op weg naar de auto's waar een welkome kop koffie en lunch op ons zou wachten.
Tijdens onze lunch werd er zo een beetje
over van alles en nog wat gepraat en was Kurt hem weer eens voor vandaag.
Enkelen wouden het beruchte verhaal over Kurt die zijn pipes vergat horen zodat
dit nog eens in alle geuren en kleuren werd verteld. Bij het einde van onze
lunchpauze verliet Anthony ons groepje volgers, hij had nog andere plannen na
de middag zodat we niet veel later ook op pad gingen naar onze volgende stop zo
een kilometer in vogelvlucht verder. We stapten in en verlieten Welsh Cemetery
Caesar's Nose.
Om 13u25, zo een half uurtje later dan voorzien, arriveerden we bij een veldweg die ons bij Dragoon Camp Cemetery zou brengen. Dragoon Camp Cemetery lag een dikke 400 meter van de weg verwijderd waarbij Stuart de PRWWI mobiel zo ver als mogelijk in de veldweg reed. Alec en onze volgers deden hetzelfde. Nog een geluk dat men nergens kon parkeren zei Kurt tegen Stuart, doelend op de uitspraak van Daphné dat we moesten carpoolen omdat we nergens of toch heel moeilijk konden parkeren langs ons traject.
Net ten zuiden van de weg Boezinge-Pilkem lag 'Villa
Gretchen', dat door de geallieerden 'Dragoon Camp' werd genoemd. Op 31 juli
1917, de eerste dag van de 'Slag om Pilckem Ridge', Derde Slag bij Ieper, werd
deze plaats ingenomen door de '38th Welsh Division'. De begraafplaats, die
oorspronkelijk 'Villa Gretchen Cemetery' heette, werd door de '13th Royal Welsh
Fusiliers' aangelegd vanaf 9 augustus 1917 en werd gebruikt tot in oktober
1917. Er liggen 66 Britse militairen begraven, waarvan er 10 niet meer
geïdentificeerd konden worden. Van de 66 graven behoren er 39 tot de Welsh
Fusiliers en 15 tot artillerie-eenheden. 28 doden zijn gestorven op 31 juli
1917, vele andere lieten vlak vóór of vlak na deze dag het leven. Eén militair
behoorde tot de luchtmacht.
We wandelden deze kleine en mooie
begraafplaats op en bekeken even de omgeving waarbij Daphné een woordje uitleg
gaf over waar destijds de frontlijn liep. Leerrijke informatie waar je uren
naartoe zou kunnen luisteren ware het niet dat we met ons PRWWI project er een
redelijk strak tijdsschema op nahouden. We moesten verder en terwijl Stuart
zijn lijstje begon af te lopen gingen onze volgfotografen opzoek naar een mooi
plaatje om dan een tijdje nadien samen te komen bij de ingang van de
begraafplaats waar onze pipes op de omheiningsmuur lagen. We namen onze pipes
op en liepen naar het Cross of Sacrifice om er onze PRWWI tunes te spelen. De
klanken van onze PRWWI tune Flower of Scotland ebden weg over de velden,
gevolgd door een ijzige stilte waarin je even in gedachten kon wegzinken.
Amazing Grace volgde een dikke minuut later en ook hier genoten meerdere volgers
van.
Private Tomas Hugh Davies.
Service number 290490. 15th Bn. Royal Welsh Fusiliers.
Rechts op de foto samen met zijn oudste zoon Hugh.
Over zijn zoon vonden we niets terug dus vermoeden we dat hij de oorlog overleefde.
Het verhaal van de vader vind je hier https://livesofthefirstworldwar.org/lifestory/1126779.
Gesneuveld 27 juli 1917, 39 jaar. Hij liet een vrouw en 7 kinderen achter. Rij B Graf 11.
|
Second Lieutenant William Lloyd Davies.
“C” Coy. 13th Bn. Royal Welsh Fusiliers.
Gesneuveld 31 juli 1917, 23 jaar. Rij B Graf 4.
|
Private James Dickson.
Service number 72877. 13th Bn. Royal Welsh Fusiliers.
Gesneuveld 31 juli 1917, 19 jaar. Rij B Graf 31.
|
Lieutenant Richard Walter Atkin.
92nd Bde. Royal Field Artillery.
Meer informatie kan je hier terug vinden
Gesneuveld 14 augustus 1917, 20 jaar. Rij A Graf 11.
|
Lieutenant Thomas Cyril Nicholls-Jones.
14th Bn. Royal Welsh Fusiliers.
Gesneuveld 31 juli 1917, 30 jaar. Rij B Graf 34.
|
Alvorens we onze pipes terug op het muurtje
bij de ingang legden werd eerst nog even gekeken waar we de groepsfoto konden
nemen. Stuart verzette het statief van de camera en we gingen allen naar de
door Stuart aangeduide plaats voor de groepsfoto. We werden vereeuwigd door de
camera op Dragoon Camp Cemetery en besloten om ons PRWWI In Remembrance kruisje
te plaatsen. Na een klein overleg tussen Stuart en Kurt stak Alec het PRWWI In
Remembrance kruisje 189 plechtig neer bij het Cross of Sacrifice. De fotografen
namen er de ene na de andere foto van. Patrick ging zelf op de knieën voor die
ene foto en na deze korte plechtigheid wandelden we rustig tot bij de ingang.
We overliepen alles nog eens om te zien of we niks vergeten waren en 'nope',
alles was in orde. Een bezoekersregister was hier niet aanwezig wat ons liet
weten dat we gelijk naar de auto konden wandelen. We verlieten Dragoon Camp
Cemetery om 14u en vervolgden onze tocht.
Toen we bij Colne Valley Cemetery
aankwamen, rond 14.10u, begon het het lichtjes te druppelen. Iedereen keek of
tuurde even de lucht in en hoopte dat het niet te erg zou worden. Toen we goed
en wel op de begraafplaats liepen was het al over, we zagen het dus volledig
zitten. Na de Tweede Slag bij Ieper scheidde het kanaal
Ieper-IJzer de geallieerde en Duitse troepen ter hoogte van het dorp Boezinge.
Meer zuidwaarts helde het front af naar het oosten. In de omgeving van het
Klein en Groot Zwaanhof liep een loopgraaf 'Colne Valley'. Hier werd in juli
1915 een begraafplaats aangelegd door de territoriale bataljons van de '49th
West Riding Division', die dit gebied bezetten in juli en augustus 1915. Colne
Valley Cemetery zou nog tot februari 1916 gebruikt worden. Tegen juli 1917 lag
de begraafplaats in het niemandsland, totdat het heroverd zou worden tijdens de
Slag om Pilckem Ridge, Derde Slag bij Ieper. Van de 47 Britten die hier
begraven liggen, behoren er 30 tot het 'West Riding Regiment'. Vier van hen
konden niet geïdentificeerd worden.
We wandelden over de begraafplaats,
langsheen de verschillende graven, alles zag er heel mooi en proper uit, bijna
nieuw. De reden daarvoor moesten we niet ver gaan zoeken. Aangezien Colne
Valley Cemetery de laatste jaren meer en meer te kampen kreeg met
wateroverlast, waardoor de begraafplaats voor langere tijd ontoegankelijk werd,
besliste de CWGC om het maaiveld tot 1,2 meter op te hogen. Zo kon verzekerd
worden dat de 47 militairen die er begraven liggen een waardige laatste
rustplaats hebben, die bovendien het hele jaar door toegankelijk is. Hiervoor
werden alle bovengrondse elementen van de begraafplaats ontmanteld en na de
ophoging weer opgetrokken. Daarnaast werd ook een waterpomp en -put
geïnstalleerd voor het wegpompen van overtollig water. Hoewel het hier gaat om
een uniek project dat door de CWGC nooit eerder werd uitgevoerd, bleek het de
afgelopen weken zijn effect niet gemist te hebben. Ondanks de hevige regenval
die veel overstromingen veroorzaakte in de buurt, kwam de begraafplaats niet
onder water te staan. Colne Valley Cemetery werd na volledige ophoging
officieel heropend op woensdag 22 juni 2016 om 10u in aanwezigheid van de
Britse ambassadeur H.E. Alison Rose en andere hoogwaardigheidsbekleders, werd
de plechtigheid ook bijgewoond door de Vrije Basisschool van Boezinge en St
John’s School van Kent.
Nadat Stuart rond was met het aflopen van zijn
lijstje was het stilletjes aan tijd voor onze PRWWI tunes Flower of Scotland
en Amazing Grace welke we speelden in het midden van de begraafplaats. De
fotografen deden hun job en namen de ene na de andere foto terwijl we onze
PRWWI tunes speelden. Nadat de klanken van de PRWWI tune Amazing Grace
vervlogen waren namen we eerst de groepsfoto. Iedereen trok zijn borst in en
stak zijn buik vooruit om op zijn beste kant vereeuwigd te worden op Colne
Valley Cemetery. Onze pipes legden we niet veel later op de omheiningmuur bij
de uitgang en we verzamelden bij het Cross of Sacrifice. Plechtig stak Stuart
er het 190ste PRWWI In Remembrance kruisje in de grond wat onze hulde aan de
slachtoffers die hier begraven waren bevestigde.
Corporal Rees Benjamin Morgan.
Service number S/6197. 8th Bn. Rifle Brigade.
Pakkend epitaaf:’He Saved Others, Himself He Could Not Safe’.
Gesneuveld 14 januari 1916, 20 jaar. Rij B Graf 5.
|
Rifleman C Sullivan.
Service number R/11949. 7th Bn. King’s Royal Rifle Corps.
Gesneuveld 9 februari 1916. Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats.
Rij A Graf 4.
|
Private Maurice Crowther Standeven.
Service number 4/2521. 1st/4th Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment).
Gesneuveld 13 augustus 1915, 18 jaar. Rij D Graf 17.
|
Captain Maynard Percy Andrews.
“A” Coy. 4th Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment).
Gesneuveld op 15 augustus 1915. Hij werd 44 jaar en hiermee de oudste op de begraafplaats.
Rij C Graf 7.
|
We namen enkele foto's en besloten verder
te trekken op onze tocht omdat hier blijkbaar geen bezoekersregister aanwezig
was. Toen niet veel later alle spullen en onze pipes waren ingeladen verlieten
we Colne Valley Cemetery om 14u35 voor een rit van 2Km naar onze volgende
stop. We parkeerden er de PRWWI mobiel zo'n 60 meter verder bij onze volgende
stop, Divisional Collecting Post Cemetery and Extention. We wandelden samen met
onze volgers terug en begaven ons in de maïs op het altijd groene pad dat ons
op de begraafplaats zou brengen. We vonden het een beetje raar, de graven lagen
onregelmatig wat ons deed vermoeden dat dit hier een frontbegraafplaats was. De
graven zijn onregelmatig aangelegd en vaak is er dan sprake van collectieve
graven, waarbij meerdere namen vermeld staan op 1 grafsteen. La Belle Allianca
Cemetery werd aangelegd nabij de hoeve 'La Belle Alliance', die als medische
hulppost was ingericht en die na de oorlog niet meer werd heropgebouwd.
De
eerste begravingen gebeurden in februari en maart 1916, door het 10de en 11de
bataljon van het 'King's Royal Rifle Corps'. In juli en augustus 1917, tijdens
de Derde Slag bij Ieper, werd de begraafplaats opnieuw gebruikt. Op één
grafsteen (rij D) staat te lezen dat er 'several soldiers' liggen van het 'S.
Staffordshire Regiment'. In het register wordt aangenomen dat het gaat om 8
militairen. Zodoende zouden er 60 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven
liggen, waarvan er 10 niet meer geïdentificeerd konden worden. Het register is
terug te vinden op het vlakbij gelegen Divisional Collecting Post Cemetery and
Extension.
Stuart vloog er meteen in, want ook al was
dit een vrij kleine begraafplaats, hier had hij terug enkele namen op zijn
lijstje staan waarvan we met ons PRWWI project het verhaal wouden vertellen
achter de steen. Niet veel later stond Alec reeds klaar met zijn pipes bij het
Cross of Sacrifice wat ons liet weten dat het tijd was om onze PRWWI tunes
Flower of Scotland en Amazing Grace te spelen. De klank van onze pipes dwaalde
door de bladeren van de maïs en op een gegeven moment begon Kurt raar te doen, hij
meende een verloren gelopen soldaat uit de Eerste Wereldoorlog te hebben
gezien. Nader onderzoek liet hem weten dat hij er weer eens volledig naast zat
want zijn soldaat was niemand minder dan Jeroen die tussen de maïs foto's stond
te nemen van ons bezoek. 'Die mannen steken toch van alle toeren uit voor hunne
foto hé, ongelofelijk!'
'Several Soldiers of The Great War'. Volgens het register zou het er 8 zijn. |
Lance Corporal John Walter Butterworth.
Service number R/6873. 10th Bn. King’s Royal Rifle Corps.
Gesneuveld 22 februari 1916, 22 jaar. Rij B Graf 4.
|
Rifleman David Boswell.
Service number R/3191. “B” Coy. 10th Bn. King’s Royal Rifle Corps.
Gesneuveld 29 februari 1916, 21 jaar. Rij B Graf 5.
|
Na het spelen van onze PRWWI tunes namen we
eerst de groepsfoto waarna we het PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer
planten bij het graf van de acht onbekende soldaten. Enkele fotograaf volgers bleven maar
kunsten uithalen voor het nemen van die ene foto. Raar gasten die fotografen. Daar
er hier geen bezoekersregister aanwezig was, namen we onze spullen en pipes op
en wandelden terug over het groene pad naar de weg en staken die over.
Links van de weg, zoals het hoort, wandelden we tot bij onze volgende stop, Divisional Collecting Post Cemetery and Extention. Vooraan op de begraafplaats stond ongeveer in het midden tussen twee schuilgebouwtjes de Stone of Remembrance waar we onze pipes op achterlieten.
Links van de weg, zoals het hoort, wandelden we tot bij onze volgende stop, Divisional Collecting Post Cemetery and Extention. Vooraan op de begraafplaats stond ongeveer in het midden tussen twee schuilgebouwtjes de Stone of Remembrance waar we onze pipes op achterlieten.
De begraafplaats bestaat in feite uit twee
begraafplaatsen, die pas in 2001 bijeengevoegd werden. Divisional Collecting
Post Cemetery is de oorspronkelijke begraafplaats en bestaat uit de
onregelmatige rijen B tot E in perk I (nabij het 'Cross of Sacrifice'). Deze
begraafplaats werd gestart door 'field ambulances' (medische posten) van de
'48th (South Midland) Division' en ‘58th (2/1st London) Division' in augustus
1917. De begraafplaats werd genoemd naar een 'Collecting Post', een
verzamelpunt voor gewonden dat tijdens de Derde Slag bij Ieper ingericht was
bij het vlakbij gelegen 'Coney Street'. Een 'Collecting Post' vormde een
schakel in het Britse medische evacuatiesysteem: van hieruit werden de gewonden
verder achter het front gebracht. De laatste dode werd er begraven in januari
1918. Toen telde de begraafplaats 86 graven van de Commonwealth en 1 Duitse
dode.
De 'Extension' is ontstaan tussen 1924 en
1926, toen graven uit de omliggende slagvelden en kleinere begraafplaatsen
werden bijeengevoegd. Deze graven waren o.m. afkomstig uit 'Deerlijk
Churchyard' (waar 20 Britten lagen, voornamelijk van de 31ste divisie, die in
oktober en november 1918 gestorven waren), 'De Voorstraat German Cemetery (No
50)' (iets ten zuiden van Zandvoorde gelegen, waar 2 Britse doden uit 1914-1915
lagen), 'Houthulst Forest Chateau West Cemetery' (een Duitse begraafplaats
temidden het bos van Houthulst, waar ook 2 Britse doden uit 1914 lagen) en
tenslotte 'Westrozebeke Churchyard' (met 9 Britse doden die door de Duitsers
begraven waren). In het totaal liggen er 765 mensen begraven, waarvan er 512
niet geïdentificeerd konden worden. Het gaat om 581 doden uit het Verenigd
Koninkrijk waarbij 381 niet-geïdentificeerde doden meegerekend zijn, 31
geïdentificeerde en 71 niet-geïdentificeerde Australiërs, 19 geïdentificeerde
en 56 niet-geïdentificeerde Canadezen, 3 geïdentificeerde en 2
niet-geïdentificeerde Nieuw-Zeelanders, 1 niet-geïdentificeerde Zuid-Afrikaan
en 1 niet-geïdentificeerde Duitser. Twee 'special memorials' verwijzen naar
vernielde graven, afkomstig van ‘Westroozebeke Churchyard’.
Terwijl onze volgers reeds over de
begraafplaats wandelden opzoek naar een mooi plaatje of genoten van de
kleurrijke bloemen die her en der bij de graven stonden, gingen Kurt en Stuart
eerst iets opzoeken in het register van de begraafplaats. Dat vonden we terug in
het kastje waar ook het bezoekersregister in zat. Van 2 namen waarover we iets
meer wouden vertellen hadden we tijdens onze voorafgaande research niet de
exacte graflocatie gevonden. Een kleine blik in het register liet ons vlug
weten waar we moesten zijn zodat Stuart kon vertrekken op zijn ronde over de
begraafplaats. Toen we net over de begraafplaats begonnen te wandelen en Stuart
zijn lijstje begon af te werken begonnen er dikke druppels te vallen. Niet echt
leuk maar we maken er het beste van en hopelijk zou het vlug over zijn. Stuart
werkte naarstig zijn lijstje af onder de grote paraplu terwijl de volgers het
ene na het andere plaatje schoten.
Een tijdje later, Stuart had hier een groot
lijstje te verwerken, verzamelden we in een van de schuilhuisjes waar we toch
min of meer droog stonden. De camera werd opgesteld en niet veel later trokken
we naar het midden van de begraafplaats om er onze PRWWI tunes te spelen.
Ondanks de regendruppels klonk Flower of Scotland prachtig in deze open vlakte
waar ooit zoveel geweld woede. Na een kleine stilte die even overheerste en
waarvan sommigen genoten speelden we onze tweede PRWWI tune Amazing Grace. Nadat
de laatste klanken van Amazing Grace wegebden over de velden wandelden we terug
naar de ingang van de begraafplaats waar we ergens onderweg samen met onze
volgers de groepsfoto namen.
Private Thomas Henry Curtis.
Service number 6265. 12th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 6 oktober 1917, 30 jaar. Plot II Rij Q Graf 4.
|
Private Clarence E. Bartlett.
Service number 401521. 25th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 10 juni 1916. Hij werd amper 17 jaar. Plot II Rij M Graf 7.
|
Sergeant William Little MM (Military Medal).
Service number 192909. 15th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 8 november 1917, 33 jaar. Plot II Rij H Graf 5.
|
Private Augustus Thomas Harman.
Service number 4378. 15th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 16 oktober 1917. Plot II Rij H Graf 20.
|
Chaplain 4th Class The Rev. Geoffrey Maynard Evans MC (Military Cross).
Army Chaplains' Departement.
Gesneuveld 11 augustus 1917, 35 jaar. Plot II Rij E Graf 12.
|
Serjeant Arthur James Scaife.
Service number 9/397. 3rd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 18 oktober 1917, 27 jaar. Plot II Rij B Graf 7.
|
Private Albert Shay.
Service number 687205. 47th Canadian Infantry.
Hij was afkomstig uit Minnesota, USA.
Hij sneuvelde ergens tussen 26 en 28 oktober 1917, 31 jaar.
Plot II Rij A Graf 8.
|
Gunner J Dick.
Service number 73007. 261st Siege Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 21 september 1917. Plot I Rij D Graf 7.
|
Private Alfred Charles Slade.
Service number 6347. 12th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 6 oktober 1917, 25 jaar. Plot I Rij G Graf 15.
|
Private Hemsley Hurtle Stanley Marshman.
Service number 6530. 50th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 15 oktober 1917. Plot I Rij J Graf 1.
|
Corporal Saddler Ernest John Pollikett.
Service number 5661. 10th (Prince of Wales’s Own Royal) Hussars.
Gesneuveld 13 mei 1915. Plot I Rij J Graf 22.
|
Private William Mead.
Service number 235488. 6th Bn. Leicestershire Regiment.
Gesneuveld 29 april 1918, 30 jaar. Plot I Rij O Graf 12.
|
Het PRWWI In Remembrance kruisje werd niet
veel later door Alec plechtig neer geplant bij het graf van een onbekend
slachtoffer onder het vele geklik van de verschillende camera's van onze volgers.
Een moment van stilte, ingetogen even stilstaan bij het zien van de vele slachtoffers
die hier begraven zijn waarvan het grootste deel ervan alleen maar 'A Soldier
Of The Great War' op hun grafsteen heeft staan. Ongelofelijk!
We gingen naar het ene schuilhuisje waarin
we het kastje met het bezoekersregister in zouden terug vinden en één voor één
ondertekenden we bet bezoekersregister dat een laatste input had op 24
september 2016 door en zekers Mike en Evi uit het Limburgse Meeuwen. Het
bezoekersregister werd daarna terug zorgvuldig opgeborgen waarna we onze
spullen en pipes in de PRWWI mobiel laden om rond 16u verder te trekken op
onze tocht.
We reden een kleine 400 meter verder waarbij we net achter de hoek in de Briekestraat bij de ingang parkeerden van onze laatste stopplaats van vandaag. New Irish Farm Cemetery lag naast de zogenaamde 'Boundary Road' (Briekestraat), nabij een boerderij die 'Irish Farm' genoemd werd. Het vlakbij gelegen kruispunt met de Hogeziekenweg werd 'Hammonds Corner' genoemd. Deze begraafplaats werd geopend in augustus 1917, eens dit gebied dat tot nu toe steeds tegen de frontlijn gelegen was, als veilig beschouwd kon worden na de geallieerde vooruitgang op de zogenaamde 'Pilckem Ridge' tijdens de Derde Slag bij Ieper. De begraafplaats werd gebruikt tot november 1917 en nog eens in april en mei 1918. Na de wapenstilstand werd de begraafplaats, die bestond uit 73 graven (perk I), uitgebreid met circa 4560 graven afkomstig uit de omliggende slagvelden en kleinere begraafplaatsen. Er werden toen eveneens 6 Chinese arbeiders begraven. Ongeveer 70% van de doden kon niet meer geïdentificeerd worden.
We reden een kleine 400 meter verder waarbij we net achter de hoek in de Briekestraat bij de ingang parkeerden van onze laatste stopplaats van vandaag. New Irish Farm Cemetery lag naast de zogenaamde 'Boundary Road' (Briekestraat), nabij een boerderij die 'Irish Farm' genoemd werd. Het vlakbij gelegen kruispunt met de Hogeziekenweg werd 'Hammonds Corner' genoemd. Deze begraafplaats werd geopend in augustus 1917, eens dit gebied dat tot nu toe steeds tegen de frontlijn gelegen was, als veilig beschouwd kon worden na de geallieerde vooruitgang op de zogenaamde 'Pilckem Ridge' tijdens de Derde Slag bij Ieper. De begraafplaats werd gebruikt tot november 1917 en nog eens in april en mei 1918. Na de wapenstilstand werd de begraafplaats, die bestond uit 73 graven (perk I), uitgebreid met circa 4560 graven afkomstig uit de omliggende slagvelden en kleinere begraafplaatsen. Er werden toen eveneens 6 Chinese arbeiders begraven. Ongeveer 70% van de doden kon niet meer geïdentificeerd worden.
Volgens het huidige register liggen hier
1449 geïdentificeerde en 3267 niet-geïdentificeerde doden begraven: 4356 doden
uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan er 3000 niet geïdentificeerd konden
worden, 65 Australiërs waarvan 26 niet geïdentificeerd, 258 Canadezen waarvan
230 niet geïdentificeerd, 7 Indiërs waarvan 4 niet geïdentificeerd, 23
Nieuw-Zeelanders waarvan 5 niet geïdentificeerd, 6 Zuid-Afrikanen waarvan 2
niet geïdentificeerd en 1 Duitser. Er zijn 38 'Special Memorials' voor doden
waarvan aangenomen wordt dat ze onder naamloze graven liggen. Er zijn 30 andere
'Special Memorials' en een 'Duhallow Block' opgericht voor doden uit andere
begraafplaatsen, wiens graf er niet meer teruggevonden kon worden wegens de
vernielingen. Ze stierven allen in 1914, 1917 en 1918 en werden oorspronkelijk
begraven in 'La Miterie German Cemetery' in Lomme, 'Francois Farm Cemetery',
'Vanheule Farm Cemetery' en 'Spree Farm Cemetery', alle drie Langemark.
We wandelden de begraafplaats op en liepen
langs het pad rechtdoor tot aan de Stone of Remembrance waar we onze pipes achterlieten. Ondertussen was ook het zonnetje komen piepen wat maakte dat we
een mooie afsluiter zouden hebben. Onze volgfotografen waren ook tevreden want
zij konden nu blijkbaar weer meer met het licht gaan spelen wat Kurt weer heel
raar vond. Terwijl Stuart zich klaar maakte om op pad te gaan om zijn lijstje
af te werken deed Daphné het verhaal van de 3 laatste bijgezette graven. Zij
werden hier in de buurt gevonden en konden helaas niet meer geïdentificeerd worden maar kregen toch een waardige laatste rustplaats hier op
New Irisch Farm Cemetery. We vroegen ons daarna af, als je er even bij
stilstaat en moest weten wat er hier nog steeds onder de grond zit of ligt, ongelofelijk!
Stuart was al aardig een eindje opgeschoten
met het tellen van 'zerkjes', dat we stilaan afzakten naar de Stone of
Remembrance om er onze pipes op te halen. We besloten om hier in Plot 1, bij de
Stone of Remembrance, onze PRWWI tunes te spelen. Flower of Scotland gevolgd
door een kleine stilte en Amazing Grace galmde over de begraafplaats heen
terwijl onze volgfotografen er enkele foto's van namen. Na het spelen van onze
PRWWI tunes besloten we om ook weer eerst de groepsfoto te nemen alvorens we
verder zouden gaan. Iedereen probeerde zijn borst in te trekken en zijn buik
vooruit te steken, adem in te houden en dat gecombineerd met een brede glimlach
en Kurt's commentaar, wachtend tot het 'lampeke' bleef branden en de camera
'klik' deed. Niet simpel voor sommigen onder ons.
Private S Butt.
Service number 325237. 1st Bn. Cambridgeshire Regiment.
Gesneuveld 31 juli 1917. Plot XX Rij B Graf 20.
|
Eén van de 3271 onbekende slachtoffers op de begraafplaats. |
Private W Wyer.
Service number 16400. 3rd Bn. Worcestershire Regiment.
Gesneuveld 10 augustus 1917. Plot XXIX Rij C Graf 19.
|
Lance Corporal Herbert James Allison.
Service number 25426. 2nd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 3 oktober 1917, 31 jaar. Plot II Rij C Graf 2.
|
Lieutenant Maurice Cridland Hill.
5th Bn. Nothumberland Fusiliers.
Gesneuveld 24 mei 1915, 37 jaar. Plot III Rij F Graf 10.
|
Private Frank Harold Cammock.
Service number 28099. “B” Coy. 3rd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 14 oktober 1917, 23 jaar. Plot V Rij H Graf 4.
|
Private TH Mainwaring.
Service number 240611. 2nd/6th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 27 september 1917. Plot V Rij H Graf 14.
|
Lieutenant Hugh Alexander Forrest.
Service number 30104. 2nd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade.
Gesneuveld 12 oktober 1917. Plot VI Rij B Graf 4.
|
Sergeant Harold Victor McNaughton.
Service number 123382. 13th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 1 november 1917, 30 jaar. Plot VII Rij D Graf 7.
|
Captain William Hunstone Brierley.
Adjt. 6th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 26 september 1917, 20 jaar. Plot VII Rij E Graf 10.
|
Private Vernon Greensmith Parkin.
Service number 306507. 2nd/8th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 26 september 1917, 21 jaar. Plot XIV Rij A Graf 20.
|
Lance Corporal James William Watt.
Service number 240026. 5th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Gesneuveld 31 juli 1917, 24 jaar. Plot XI Rij A Graf 11.
|
Corporal Ernest A Brown.
Service number 203874. 1st/4th Bn. Oxford and Bucks Light Infantry.
Gesneuveld 16 augustus 1917. Plot XI Rij F Graf 13.
|
Corporal S Carrie.
Service number 352146. 9th Bn. Royal Scots.
Gesneuveld 8 september 1917. Plot X Rij B Graf 14.
|
Captain Frank Elliot Belchier MC (Military Cross).
1st Bn. East Lancashire Regiment.
Gesneuveld 20 mei 1915, 24 jaar. Plot XXVII Rij A Graf 10.
|
Private AJ Scott.
Service number S/20325. 1st/8th Bn. Argyll and Sutherland Highlanders.
Gesneuveld 20 september 1917. Plot XXV Rij G Graf 5.
|
Private Joseph Archibald Darragh.
Service number 22316. 1st Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 3 oktober 1917, 22 jaar. Plot XXV Rij C Graf 20.
|
Private William Robert Oakes.
Service number 292538. 1st/7th Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 1 juli 1917, 21 jaar. Plot XXV Rij B Graf 2.
|
Lieutenant Charles Lindsay Claude Bowes-Lyon.
3rd Bn. attd. 1st Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Hij is de neef van Elisabeth Bowes-Lyon, voor de meesten onder ons beter gekend als ‘The Queen Mum’. https://en.wikipedia.org/wiki/Claude_Bowes-Lyon,_13th_Earl_of_Strathmore_and_Kinghorne
Hij sneuvelde op 23 oktober 1914, 29 jaar. Plot XXX Rij D Graf 11.
|
Lieutenant Thomas Anderson Street.
10th Bn. Gloucestershire Regiment.
Gesneuveld 27 januari 1918, 23 jaar. Plot XXXI Rij C Graf 6.
|
Captain John Edmund Valentine Isaac DSO (Distinguished Service Order).
2nd Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 9 mei 1915, 35 jaar. Plot XXXI Rij F Graf 13.
|
Private Maurice William Gill.
Service number 3535. 58th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 19 juli 1916, 24 jaar. Plot XXXI Rij F Graf 16.
|
Private Alexander Grant McKenzie.
Service number 2214. 53rd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 25 september 1917, 32 jaar. Plot XXXV Rij A Graf 25.
|
Private Lindsay Mackrell.
Service number 237. 15th Coy. Australian Machine Gun Corps.
Gesneuveld 24 september 1917, 26 jaar. Plot XXXV Rij B Graf 21.
|
Corporal John Collin Goodall.
Service number 325. 26th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 20 september 1917,20 jaar. Plot XXXV Rij B Graf 9.
|
Lieutenant Robert Randle Egerton.
1st Field Sqdn. Royal Engineers.
Gesneuveld 16 november 1914, 26 jaar. Plot XXXIII Rij C Graf 2.
|
Private John Lancelot Andrews.
Service number 3346. 54th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 26 september 1917. Hij werd amper 16 jaar. Plot XXXIV Rij E Graf 11.
|
Corporal John McKenzie MM (Military Medal).
Service number 201292. 4th Bn. Seaforth Highlanders.
Gesneuveld 1 augustus 1917, 21 jaar. Plot XVII Rij E Graf 19.
|
Rifleman Lewis Fredrick Bartlett.
Service number 1077. “C” Coy. London Regiment (London Rifle Brigade).
Gesneuveld 13 mei 1915, 20 jaar. Special Memorial 34.
|
Private Leslie Garey Hopkins MM (Military Medal).
Service number 3/1774. No.3 Field Amb. New Zealand Medical Corps.
Gesneuveld 12 oktober 1917, 26 jaar. Plot XV Rij D Graf 1.
|
Daarna overlegden Stuart en Kurt even over
de plaats waar we ons PRWWI In Remembrance kruisje zouden steken. Ze waren er
vlug uit, hun keuze viel bij de Stone of Remembrance welke in plot 1 stond, de
oorspronkelijke begraafplaats. Stuart plantte het PRWWI In Remembrance kruisje
neer aan de voet van de Stone of Remembrance naast een ander houten In
Remembrance kruisje dat er was gezet. Onze volgers waren weer volledig in de
weer om deze kleine ceremonie vast te leggen met hun camera want het was een
geklik van jewelste. Volgens Kurt, echte paparazzi's, een echte plaag die
gasten maar toch blij dat we deze mensen mee hebben op onze tochten.
Niet veel later wandelden we naar het gebouwtje bij de ingang
waar we het bezoekersregister terugvonden in het daarvoor voorzien kastje in de
muur. Het bezoekersregister kende een laatste input van enkele ogenblikken voor
ons van Eddy & Anita Van Grimbergen - Schellekens afkomstig uit Hoboken (B)
die er als nota 'Nooit meer oorlog' bijschreven. Inderdaad als je dat bedenkt
hoeveel graven we al hebben gezien sinds het begin van ons project.
Ongelofelijk! Iedereen ondertekende het bezoekersregister, de een al wat
triomfantelijker dan de andere waarna we het bruggetje overgingen naar onze geparkeerde
auto's.
Daar aangekomen diende Patrick nog even een belangrijk werkje te doen. Hij was garçon van dienst en schonk voor iedereen een dram uit naar keuze. Er was keuze uit verschillende whisky's; Ardbeg 10, Laphroig, Tomintoul of Ardmore die laatste een overblijfsel van ons beruchte Ardennenoffensief. Toen iedereen was bediend klonken we samen op een alweer mooie tocht langsheen verschillende CWG begraafplaatsen en werd er nog wat nagepraat over de voorbije dag en toekomstige tochten.
Daar aangekomen diende Patrick nog even een belangrijk werkje te doen. Hij was garçon van dienst en schonk voor iedereen een dram uit naar keuze. Er was keuze uit verschillende whisky's; Ardbeg 10, Laphroig, Tomintoul of Ardmore die laatste een overblijfsel van ons beruchte Ardennenoffensief. Toen iedereen was bediend klonken we samen op een alweer mooie tocht langsheen verschillende CWG begraafplaatsen en werd er nog wat nagepraat over de voorbije dag en toekomstige tochten.
Nadat iedereen zijn dram had genuttigd werd
alles opgeruimd en begonnen onze spullen in te laden waarna we allen huiswaarts
keerden. Een dik uur en een half later ploften we moe maar zeker voldaan neer
in onze zetel in het thuisfront met alleen alweer een mooi avontuur als
herinnering. Nogmaals bedankt aan de volgfotografen en andere om er weer bij te
zijn, het geeft ons telkens dat kleine zetje tijdens onze tochten en graag tot
een volgende tocht.
Groeten Stuart en Kurt,