Datum : 22 november 2015
Begraafplaatsen
: Brandhoek
New Military Cemetery No.3, Brandhoek New Military Cemetery, Brandhoek Military Cemetery, Red Farm
Military Cemetery, Hagle Dump Cemetery en Hospital Farm Cemetery.
Afstand : 180 Km
Weer : Winterse neerslag en koud
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Daphné Vangheluwe, Patrick Verhaeghe,
Diederick Verhaege, Picavet Rais en Derudder Willy
Info :
Toen we enkele dagen geleden naar de
weersberichten luisterden gaven ze voor vandaag winterse buien af. Het
beloofde niet veel goeds dus. Overleg stemde ons goed, want geef toe na onze
elfde tocht - Trip 3 - die volledige in het water viel met veel regenbuien en
waar we zelfs enkele buien met smeltende sneeuw hadden verwerkt gekregen,
konden we alles aan. We maakten ons klaar en vertrokken richting Moerkerke waar
de tocht vandaag zou vertrekken. Het regende niet, het was zelfs droog toen we
de expresweg opdraaiden maar de horizon vertelde ons iets anders. Bij Stuart aangekomen
begon het te motregenen, dus een extra paraplu werd eveneens overgeladen in de
PRWWI mobiel. We vertrokken en waren de straat nog niet uit of het begon
lichtjes te regenen. We beurden elkaar wat op door te vertellen dat we, zoals
eerder gezegd, na Halle (Trip 3) alles aankonden.
Gans de rit richting Brandhoek vloog er nattigheid met af en toe wel eens een buitje. Kurt zag het volledig
zitten want die liet Stuart toch wel enkele malen weten dat het weer aan het
uitklaren was omdat hij hier en daar wel eens een lichtere kleur ontdekte in
het grijze wolkendek en zei: "Kijk daar, kijk daar is het aan het
uitklaren en we gaan die richting uit. Dus het komt allemaal goed.". Ja
hij zag het volledig zitten.
Toen we de Zevekotestraat in reden, zagen
we op de hoek van de straat bij onze derde begraafplaats voor vandaag, een
bekend voertuig staan. Inderdaad Patrick Verhaeghe was ook weer van de partij
en was om niks te moeten missen reeds de dag ervoor aangekomen met zijn
mobilhome. Wijzelf arriveerden om 10u10 bij Brandhoek New Military Cemetery
No.3 waar we parkeerden voor de begraafplaats. Toen we uitstapten viel er een
lichte motregen en terwijl we begonnen met onze spullen uit te laden en onze pipes te stemmen konden we ook Daphné Vangheluwe alsook Rais Picavet,
Willy Derudder en Diederick Verhaege, oudste zoon van Patrick, verwelkomen.
Kort nadat we onze pipes hadden gestemd
begon het licht te regen en enkelen van de volgers vroegen zich dan ook wel af
of de tocht, gezien de slechte weersomstandigheden die ze voor vandaag hadden
afgegeven, zou doorgaan. Ze konden wel begrijpen moesten we de tocht annuleren
voor vandaag of misschien gewoon ons ding zouden doen maar niet onze tunes
spelen op onze pipes. Kurt antwoordde erop dat we zo niet tewerk gingen op een
tocht en dat na Halle we wel alles zo een beetje aankonden. Alles was
voorbereid, we stonden aan de eerste begraafplaats en geef toe zei Kurt;
"In '17 konden de jongens die hier vochten ook niet kiezen toen ze hier in
de modder lagen te ploeteren." Waar hij ergens wel een punt had. Hij keek
Stuart aan, die het alleen maar kon beamen want geef toe, na Halle..., Dus we
gaan ervoor en net toen we aanstalten maakten om de begraafplaats op te gaan
arriveerde Patrick goed ingeduffeld en bewapend met zijn camera. We zegden
elkaar een goede dag en trokken de begraafplaats op.
Het gehucht Brandhoek lag tijdens de oorlog
grotendeels buiten het bereik van de vijandelijke artillerie. Vandaar dat er
hier kampementen, opslagplaatsen en medische posten werden ingericht door de
3de Australische, de 32ste en de 44ste 'casualty clearing stations'. Brandhoek
New Military Cemetery No 3 zou gestart worden in augustus 1917 aan de overkant
van de New Military Cemetery, nadat deze laatste vol lag. Brandhoek New
Military Cemetery No 3 zou tot mei 1918 gebruikt worden. Bijna een kwart van de
doden behoorde tot een artillerie-eenheid, er liggen momenteel 975 doden
begraven waarvan 852 Britten, 2 onder hen bleven niet geïdentificeerd, 46
Australiërs, 54 Canadezen, 18 Nieuw-Zeelanders en 5 Zuid-Afrikanen. Eén dode
behoorde tot het 'Chinese Labour Corps'. Vier Franse graven werden later
verwijderd.
Onder een lichte regen trokken we de
begraafplaats op doorheen de ingangspoort die destijds werd geschonken door
G.H. Strutt als herinnering aan zijn zoon Lt. A.H. Strutt die diende in het 16th
Chatsworth Rifles - Sherwood Foresters. Lt. A.H. Strutt, stierf op 27 april
1918 en werd hier eveneens ook begraven. Op de begraafplaats gingen we elk onze eigen weg waarbij
Stuart zijn namenlijstje begon af te lopen terwijl Kurt opzoek ging naar
bijzondere epitafen. Eveneens onze volgers gingen hun eigen weg op de
begraafplaats. Goed ingeduffeld tegen de koude en gewapend met een paraplu
wandelden ze tussen de vele graven. Daphné en Patrick begonnen foto's te schieten
hoewel ze er beiden niet echt naar uitkeken want door de regenval kon met
volgens hen niet echt mooie foto's nemen. Niet veel later toen Kurt even opkeek
merkte hij op dat hij nog de enige was die rondliep op de begraafplaats. Nader
onderzoek liet hem weten dat Stuart en de volgers stonden te schuilen onder de
ingangspoort waarop hij hen ging opzoeken. Bleek dat Rais Stuart had gevraagd te poseren voor een foto voor de fotoclub onder het thema zitten. En daar de ingang het enige droge plekje was besloten ze de foto daar te nemen.
Ook hier geen rij I. |
Private John Winterbottom.
Service number 204450. 1st Bn. King’s Shropshire Light Infantry.
Zijn naam deed alle eer aan vandaag.
Gesneuveld 26 april 1918, 34 jaar. Plot I Rij O Graf 1.
|
Coolie Yen Feng Shan.
Service number 18060. 52nd Coy. Chinese Labour Corps.
Het enige Chinese slachtoffer op de begraafplaats.
Gesneuveld 28 september 1917. Chinese Plot.
|
Lieutenant Norman John Watson.
“C” Bty. 246th Bde. Royal Field Artillery.
Hij is één van de tien Watson’s op de begraafplaats.
Gesneuveld 27 mei 1918, 21 jaar. Plot III Rij E Graf 2.
|
Gunner R Ferguson.
Service number 345470. 190th Siege Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 20 mei 1918. Plot III Rij B Graf 16.
|
Corporal John Graham Rottwell.
Service number 305587. 8th Bde. Canadian Field Artillery.
Gesneuveld 29 november 1917, 24 jaar. Plot I Rij N Graf 7.
|
Second Lieutenant Robert Drysdale McLean.
“C” Bty. 64th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 26 oktober 1917, 19 jaar. Plot I Rij M Graf 4.
|
Gunner Bruce Leonard Crawford.
Service number 335992. 3rd Div. Ammunition Col. Canadian Field Artillery.
Gesneuveld 7 november 1917, 18 jaar. Plot I Rij M Graf 27.
|
Private Frederick James Hammond.
Service number 2832. 43rd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 18 oktober 1917. Plot I Rij L Graf 23.
|
Sergeant Charles Raymond Small.
Service number 24/1487. 2nd Bn. 3rd New Zealand Rifle Brigade.
Gesneuveld 14 oktober 1917, 23 jaar. Plot I Rij L Graf 3.
|
Major Henry Francis Farquharson Murray.
9th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Gesneuveld 23 augustus 1917, 36 jaar. Plot I Rij C Graf 8.
|
Captain James Donaldson.
7th Bn. attd. 9th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Gesneuveld 23 augustus 1917, 39 jaar. Plot I Rij C Graf 9.
|
Private T Swan.
Service number 24603. 7th/8th Bn. King’s Own Scottish Borderers.
Gesneuveld 20 augustus 1917. Plot I Rij B Graf 2.
|
Gunner F Robinson.
Service number 635490. “A” Bty. 256th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 16 augustus 1917. Plot II Rij B Graf 4.
|
Second Lieutenant Richard Douglas Miles MC (Military Cross).
9th Bn. Royal Irish Fusiliers.
Gesneuveld 17 augustus 1917, 27 jaar. Plot II Rij F Graf 18.
|
Gunner John Shearer Wilson Stalker.
Service number 6811. “D” Bty. 177th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 17 augustus 1917, 26 jaar. Plot II Rij G Graf 13.
|
Private Willie Blundell Bonfield.
Service number 45996. 19th Bn. Lancashire Fusiliers.
Gesneuveld 22 oktober 1917, 39 jaar. Plot II Rij M Graf 11.
|
Private Walter Leonard Bryan.
Service number 78838. 2nd Bn. Durham Light Infantry.
Zijn foto vonden we terug in het samenregister.
Gesneuveld 22 april 1918, 19 jaar. Plot II Rij O Graf 21.
|
Niet veel later en omdat het maar aan
hetzelfde ritme bleef regenen besloten we toch maar om onze capes aan te doen toen we onze pipes uit de auto
namen om onze tunes te gaan spelen. We trokken naar het midden van de
begraafplaats waar we begonnen met het spelen van onze tune Flower of
Scotland. Toen de laatste noten van onze tune klonken merkten we op uit onze
ooghoeken dat er een klein busje stopte die waarschijnlijk een of andere
fronttoer had ingericht. Enkele mensen stapten uit en bleven even staan kijken naar
wat er gebeurde op deze begraafplaats. Tijdens Amazing Grace trokken onze
toeschouwers verder in de regen naar de Brandhoek New Military Cemetery aan de
overkant van de straat. Nadat we onze tunes hadden gespeeld besloten we om
eerst de groepsfoto te nemen tussen enkele gravenrijen om direct daarna onze pipes terug in de auto te leggen om ze niet nodeloos bloot te stellen aan de
regen.
Met een paraplu in de hand wandelden we
naar het graf van Soldaat A.W. Pitts die bij het 1st Bataljon van het London Regiment bij de Royal Fuseliers
diende en die stierf op 20 augustus 1917. Vrienden van de ouders van onze
volgers Rais en Willy ontmoetten hier bij het graf de ouders van Pte A.W. Pitts
in 1932. Een merkwaardig goed onderhouden foto die Rais had meegebracht was
daar het bewijs van en toonde de ouders van Pte Pitts en die mensen bij het
graf. Zoals we reeds op voorhand afgesproken hadden, besloten we om hier ons
PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer te planten en onder het geklik van de
verschillende camera's, precies of er stond een horde paparazzi naast ons, werd
ons kruisje bij het graf van Pte Pitts plechtig neergezet.
Private AW Pitts.
Service number 200274. 1st Bn. London Regiment (Royal Fusiliers).
Gesneuveld 20 augustus 1917, 19 jaar. Plot I Rij B Graf 34.
|
Na het nemen van nog enkele foto's trokken
we met onze kleine groep in de lichte regen naar het ingangsgebouwtje aan de
andere kant van de begraafplaats waar het bezoekersregister zouden vinden. Het
register kende een laatste input op 10 november 2015 door een zekere John en Anne
Pullinger uit Portsmouth UK. Een voor een ondertekenden we het register terwijl
de camera die iets verder onder de grote paraplu van Stuart de plaatjes
vereeuwigde. Net toen we aanstalten maakten om schuin de straat over te steken
naar onze volgende stop, lieten Rais, Willy en Diederick ons weten dat zij
andere verplichtingen hadden vandaag en ons hier zouden verlaten. We namen
afscheid van elkaar en trokken nadat we onze pipes terug uit de auto hadden gehaald
met ons gehalveerde groepje om 11u40 naar Brandhoek New Military Cemetery dat
zo een kleine 90 meter verder lag.
Nog steeds onder de koude temperatuur en
lichte regen arriveerden we tussen de huisnummers 26 en 28 langsheen het altijd
groene pad dat ondertussen al een beetje op een modderpad begon te lijken, op
de Brandhoek New Military Cemetery waar Stuart problemen leek te hebben
om door de ingangspoort te gaan. 'Ja, ge kunt misschien nog een grotere paraplu
meebrengen volgende keer" lachte Kurt hem achterna. Toen Stuart uiteindelijk
was binnen geraakt begon het iets harder te regenen zodat we een tijdje
schuilden onder het toegangsgebouwtje. Terwijl we stonden te schuilen gaf
Stuart wat extra info over het graf van Capt. Noel Chavasse dat we hier zouden
vinden. Blijkbaar was na de oorlog voor Capt. Chavasse een tune, eerder een
lament, geschreven voor de pipes waarvan Stuart even een stukje liet horen via
zijn iPhone omdat het 16 minuten duurde. (Bij zijn foto vind je de link naar de tune).
Zoals eerder gezegd lagen hier destijds
verschillende kampementen, opslagplaatsen en werden dus hier ook verschillende
medische posten ingericht. Toen de begravingen op de begraafplaats Brandhoek
Military Cemetery werden stopgezet in juli 1917, wegens plaatsgebrek, werd het Brandhoek
New Military Cemetery geopend. Toen de voorbereidingen voor de Derde Slag bij
Ieper werden gestart, werden hier ook nog meer medische posten ingericht door
de 3de Australische, de 32ste en de 44ste 'Casualty Clearing Stations'. Brandhoek
New Military Cemetery zou gebruikt worden in juli en augustus 1917. Toen deze
vol lag, werd Brandhoek New Military Cemetery No. 3 gestart aan de overkant van
de straat welke verder zou gebruikt worden tot mei 1918. Volgens het huidige
register liggen er nu op Brandhoek New Military Cemetery 558 doden begraven,
die allen geïdentificeerd konden worden. Het gaat om 512 doden uit het Verenigd
Koninkrijk, 11 Australiërs, 6 Canadezen, 1 Indiër en 28 Duitsers.
Toen de regen een iets of wat verminderde besloten we om toch maar de begraafplaats op te trekken want we konden niet blijven wachten tot het zou overgaan. Volgens onze weerman Stuart Pien kwam er binnen enkele ogenblikken een zone over met vrijwel geen neerslag. Hoewel er aan de voorzijde op de begraafplaats eveneens enkele Duitse graven te zien waren, vond Kurt aan de achterzijde en achter de Stone of Remembrance ook nog een rij met enkel Duitse graven. Bij een van die graven vond Kurt een geplastificeerd stukje papier waarop een tekstje stond van de Lytchett Minster School uit Dorset. Terwijl Patrick en Daphné toch nog enkele goede foto's zouden proberen te nemen ging Stuart zijn lijstje af met de namen op voor het verhaal achter de steen. We waren allen goed op dreef toen het alweer licht begon te regenen wat ons terug langzaam deed afzakken naar het ingangsgebouwtje. Toen Kurt fotograaf Patrick even zag sukkelen zittend op zijn knieën met in de ene hand zijn camera en in de andere hand zijn paraplu, besloot hij om toch maar even bij te springen en de paraplu vast te houden. Vele handen maakten lichter werk meenden we.
Musketier Alfred Taschentücher.
IR 456.
Gesneuveld 1 augustus 1917. Duits Plot I Graf 1.
|
Private William George Franklin.
Service number 36311. 6th Bn. Royal Berkshire Regiment.
Gesneuveld 16 augustus 1917. Plot I Rij AA Graf 10.
|
Lieutenant Colonel James Cosmo Russell DSO (Distinguished Service Order).
9th Hodson’s Horse attd. Cdg. 6th Bn. Cameron Highlanders.
Gesneuveld 31 juli 1917, 38 jaar. Plot III Rij A Graf 3.
|
Driver Frederick Charles Smith.
Service number 3260. 5th Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 16 augustus 1917, 24 jaar. Plot II Rij AA Graf 4.
|
Rifleman John Da Costa.
Service number S/19776. 2nd Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 1 augustus 1917, 26 jaar. Plot I Rij A Graf 8.
|
Second Lieutenant Charles Hugh Hope Slater.
10th Bn. Cameronians (Scottish Rifles) attd. 46th Infantry Bde.
Gesneuveld 31 juli 1917, 23 jaar. Plot II Rij E Graf 1.
|
Captain Frank Rhodes Armitage DSO (Distinguished Service Order).
Royal Army Medical Corps attd. 232nd Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 30 juli 1917, 34 jaar. Plot I Rij E Graf 8.
|
Captain Noel Godfrey Chavasse VC and Bar (Victoria Cross and Bar) MC (Military Cross).
Royal Army Medical Corps attd. 1st/10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment).
Eén de drie die ooit een tweede VC mochten ontvangen en de enige met beide afgebeeld op zijn grafzerk.
Zijn volledige verhaal vind je in het Engels https://en.wikipedia.org/wiki/Noel_Godfrey_Chavasse of in het Nederlands http://www.wo1.be/nl/geschiedenis/gastbijdragen/personen/noel-chavasse-dubbel-vc.
Er werd ter zijner nagedachtenis een piobaireachd, een kunstvorm van bagpipe muziek, geschreven.
De link vind je hier.http://www.eyrewaves.co.uk/pipingpages/mp3/tunesinmaheid/Noel_Chavasse.mp3
Hij sneuvelde op 4 augustus 1917, 32 jaar. Plot III Rij B Graf 15.
|
Private HJ Barden.
Service number 39173. 6th Labour Coy. transf. to (85844) 144th Coy. Labour Corps Northamptonshire Regiment.
Gesneuveld 7 augustus 1917. Plot IV Rij F Graf 2.
|
Gunner GH Chippendale.
Service number 135137. “B” Bty. 70th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 9 augustus 1917. Plot V Rij C Graf 2.
|
We besloten om niet langer te wachten omdat
de lichte regen was veranderd in zware motregen en trokken met onze pipes
richting Cross of Sacrifice wat centraal op de begraafplaats stond om onze
tunes te spelen. Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace met tussenin een
kleine pauze klonken ondanks de nattigheid toch mooi. We besloten om toch ook
maar direct de groepsfoto te nemen zodat we onze pipes terug wat beschut tegen
de nattigheid te beschermen onder de ingangspoort van de begraafplaats waarna we besloten om het PRWWI In Rembrance kruisje plechtig neer te planten
bij Capt. Noël Chavasse.
Captain Noel Chavasse was een legerdokter en werd tijdens de Eerste Wereldoorlog
tweemaal met een 'Victoria Cross' onderscheiden, een eer die tot nu toe slechts
3 mannen te beurt viel. Noel Godfrey Chavasse werd geboren op 9 november 1884
te Liverpool, als zoon van de bisschop van Liverpool. Hij deed dienst als bataljonsdokter
bij de 'Liverpool Scottish'. Hij werd in juni 1915 onderscheiden met het
'Military Cross' voor zijn heldhaftig optreden nabij Hoge. Hij werd
onderscheiden met het ‘Victoria Cross’ voor zijn optreden tijdens de gevechten
nabij Guillemont (Somme) in augustus 1916. Uitzonderlijk is dat hij postuum een
tweede 'Victoria Cross' ontving wegens zijn heldhaftige daden nabij het Wieltje
in augustus 1917, waar hij gewond raakte maar toch verzorgingen bleef toedienen
aan zijn kameraden. Toen enkele dagen later een granaat insloeg op zijn
hulppost, werd hij met vreselijke verwondingen overgebracht naar het
veldhospitaal in Brandhoek, waar hij overleed op 4 augustus 1917, hij werd 32
jaar. Hij ligt begraven op Brandhoek New Military Cemetery. Op zijn grafzerk
zijn dan ook 2 kleinere ‘Victoria Crosses’ te zien, wat uniek is. Capt. Chavasse
is de enige militair die tijdens de Eerste Wereldoorlog een ‘Victoria Cross and
Bar’ won.
Omdat het terug wat harder begon te regenen
besloten we om niet lang te blijven hangen op deze begraafplaats en trokken we terug naar de
ingangspoort waaronder ook het bezoekersregister was opgeborgen in het kastje
dat was ingewerkt in de muur. Het register kende een laatste input op 21 november 2015
door een zekere Simon Waddell met de boodschap 'Thank You'. Wij op onze beurt
tekenden ook plechten het bezoekersregister waarna we op weg gingen naar de
auto om 12u40.
We reden een dikke 260 meter verder en arriveerden bij de Brandhoek Military Cemetery waar we Patrick zijn mobilehome geparkeerd zagen staan. Hier zouden we eerst onze lunch nuttigen en omdat het ondertussen fel was beginnen regenen nodigde Patrick ons uit in zijn mobilehome waar we knus en vooral droog onze sandwiches konden verorberen, waarvoor we heel dankbaar waren. Een kop warme koffie deed in deze koude temperaturen deugd en warmde ons letterlijk op want iedereen begon een beetje verkleumd te geraken. Na onze maaltijd werd er nog wat gepraat over voorbije en komende tochten toen opeens Stuart Pien had ontdekt dat het binnen enkele ogenblikken zou stoppen met regenen. Inderdaad 5 minuten nadien ging de bui over en begon het terug licht te motregenen zodat we besloten om de begraafplaats op te trekken.
We reden een dikke 260 meter verder en arriveerden bij de Brandhoek Military Cemetery waar we Patrick zijn mobilehome geparkeerd zagen staan. Hier zouden we eerst onze lunch nuttigen en omdat het ondertussen fel was beginnen regenen nodigde Patrick ons uit in zijn mobilehome waar we knus en vooral droog onze sandwiches konden verorberen, waarvoor we heel dankbaar waren. Een kop warme koffie deed in deze koude temperaturen deugd en warmde ons letterlijk op want iedereen begon een beetje verkleumd te geraken. Na onze maaltijd werd er nog wat gepraat over voorbije en komende tochten toen opeens Stuart Pien had ontdekt dat het binnen enkele ogenblikken zou stoppen met regenen. Inderdaad 5 minuten nadien ging de bui over en begon het terug licht te motregenen zodat we besloten om de begraafplaats op te trekken.
Het was ondertussen 13u20 geworden toen
we doorheen de toegangspoort Brankhoek Military Cemetery opgingen. Een heel
mooie en goed onderhouden begraafplaats op de hoek van de Grote Branderstraat
en de Noorderring (N38) op circa een 2 km van Vlamertinge. Brandhoek Military
Cemetery is gestart in mei 1915 naast een medische post. De begravingen werden
hier stopgezet in juli 1917 wegens plaatsgebrek en daarom werd iets verder
Brandhoek New Military Cemetery geopend toen de voorbereidingen voor de Derde
Slag bij Ieper in volle gang was en hier meer kampamenten, opslagplaatsen en
veldhospitalen werden ingericht. Volgens het huidige register liggen er nu 602
doden uit het Verenigd Koninkrijk, waarvan er 4 niet geïdentificeerd konden
worden, 4 Australiërs, 63 Canadezen en 2 Duitsers, waarvan 1 niet
geïdentificeerd kon worden. Dit maakt een totaal van 671 graven. Bij de aanleg
van de N38 (jaren 1980) werd het ‘Cross of Sacrifice’ van de noordoostelijke
hoek verplaatst naar de zuidoostelijke hoek van de begraafplaats. Ook enkele
graven werden toen verplaatst.
We wandelden de begraafplaats op en ieder
trok meteen op weg om zijn 'ding' te gaan doen. Stuart werkte zijn lijstje af
met namen waarvan we iets meer over wilden vertellen, m.a.w. zerkjes tellen,
Kurt ging meteen opzoek naar bijzondere epitafen terwijl Daphné en Patrick
ondanks het vochtige weer toch enkele mooie foto's trachten te nemen. Wat ons
opviel op deze begraafplaats was dat er enkele rijen graven waren waarbij de
stenen tegen elkaar stonden, slachtoffers waarvan men niet meer wist wie wie
was. Het gaf een raar gevoel en liet nog maar eens doorschemeren welke ravage
het destijds moet zijn geweest. Tussen de graven vonden we een nieuwe Duitse
grafsteen, welke driehoekig zijn van boven in tegenstelling tot de oudere
waarvan we er eveneens een terugvonden enkele grafstenen verder, die vlak zijn
bovenaan. Ze lagen allen broederlijk naast elkaar begraven, een onbekende
Duitse gesneuvelde, twee commonwealth war graves en daarnaast terug een Duits
graf.
Private Alexander Young Farquhar.
Service number 40027. 10th/11th Bn. Highland Light Infantry.
Mooi epitaaf: ‘Always Upright and Truthful’.
Gesneuveld 23 juli 1917, 38 jaar. Plot II Rij N Graf 11.
|
Private Joseph William Challinor served as Winder.
Service number 357985. 1st/10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment).
Gesneuveld 2 juni 1917, 25 jaar. Plot I Rij B Graf 13.
|
Private James Maxwell served as Carpenter.
Service number 9437. 1st Bn. Leinster Regiment.
Gesneuveld 12 mei 1915. Plot I Rij A Graf 9.
|
Een onbekende Lieutenant van het Cheshire Regiment.
Gesneuveld 26 september 1915.
Hij is één van de vijf onbekende slachtoffers op de begraafplaats.
|
Lieutenant Colonel James Clark CB (Companion of The Most Honourable Order of the Bath).
9th Bn. Argyll and Sutherland Highlanders.
Wat een mooie foto.
Zijn verhaal vind je hier http://www.universitystory.gla.ac.uk/ww1-biography/?id=2188.
Gesneuveld 10 mei 1915. Hij werd 56 jaar en is daarmee de oudste op de begraafplaats.
Plot I Rij B Graf 19.
|
Private Charles Cooper Wood.
Service number 27291. 6th Bn. East Yorkshire Regiment.
Gesneuveld 11 juli 1917, 37 jaar. Plot I Rij B Graf 4A.
|
Private Edward Alfred Clayton.
Service number 477178. Royal Canadian Regiment.
Gesneuveld 3 april 1916, 33 jaar. Plot II Rij A Graf 7.
|
Lieutenant Colonel Arthur Frederick Sergeant.
Royal Engineers.
Gesneuveld 31 juli 1915, 44 jaar. Plot I Rij D Graf 20.
|
Captain Leslie Finlay Dun.
10th Bn. The King’s (Liverpool Regiment).
Gesneuveld 28 september 1915, 21 jaar. Plot I Rij G Graf 20.
|
Aan de andere zijde van de begraafplaats
gekomen waar we eveneens de Stone of Remembrance vonden, voelden we de
temperatuur gewoon dalen en werd de motregen iets zwaarder zodat we besloten om
onze PRWWI tunes maar te spelen. Kurt ging onze pipes ophalen die we beschermd
tegen de nattigheid hadden achtergelaten in het toegangsgebouw terwijl Stuart
onder zijn enorme paraplu de camera in stelling bracht. Nadat we even onze
handen en vooral vingers hadden opgewarmd, wat niet echt lukte, begonnen we
Flower of Scotland te spelen gevolgd door Amazing Grace met tussenin een
kleine pauze om onze vingers even te strekken.
Daarna besloten we maar om eerst de
groepsfoto te nemen zodat we onze pipes niet langer bloot moesten stellen aan
de motregen.
Niet veel later toen we onze pipes hadden ondergebracht in het toegangsgebouw keerden we terug naar de Stone of
Remembrance waar we plechtig ons PRWWI kruisje neerplanten. Alles was klam van
de nattigheid, alles voelde koud en kil aan. Een echt hondenweer zoals men wel
eens zegt en we waren het er unaniem over eens, deze tocht zou Rit 3, 'Halle',
overtreffen. Door de barre weersomstandigheden besloten we om niet nodeloos te
blijven rondhangen op de begraafplaats en meteen naar het toegangsgebouw te
gaan om er het register te tekenen. Het register kende een laatste input op
07 november 2015 door een zekere T. Cook uit Haverhill, Suffolk UK. Toen iedereen,
zonder fouten, het bezoekersregister had ingevuld, borgen we onze spullen op en
verlieten we Brandhoek Military Cemetery om 14u15 voor een korte rit naar Red
Farm Military Cemetery.
We staken de Noorderring over een reden een
klein stukje parallel er langsheen tot we 3 minuten later om 14u18 arriveerden
bij Red Farm Military Cemetery. Een heel kleine begraafplaats die een 20 meter
van de weg af lag. Er was net genoeg plaats om er twee auto's te parkeren. Onze pipes lieten we voorlopig in de wagen liggen omdat het terug wat harder was
beginnen regenen. De begraafplaats was omgeven door hoge palen en draad.
Precies of de gesneuvelden hier lagen in een soort van gevangenis. Nader
onderzoek liet ons weten dat dit speciaal was gedaan om de omheiningmuur te beschermen tegen de dieren die op de
weide er rond graasden. We gingen door een klein smeedijzeren toegangshekje de
kleine veelhoekige begraafplaats op en wandelden langsheen de paar rijen graven
van gesneuvelden.
De streek hier in en rond het dorp
Vlamertinge, dat grotendeels net buiten het bereik van de vijandelijke
artillerie lag, waren tijdens de oorlog diverse medische posten aanwezig. De
begraafplaats is gelegen nabij de boerderij die 'Red Farm' werd geheten. Hier
werd gestart met een medische post tijdens het Duitse Lente-Offensief in het voorjaar
van 1918. Vandaar dat in april 1918 gestart werd met deze begraafplaats. De
laatste dode zou er in mei 1918 begraven worden. 'Red Farm Military Cemetery' is
met zijn 49 doden één van de kleinste begraafplaatsen in de Westhoek.
We namen enkele foto's voor ons archief en
noteerden enkele bijzondere epitafen waarbij we ook een wel heel merkwaardige
grafsteen ontdekten in rij A. Een grafzerk in die rij zou volgens het opschrift
3 burgerslachtoffers van de Eerste Wereldoorlog bevatten. Hoe die daar terecht
zijn gekomen wisten we niet en konden alleen maar gissen naar een antwoord.
Onze kleine groep kwam tot een mogelijk antwoord. Waarschijnlijk waren het
burger die meehielpen in de verbandpost die er destijds was gevestigd en zijn
ze mee begraven tussen de militairen. Toch het bleef een heel vreemd gegeven.
Gunner Alfred Roswell.
Service number 276741. 63rd Siege Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 27 april 1918. Hij werd 46 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats.
Rij B Graf 2.
|
Drie burger slachtoffers. |
Gunner Olivier George Bartrop.
Service number 175415. 191st Siege Bty. Royal Garrison Artillery.
Op de foto de laatste pagina van zijn dagboek. Hij sneuvelde op 27 april 1918, 30 jaar.
Rij C Graf 4.
|
Niet veel later gingen we onze pipes
ophalen in de auto en speelden we onze PRWWI tunes tussen de graven en het
Cross of Sacrifice. Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace, en hoewel
het zachtjes regende en het erg koud was, genoten we telkens weer van de tunes
die we speelden ter nagedachtenis van de WWI slachtoffers. We namen ook hier
direct de groepsfoto om daarna onze pipes terug te gaan opbergen in de auto.
Nadien gingen we het PRWWI In Remembrance kruisje plaatsen waarbij Stuart het
toch enkele malen opnieuw moest doen. Kurt had er plezier in, nu was hij het
eens niet die aan het klungelen was, maar Stuart. Kurt was er dan ook als de
kippen bij om er een paar rake opmerkingen over te maken, en Stuart maar steeds
opnieuw proberen. Niks erg hoor
maar nader onderzoek liet ons weten dat er een of ander leuk diertje een gang
had gegraven op de plaats waar we het PRWWI kruisje gingen plaatsen en dit
steeds opnieuw wegzakte in de grond.
Toen het Stuart dan uiteindelijk toch lukte
om ons PRWWI kruisje deftig neer te planten bij het Cross of Sacrifice stond Kurt nog steeds te lachen zodat
het stilaan tijd werd om verder te trekken op onze tocht. Een bezoekersregister
was er op Red Farm Military Cemetery niet aanwezig zodat we maar meteen
doorgingen naar de auto, onze spullen opborgen en instapten om alweer een
nieuwe koers uit te stippelen. We verlieten Red Farm Military Cemetery om
14.47u. en zetten koers naar Hagle Dump Cemetery dat zo'n 1,5 kilometer verder
lag en waar we arriveerden om 14.49u, een klein half uurtje achter op schema.
We vonden het heel raar want we hadden beiden het gevoel dat we alles heel snel
na elkaar deden door het koude en vooral natte weer. Een vals gevoel dus wat
ons eveneens goed stemde.
'Hagle Dump Cemetery' werd genoemd naar een
Brits nabijgelegen rustkamp en depot, men begon in april 1918 tijdens het
Duitse Lente-Offensief met de aanleg en de begraafplaats werd zowel door
gevechtseenheden als door medische posten gebruikt tot in oktober 1918. Na de
oorlog kwam er een uitbreiding (Plots III en IV) door de concentratie van meer
dan 200 graven, waarvan een deel geïsoleerde graven uit het omliggende slagveld
afkomstig waren. Op 'Hagle Dump Cemetery' liggen 439 militairen begraven. Er
rusten nu 397 Britten, waaronder 117 niet geïdentificeerde, 26 Australiërs, waaronder
16 niet geïdentificeerde, 14 Canadezen; waaronder 7 niet geïdentificeerde en 2
geïdentificeerde Duitsers. De graven van 26 Amerikaanse militairen, omgekomen
in de periode tussen juli en september 1918, en van 2 Franse doden werden
overgebracht naar andere begraafplaatsen na de oorlog
Nadat we de PRWWI toermobiel hadden
geparkeerd trokken we Hagle Dump Cemetery op welke volledig omheind is door een
bakstenen muur, afgedekt met witsteen. We waren nog maar een paar meter verder
en hoewel het lichtjes regende, werden we overvallen door een ijskoude en bijtende
wind die uit het niks opdook. Aan de horizon zagen we geen grijze wolken maar
zwarte wolken komen opdraven wat ons liet verstaan dat er een alweer een of
ander buitje opkomst was. Door die waarneming besloten we maar vlug aan de slag
te gaan waarbij Stuart zijn namenlijstje afwerkte met de te zoeken namen voor
het verhaal achter de steen. Terwijl Patrick en Daphné poogde enkele goede
foto's te schieten wat niet makkelijk was in de regen en Kurt ging opzoek naar
enkele bijzondere epitafen. Ondertussen waren de regendruppels omgevormd tot
smeltende sneeuw die eerder nijgden naar ijs dan naar sneeuw.
Ook hier geen rij I. |
Second Lieutenant James Kenneth Mathewson.
“D” Bty. 113th Army Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 14 september 1918, 20 jaar. Plot VI Rij A Graf 1.
|
Private Joseph J Stothart.
Service number 8149. 2nd Bn. King’s Own Scottish Borderers.
Gesneuveld 18 april 1915. Plot IV Rij E Graf 7.
|
Terwijl we allen zo een beetje verzamelden
na een tijdje achteraan de begraafplaats stonden Stuart en Patrick samen onder
de grote paraplu vergezeld door Daphné die onder haar eigen paraplu stond. Toen
Kurt, eveneens onder een paraplu, kwam aan gewandeld merkte hij op dat die
precies iets zwaarder woog dan normaal. Bij de anderen aangekomen kwam hij tot
de conclusie dat Stuart en Patrick precies onder een iglo stonden. De regendruppels
en smeltende sneeuwvlokken bovenop Stuarts paraplu was omgevormd tot een dikke
ijslaag, eveneens bij de anderen was dit het geval. Kurt keek even op en liet
de anderen weten dat het begon op te klaren. Stuart, Patrick en Daphne keken
even raar op naar elkaar met de gedachte; "Allez, wat zegt die nu
weer?" In de donkere grijze wolken meende hij een mindere donkere plek te
zien.
Op een gegeven moment, niet lang daarna,
merkten we dat het stilaan begon te minderen met regenen en dat was voor ons de
moment om onze pipes te gaan ophalen in de auto en onze PRWWI tunes te spelen. We
trokken naar het midden van de begraafplaats, gewapend in onze Inverness capes met onze pipes. Blijven wachten tot het gestopt was met regenen had toch geen zin. Na Flower of
Scotland begonnen
we toch stilaan te verkleumen van de kou. Na het even opwarmen van onze vingers, speelden we
direct erna de tune Amazing Grace. En geloof het of niet maar toen we de laatste
klanken van Amazing Grace speelden klaarde het weer volledig op en kwam er een
stralende zon tevoorschijn doorheen de donkere grijze wolkenmassa. Prachtig om
zien en hoewel het bere koud was, was het een moment waarvan je even kippenvel
kreeg. Precies of alles was getimed.
Door deze opklaring besloten we een ietsje sneller dan
normaal ons PRWWI In Remembrance kruisje te plaatsen en te profiteren van dit
droge moment want aan de horizon begonnen alweer donkere wolken samen te
pakken. Bij het Cross of Sacrifice plantten we plechtig ons PRWWI In Remembering
kruisje neer in de modder die er rond lag. Het kleine mooie afgeboorde randje
van aarde tussen het altijd groene gras en de sokkel van het Cross of Sarcrifce
was door de vele regen van vandaag veranderd in modder, het leek wel een goot
die voor de helft was gevuld met water. Toen we op weg gingen naar het
bezoekersregister wat we terugvonden bij de ingang in een kastje viel er ineens
geen enkele druppel regen meer uit de lucht wat ons allen een ietsje beter
stemde. De ideale manier om zorgeloos het register in te vullen dat een laatste
input kende op 12 november 2015 door Nigel Owens uit North Wales, UK met de
boodschap: RIP Great uncle James Coombes.
Hoewel het nog steen koud was, werd onder een nog steeds stralende zon en met een 'big smile' het bezoekersregister
plechtig en zonder fouten ingevuld. Hier kregen onze volgfotografen ook enkele
momenten om een paar betere foto's te nemen dan voorheen. Nadat iedereen klaar
was besloten we om niet langer te blijven hangen en verder te trekken op onze
tocht vooraleer het terug zou beginnen regenen want de verschenen donkere
wolken kwamen vlug opzetten in onze richting. We laden onze pipes en andere
spullen in, schudden onze capes en paraplu's af en namen plaats in de auto. We
verlieten Hagle Dump Cemetery om 15u39 en zetten koers naar onze volgende stop
zo een dikke 2 kilometer verder. Net toen onze PRWWI Tour Mobiel in beweging
kwam hingen de grijze donkere wolken reeds boven ons en viel er hier en daar
terug een druppel water.
Op onze weg naar onze volgende stop zagen
een prachtige hemel, boven de, wat nog overblijft van de eens zo grote en
uitgestrekte Galgebossen, hing terug een donkere grijze wolkenmassa terwijl aan
onze kant het zonnetje scheen. We arriveerden om 15u42 in de Hospitaalstraat
aan het toegangshek van Hospital Farm Cemetery. Het was lekker warm in de
auto en bleven nog even zitten tot iedereen was gearriveerd. Toen we niet veel
later uitstapten liet de moderne apparatuur van Stuart ons weten dat het exact
1°C was, bere koud dus maar het was voor de moment nog steeds droog en dat was
volgens Kurt nog steeds het belangrijkste.
We namen onze spullen onder de arm en
trokken op weg doorheen een proper robuust houten hek en een betonnen bruggetje
naar Hospital Farm Cemetery. Een lang, voor de verandering, eens niet een lang
groen pad maar een verhard kiezelpad van 170 meter over een weide zou ons bij
de begraafplaats brengen. Ongeveer in het midden lag er een kruispunt waar de
boer regelmatig eens passeerde met zijn tractor en natuurlijk ook het vee van de
weide naar hun stallingen die ons pad veranderde naar een kleine modderpoel. We
moesten dus goed uitkijken waar we stapten om niet tot aan onze enkels in de
modder te zakken. Niet veel later arriveerden we bij de begraafplaats die was
afgeschermd met een metalen hek, een klein bruggetje en omringt met een haag.
'Hospital Farm Cemetery' is genoemd naar
een boerderij die van oudsher 'Hospitaalhoeve' genoemd werd, en tijdens de
oorlog fungeerde als medische post. De 'Hospitaalhoeve' dankte in feite haar
naam aan de Johannieter Ridderorde, de Hospitaalridders, die van oudsher
eigenaar waren van het goed. (Hospitaalridders waren medisch geschoolde ridders
ten tijde van de Tempeliers die zich daadwerkelijk met de verzorging van zieken
bezighielden en zich toelegden op de verzorging van de pelgrims op weg naar het
Heilige Land. Een bekend geworden hospitaalridder in de Orde van Malta was de
Belg; Charles-Emile Graaf d'Oultremont de Wégimont et de Warfusée.) De oude
gebouwen van de hoeve werden tijdens een bombardement op 17 juni 1916 in as gelegd
waarna enkel nog de schuur als hulppost kon worden gebruikt. De begraafplaats
werd vooral in 1915 en 1917 gebruikt door regimenten en batterijen die aan de
gevechten rond Ieper deelnamen. De begraafplaats lag tijdens WOI vlak naast een
spoorlijn van de Peselhoek naar Ieper.
We gingen, nog steeds droog, de kleine,
rustig gelegen en zeer mooie begraafplaats op die omringd was door groen. De
haag, struiken en bomen zouden hier een mooier uitzicht hebben gehad mocht het
niet zo hard geregend en gewaaid hebben de voorbije dagen. Van dit droge moment
moesten we gebruik maken en Stuart ging meteen aan de slag om zerkjes te tellen
en zijn lijstje af te werken terwijl de anderen begonnen met het nemen van
enkele foto's. Tussen de 116 graven vonden we weer een eigenaardig graf terug.
Het 18de graf in rij 'B' liet ons weten dat hier een burger slachtoffer
begraven was. Marcel Top, overleden op 11 augustus 1915 was een Belg, afkomstig uit
Oostvleteren: Een genealogisch werk over de familie Top liet ons weten dat hij
was tewerkgesteld op Hospital Farm en werd gedood door een obus op zijn tweede werkdag bij de Engelsen. - "Een
Engels bataljon staat op de hoeve van Em. Lelieur klaar om naar de loopgrachten
te gaan. Volledig onverwacht werd de hoeve op dat moment met artillerievuur
bestookt waarbij er één terecht kwam vlak in de opgestelde rangen. Ongeveer
veertig soldaten worden onmiddelijk gedood. ’t Is een afgrijselijke chaos van
bloed, stukgeschoten ledematen, verminkte lijken en kreunende gekwetsten.
Marcel Top die op dat moment in de buurt was zijn uiteengerukte lichaam werd
eveneens op de dichtstbij gelegen dodenakker begraven." Wat het mysterie nog groter maakt is het feit dat Marcel de enige op de begraafplaats is die stierf op 11 augustus 1915. Vreemd.
Drie van de vier onbekende slachtoffers op de begraafplaats. |
Gunner G Johns.
Service number 30539. “B” Bty. 223rd Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 18 oktober 1917. Rij E Graf 5.
|
Private Harvey Grace.
Service number 2759. 4th Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry.
Gesneuveld 4 december 1915, 22 jaar. Rij C Graf 17.
|
Private William Benjamin Rawlinson.
Service number 10011. 2nd Bn. Essex Regiment.
Gesneuveld op 8 juni 1915 en is hiermee de eerste op de begraafplaats.
Hij werd 21 jaar. Rij A Graf 5.
|
Private William H. Walton.
Service number 4945. 2nd Bn. Lancashire Fusiliers.
Gesneuveld 22 juni 1915. Hij werd amper 16 jaar en hiermee de jongste op de begraafplaats.
Rij A Graf 2.
|
Gunner Laurence Furniss.
Service number 295721. 136th Heavy Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 27 mei 1918, de enige gesneuvelde van 1918 op de begraafplaats.
Hij werd 21 jaar. Rij E Graf 10.
|
Rifleman D McBlain.
Service number S/3485. 12th Bn. Rifle Brigade.
Gesneuveld 24 maart 1916.
Hij werd 46 en is hiermee de oudste op de begraafplaats.
Rij D Graf 19.
|
Toen Stuart aan het eind was gekomen van
zijn lijstje en even tot rust wou komen achteraan op de begraafplaats waar we
onze pipes onder een zeiltje hadden achtergelaten op de omheiningsmuur, spoorde
Kurt hem aan om er toch een beetje vaard achter te zetten. Stuart had op dit
moment iets van; 'Het zal wel gaan zeker.' maar toen hij zag naar waar Kurt
wees, vond hij dit ook best een goed idee. Aan de horizon die we tussen de
bomen zagen zag de lucht zwart wat ons liet weten dat we het voor de verdere
middag zeker niet droog gingen houden. We namen onze pipes op en gingen tussen
de graven ongeveer in het midden van de begraafplaats staan om onze tunes te
spelen. Flower of Scotland klonk prachtig tussen de bomen en struiken op deze
kleine mooie begraafplaats. Met een korte tussen pauze waar we even stil in
gedachten waren verzonken maar ook vooral om onze handen even op te warmen
begonnen we met de tune Amazing Grace en uit onze ooghoeken zagen we dat de
lucht boven ons steeds donkerder en donkerder werd.
Toen de laatste klanken van onze tune
Amazing Grace klonken, begonnen hier en daar dikke regendruppels neer te
vallen. Zonder haast speelden we gewoon verder en toen de laatste 2 maten van
de tune passeerden begon het terug te regenen die eerder op smeltende sneeuw
geleek dan regen. Zodra onze tunes waren gespeeld trokken we meteen onder onze
paraplu's. Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd snel maar toch plechtig neer
gepland bij het Cross of Sacrifice waarna we ons spoeden naar de ingang van de
begraafplaats waar we het bezoekersregister terug vonden.
Stuart installeerde zijn grote paraplu
boven het kastje waarin het bezoekersregister opgeborgen lag zodat we toch een
beetje beschut waren tegen de regen en hagelsteentjes die nu uit de lucht
vielen. Het register kende een laatste input op 4 november 2015 door een Nederlands
koppel Ellen en Huub genaamd. Kurt nam voor alle zekerheid een foto van het
register waarna hij het ondertekende uit naam van Pipers Remembering WWI.
Eveneens Stuart tekende het register waarna we alles
terug mooi opborgen, onze spullen onder de arm namen en terug naar de auto gingen.
Het regende en hagelde nog steeds en we
stapten allen goed door over het pad terug naar het hek over de wei. Halfweg
net voorbij de modderpoel stond Kurt even te wachten met het fototoestel in de
hand en een brede glimlach op zijn gezicht. Wachtend tot er iemand onderuit
ging of pardoes op zijn achterste zou vallen in de modderpoel , bleef hij op
zijn honger zitten want iedereen stapte vakkundig doorheen de modderpoel, hoewel Stuart alle moeite had om zijn grote paraplu in bedwang te houden. Niet
veel later arriveerden we bij de auto waarbij we onze spullen snel inladen en
onze pipes opborgen. Omdat het nog steeds ijskoud was en regende wisten we niet
goed wat te doen met onze intussen traditionele dram. Hier in de koude en regen
deze vlug binnenkappen zou op niet veel trekken. Patrick stelde voor om terug
naar Brandhoek Military Cemetery te rijden waar we allen in zijn motorhome, die
daar nog steeds geparkeerd stond, beschut tegen het slechte weer onze dram
konden nuttigen. Dat was inderdaad een goed idee en we verlieten Hospital Farm
Cemetery om 16u00 opweg naar Patrick zijn motorhome.
Bij aankomst aan Brandhoek Military
Cemetery parkeerden we onze wagen en stapten binnen in het rijdend huis van
Patrick. Toen iedereen een beetje gesetteld was en zo stilaan begon op te
warmen haalde Patrick enkele flessen dram boven waaruit we konden kiezen. Het
werd een Yamazaki van 18y die overigens zeer heerlijk was en een zachte warme
gloed bracht in ons binnenste.
Onze 20ste rit zat erop, en wat voor een.
Een rit die alle records brak. Voorheen was dat Tocht 3: Halle, 's
Gravenbrakel of Braine-le-Comte, La Louvière en Nivelles - waarbij we ook in
bar weer de tocht reden, maar deze tocht nu hier, Tocht 24 stak er met kop en
schouders bovenuit daar waren we het allemaal over eens. Gans de dag in ijskoude
temperaturen waarbij het bijna gans de dag regende, waar de regen soms bevroor
op onze paraplus, waarbij we buien met smeltende sneeuw, buien met hagel en
snijdende wind kregen te verwerken. Eender hoe, "We all did it!"
Dank aan
alle volgers die erbij waren maar een speciale woordje van dank aan Daphné en
Patrick om ons gans de tocht te vergezellen en ons bij te staan met het nemen
van de foto's tijdens de tocht waar nodig. And last but not least, nog een
extra woordje van dank aan het adres van Patrick omdat we voor onze lunch en
afsluitende dram gebruik mochten maken van zijn rijdende infrastructuur die ons
beschutting bood en ons de kans gaf even op te warmen. Tegen 16u30 besloten we
om ook onze weg naar huis te ondernemen waar we allen veilig en wel
arriveerden. Hoe raar het ook klinkt, de tocht was best vermoeiend want na een
heerlijke warme douche en daarna onder een dik deken gewikkeld met een warme
choco gemaakt met echte cacao op grootmoeders wijze vielen niet veel later de
oogjes toe.
Groeten en tot volgende
Stuart en
Kurt.