Begraafplaatsen : Croonaert Chapel Cemetery, Godezonne Farm Cemetery,
Suffolk Cemetery, Kemmel n°1 French Cemetery, Klein-Vierstraat British
Cemetery, Ridge Wood Military Cemetery en Elzenwalle Brasserie Cemetery.
Afstand : 175Km
Weer : Koud maar droog
Deelnemers : Stuart Jervis, Alec Jervis, Serge De Cremer en Kurt van Looke
Volgers : Daphné Vangheluwe, Monique Duhayon, Suzy Vlaminck, Patrick Verhaeghe,
Charles De Cremer en Rudi
Rasker.
Info :
Vandaag stond onze 22ste tocht binnen het
Pipers Remembering WWI project en tevens onze eerste tocht van het jaar 2016
gepland. Tocht 34 was uitgeloot, een tocht die ons ergens tussen Heuvelland en
Ieper zou brengen waarbij we zeven Commonwealth begraafplaatsen zouden bezoeken.
De voorbije dagen hadden we de weersvoorspellingen opgevolgd en voor vandaag
hadden ze een droge maar frisse dag afgegeven.
Mooi op tijd vertrokken we vanuit Moerkerke richting Ieper en vandaar naar Wijtschate waar we zo'n 1,5 kilometer buiten de dorpskern in de Voormezelestraat onze eerste begraafplaats voor vandaag zouden treffen. Toen we arriveerden rond 10.00u waren we aangenaam verrast, er stonden reeds verschillende mensen te wachten op ons bij hun geparkeerde auto, we zouden dus niet alleen zijn vandaag. We stapten uit en begonnen meteen met iedereen een goede dage te zeggen. Buiten onze vaste volg fotografe Daphné zagen we ook enkele nieuwe nieuwe gezichten en merkten we algauw op dat we vandaag met vier pipers zouden zijn wat ons goed stemde.
Mooi op tijd vertrokken we vanuit Moerkerke richting Ieper en vandaar naar Wijtschate waar we zo'n 1,5 kilometer buiten de dorpskern in de Voormezelestraat onze eerste begraafplaats voor vandaag zouden treffen. Toen we arriveerden rond 10.00u waren we aangenaam verrast, er stonden reeds verschillende mensen te wachten op ons bij hun geparkeerde auto, we zouden dus niet alleen zijn vandaag. We stapten uit en begonnen meteen met iedereen een goede dage te zeggen. Buiten onze vaste volg fotografe Daphné zagen we ook enkele nieuwe nieuwe gezichten en merkten we algauw op dat we vandaag met vier pipers zouden zijn wat ons goed stemde.
Na een korte babbel en de uitleg wat onze
bezoeken aan de begraafplaatsen inhield aan enkele nieuwe gezichten kwam Daphné naar elk van ons met een pak ingebonden papier. Zij had als cadeautje alle verslagen van 2015 omgezet, afgedrukt en ingebonden voor ons. Toen werd de schaal van ons project ons even heel duidelijk. Alle tekst en foto's in deze bundels hebben wij online gezet. Aangezien wij bijna dagelijks met dit project bezig zijn beseffen we zelf de grote ervan niet echt (en misschien maar goed ook). Nadat we onze bundels zorgvuldig hadden opgeborgen haalden we onze pipes boven om samen met Alec Jervis en Serge De Cremer enkele
malen Scotland the Brave te spelen bij de auto. Dit op onze rieten wat op te waren voor het stemmen. Nadien werden de drones van de pipes getuned zodat we er tegenaan konden gaan en zagen we eveneens Patrick
Verhaeghe arriveren met de fiets. Om Croonaert Chapel Cemetery te bereiken,
onze eerste begraafplaats voor vandaag, dienden we langs een lang, met
gemillimeterd groen gras pad te wandelen ergens in het midden van een veld. Net
toen we de weg verlieten passeerden we een gedenksteen voor Luitenant Lasnier die
hier op deze plaats sneuvelde en zijn 185 jagers te voet (Light Infantry). Het
1ste Franse bataljon jagers te voet wordt herdacht voor de strijd die ze
leverden tijdens de verdediging van België - Frankrijk van 3 tot 15 November
1914. Op de voorzijde staat bovenaan een bronzen haan en een hoorn met daarin
de letters "I B.C.P.". Een herinneringstekst in vlakreliëf staat op
een bronzen plaat.
We
wandelden het lange pad af naar de ingang van Croonaert Chapel Cemetery die
volledig was omringt met een natuurstenen omheiningmuur die was afgedekt met
een witstenen plaat. We gingen allen de begraafplaats op die opvallend mooi
onderhouden was. Bij de ingang bevinden zich eveneens
de landplaten, links van de toegang, vooraleer de eigenlijke begraafplaats kan
betreden worden, staat een grafsteen voor de Chinees Chang Chi Hsuen (van het
'Chinese Labour Corps'). Verder op de begraafplaats merkten we op dat
enkele graven op heel rare plaatsen lagen ten opzichte van de anderen die
allemaal in een rij naast elkaar lagen. In een hoek aan de omheiningmuur
vonden we het graf van een onbekende soldaat, drie helemaal een meter van de
muur en dwars ten opzichte van de anderen, heel raar was dat. De 'Croonaertkapel' lag langs de weg van Voormezele naar
Wijtschate. 'Croonaert Chapel Cemetery' bevindt zich op ongeveer 150 m ten W
van deze weg. Ze lag in het niemandsland vóór de Mijnenslag van 7 juni 1917. De
aanleg van de begraafplaats begon op initiatief van de 'Burial Officer' van de
'19th Division' in juni 1917, 52 doden behoorden tot die 19de divisie, en ze
bleef in gebruik tot in november 1917. Er kwamen nog 2 bijzettingen in april
1918 en januari 1919. De 51 Duitse graven die er oorspronkelijk lagen, werden
na de oorlog verwijderd. Behalve de hoger vermelde Chinees, liggen er vandaag
de dag 74 Britten begraven, waarvan er 7 niet geïdentificeerd konden worden.
Kurt ging meteen opzoek naar enkele
bijzondere epitafen terwijl Stuart meteen zerkjes begon te tellen en zijn
lijstje met namen voor het verhaal achter de steen wou afwerken. Onze volgers
wandelden eveneens ingetogen over de begraafplaats langsheen de verschillende graven. De fotografen gingen meteen opzoek naar een mooi plaatje waarna wat
werd gebabbeld over enkele slachtoffers die hier zijn begraven. Alec merkte
eveneens op dat het hier zo extreem rustig en vredig was, bijna akelig stil.
Het rare aan een begraafplaats. Tijdens onze vorige tochten hadden we dit ook
al opgemerkt. Een begraafplaats mag in de buurt van een drukke weg liggen, je
voelt er gewoon de stilte.
Eén van de zeven onbekende slachtoffers op de begraafplaats. Wel vreemd dat hij zo apart en in omgekeerde richting lag. |
Private James Cooper.
Service number 235069. 9th Bn. Royal Welsh Fusiliers.
Gesneuveld 7 juni 1917. Hij werd 40 jaar en is de oudste op de begraafplaats.
Rij A Graf 13.
|
Corporal S Owen.
Service number 33028. 9th Bn. Royal Welsh Fusiliers.
Gesneuveld 7 juni 1917. Rij A Graf 17.
|
Private Vincent Edward Wardleworth.
Service number 15152. 7th Bn. East Lancashire Regiment.
Gesneuveld 7 juni 1917, 28 jaar. Rij B Graf 19.
|
Niet veel later toen Stuart aan enkel
nieuwe volgers het een en ander uit de doeken had gedaan over de werkwijze van
het project was het stilaan tijd dat we onze pipes zouden nemen. We besloten om
ons op te stellen tussen het Cross of Sacrifce en de graven waar er toch een
breder stukje gras te vinden was. Hoewel onze tune Flower of Scotland de rust
hier verbrak, klonk het toch heel erg mooi op deze vredige plaats, alles zat
gewoon goed. Na Flower of Scotland viel terug de vredige rust over de
begraafplaats heen waarna we enkele ogenblikken later onze tune Amazing Grace
speelden waarbij Serge de seconds, de tweede stem, speelde op zijn pipes. Een
voordeel als je met meerdere pipers op tocht kunt gaan.
Na het spelen van onze twee PRWWI tunes
besloten we om eerst de groepsfoto te nemen wat vrij aardig lukte met onze
groep van 10 mensen. Iedereen stond vol spanning te kijken tot het 'lampeke'
ging branden waarbij enkelen spontaan begonnen te lachen. Na de groepsfoto werd
ons Pipers Remembering WWI In Remembrance Cross plechtig neer gepland bij het
Cross of Sacrifice waarna we ons stilaan klaar begonnen te maken om verder te
gaan op onze tocht. We verlieten deze kleine maar mooie begraafplaats om 11.05u
en wandelden onder een stralend ochtend zonnetje terug over het lange groene
pad naar onze auto waar we alles opborgen in de auto.
Bijna al onze volgers waren reeds vertrokken naar onze volgende bestemming toen ook wij vertrokken naar Godezonne Farm Cemetery, ongeveer een dikke drie kilometer verder. Toen we iets verder een straat moesten inslaan zagen we een bekende met zijn fiets trappen alsof zijn leven ervan afhing. Op het moment dat we Patrick op zijn fiets voorbij staken riep Kurt; "En gaan hé, het peloton ligt op 2 kilometer, alles geven hé." Gelukkig kende Patrick de streken van Kurt en kon ermee lachen.
Bijna al onze volgers waren reeds vertrokken naar onze volgende bestemming toen ook wij vertrokken naar Godezonne Farm Cemetery, ongeveer een dikke drie kilometer verder. Toen we iets verder een straat moesten inslaan zagen we een bekende met zijn fiets trappen alsof zijn leven ervan afhing. Op het moment dat we Patrick op zijn fiets voorbij staken riep Kurt; "En gaan hé, het peloton ligt op 2 kilometer, alles geven hé." Gelukkig kende Patrick de streken van Kurt en kon ermee lachen.
Toen we de Kriekstraat inreden passeerden
we Suffolk Cemetery die we nadien zouden bezoeken en we arriveerden een kleine
500 meter verder om 11.15u, mooi op tijd bij Godezonne
Farm Cemetery waar we onze wagen parkeerden bij de stallen van de naastgelegen
boerderij. Op ca. 450m voorbij de boerderij staat de obelisk voor de 32ste
Franse divisie die hier vochten. Onze volgers parkeerden voor de begraafplaats
wat het een beetje moeilijker maakte voor ons om de ingang te fotograferen. We
namen onze spullen en pipes op en begaven ons naar de ingang van de
begraafplaats waar onze volgers reeds stonden te wachten.
Godezonne Farm Cemetery is een kleine, rechthoekige begraafplaats
die is aangelegd in 2 niveaus, met het Cross of Sacrifice op een bakstenen
verhoog met trapjes er omheen als centraal verbindingspunt. De begraafplaats
werd destijds aangelegd in de tuin van de Godezonne Farm, langs de 'Cheapside'
zoals de weg genoemd werd door de Britten, in de periode februari - mei 1915,
door de 2de Royal Scots en de 4th Middlesex, beiden behorende tot de 8ste
Brigade, 3de Division. In 1916 werden nog eens 3 graven toegevoegd aan de reeds
17 aanwezige graven. Na de oorlog werd de begraafplaats uitgebreid door de
concentratie van 59 graven uit de slagvelden ten N en O van Kemmel. Op de
begraafplaats zijn 79 militairen begraven: 74 doden uit het Verenigd
Koninkrijk, waarvan er 41 niet geïdentificeerd konden worden, 1 niet
geïdentificeerd Australiër, 1 Canadees en 3 Zuid-Afrikanen waarvan 2 niet
geïdentificeerd.
Vier slachtoffers van de Royal Scots. Drie zerken met het embleem in het kruis en één met het embleem bovenaan de zerk en het kruis apart. Vreemd. |
Iets dat we nog niet eerder zagen op Commonwealth Headstones. Aan de zijkant een aparte nummering. Zou het hoge aantal onbekenden hier een oorzaak van zijn? |
Daar Stuart zijn lijstje met te zoeken
namen voor het verhaal achter de steen vrij kort was, namen we genoegen met het
nemen van enkele foto's. Niet veel later besloten we maar om onze tunes te
spelen wat we deden tussen de ingang en het Cross of Sacrifice. Flower of
Scotland en Amazing Grace met tussenin een kleine stilte klonken heel mooi in
de landelijke ochtend. Na het spelen van onze tunes besloten we om terug eerst
de groepsfoto te nemen waarbij het toch even duurde vooraleer iedereen klaar
was. Cheese, Kaas, Smile of gewoon Lampeke was genoeg om een glimlach te laten
verschijnen. Na de groepsfoto plaatste Serge bij het Cross of Sacrifice
plechtig ons PRWWI In Remembrance kruisje waarna er toch nog even werd
doorgebabbeld over de begraafplaats. Het was ook hier dat we ontdekten dat alle
grafstenen op de zijkant genummerd waren.
Private Frederick Fay.
Service number 819. 1st Regt. South African Infantry.
Hij is de enige Zuid-Afrikaan op de begraafplaats.
Gesneuveld 18 september 1917, 27 jaar. Plot II Rij A Graf 7.
|
Driver Arthur Gordon.
Service number 348657. 45th Bty. 9th Bde. Canadian Field Artillery.
Hij is de enige Canadees op de begraafplaats.
Gesneuveld 11 september 1916, 22 jaar. Plot I Rij A Graf 11.
|
Gunner AJ Payne.
Service number 34752. “B” Bty. 177th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld op 18 november 1916.
Hij werd 17 jaar en is hiermee de jongste op de begraafplaats.
Plot I Rij B Graf 9.
|
Nadien begonnen we ons stilaan klaar te maken om verder te trekken op onze tocht want ook hier, zoals op Croonaert Chapel Cemetery, was er geen bezoekersregister aanwezig. We verlieten deze kleine mooie en eveneens vredige begraafplaats om 11.45u en zetten koers naar de zo een kleine 500 meter verderop gelegen volgende begraafplaats. We reden tot aan de begraafplaats waar we parkeerden langs de straat kant en daar de ingang over de beek lag, lukte het om een deftige foto van de ingang te nemen terwijl onze volgers de begraafplaats opwandelden om 11.45u. Kurt legde een canvas zeiltje op de omheiningmuur waarop we de pipes achterlieten. Dit doen we om ze te beschermen tegen de vochtigheid, want de helft van de begraafplaats lag in de schaduw, de andere helft in het felle middagzonnetje. Daar waar de schaduw over de begraafplaats viel was het eeuwige groene gras door de dauw helemaal bevroren.
Suffolk Cemetery ligt langs de Kriekstraat in Kemmel, achter
huisnummer 16. De aanleg van Suffolk Cemetery geschiedde in maart en april 1915
door de 2de Suffolks. In november 1917 werd nog 1 begraving verricht, wat het
totaal op 19 bracht. De 38ste Labour Group gebruikte in oktober 1918 opnieuw de
begraafplaats voor de bijzetting van 28 militairen die gestorven waren tijdens
het Duitse Lente-Offensief van april 1918 en die met uitzondering van 2,
behoorden tot de 1ste/4de York & Lancasters en 1ste/5de York &
Lancasters, beiden behorend tot de 148ste Brigade, 49ste West Riding Division.
Ter gelegenheid van deze bijzettingen kreeg de begraafplaats de bijnaam
'Cheapside Cemetery' naar de Britse benaming van de weg die er ten ZW van lag, de
Kriekstraat. Een Special Memorial werd opgericht voor Private William Scotton
van de 4de Middlesex, 8ste Brigade, 3de Division die was gedeserteerd op 23
januari 1915. De volgende dag gaf hij zich echter over aan de legerleiding. Hij
werd niettemin terechtgesteld in de omgeving van Vierstraat op 3 februari
1915 en werd hier dichtbij begraven, maar zijn graf ging verloren. Zijn naam
staat vermeld op de Menenpoort. Op de begraafplaats liggen 47 doden uit het
Verenigd Koninkrijk begraven, waarvan er 8 niet geïdentificeerd konden worden.
We wandelden de begraafplaats op en
iedereen begon zo een beetje zijn eigen weg te zoeken langsheen de slachtoffers
die hier waren begraven. Iedereen nam ook de tijd om met elkaar wat te babbelen
op een heel ontspannen sfeer terwijl Stuart zijn lijstje begon af te werken en
Kurt opzoek was naar bijzondere epitafen. Na een tijdje besloot Kurt iets te
forceren en ging zijn pipes halen waarna de andere pipers zijn voorbeeld
volgden. Het was niet makkelijk een mooi plaatsje te vinden om onze tunes te
spelen omdat er wel altijd iemand met zijn gezicht in de felle zon stond of
volledig in de schaduw waar de temperatuur blijkbaar ook een stuk lager lag. Na
wat overleg lukte het toch en we begonnen met het spelen van de tune Flower of
Scotland waarna een kleine stilte volgde alvorens de tune Amazing Grace te
spelen.
Twee van de acht onbekende slachtoffers. |
Private H Bradbury.
Service number 241611. 1st/5th Bn. York and Lancaster Regiment.
Gesneuveld 29 april 1918. Hij is de laatst gesneuvelde op de begraafplaats.
Rij C Graf 21.
|
Private William Millard.
Service number 28437. 8th Bn. Somerset Light Infantry.
Hij is de enige niet Suffolk of York and Lancaster.
Gesneuveld 23 november 1917, 19 jaar. Rij A Graf 4.
|
Second Lieutenant Francis Thomas Schroder.
2nd Bn. Suffolk Regiment.
Gesneuveld 15 maart 1915, hij is hiermee de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats.
Hij werd 22 jaar. Rij B Graf 6.
|
Serjeant Thomas Rush.
Service number 3/10240. 2nd Bn. Suffolk Regiment.
Gesneuveld 20 maart 1915.
Hij werd 40 jaar en is daarmee de oudste op de begraafplaats.
Rij B Graf 8.
|
Na de plechtigheid met onze pipes was het
tijd om de groepsfoto te nemen wat ook heel wat geschuif kwa afstand teweeg
bracht. Hier kenden we hetzelfde probleem met de zon en de schaduw. Niet lang
daarna lukte het dan ook om even te kijken naar het 'lampeke' en werden we
vereeuwigd met onze volgers op Suffolk Cemetery. Nadien volgde de plechtigheid
met het PRWWI In Remembrance kruisje bij het Cross of Sacrifice onder een
geklik van camera's. Het geluid deed denken aan een horde paparazzi's die een
foto namen van een of ander beroemd publieke figuur maar Serge trok er zich
niks van aan en plantte plechtig het PRWWI In Remembrance kruisje in de grond
naast het Cross of Sacrifice. Na de ceremonie van ons PRWWI In Rememberance Cross
verzamelde iedereen zo een beetje bij de ingang en vertrokken we rond 12.16u op
weg naar onze volgende stop daar er geen register was voorzien op de
begraafplaats.
Een kleine rit bracht de PRWWI colonne bij de Kemmel n°1
French Cemetery dat zo'n 80 meter ten westen lag van 'Demarcatiepaal
Nr. 15' welke daar in de Reningelstraat, aan de linkerkant van de weg
Kemmel - de Klijte, 50 meter voor het kruispunt met de Noordstraat, Kemmel,
Hoogland in de berm stond. Voor de geïnteresseerden, coördinaten: 50°47.540N -
002°48.725E of GPS-ref. R5430 (Demarcatiepaal nr. 15 -
Kemmel), Iedereen heeft ze in de Westhoek wel al eens ergens in de berm zien
staan. Het zijn die kleine granieten zuiltjes van
ongeveer een meter hoog met bovenaan een helm op, een lauwerkrans met de naam
van de frontsector. Deze duiden het verste punt aan van de Duitse opmars
tijdens het grote Duitse Lenteoffensief. Op drie zijkanten een zin (Frans,
Nederlands, Engels) met links een veldfles en rechts een gasmasker en op de
hoeken een handgranaat en een lauwertak. Bij enkele oorspronkelijke
Demarctiepalen werd de zin 'Hier werd de overweldiger tot staan gebracht (ev.
vertaling) door de Duitse bezetter tijdens de tweede wereldoorlog verwijderd.
We parkeerden aan de zijkant ervan van de
begraafplaats, hier zouden we eerst onze lunch nuttigen en een tas koffie voor
Kurt was meer dan welkom. We aten zoals altijd bij de auto's die nu, daar
de begraafplaats iets hoger lag, in een soort van inham dus ook een beetje
beschut tegen een eventueel fris briesje. Onder de maaltijd door ging Kurt
al eens piepen op de volgende begraafplaats die aan de overkant van de straat
lag en waar hij ook de fiets van Patrick tegen de muur ervan aantrof. Even was hij nog van
plan een van zijn banden plat te zetten maar iemand hield hem angstvallig
in de gaten. Fun alom tijdens onze lunch en niet veel later trokken we
samen de Kemmel n°1 French Cemetery op.
In het voorjaar van 1918 werd tijdens het zogenaamde 'Duitse
Lente-Offensief' heel zwaar gevochten om Kemmel (en de omgeving van de
Vierstraat), waarbij zowel Franse als Britse troepen betrokken raakten. Vanaf
26 april tot het einde van augustus 1918 was het dorp in Duitse handen. De
oorsprong van "Kemmel No1 French Cemetery" is niet gekend. De
begraafplaats werd kort na de oorlog ontdekt door de Franse dienst voor oorlogsgraven.
Achteraan lagen Duitse graven, langs de straatkant lagen Britse en Franse
graven. De Franse graven werden verwijderd, de stoffelijke overschotten werden
overgebracht naar het ossuarium aan de voet van de Kemmelberg en naar de Franse
militaire begraafplaats 'St-Charles de Potyze' in Ieper. Er werden eveneens
andere Britse graven naar hier overgebracht vanuit enkele kleinere
begraafplaatsen en geïsoleerde graven uit de omliggende slagvelden. Er werden
ook nog Duitse stoffelijke resten ontdekt door de Belgische dienst voor
oorlogsgraven die hier eveneens werden ondergebracht. De begraafplaatsen
Becelaere Churchyard (Beselare) bevatte 2 Britse graven van militairen
gestorven in oktober 1914. Beerst German Cemetery (Beerst) bevatte het graf van
een officier van de Royal Air Force, omgekomen in september 1918 werden
eveneens naar hier overgebracht.
De graven zijn aangelegd in 2 perken die vrij regelmatig geschikt
zijn. Volgens het huidige register liggen er 278 doden uit het Verenigd
Koninkrijk, waarvan er 247 niet geïdentificeerd konden worden, 12 Australiërs,
waarvan 9 niet geïdentificeerd, 3 Canadezen, waarvan 2 niet geïdentificeerd, 3
Nieuw-Zeelanders, waarvan 2 niet geïdentificeerd konden worden en 94 Duitsers,
waarvan 89 niet geïdentificeerd. In het totaal zijn dat 390 doden, waarvan er
nauwelijks 41 geïdentificeerd konden worden. Ongelofelijk en moeilijk te
snappen welke ravage het hier destijds moet zijn geweest gezien het hoge aantal
niet geïdentificeerde slachtoffer op deze begraafplaats. De Duitsers lagen op
de 2 laatste rijen begraven, in een aantal enkel-, dubbel- en massagraven, ook
hier bijna allemaal onbekenden.
Iedereen liep in gedachten verzonken bij het zien van de vele
onbekende slachtoffers over de begraafplaats, hier en daar even stilstaan bij
een soms andere grafsteen. Een onbekende van een bepaald regiment, een
onbekende officier of onderofficier, een onbekende soldaat, er leek geen einde
aan te komen. Door het grote aantal onbekenden was Stuart zijn lijst ook niet zo
groot dus waren we vrij snel klaar met het afwerken van het 'verhaal achter de
steen' lijstje. We gingen onze pipes ophalen die we in het schuilhuisje hadden
achtergelaten en besloten om onze tunes op een kleine open plaats ongeveer in
het midden van de begraafplaats te spelen. Terwijl we ons klaarmaakten vroeg
Alec of we eventueel ook Highland Cathedral zouden spelen voor de 94 Duitse
slachtoffers die hier zijn begraven. Geen slecht idee en allen waren we ermee
akkoord. Flower of Scotland klonk prachtig, evenaals Amazing Grace en Highland
Cathedral met telkens tussenin een kleine stilte. Anders dan gewoonlijk
speelden we hier dus 3 tunes welke terug onze ceremonie een iets anders maakte,
prachtig.
Enkele van in totaal 349 onbekende slachtoffers op de begraafplaats. |
Private Wilfred Edwin Ham.
Service number 150107. 8th Bn. Canadian Infantry.
Hij is de enige gekende Canadees op de begraafplaats.
Gesneuveld 14 juni 1916, 23 jaar. Plot II Rij B Graf 10.
|
Eén van de 349 onbekende slachtoffers op de begraafplaats. |
23 Duitse slachtoffers. |
Er is enkel geweten dat ze tot een Australisch Regiment behoorden. Plot I Rij A Graf 6&7. |
Hij behoorde tot een Schots Regiment. Plot I Rij B Graf 7. |
Na het spelen van onze tunes namen we de groepsfoto en wandelden we langzaam naar het Cross
of Sacrifice dat zich bij de ingang bevond. We legden onze pipes op de sokkel
van het Cross of Sacrifice waarna we besloten om ook hier ons PRWWI In
Remembrance Cross te plaatsen. Terug onder het 'geklik' van de verschillende
camera's in de buurt werd het PRWWI kruisje plechtig neer geplant bij het Cross
of Sacrifice waarna we besloten om het register in te vullen dat zich in het
opbergkastje bevond in de omheiningmuur tegenover het Cross of Sacrifice. Het
bezoekersregister kende een laatste input op 29 oktober 2015 door een zekere
Holstijn van midden Delfland in Nederland. Als mededeling stond erbij vermeld;
Indrukwekkend! Iedereen tekende het register waardoor het leek alsof er geen
einde zou aan komen. Stuart zat vrij rustig en op zijn gemak op het sokkel van
het Cross of Sacrifice achter zijn camera waarbij hij af en toe eens op het
knopje duwde om de nieuwe 'inputs' te vereeuwigen voor ons PRWWI archief.
Kurt ging nog even opzoek naar enkele mooie
foto's en liep ineens terug tussen de graven toen de anderen aanstalten maakten
om te vertrekken naar de volgende begraafplaats. Iedereen wandelde terug over
de begraafplaats naar de zij ingang om dan langsheen onze wagens de straat over
te steken naar de Klein-Vierstraat British Cemetery. Toen Kurt zich naar het
Cross of Sacrifice spoedde om er zijn pipes te halen kreeg hij in de gaten dat
Suzy zijn pipes onder de arm had genomen waarvoor hij haar bedankte, "Geen
probleem hoor, zoals je weet ben ik het gewoon om zorg te dragen voor pipes en
alles wat daarbij rond hangt", was haar antwoord. Geen probleem dus voor
Kurt die het fijn vond dat er gezamenlijk zorg werd gedragen voor onze pipes.
We verlieten om 13.39u. Kemmel n°1 French Cemetery liepen langsheen onze auto's
en fiets van Patrick de straat over en arriveerden om 13.40u op Klein-Vierstraat British Cemetery.
Deze begraafplaats, genoemd naar het nabijgelegen kruispunt
'Vierstraat' (waar de herberg 'Kleine Vierstraat' stond), werd gestart in
januari 1917. Tot in januari 1918 werden doden begraven door medische posten
('field ambulances') en gevechtseenheden in perken I, II en III. Perk IV werd
gestart in april 1918. Van de 437 oorspronkelijke graven waren er 188 van
manschappen die tot artillerie-eenheden behoorden. Na de wapenstilstand werden
364 graven toegevoegd in perk I, rij H en perken IV, V, VI en VII, afkomstig
van kleinere begraafplaatsen of geïsoleerde graven uit de omgeving van
Dikkebus, Loker en Kemmel. Eén Amerikaans graf werd overgebracht naar
'Lijssenthoek Military Cemetery' (Poperinge). De graven waren o.m. afkomstig
uit: - Ferme Henri Pattyn-Vanlaeres (Poperinge) gelegen langs de W-kant van de
weg naar Westouter, waar een begraafplaats was met 58 doden uit het Verenigd
Koninkrijk en 1 Canadees, die gestorven waren in mei en juli 1915 en april 1918
(1 dode) - Mont-Vidaigne Military Cemetery (Westouter) gelegen op de westelijke
helling van de Vidaigneberg (tussen Westouter en Bailleul). Deze begraafplaats
bevatte 17 doden uit het Verenigd Koninkrijk, die gestorven waren in juli en
augustus 1918. Er lagen eveneens 17 Franse militairen, die in april en mei 1918
gestorven waren, maar naar elders overgebracht werden.
In de zuidelijk hoek, staat de 'Stone of Remembrance', het 'Cross
of Sacrifice' staat centraal achteraan op de begraafplaats en is van het
kleinste type 'A1'. Het kruis wordt geflankeerd door 4 hoge populieren. De
graven liggen vrij regelmatig verdeeld over 7 perken. Volgens het huidige
register liggen er 804 militairen begraven, waaronder 780 doden uit het
Verenigd Koninkrijk, waarvan er 108 niet geïdentificeerd konden worden, 8
Australiërs, 8 Canadezen, waarvan 1 niet geïdentificeerd, 7 Nieuw-Zeelanders en
1 Zuid-Afrikaan. Vooraan, nabij de 'Stone of Remembrance', staan 2 'Special Memorials'
voor militairen, waarvan aangenomen wordt dat ze onder een naamloos graf
begraven liggen.
We wandelden rustig de begraafplaats op en lieten meteen onze pipes achter op het muurtje aan de ingang. De begraafplaats lag op een helling wat voor iedereen een raar zicht bleek te zijn. Je kon
gewoon elk graf zien tot aan de overkant, beneden op de helling waar het Cross
of Sacrifice stond. Stuart begon meteen met het afwerken van zijn lijstje voor
het verhaal of het gezicht achter de steen. Kurt wandelde langsheen de
verschillende graven opzoek naar een bijzonder epitaaf en merkte op dat hoewel
ze een beetje landsgebonden zijn dat er toch af en toe eentje bij was die hij
nog niet eerder had gezien. Op een gegeven moment zag hij er 'Au Revoir' staan
als epitaaf en dacht al meteen aan een Franse gesneuvelde, maar dan onder een
CWG headstone? Hij vond het raar tot hij zijn ogen oprichtte naar de naam en
Regimentsnaam. Het bleek de grafsteen te zijn van Major J.T. Catley van het HAC
(Honourable Artillery Company
die gedurende de WOI in de Westhoek en Frankrijk actief was geweest en tussen
1915 en 1917 vooral rond Ieper was gelegerd) die tijdelijk was toegevoegd aan
de Royal Field Artillery, hij sneuvelde op 12 september 1917 op 30 jarige
leeftijd.
Private Harry Cotson.
Service number 30304. 20th Bn. Durham Light Infantry.
Treffend epitaaf: ‘He Did His Duty’.
Gesneuveld 6 maart 1917, 21 jaar.
|
Labourer Lu Yun Chieh.
Service number 61962. 85th Coy. Chinese Labour Corps.
Gesneuveld 3 maart 1919.
Vreemd dat hij als laatst gesneuvelde midden op de begraafplaats rust.
Plot IV Rij G Graf 1.
|
Private JT Fairless.
Service number 26685. 7th Bn. The Loyal North Lancashire Regiment.
Gesneuveld 19 mei 1917. Plot I Rij F Graf 18.
|
Lance Corporal Roderick MacLennan.
Service number 1834. 1st/9th Bn. Royal Scots.
Gesneuveld 9 mei 1915, 24 jaar. Plot VII Rij B Graf 4.
|
Lieutenant Walter Montagu West.
1st Bn. Cambridgeshire Regiment.
Gesneuveld 5 mei 1915, 19 jaar.
Plot V Rij A Graf 7.
|
Private G Bean.
Service number 16795. 1st Bn. Leicestershire Regiment.
Gesneuveld 21 juli 1918. Plot IV Rij D Graf 15.
|
Private Courtenay Charles Wells.
Service number 61010. 2nd New Zealand Entrenching Battalion, N.Z.E.F.
Gesneuveld 8 mei 1918, 29 jaar. Plot IV Rij D Graf 23.
|
Lieutenant SC Williams.
“C” Bty. 189th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 18 januari 1917.
Plot I Rij A Graf 17.
|
Toen onze volgers in de gaten kregen dat we
langzaam terug naar boven trokken verzamelden ze niet veel later ook in de
buurt van de Stone of Rememberance waarnaast we onze tunes zouden gaan spelen. Op
deze open plaats bovenaan de helling tussen de Stone of Remembrance en de eeste
rij graven speelde we onze PRWWI tunes Flower of Scotland en Amazing Grace
waarbij Serge terug tweede stem, of 'seconds' in onze taal, speelde. Het leuke
voor ons om eens een extra, of zoals vandaag, een paar extra pipers mee te
hebben op tocht. Onder het spelen door begon er een frisse wind op te steken en
begonnen de temperaturen zachtjes te zakken. Na de groepsfoto legden we onze pipes terug op de
omheiningmuur terwijl we overlegden waar we ons PRWWI In Remebrance kruisje
zouden plaatsen. We waren het er beiden snel over eens en besloten om ons PRWWI
kruisje bij de Stone of Remembrance te plaatsen.
Ons PRWWI In Remembrance Cross werd
plechtig neer geplant bij de Stone of Remembrance naast een houten In
Remembrance kruisje met een Regiments logo op. Ook hier, zoals op de
verschillende CWGC begraafplaatsen die we reeds bezochten, vind je her en der bij
verschillende graven wel eens een Poppy-krans of een houten In Remembrance
kruisje, een recente foto, en zo verder wat ons nog maar eens laat weten dat
dit nog zeer leeft bij de nabestaanden van de gesneuvelden. Nadat het PRWWI
kruisje was geplaatst trok ons kleine groepje naar het schuilhuisje op de hoek
van de begraafplaats. Je liep er als het ware over een dijk naartoe waarbij
Kurt enthousiast als altijd te horen kreeg dat hij een beetje moest opletten
vooraleer hij naar beneden zou tuimelen. In het schuilhuisje troffen we ook het
bezoekersregister aan wat mooi in een typisch CWGC kastje in de muur was
ingewerkt.
Het bezoekersregister kende een laatste
input op 10 november 2015 door een zekere Fabienne - Yves en Rudy - Christine met als
mededeling R.I.P.. We ondertekenden het register en Kurt ging naast Stuart
staan om te kijken of hij geen fouten schreef. Meestal moeten we Kurt in de
gaten houden omdat hij soms wel eens alleen op stap is of omdat de oorlog
effectief wel 100 jaar duurt of nog bezig is. Afin altijd grappige momenten met
Kurt na het ondertekenen van het register. Kurt die er van overtuigd was dat
hij Stuart zou kunnen betrappen op een fout, moest toch toegeven dat hij alles
mis had ingeschat. Toen iedereen het register had ingevuld liepen we langzaam
naar de ingang van de begraafplaats, namen onze pipes op en verlieten Klein-Vierstraat British Cemetery omstreeks 14.35u opzoek naar onze volgende
bestemming.
Bij
de auto's aangekomen werden onze pipes en andere spullen ingeladen, dronken we
nog gauw een kop koffie, stapten in en zetten koers naar Ridge Wood Military
Cemetery. Een klein weggetje doorheen de resten van een bos die ten einde liep
op een nabij gelegen boerderij bracht ons om 14.47u bij Ridge Wood Military
Cemetery. Een rechthoekige begraafplaats, met een
oppervlakte van ca. 3725 m² die ten westen ligt aan de heuvelrug waarop het
bos, het zogenaamde 'Ridge Wood', ligt. De begraafplaats wordt omgeven door een
bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen, in verschillende niveaus
aangelegd. Aan de O-kant is een haagje aangeplant. De toegang wordt gevormd
door een tweeledig smeedijzeren hekken. Links en rechts van dit hekken staat te
lezen 'Ridgewood Military Cemetery MCMXV-MCMVIII'. Aan de achterkant van de
toegang is de Engelse tekst van de landplaten gegrift in de witstenen boord van
de muur, de 2 andere teksten (Frans en Nederlands) zijn gegrift in 2
rechthoekige witte stenen, links en rechts van het registerkastje, dat mooi in
de muur is ingewerkt onder een klein 'afdakje'. Aan de andere kant van de
toegang bevindt zich de CWGC-infoplaat.
Het bos op de heuvelrug tussen de Kemmelseweg en Dikkebusvijver
werd 'Ridge Wood' geheten. De begraafplaats ligt in een vallei, aan de Westelijke-kant
van de heuvelrug. Ze werd als frontlijnbegraafplaats gebruikt vanaf mei 1915.
De eerste graven behoorden tot de '2nd Royal Irish Rifles'. Vervolgens
gebeurden er bijzettingen door de '18th, 19th, 20th & 21st Canadian
Battalions en de 9th Durham Light Infantry, in periodes waarin ze deze sector
bezetten. Tijdens het Duitse Lente-Offensief verschoof de frontlijn zich tot
aan de heuvelrug. In juli 1918 zou het bos uiteindelijk heroverd worden door de
'6th & 33rd Divisions'. Enkele graven getuigen nog van deze gevechten. De
graven van Franse militairen, die hier aan de zijde van de Britten vochten in
april en mei 1918, zijn later verplaatst naar het Franse Ossuarium op de
Kemmelberg.
De
'Cross of Sacrifice' bevindt zich centraal tegen de westelijke muur en is van
het type A1. Hier bevinden zich de 'Special Memorials'. De 'Stone of
Remembrance' staat centraal tegen de Oostelijke muur en de graven liggen
verspreid over 3 lange, smalle perken. Volgens het huidige register liggen er
595 geïdentificeerde en 26 niet-geïdentificeerde militairen begraven, waarvan
er 2 herdacht worden met een 'Special Memorial'. Het gaat om 280 doden uit het
Verenigd Koninkrijk, waarvan er 25 niet geïdentificeerd konden worden, 44
Australiërs, 292 Canadezen, 3 Nieuw-Zeelanders en 2 Duitsers, waarvan er 1 niet
geïdentificeerd kon worden.
Nadat we de auto's hadden geparkeerd langsheen het kleine weggetje
en onze pipes en andere spullen hadden uitgeladen trokken we de begraafplaats
op. Iedereen zwermde langzaam over de begraafplaats heen en ging als het ware
zijn eigen gang terwijl Stuart en Suzy zerkjes begonnen te tellen en het
lijstje af werkten voor het verhaal achter de steen, Kurt opzoek ging naar
enkele bijzondere epitafen en zich toch ook af en toe waagde aan het proberen nemen
van een deftige overzichtsfoto van de begraafplaats. Hier en daar stond ook een
foto bij een graf, geplaatst door nabestaanden, die eveneens ook werden
gefotografeerd. Het zijn over het algemeen foto's die we zelf niet hebben
kunnen vinden maar die wel tonen hoe de persoon die hier begraven ligt er
destijds uitzag. Voor ons dus ook welkome informatie. Wat Kurt op een gegeven
moment opviel was dat de meeste volgers na een tijdje in het zonnetje over de
begraafplaats liepen, waarschijnlijk omdat het merkelijk kouder was in de
schaduwkant aan de zijkant van de begraafplaats. De buitentemperaturen waren
duidelijk nog steeds aan het zakken, hoewel we voor de tijd niet echt konden
klagen.
In alle drie de plots bevind zich hier een Rij 'I' |
In alle drie de plots bevind zich hier een Rij 'I' |
In alle drie de plots bevind zich hier een Rij 'I' |
Het I-Misterie |
Eén van de 26 onbekende en één van de twee Duitse slachtoffers op begraafplaats. |
Kriegsfreiwilliger Willy Gierke.
R. Inf. Regiment 214.
Gesneuveld 16 juli 1916. Plot II Rij A Graf 1.
|
Private Robert Burns.
Service number 57983. 20th Bn. Canadian Infantry.
Midden op de foto.
Gesneuveld 25 november 1915.
Plot II Rij K Graf 7.
|
Private Sydney Whittingslow.
Service number 10216. 26th Bn. Royal Fusiliers.
Gesneuveld 13 november 1916, 21 jaar. Plot III Rij B Graf 6.
|
2nd Corporal William John Apps.
Service number 9. 4th Field Coy. Canadian Engineers.
Gesneuveld 8 augustus 1916. Plot III Rij E Graf 2.
|
Corporal William King.
Service number 434845. 50th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 24 augustus 1916. Plot III Rij G Graf 7.
|
Private JAMCG Forbes.
Service number 472856. 46th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 11 september 1916, 22 jaar. Plot III rij J Graf 6.
|
Private Peter McCullie.
Service number 409346. 18th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 16 augustus 1916, 22 jaar. Plot III Rij N Graf 4.
|
Private AE Adams.
Service number 405158. 19th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 15 augustus 1916. Plot III Rij T Graf 2.
|
Lance Corporal Arthur Woodhead, DCM (Distinguished Conduct Medal).
Service number 3971. 2nd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 28 maart 1918, 21 jaar. Plot III Rij Y Graf 1.
|
Private Stanton Iris Robinson.
Service number 425264. 29th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 24 juli 1916, 20 jaar. Plot III Rij Z Graf 1.
|
Lance Sergeant Joseph Spooner.
Service number 53878. 18th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 14 november 1915, 47 jaar. Plot II Rij I Graf 10.
|
Private T Nelson.
Service number 54356. 18th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 13 oktober 1915. Plot II Rij I Graf 4.
|
Captain George Alexander Anstey.
1st Bn. attd. 2nd Bn. Cheshire Devonshire Regiment.
Gesneuveld 24 juni 1915, 27 jaar. Plot II Rij B Graf 2.
|
Private DB Coward.
Service number 17344. 7th Bn. York and Lancaster Regiment.
Het zal niet aan zijn naam gelegen hebben.
Gesneuveld 7 september 1915. Plot I Rij E Graf 7.
|
Sergeant James Stephenson Fleming.
Service number 166325. 2nd Bn. Canadian Pioneers.
Gesneuveld 11 april 1916, 23 jaar. Plot I Rij J Graf 2.
|
Private Eric Carthy.
Service number 54209. 18th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 26 december 1915, 19 jaar. Plot I Rij K Graf 3.
|
Private Henry Bertle Lewis.
Service number 59585. 21st Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 27 november 1915, 21 jaar. Plot I Rij N Graf 7.
|
Private Harold George Lester.
Service number 59584. H” Coy. 21st Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 14 maart 1916, 18 jaar. Plot I Rij P Graf 9.
|
Private Cecil Parker Burke.
Service number 59115. “A”Coy. 21st Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 9 april 1916, 20 jaar. Plot I Rij Q Graf 5.
|
Private Alister Munro Mackenzie.
Service number 56132. 19th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 30 maart 1916, 31 jaar. Plot I Rij Q Graf 7.
|
Private Herbert Arthur Stuart.
Service number 6355. 3rd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 6 maart 1918, 29 jaar. Plot I Rij S Graf 2.
|
Private Edwin George Ruffett.
Service number 405708. 20th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 25 april 1916, 23 jaar. Plot I Rij T Graf 7.
|
Toen iedereen zowat klaar was met zijn ding, de volgfotografen hun
foto hadden kunnen nemen, Stuart zijn lijstje had kunnen afwerken trok iedereen langzaam naar de ingang waar we op de omheiningmuur onze pipes hadden
achter gelaten. Een klein overleg tussen Stuart en Kurt liet ons weten dat nu er een rij 'I' in alle drie de plots was dat we in rij 'I' van het centrale plot zouden kunnen spelen, zo gezegd zo gedaan. Zoals gewoonlijk Flower of Scotland gevolgd door Amazing
Grace met 'seconds', het klonk direct anders en mooier. Onder het spelen door
werden er door onze volgfotografen verschillende foto's genomen, de andere
volgers genoten van het eerbetoon aan de vele slachtoffers die hier waren
begraven. Nadien werd de groepsfoto genomen.
Niet veel later verzamelden we bij de Stone of Remembrance waarbij
we besloten om het PRWWI In Remembering Cross hier te plaatsen. Toen Stuart de
camera in positie had gebracht, de volgfotografen allemaal klaar stonden, was
het de beurt aan Alec die het PRWWI In Rememberance kruisje plechtig neer
plantte bij de Stone of Remembrance. Daarna verzamelden we bij de
ingang om er het bezoekersregister in te vullen, voor de een wat makkelijker
dan de ander. Het kende een laatste input van 7 december 2015 door Gill & Barrie Jefferson uit South Shields
UK (een havenstadje aan de oostkust van Engeland). Op bezoek voor Pte William
Baker en Pte Walter Gonau met de vermelding. "We are paying our respect to all here and greet you especially as
two fellow 'Sandancers'. Honour to you all, We will remember them." Kurt legde het bezoekersregister op de
omheiningmuur om het in te vullen, anderen volgden zijn voorbeeld waarop hij zei
als iemand iets kleiner was ze even verder dienden te gaan staan omdat de
omheiningmuur trapsgewijs verlaagde naar de achterzijde toe.
Het bezoek aan de voorlaatste begraafplaats
van vandaag zat erop en we begonnen alles in te laden om niet veel later rond
15.37u te vertrekken naar onze laatste stop voor vandaag. De temperatuur was
nog steeds in dalende lijn en het was ondertussen koud geworden, echt opwarmen
in de auto konden we niet want een rit van een dikke 3 minuten bracht ons bij
Elzenwalle Brasserie Cemetery waar we arriveerden om 15.40u. We parkeerden er
de wagen voor de begraafplaats al direct bij het uitstappen stonden de
overburen reeds buiten te kijken naar hetgeen er gebeurde. De vraag van hen of
we iets zouden spelen maakte ze echt geïnteresseerd en ze bleven dan ook
toekijken vanaf de overkant van de straat.
Deze
heel rustige, mooie en onregelmatige begraafplaats wordt
langs 3 zijden omgeven door een bakstenen muur, afgedekt met witte stenen,
aangelegd in verschillende niveaus. Tegen de rechtermuur (noordelijk-kant) zijn
de landplaten, het registerkastje en de CWGC-infoplaat aangebracht. De graven
liggen heel onregelmatig verspreid over 8 perken. Volgens het huidige register
liggen er nu 149 doden begraven, waaronder 41 Canadezen en 108 uit het Verenigd
Koninkrijk, waarvan er 5 niet geïdentificeerd konden worden. Deze begraafplaats
werd genoemd naar de brouwerij, die tegenover de begraafplaats gelegen was. De
begraafplaats bestaat in feite uit een verzameling van kleine regimentsbegraafplaatsen.
Perk III werd aangelegd door het 22nd Canadian Battalion (Quebec Regt). De 8
perken zijn zonder enige volgorde qua datum of positie aangelegd. De korte
rijen variëren van 1 tot 14 graven. De eenheden die hier begraven liggen,
verdedigden hier de stellingen tussen februari 1915 en juni 1917. Na de
Mijnenslag werden nog enkele doden begraven, die hier omkwamen terwijl ze de
nieuw veroverde stellingen verdedigden (tot in november 1917).
We liepen de begraafplaats op wandelden rustig doorheen de
verschillende graven. Stuart probeerde er een lijn in te krijgen wat niet echt
lukte want de plots volgden niet op elkaar. Alles lag als het ware door elkaar.
Door onze research vooraf wist hij wel waar hij een bepaald graf kon vinden
voor het verhaal achter de steen, hij was dus aangewezen op papiertjes waarop
hij zijn te volgen weg had uitgetekend om die bepaalde graven te vinden. Maar het oriënteren en bepalen welke rij tot welk plot behoorde was niet makkelijk. Gelukkig is dit een uitzondering. Aan de
zijkant van de begraafplaats vonden we het graf van Pte. E. Childs, waarop
enkel kleine steentjes waren gelegd door waarschijnlijk bezoek van
nabestaanden. Iets verder vond Kurt ook nog iets speciaal. Hij zag een kleine
witte schildpad naast een graf zitten, nader onderzoek liet hem weten dat het
een stenen schildpad was die bij het graf was gezet van een onbekend soldaat
van het West Yorkshire Regiment.
Eén van de vijf onbekende slachtoffers op de begraafplaats.
Men weet wel dat hij tot het West Yorkshire Regiment behoorde.
|
Private R Hodgson.
Service number 10571. 1st Bn. Royal Scots.
Hij sneuvelde op 8 februari 1915 en hiermee de eerste op de begraafplaats.
Plot I Rij C Graf 1.
|
Lance Corporal TB Money.
Service number 200913. 4th/5th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Gesneuveld 23 september 1917. Plot II Rij B Graf 6.
|
Lance Corporal R Fitzpatrick.
Service number 9630. 1st Bn. Royal Irish Regiment.
Gesneuveld 23 februari 1915. Plot I Rij C Graf 2.
|
Lieutenant Charles Bertram Underhill.
12th Bn. West Yorkshire Regiment (Prince of Wales’s Own).
Gesneuveld 27 maart 1916, 22 jaar. Plot VI Rij A Graf 1.
|
Corporal Gordon Alexander McDonald.
Service number 703259. 102nd Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld op 27 augustus 1916, 22 jaar. Plot IV Rij A Graf 1.
|
Niet veel later verzamelden we gewapend met onze pipes ongeveer in
het midden van de begraafplaats om er onze PRWWI tunes te spelen maar dienden
eerst nog even onze vingers op te warmen. Het was inmiddels heel fris geworden
en onze vingers begonnen verkleumt te worden. Nadat de pipers hun vingers voldoende waren opgewarmd begonnen we Flower of Scotland te
spelen welke in deze koude middag mooi klonk onder de essen die op de
begraafplaats groeiden. Na een kleine stilte waarin we in tussentijd gebruik
maakten om onze vingers terug een beetje op te warmen speelden we Amazing Grace
welke eveneens heel mooi klonk maar we waren allen blij dat we bij het einde
waren gekomen. Iedereen perste er de laatste klanken uit want de koude
temperaturen begonnen hun tol te eisen.
Na het spelen van onze tunes wandelden we moe maar zeer tevreden
naar de ingang van de begraafplaats aan de straatkant waar we eerst de groepsfoto namen zodat we meteen onze pipes konden opbergen in de auto om nadien bij het Cross of Sacrifice ons PRWWI In
Remembrance kruisje plechtig neer te planten. Niet veel later gingen we het
bezoekersregister invullen wat een laatste input kende op 17 december 2015 door K. Holmes die er waren voor
Pte. 8470, E Childs die diende bij het East Surrey Regiment en die stierf op
4 juni 1915 als mededeling werd er; R.I.P geschreven. Dat waren
hoogstwaarschijnlijk de nabestaanden die de steentjes hadden achtergelaten op
de grafsteen van E. Childs. Terwijl iedereen een beetje moest wachten op elkaar
om het register in te vullen werd er nog een kop koffie of thee gedronken om
wat op te warmen want het was ondertussen redelijk koud geworden daar het
zonnetje langzaam achter de horizon begon te schuiven.
Nadat
iedereen het register had ingevuld haalde Kurt zijn fles dram boven, vandaag
zou het Coal Ila 12y worden welke bij iedereen wel in de smaak viel. Suzy luste
niet echt 'peated' dram dus zij paste voor vandaag maar even terwijl Kurt weer
halve liters begon in te schenken voor de anderen. Naar hij achteraf zei, had
hij niemand horen klagen, dus er was geen probleem voor hem. Tijdens onze
traditionele dram werd er nog een tijdje nagepraat over de voorbije tocht maar ook over tochten die zouden komen. Een tijdje nadien begon de een na de ander
afscheid te nemen en begonnen we ook aanstalten te maken om huiswaarts te
vertrekken. Het was een lange maar mooie tocht geweest waar we allen goede
herinneringen aan over hebben gehouden.
Veel
dank aan Alec en Serge om als extra piper mee te willen gaan op een van onze avonturen,
eveneens dank aan onze volgfotografen voor de vele mooie plaatjes, maar ook aan
Suzy om zo af en toe zorg te dragen voor onze pipes en ander materiaal alsook
onze andere volgers om ons vandaag te vergezellen. Hopelijk heeft iedereen er
zoveel van genoten zoals wij dat deden en hopelijk tot op een volgende tocht. De website van Rudy, die ons vandaag volgde, is een bezoekje meer dan waard www.wereldoorloginbeeld.be.
Groeten
Stuart en Kurt