Datum : 25/10/2015
Begraafplaatsen
: La Clytte Military Cemetery, Westouter Churchyard & Extension, Westoutre British Cemetery, Reninghelst New Military Cemetery, Reningelst Churchyard, Reninghelst Churchyard Extension & Grootebeek British Cemetery
Afstand : 190 Km
Weer : zonnig met hier en daar een klein wolkje.
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke en Alec Jervis
Volgers : Daphné Vangheluwe, Magali van Looke en
Chloë Van Vooren
Info :
Na het ontwaken en het klaarmaken van ons
lunchpakket moesten we toch nog enkele minuten wachten vooraleer de twee BV's
Magali en Cholë klaar waren om te kunnen vertrekken. Uiteindelijk zo'n 10
minuten later dan het normale vertrekuur konden we op weg naar Moerkerke waar
de tocht van vandaag van start zou gaan.
Stuart stond al op wacht toen Kurt
arriveerde met zijn BV's en direct werd alles overgeladen in de PRWWI Mobiel om
vandaar op weg te gaan richting Ieper. Toen Ieper aan de horizon verscheen
waren onze pubers op de achterbank nog steeds aan het tetteren dat het niet
schoon was en Kurt keek op een manier van; 'gaat dat hier zo gans de tocht
duren' naar Stuart waarop deze in een lach schoot.
Na Ieper was het nog een eindje rijden want
de te bezoeken begraafplaatsen voor vandaag situeerden zich tussen Poperinge en
Heuvelland, meerbepaald in Klijte, Westouter, Reningelst en het gehucht
Ouderdom.
We arriveerden om 10u10 bij La Clytte
Military Cemetery, mooi op schema, waar Daphné Vangheluwe en
Alec Jervis, die vandaag zou meegaan als derde piper, ons al stonden op te wachten. Na elkaar een goeie morgen te hebben gewenst werden onze pipes gestemd en
maakten we ons klaar om de begraafplaats op te gaan. Magali en Chloë zaten
reeds te wachten bij de ingang want deze vonden dat we toch veel tijd nodig
hadden om onze spullen te nemen, want de tijd van een BV was kostbaar volgens
hen.
In het gehucht "De Klijte" waren
tijdens de oorlog enkele brigadehoofdkwartieren gevestigd. De begraafplaats
werd door eenheden van de infanterie, artillerie en genie aangelegd en gebruikt
van november 1914 tot april 1918. Aan het einde van de oorlog lagen er bijna
600 doden begraven. Later werd ze nog uitgebreid met geïsoleerde doden uit de
omringende slagvelden en van enkele
kleinere begraafplaatsen in de buurt. Voor 20 slachtoffers werden Special
Memorials opgericht, omdat men aanneemt dat ze zich onder de naamloze graven
bevinden. Er liggen 1082 doden waaronder 1010 Britten en waarvan 234 niet
geïdentificeerd konden worden, 12 Australiërs, waarvan 2 niet geïdentificeerd
konden worden. 51 Canadezen, waarvan 1 niet geïdentificeerd kon worden, 3
Nieuw-Zeelanders en 6 Zuid-Afrikanen waarvan 1 niet geïdentificeerd kon worden.
We gingen de vrij grote en langwerpige
begraafplaats op en merkten op dat er heel veel verweerde grafstenen op deze
begraafplaats stonden. Na al die jaren begonnen de weersinvloeden langzaam hun
tol te eisen, vele opschriften waren ondertussen moeilijk te lezen geworden
maar dankzij onze research en de archivering van de Commonwealth War Graves
Commission werden de graven van de personen waarvan we het verhaal achter de
steen wouden vertellen vrij snel gevonden. Door de fel opkomende zon
weerkaatste het zonlicht enorm op de witte verweerde grafstenen wat het dan
weer moeilijk maakten voor onze fotografen om een deftige foto te nemen.
Bij het graf van Sgt. C. Bailey die bij de
Royal Field Artillery diende en die sneuvelde op 23 november 1915 op de leeftijd van
29 jaar vonden we een houten kruisje met daarnaast drie kleinere eveneens
houten maar in zilver geverfde kruisjes terug. Eveneens stond er een
geplastificeerde foto met tekst bij die als volgt luidde.
"Peter Bailey grandson of
Wheeler Sgt. Cornelius Bailey. A little piece of England brought with us for
you. The birds sing in the meadow, the sky is clear and blue. Yes, a little
piece of England brought with us for you. Lucky to have been here before,
bringing a cross and poppy too. A grave so far from England, for a grandad we
never knew." Een moment
die ons even liet stil staan en wat ons liet weten dat het verlies van een
familielid, ook al hebben ze die nooit gekend, nog steeds verder leeft ook al
is het bijna exact 100 jaar geleden dat deze persoon stierf.
Private Joseph Sylva Gallant.
Service number 69366. 26th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld op 13 oktober 1915, 21 jaar. Plot VI Rij D Graf 13.
|
Second Lieutenant N McDonald MC, Military Cross.
Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 25 april 1918, 24 jaar. Plot V Rij A Graf 22.
|
Captain Talbert Stevenson MC and Bar, Military Cross.
Adjt. 4th/5th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
Gesneuveld 14 november 1917, 22 jaar. Plot IV Rij A Graf 2.
|
Corporal Daniel Henderson Currie.
Service number 1099668. 10th Bn. Canadian Railway Troops.
Gesneuveld 30 oktober 1917, 46 jaar. Plot III Rij F Graf 14.
|
Gunner Walter Moore.
Service number 221227. “D”Bty. 315th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 23 september 1917, 29 jaar. Plot III Rij B Graf 10.
|
Private A MacAskill.
Service number 3/5966. 1st Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 7 mei 1915, 19 jaar. Plot I Rij A Graf 8.
|
Private James Orr Cruickshank.
Service number 200176. 1st/4th Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 15 april 1915, 19 jaar. Plot I Rij B Graf 3.
|
Private Exhibitioner Lancelot Graham Harris.
Service number 1112. Honourable Artillery Company.
Gesneuveld 28 april 1915, 20 jaar. Plot I Rij B Graf 8.
|
Private William John Finnie.
Service number 55201. “A” Coy. 19th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 28 november 1915, 36 jaar. Plot I Rij B Graf 17.
|
Private Alexander Mitchell.
Service number 2520. 1st/4th Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 28 april 1915, 25 jaar. Plot I Rij C Graf 8.
|
Private Erwin Leslie Pearson.
Service number 675163. 2nd Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 29 mei 1917, 2 dagen voor zijn 27ste verjaardag. Plot II Rij B Graf 16.
|
Captain Matthew Struan Robertson.
1st Bn. Gordon Highlanders.
Treffend Epitaaf: ‘We Miss You Sonny Boy’.
Gesneuveld 2 maart 1916, 23 jaar. Plot I Rij C Graf 23.
|
Toen Stuart zijn lijstje met namen had
afgewerkt werd het stilaan tijd om onze tunes te spelen en wandelden we vrij
ontspannen terug van het Cross of Sacrifice, dat zich achteraan op de
begraafplaats bevond, naar de ingang van de begraafplaats waar we onze pipes
hadden achter gelaten op een stenen bank. We waren nog niet ver gewandeld of we
passeerden er een grafsteen waarop een regimentsbadge was afgebeeld die we nog
niet eerder hadden gezien. Nader onderzoek liet ons weten dat dit het graf van Chaplain 4th Class the Rev. Basil
Pemberton Plumptre was van het Regiment/Service: Army Chaplains' Department was
die eveneens ook een Military Cross had ontvangen voor dapperheid en toewijding.
Ja inderdaad een aalmoezenier. De Army Chaplains' Department (AChD), is een
afdeling van het leger waarin Kapelaans of aalmoezeniers dienden. De AChD werd
gevormd door het Royal Warrant van 23 september 1796. Het waren aalmoezeniers
die eerder deel hadden uitgemaakt van de individuele regimenten. Alleen
Anglicaanse geestelijken werden gerekruteerd tot 1827, toen presbyterianen
werden erkend. Rooms-katholieke pastoors werden gerekruteerd sinds 1836,
Methodist aalmoezeniers van 1881, en Joodse aalmoezeniers van 1892.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden een
4400 Army Kapelaans gerekruteerd waarvan 179 hun leven verloren in actieve
dienst. Sinds februari 1919 ontving de AChD officieel het voorvoegsel 'Royal'. Het
Royal Army Chaplains' Department had zijn hoofdkwartier, Depot en Training
Centre in Bagshot Park in Surrey. In 1996 verhuisden ze naar de
gemeenschappelijke dienst Strijdkrachten Chaplaincy Centre Amport House in de
buurt van Andover waar ze tot op vandaag nog steeds gevestigd zijn.
Toen we niet veel later onze pipes hadden
opgehaald namen we plaats in het midden van de begraafplaats waar we onze tunes
Flowers of Scotland en Amazing Grace speelden. Het geluid golfde over de
omliggende velden en blijkbaar hadden we de aandacht getrokken van enekele
koeien die stonden te grazen op de weide ernaast want ineens stonden die
beesten allemaal tegen de omheiningmuur te lonken naar ons. Na het spelen van onze tunes legden we
onze pipes neer op The Stone of Rememberance die helemaal vooraan op de
begraafplaats stond. Bij de Stone of Rememberance werd ons PRWWI kruisje
plechtig neer geplant en de groepsfoto genomen.
Nadien wandelden we naar de toegangspoort om er het register te tekenen.Het bezoekersregister kende een laatste input van 24 oktober 2015 Elisabeth Townsend uit de streek rond Cambridge UK en vermelde de boodschap: Remembering my great, great uncle Rev. Basil Pemberton Plumptre MC. Blijkbaar hadden de nabestaanden van Chaplain Basil Pemberton Plumptre gisteren het graf van hun familielid nog bezocht. Nadat iedereen het register had ingevuld maakten we ons stilaan klaar en werden onze spullen ingeladen in de auto. We verlieten La Clytte Military Cemetery om 11u15 en trokken verder op onze tocht welke ons in de richting van Westouter stuurde.
Nadien wandelden we naar de toegangspoort om er het register te tekenen.Het bezoekersregister kende een laatste input van 24 oktober 2015 Elisabeth Townsend uit de streek rond Cambridge UK en vermelde de boodschap: Remembering my great, great uncle Rev. Basil Pemberton Plumptre MC. Blijkbaar hadden de nabestaanden van Chaplain Basil Pemberton Plumptre gisteren het graf van hun familielid nog bezocht. Nadat iedereen het register had ingevuld maakten we ons stilaan klaar en werden onze spullen ingeladen in de auto. We verlieten La Clytte Military Cemetery om 11u15 en trokken verder op onze tocht welke ons in de richting van Westouter stuurde.
Een rit van een vijf kilometer bracht ons
in het dorp Westouter waar we onze wagens parkeerden naast de muur van het
kerkhof. Westouter bleef de ganse oorlog in geallieerde handen. In het voorjaar
van 1918 naderde, tijdens het Duitse lenteoffensief, de frontlijn tot op 2,5 km
van het dorp. Het kerkhof en de uitbreiding werden tussen november 1914 en
september 1918 met tussenpozen door Britse veldhospitalen en gevechtseenheden
gebruikt.
We gingen het kerkhof op en merkten meteen op dat alle graven hier kris kras door elkaar lagen, onregelmatig verdeeld en zonder structuur. Soms een verhard grindpad van een 30 centimeter breed en soms een pad van met de breedte van 1 voetpadtegel breed die je langs grote omwegen naar je bestemming bracht. We kregen er geen eind aan. Hier zouden volgens onze research ook twee Belgen begraven liggen, helaas hebben we deze niet gevonden. Waarschijnlijk zijn zij begraven in een burgergraf wat door de warboel die er heerste op het kerkhof het terug heel tijdrovend zou worden om alle graven af te gaan opzoek naar hen.
We gingen het kerkhof op en merkten meteen op dat alle graven hier kris kras door elkaar lagen, onregelmatig verdeeld en zonder structuur. Soms een verhard grindpad van een 30 centimeter breed en soms een pad van met de breedte van 1 voetpadtegel breed die je langs grote omwegen naar je bestemming bracht. We kregen er geen eind aan. Hier zouden volgens onze research ook twee Belgen begraven liggen, helaas hebben we deze niet gevonden. Waarschijnlijk zijn zij begraven in een burgergraf wat door de warboel die er heerste op het kerkhof het terug heel tijdrovend zou worden om alle graven af te gaan opzoek naar hen.
Hoewel het kerkhof
toch wel iets speciaals had met zijn ligging en zijn oude bomen bracht een
grindpad ons naar de achterkant van de kerk waar we de Westouter Churchyard
Extension vonden. Hier zagen we in 2 rechthoekige perken de CWG's uit de Eerste
Wereldoorlog. Aan de zijkant van het grootste perk zagen we een metalen
plaat die werd geplaatst door de CWGC waarop we de slag rond Westouter konden
lezen. Volgens onze research lagen hier 101 militairen begraven, waaronder 76
doden uit het Verenigd Koninkrijk, 19 Canadezen waarvan 1 niet meer
geïdentificeerd kon worden, 1 Australiër, 1 Nieuw-Zeelander, 1 Indiër en 3
Duitsers. Het Kerkhof van Westouter is opgenomen in de inventaris van het
Wereldoorlogerfgoed.
Terwijl onze volgfotograaf Daphné opzoek
ging naar het perfecte plaatje, wij voor onze PRWWI archieven enkele graven
fotografeerden trokken onze 2 BV's Magali en Chloë naar het naast gelegen
speeltuintje waar ze nog eens hun hartje ophalen en onopgemerkt voor het grote
publiek even konden doen alsof ze 10 jaar jonger waren. Terwijl onze pubers
zich amuseerden vonden we hier ook het graf van de broers James Alfred en Charles Frederick Robinson terug. Het merkwaardige is dat de twee broers
in hetzelfde graf liggen begraven maar elk een eigen grafzerk hebben. James
Alfred en zijn broer Charles Frederick Robinson sneuvelden beiden op 16
september 1917. Een andere broer, William Charles Robinson, sneuvelde eveneens
tijdens WWI en ligt in London Cemetery and Extension begraven.
Musketier Robert Glass. Infanterie Regiment 44.
Gesneuveld 7 juni 1917. Plot II Rij A Graf 13.
|
Unteroffizier Johann Heilmeier. Bayer 25. Inf. Regiment.
Gesneuveld 14 oktober 1918 en daarmee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats.
Plot II Rij A Graf 9.
|
Schuetze Otto Muenkel. Reserve Infanterie Regiment 231.
Gesneuveld 27 september 1917. Plot II Rij F Graf 7.
|
Driver James McIntyre.
Service number T/23584. 3rd Div.Train Army Service Corps.
Gesneuveld op 26 november 1914
en daarmee de enige gesneuvelde in 1914 op de begraafplaats.
Plot I Rij F Graf 3.
|
Private W Dixon.
Service number 2104. 5th Bn. Border Regiment.
Gesneuveld 25 mei 1916, 22 jaar. Plot II Rij F Graf 3.
|
Private James Syder.
Service number 65955. 24th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 5 december 1915, 23 jaar. Plot II Rij C Graf 3
|
Toen we niet veel later onze tunes stonden
te spelen merkten we vanuit onze ooghoeken op dat er een grote groep mensen
stonden te kijken op het naastgelegen pad. Toen de laatste klanken van Amazing
Grace klonken wandelden ze verder met hun gids naar hun bestemming. We legden
onze pipes terug op de grote metalen plaat met daarop het plan en uitleg van de
slag rond Westouter en moesten even overleggen waar we ons PRWWI In
Rememberance kruisje zouden zetten daar er hier geen Cross of Sacrifice stond.
Stuart stelde voor om het bij Lt. Col. A.G. Stuart die bij het 40th Pathans
diende toen hij sneuvelde op 4 juni 1916, te zetten vanwege de naam gelijkenis.
Het epitaaf op zijn grafsteen luidde: "Behold; I am alive for ever
more".
Nadat het PRWWI kruisje plechtig was neer
geplant besloten we om de groepsfoto te nemen met de CWG's op de achtergrond.
Toen iedereen vrij ontspannen op zijn plaats stond was het wachten tot de
camera zijn werk deed waarna we onze spullen opnamen en terug op weg gingen
naar onze wagen aan de andere zijde van de kerk want een bezoekers register was
er niet aanwezig. We verlieten Westouter Churchyard Extension om 11u50, laden
alles in de auto en zetten koers naar Westoutre British Cemetery zo een dikke
400 meter verder aan de andere kant van het dorp.
Toen we een minuut later kwamen aangereden bij Westoutre British Cemetery zagen we dat er enkele jongeren bij de ingang stonden van de begraafplaats. We stapten uit, begonnen al onze spullen uit te laden en in een mum van tijd stond er een groep van ongeveer een 30 jongeren bij de ingang van de begraafplaats toen we de begraafplaats waren opgewandeld.
Toen we een minuut later kwamen aangereden bij Westoutre British Cemetery zagen we dat er enkele jongeren bij de ingang stonden van de begraafplaats. We stapten uit, begonnen al onze spullen uit te laden en in een mum van tijd stond er een groep van ongeveer een 30 jongeren bij de ingang van de begraafplaats toen we de begraafplaats waren opgewandeld.
Westouter bleef gedurende de ganse oorlog
in geallieerde handen. De begraafplaats werd gestart in oktober 1917 en bleef
in gebruik tot april 1918 toen tijdens het Duitse lenteoffensief het front was
genaderd tot ongeveer 2,5 km. Van april tot augustus 1918 werd de begraafplaats
gebruikt door Franse troepen. Daarna opnieuw door Britse troepen van augustus
tot oktober 1918. Na de oorlog werden de 72 Franse graven die er toen lagen
naar een Franse begraafplaats overgebracht. Er werden toen ook graven bijgezet
die afkomstig waren van de omliggende slagvelden en de Ieperboog. De graven van
de kleinere begraafplaatsen Bixschote German Cemetery en Kemmel French Cemetery
No 2 werden ook naar hier overgebracht. Er liggen nu 167 Britten waarvan er 49
niet geïdentificeerd konden worden, 5 Canadezen waaronder 3 niet
geïdentificeerde en 3 Nieuw-Zeelanders. Voor 5 Britten werden Special Memorials
opgericht omdat men aanneemt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden en
drie Chinezen van het Chinese Labour Corps.
Er liggen ook 4 Britten en 1 Fransman uit
de Tweede Wereldoorlog, die in mei 1940 sneuvelden tijdens de terugtrekking
naar Duinkerke. Zoals vele van de CWGC begraafplaatsen werd de begraafplaats in
2009 als monument beschermd.
Het enige Franse slachtoffer op de begraafplaats.
Eugène Cellier. Hij sneuvelde op 27 mei 1940 tijdens WWII.
|
Onder grote belangstelling van de Scouts
jongeren die ons nauwlettend in de gaten hielden begonnen we over de
begraafplaats te wandelen opzoek naar enkele graven waarvan we het verhaal
achter de steen wouden vertellen en wat ons opviel was dat ongeveer de helft
van de graven andersom lagen. Een deel van de graven lag naar de straatkant,
een ander deel lag naar de achterzijde van de begraafplaats, we vonden het
raar. De Special Memorials vonden we vooraan bij de ingang van de
begraafplaats. Een daarvan was dat van Eric Stuart Dougall, majoor bij de 88th
Brigade, Royal Field Artillery. Hij ontving het Victoria Cross voor zijn
uitzonderlijke dapperheid en bekwaam leiderschap en was ook drager van het
Military Cross. Hij sneuvelde op 14 april 1918 op de leeftijd van 32 jaar. Dit
bewees nog maar eens welke ravage hier destijds was geweest.
Lieutenant James Lionel Bagguley.
13th Bn. Durham Light Infantry.
Zijn ouders keken niet op een letter meer of minder.
Gesneuveld 6 december 1917, 24 jaar. Rij B Graf 1.
|
Serjeant FM Ralph, MSM (Meritorious Service Medal).
Service number 110577. North Riding Heavy Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 25 april 1918, 30 jaar. Rij E Graf 2.
|
Private D Pickup.
Service number 103161. 2nd Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 17 april 1918, 20 jaar. Rij F Graf 7.
|
Private Michael Cush.
Service number 6587. 7th (South Irish Horse) Bn. Royal Irish Regiment.
Gesneuveld 18 augustus 1918. Hij werd 17 jaar en is daarmee de jongste op de begraafplaats.
Rij M Graf 1.
|
Eén van de onbekende slachtoffers op de begraafplaats. |
Gunner George O’Donnell.
Service number 886332. 2 Field Regt. Royal Artillery.
Hij is één van de WWII slachtoffers op de begraafplaats.
Hij sneuvelde op 19 mei 1940, 20 jaar. Rij F Graf 12.
|
Niet veel later wandelden we naar het Cross
of Sacrifice waar we onze pipes hadden achter gelaten om deze op te halen en
onze PRWWI tunes te spelen. Alle blikken werden op ons gericht toen we ons
klaarmaakten om te spelen. Toen de tune Flowers of Scotland was gedaan werd er
door de jongeren van de scouts, die ons nog steeds nauwlettend in de gaten
hielden, redelijk lang geapplaudisseerd. Na een minuutje stilte gingen we verder met Amazing Grace
welke mooi klonk op deze mooie en kleine begraafplaats. Ook na deze tune applaudisseerden
de kijkende jongeren lang waarna we onze pipes terug op de sokkel van het Cross
of Sacrifice neerlegden.
Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd bij
het Cross of Sacrifice, dat zich in het midden van de begraafplaats bevond langs
de straatkant, plechtig neer geplant waarna het tijd was om de groepsfoto te
nemen. Na de groepsfoto was het tijd om het bezoekersregister te tekenen wat we
terugvonden bij de ingang in de muur. Onze 2 pubers Magali en Chloë vonden ook
een ander boek terug in het kastje waarin het register zat. Dit bleek het
namenregister te zijn van de begraafplaats. Dat hadden ze nog niet eerder
gezien maar ze werden volledig van uitleg voorzien door Alec die hen vertelde
hoe dit allemaal in elkaar zat. Zo zag je maar dat ook BV's altijd nog iets
konden bijleren. Het bezoekersregister kende een laatste input op: 23 oktober 2015
door Meg Harter en Helen / Dane Earle afkomstig uit Scunthorpe, North
Lincolnshire - UK.
Toen iedereen het register had getekend en
onze BV's wat hielpen met het nemen van foto's, zat ons bezoek er hier op en
was het tijd voor onze lunch. We verlieten de begraafplaats om 12u25 en
besloten om hier langs de straatkant bij de auto onze lunch te nuttigen. De
belegde sandwiches, koffie voor de een, thee of cola voor de ander smaakte
overheerlijk onder deze zonnige middaghemel. Er werd wat over en weer gepraat
en ineens merkte Kurt op dat Chloë de muts van Stuart op had. Toen Kurt vroeg
wat er gaande was antwoordde Chloë dat ze als BV toch echt wel incognito moest
zijn op onze tochten. Compleet van zijn stuk en schuddend met zijn hoofd van
'pubers, hoe is het mogelijk' nam hij nog een kop koffie.
Toen onze lunch op was gepeuzeld, laadden we
alles terug in de auto en maakten we ons stilaan klaar om andere oorden op te
zoeken. Terwijl onze pubers zich installeerden achteraan in de auto, stelde
Stuart de trut in om de route naar onze volgende bestemming aan te wijzen. Een
rit van een drie kilometer zou ons in Reningelst brengen waar we maar liefst
drie begraafplaatsen zouden bezoeken. Om 13u05 arriveerden we zo een vijf
minuutjes later dan voorzien bij Reninghelst New Military Cemetery. Nadat we de
wagen hadden geparkeerd langs de straatkant bracht een lang pad dat tussen twee
huizen liep ons op de begraafplaats.
Reningelst bleef de hele oorlog in
geallieerde handen. In het dorp werd het hoofdkwartier van de 41st Division
ingericht met de bijhorende rustkampen en veldhospitalen. Door de nabijheid van
het front en belangrijke infrastructuur, zoals een nieuwe spoorlijn, had het dorp
regelmatig vijandelijke beschietingen te verduren. De slachtoffers van deze
schermutselingen werden van maart tot november 1915 op het kerkhof en de
ernaast liggende uitbreiding begraven. Vanaf dan werd de New Military Cemetery
gestart om de gesneuvelden van de veldslagen in de Ieperboog te begraven. Reninghelst
New Military Cemetery werd gebruikt tot september 1918 en er liggen nu 461
Britten waaronder 5 die niet geïdentificeerd konden worden, 104 Australiërs,
230 Canadezen waaronder 1 niet geïdentificeerde, 2 Nieuw-Zeelanders, 1
Zuid-Afrikaan, 7 Chinezen die behorenden tot het Chinese Labour Corps en 2
Duitsers. Destijds werden hier ook 51 Franse militairen begraven maar zij
werden later naar andere plaatsen overgebracht.
Het was immens stil op deze begraafplaats,
dat kwam allicht omdat deze mooie begraafplaats een redelijk eind van de weg af
lag. Bij de toegangspoort vonden we er direct het Cross of Sacrifice terug met
daarnaast de Stone of Rememberance. We lieten onze pipes achter op de Stone of
Rememberance waarna we elk onze weg gingen op deze begraafplaats. Stuart begon
direct met zijn lijstje af te werken van de te zoeken graven vergezeld van
Alec, Kurt ging opzoek naar bijzondere epitafen, Daphné opzoek naar een mooi
shot terwijl onze pubers vooraan bij de Stone of Rememberance bleven om onze pipes te bewaken terwijl wij achteraan op de begraafplaats liepen.
Ook hier geen rij I |
Het Chinese plot |
Private J Cooney.
Service number 21452. 11th Bn. South Lancashire Regiment.
Er werd blijkbaar geprobeerd zijn naam duidelijker zichtbaar te maken.
Gesneuveld 20 juni 1917. Plot III Rij G Graf 12.
|
Landsturmmann Peter Steinberg.
Infanterie Regiment 172.
Gesneuveld 15 juni 1917. Plot II Rij C Graf 26.
|
Unteroffizier Maximilian Kalt.
RJR 213.
Gesneuveld 11 augustus 1917. Plot III Rij B Graf 28.
|
Lieutenant William Ormiston Brown.
18th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 8 augustus 1916, 22 jaar. Plot I Rij H Graf 21.
|
Lieutenant Arnold Monroe Thurston.
2nd Div. Ammunition Col., seconded to 2nd Trench Mortar Bty. Canadian Field Artillery.
Gesneuveld 26 juni 1916, 25 jaar. Plot I Rij F Graf 11.
|
Corporal David Andrew Dunn.
Service number 75721. 29th Canadian Infantry.
Hij was van Ierse komaf.
Gesneuveld 21 juni 1916, 38 jaar. Plot I Rij F Graf 9.
|
Captain Arthur Lawrence McGovern.
28th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 7 juni 1916, 24 jaar. Plot I Rij E Graf 6.
|
Lieutenant Duncan John MacLeod Campbell.
31st Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 11 juli 1916, 20 jaar. Plot I Rij E Graf 15.
|
Corporal Walter Henry Browne Collier.
Service number 75891. 29th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 19 juli 1916, 24 jaar. Plot I Rij E Graf 18.
|
Captain Ronald Riach Davidson.
“C” Coy. 2nd Bn. Royal Scots.
Gesneuveld 27 maart 1916, 20 jaar. Plot I Rij D Graf 12.
|
Lance Corporal Charles Ernest Cort Bashford.
Service number 71349. 27th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 25 mei 1916, 31 jaar. Plot I Rij C Graf 20.
|
Lance Corporal William Bain.
Service number 68275. “C” Coy. 25th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 24 augustus 1916, 21 jaar. Plot II Rij E Graf 2.
|
Lieutenant Archer Ekers.
87th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 16 september 1916, 25 jaar. Plot II Rij C Graf 12.
|
Captain Clive Alan Whittingham.
Royal Army Medical Corps attd. 12th Bn. Royal Fusiliers.
Gesneuveld 9 juni 1917, 24 jaar. Plot II Rij C Graf 24.
|
Bombardier Stanley Gordon Wise.
Service number 2253. 2nd Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 16 augustus 1917, 27 jaar. Plot III Rij B Graf 13.
|
Driver William John Mountain.
Service number 25919. 1st Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 24 augustus 1917, 25 jaar. Plot III Rij A Graf 18.
|
Private Alec Coe MM (Military Medal).
Service number 2967. 5th Field Amb. Australian Army Medical Corps.
Gesneuveld 25 september 1917, 31 jaar. Plot IV Rij D Graf 17.
|
Shoeing Smith Corporal Russell Stewart MacDonald.
Service number 304524. 9th Bde. Canadian Field Artillery.
Gesneuveld 21 oktober 1917. Plot IV Rij B Graf 7.
|
Private Frank Sheard.
Service number 26407. 2nd Bn. The Loyal North Lancashire Regiment.
Gesneuveld 28 augustus 1918, 21 jaar. Plot V Rij B Graf 9.
|
Achteraan op de begraafplaats vonden we een
schuilgebouwtje terug waar we allemaal zo een beetje verzamelden om daarna
langzaam af te zakken naar de voorzijde om onze pipes op te halen. We besloten
om onze tunes in het midden van de begraafplaats te spelen tussen twee kleine
bomen in waar we een breder stuk gras vonden tussen de vele graven. De tunes Flower of Scotland en Amazing Grace klonken echt prachtig in het open veld
waar Reninghelst New Military Cemetery lag. Tussen beide tunes zat een kleine
minuut stilte welke hier volledig tot zijn recht kwam. Na het spelen van onze
twee PRWWI tunes trokken we naar de voorzijde van de begraafplaats om er ons
PRWWI kruisje plechtig neer te planten bij het Cross of Sacrifice of bij de
Stone of Remembrance. Doch dit lukte niet echt omdat gans de ingang, het Cross
of Sacrifice en de Stone of Remembrance volledige waren omgeven door geplaveid
witte steen. Alles stond als het ware op een plateau, een soort terras waardoor
we nergens ons PRWWI kruisje konden neerplanten.
We moesten niet lang zoeken naar de ideale
plaats om het kruisje plechtig neer te planten. Bij het plateau, naast de
stenen trap die toegang gaf tot de begraafplaats vonden we een klein perkje
waarin we het PRWWI kruisje plechtig neerplanten. Niet veel later werd op
diezelfde plaats ook de groepsfoto genomen. Toen Stuart vroeg of iedereen klaar
was en we op het kleine lichtje op zijn camera moesten letten werd het lachen
geblazen. Op het moment dat iedereen geconcentreerd stond te kijken en het
lichtje begon te branden riep Alec ineens 'Lampeke' waarbij Kurt ineens bijna
de slappe lach kreeg. De groepsfoto werd voor alle zekerheid opnieuw genomen en
terug klonk 'Lampeke' in ons gezelschap. Het is eens wat anders dan cheeeeeese
te zeggen.
Nadat het ons uiteindelijk lukte om een deftige groepsfoto te
nemen gingen we bij het toegangshek in de zuil het register nemen dat we
allemaal tekenden. Terwijl we het register invulden ontdekten we ineens dat
onze twee BV's twee, drie meter boven de grond op de stenen zuil van het Cross
of Sacrifice zaten. Na het vereeuwigen van onze pubers hun klim, besloten we om
stilaan verder te trekken op onze tocht en verlieten om 14u Reninghelst New
Military Cemetery opzoek naar onze volgende bestemming.
Een tocht van welgeteld 240 meter bracht
ons bij onze volgende te bezoeken begraafplaats Reninghelst Churchyard waar we
om 14u05 arriveerden. We parkeerden er onze wagen op een kleine parking naast
de weg. We namen onze spullen en gingen het kerkhof op waar we door onze
voorafgaande research niet lang hoefden te zoeken naar de drie Commonwealth militairen
die er lagen begraven. Het Britse perkje ligt in de oostelijke hoek van het
kerkhof, achter de kerk waar we 2 graven en 1 'Special Memorial' zouden vinden.
Er werden verschillende foto's genomen van de graven waarna we even overlegden
wat we hier zouden doen om te spelen. Daar onze volgende te bezoeken
begraafplaats net aan de andere kant van het lage omheinginsmuurtje lag van het kerkhof vonden we het
allen een beetje raar om hier onze 2 tunes te spelen om dan nadien vijf meter
verder ze terug opnieuw te spelen.
Private Frank Sheared.
Service number 26407. 2nd Bn. The Loyal North Lancashire Regiment.
Gesneuveld 28 augustus 1918, 21 jaar. Plot V Rij B Graf 9.
|
We besloten om hier enkel de tune Flowers
of Scotland te spelen bij de drie WWI graven en konden niet veel later toch op
enkele toeschouwers rekenen die op een eindje alles in de gaten hielden. Nadien
werd ook hier tussen de graven in de kiezeltjes ons PRWWI kruisje plechtig neer
geplant waar het nu eens aan de beurt was aan Stuart om in de kiezeltjes te
zitten. Toen we de groepsfoto gingen nemen waren we ineens onze twee pubers
Chloë en Magali kwijt. Blijkbaar waren de twee meisjes dringend opzoek gegaan
naar een toilet dat ze aan de overkant van de straat in de lokalen van een plaatselijke
jeugdbeweging vonden, dachten we toen nog. We besloten om een beetje te wachten
tot ze terug waren waarbij Alec iets verder een ontdekking deed. Er bleek hier
ook twee Belgische militairen te zijn begraven in een burgergraf. Nader
onderzoek liet ons weten dat het vader en zoon waren die naast elkaar waren
begraven. De zoon Camiel Deman had volgens het graf opschrift gediend bij het
24ste maar er stond niet bij vermeld van welke eenheid, later onderzoek wees
uit dat het hier ging om het 24ste
Liniregiment van de 7de Infanteriedivisie. Wel liet het ons weten dat
hij was gesneuveld in het bos van Houthulst op 29 september 1918
Daar we niet langer konden wachten op onze
pubers besloten we maar om verder te trekken omdat er zich hier ook geen
register bevond. We wandelden rustig van het kerkhof af om 14u20, draaiden
het hoekje om en betraden om 14u20 Reningelst Churchyard Extension. Het rare
aan deze begraafplaats was dat ze een grote rechthoekige vorm heeft van
ongeveer een 630 vierkante meter en dat de CWG's maar aan een enkele zijde
tegen de rode bakstenen omheiningmuur van het kerkhof liggen.
Reningelst was in Britse handen vanaf de
herfst 1914 tot het einde van de oorlog. Het dorp lag voldoende ver van het
front om dienst te doen als standplaats van 'Field Ambulances'. Het kerkhof en
de Extension werden gebruikt van maart tot november 1915 tot de 'New Military
Cemetery' werd geopend. De helft van de doden van de 'Extension' kwamen om bij
Hill 60 (Zillebeke), toen Duitse eenheden er op 1 mei 1915 met chloorgas
poogden de kunstmatige heuvel te heroveren. De eenheden van de Britse 5de
divisie hielden stand, maar meer dan 300 mannen dienden met gasvergiftiging
overgebracht te worden naar 'Field Ambulances' achter het front. Hier in Reningelst
werden de gewonden onder meer opgevangen in de '15th Field Ambulance', die in
de meisjesschool ingericht was. Op 5 mei lanceerden de Duitsers wel een
succesvolle poging tot verovering van Hill 60, wat opnieuw heel wat
slachtoffers opleverde. In de weide naast de kerk werden twee militairen
geëxecuteerd: soldaat William Smith en een Australische militair. Smith ligt
begraven op Reninghelst New Military Cemetery. Hier op de Extention liggen nu 55
Britten waaronder 1 niet geïdentificeerde en 1 Australiër uit de Eerste Wereldoorlog
en 2 Britten uit de Tweede Wereldoorlog begraven.
We begonnen met fotograferen van de graven
waarvan we het verhaal achter de steen wouden vertellen op deze mooi
onderhouden begraafplaats met gemillimeterd altijd groene gras. Terwijl Alec en
Daphné rondwandelden langs de lange rij graven, nam Stuart hier en daar een foto
en noteerde Kurt enkele bijzondere epitafen. Het zonnetje scheen nog steeds fel
en gezien de tijd van het jaar was het nog steeds aangenaam warm toen we niet
veel later in het midden van de begraafplaats onze tune Amazing Grace speelden.
Nadat we gedaan hadden met spelen en onze pipes terug op de sokkel van het
Cross of Sacrifice gingen leggen kwamen onze puber BV's ook de begraafplaats
opgewandeld, gibberend zoals pubermeisjes wel eens doen.
Private T Brammer.
Service number 10163. 2nd Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment).
Gesneuveld op 5 mei 1915. Hij werd 40 jaar
en is daarmee de oudste op de begraafplaats. Graf 33.
|
Private Henry Wilson.
Service number 13991. 8th Bn. South Staffordshire Regiment.
Gesneuveld 26 augustus 1915. Graf 27.
|
Private Tom Langman.
Service number 11274. 2nd Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment).
Gesneuveld door gifgas op 5 mei 1915, 23 jaar. Graf 31.
|
Bij het Cross of Sacrifice werd er nog wat
nagepraat over enkele graven op deze begraafplaats waarna Alec ons PRWWI In
Remembrance Cross plechtig neerplantte. We overliepen vlug ons lijstje om te
zien of we alles hadden gehad dat we moesten hebben voor ons archief en
besloten om te vertrekken naar onze volgende stop. Bij het verlaten van de
begraafplaats kreeg Stuart iets in de gaten. Halfweg de begraafplaats en de
parking vond hij een bord langs de weg waarop te lezen stond, "Cafe Open -
Kinderbrouwerij" met een pijl naar de overkant van de straat.
"Vandaar dat die twee pubers zo lang weg zijn geweest voor hun toilet
bezoek.", liet hij zich ontvallen waarop de meisjes reageerden in koor,
"O, als we dat hadden geweten!" Het was verdacht. We stapten in en
begaven ons naar het gehucht Ouderdom langs de Vlamertingseweg waar we onze
laatste begraafplaats voor vandaag zouden vinden.
Een rit van 2 Km bracht ons om 14u50 bij Grootebeek British Cemetery, een zeer mooie en toch wel speciale begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Op de begraafplaats lagen 111
slachtoffers begraven en het was gelegen op een soort van eiland dat je alleen
maar kon bereiken via een 130 meter lang pad, met eeuwig groen gemillimeterd
gras en een in natuursteen opgetrokken bruggetje.
Reningelst was vanaf de herfst van 1914 tot
het einde van de oorlog in geallieerde handen. Het dorp lag ver genoeg van het
front om dienst te doen als standplaats voor de veldhospitalen. De slachtoffers
werden van maart tot november 1915 begraven op het kerkhof en zijn uitbreiding
(Extension) en vanaf november 1915 ook op het pas geopende Reninghelst New
Military Cemetery. In april 1918 (Slag om de Leie) werd een nieuwe
begraafplaats aangelegd door veldhospitalen en gevechtseenheden bij het gehucht
Ouderdom. De eerste naam van deze begraafplaats was trouwens Ouderdom Military
Cemetery, maar werd later gewijzigd in Grootebeek British Cemetery, naar de
Grotebeek die er langs stroomt. Bij de aanleg werd er een kleine begraafplaats
met 7 Indische graven uit april 1915 in opgenomen.
Er liggen 109 doden uit de Eerste
Wereldoorlog, waarvan er 2 herdacht worden met een Special Memorial omdat hun
graven door artillerievuur vernietigd werden. Er liggen nu 100 Britten, waaronder
2 niet geïdentificeerde, 7 Indiërs, 1 Nieuw-Zeelander en 1 Zuid-Afrikaan. Drie
Franse militairen die in april 1918 sneuvelden, werden later naar een andere
begraafplaats overgebracht. Er liggen ook nog 2 Britse doden uit de Tweede
Wereldoorlog begraven. Zij stierven tijdens de terugtrekking van de Britse
troepen naar Duinkerke in mei 1940.
Terwijl Stuart zijn af te werken lijstje
met de namen voor het verhaal achter de steen en Kurt opzoek was naar
bijzondere epitafen werden onze twee pubers ineens heel actief. Nader onderzoek
liet ons weten dat ze een 'cache' hadden ontdekt hier ergens op deze
begraafplaats. Een 'cache' is een 'schat' of een aanwijzing naar een schat van
het internationale spel Geocachen. Het is een gratis schatzoekspel in de echte
wereld, gebruik makend van GPS-ontvangers. Deelnemers navigeren naar een
specifieke plek met behulp van GPS coördinaten en doen dan een poging de
geocache (container) te vinden die op die locatie is verstopt. Er zijn
2,751,675 actieve geocaches en meer dan 6 miljoen geocachers in de hele wereld.
Sepoy Muhammad Elahi.
Service number 1761. 129th Duke of Connaught’s Own Baluchis.
Eén van de 7 Indiërs op de begraafplaats.
Gesneuveld 27 april 1915. Rij B Graf 3.
|
Private F Payne.
Service number 291717. 8th Bn. Black Watch (Royal Highlanders).
De enige van de Black Watch op de begraafplaats.
Gesneuveld 25 april 1918, 21 jaar. Rij B Graf 9.
|
Lance Corporal John Clifford Green.
Service number 42399. 9th Bn. Cameronians (Scottish Rifles).
Gesneuveld 26 april 1918, 19 jaar. Rij C Graf 8.
|
Toen Stuart klaar was met zijn lijstje ging
hij eens luisteren bij de meisjes en ontdekte dat ze de opdracht niet goed
hadden gelezen. Hier kon je met behulp van het bezoekersregister aanwijzingen
vinden naar een volgende locatie om de uiteindelijk 'cache' te vinden. Niet
veel later toen alles een beetje opgehelderd was besloten we om onze PRWWI
tunes te spelen bij het Cross of Sacrifice waarnaast we ook het graf terug
vonden van Soldaat John Lynn. Soldaat John Lynn van het 2nd Bn. Lancashire
Fusiliers werd onderscheiden met het Victoria Cross voor zijn moedig optreden
op 2 mei 1915 bij een aanval van de Duitse troepen tijdens de Tweede Slag om
Ieper nabij Shell Trap Farm. Hij was 28 jaar toen hij op 3 mei 1915 stierf als
gevolg van chloorgasvergiftiging. Hij werd begraven op het kerkhof van
Vlamertinge maar zijn graf werd door inslaande granaten vernield. Hier in het
Grootebeek British Cemetery wordt hij herdacht met een Special Memorial. Hij
ontving eerder ook nog de Distinguished Conduct Medal (DCM) en het Kruis van de
Orde van St. George, 4e klas (Rusland).
Aan de andere zijde van het Cross of
Sarcifice vonden we het Special Memorial terug van Sergeant E. Perkins die
eveneens een D.C.M. behaalde.
Flower of Scotland en gevolgd door Amazing Grace klonken
immens mooi op deze kleine, mooie en vooral rustige begraafplaats waarna we
onze pipes terug op de stenen bank legden aan de zijkant van de graven. We
wandelden terug naar het Cross of Sacrifice waar we plechtig ons PRWWI In
Remembrance kruisje neerplantten. We besloten om iets verder de groepsfoto te
nemen met enkele van de graven op de achtergrond waarna we stilaan naar de brug
die toegang gaf aan de begraafplaats trokken om er het bezoekersregister terug te vinden. We tekenden allen een voor een het register om niet veel later terug
richting auto te trekken. Bij het verlaten moest Kurt toch eens uitvissen hoe
diep het water uiteindelijk wel scheen te zijn. Toen Magali en Chloë opkeken
zagen ze dat Kurt tot aan zijn knieën was weggezakt in het riet. Bij nader
onderzoek van de meisjes bleek dat hij hun had gefopt want hij bleek achteraf
gewoon op zijn knieën te zitten aan de zijkant van de sloot.
Terug bij de auto gekomen laden we alles in
en werd er nog even bijgepraat want we kwamen tot de conclusie dat we wel een
stuk vroeger geëindigd waren dan voorzien. Waarschijnlijk kwam dat omdat we een
paar kleinere begraafplaatsen hadden bezocht en toch evenveel tijd hadden
uitgetrokken als bij de grotere begraafplaats. Kurt schonk, zoals we hem reeds
kennen, op zijn manier de traditiegetrouwe dram uit. Dit maal had hij gekozen
voor een Kilchoman whisky welke heerlijk rook en uiteraard proefde. Nadat we
onze dram hadden genuttigd besloot Alec huiswaarts te keren en namen afscheid,
komende van Antwerpen had hij natuurlijk nog een heel stuk weg voor de boeg.
Wijzelf bleven nog een tijdje napraten met Daphné over de voorbije tocht en de
nog komende tochten omdat we vonden dat we toch minstens huiswaarts moesten
keren op het uur dat we hadden afgesproken.
Rond 16u10, een dik half uur later namen
we afscheid van Daphné, stapten in en begaven ons ook huiswaarts. Onze
inmiddels 19de tocht zat erop voor vandaag en we waren heel tevreden over het
verloop ervan, alles verliep rustig en ontspannen en de weergoden waren ons
goed gezind.
Bedankt Alec, Daphné en natuurlijk niet te vergeten onze BV meisjes Magali en
Chloë, want dit is toch altijd een meerwaarde, om er terug bij te zijn. We
hopen dat jullie er evenzeer van hebben genoten als wij deden en kijken reeds
uit naar een volgende tocht...
Groeten Stuart en Kurt