Begraafplaatsen : Champion Belgische Militaire Begraafplaats, Dinant Citadelle Cimetière Militaire Français, Aiseau 'Bellemotte' Cimetière Militaire Français, Tarcienne Cimetière Militaire Français & Deutsche Soldatenfriedhof, Lobbes (Thuin) Cimetière Militaire Français en Carnieres Cimetière Militaire Français
Afstand : 430 Km
Weer : bewolkt tot zwaar bewolkt
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Daphné Vangheluwe en Monique Duhayon
Info :
Vandaag, 13 september 2015, vertrokken we na een
veel te korte nacht terug op pad om Trip 48 te gaan rijden. Een trip die ons
naar de streek tussen Bergen en Namen zou brengen in Wallonië. We vertrokken
mooi op tijd in Assenede voor een rit van een dik uur richting Champion. Het
weer zag er volgens onze weerman Stuart Pien veel belovend uit. Er hing een
redelijke dikke mist boven de grond en dat wees volgens hem op goed weer.
Onderweg overliepen we zoals gewoonlijk onze tocht en puntjes waarop we moesten
letten. Dat ging allemaal vrij gemakkelijk en vlug. De reden daarvoor was dat
we maar juist enkele namen hadden kunnen vinden op onze eerste begraafplaats,
de Belgische Militaire Begraafplaats in Champion. Op de verdere tocht zouden we
enkel maar Franse begraafplaatsen, waarop hier en daar ook enkele Duitse graven
te vinden waren, tegenkomen en daarvan hadden we tot nu toe geen enkele naam
gevonden.
In de buurt van Antwerpen kwam het zonnetje
piepen en begon het aardig warm te worden in de auto. Halfweg Brussel en
Champion verdween het zonnetje achter grijze dikke en donkere wolken. Hier en
daar zagen we op de weg kleine vochtige plaatsen of plassen staan wat erop wees
dat het hier al geregend had, doch toen wij er passeerden regende het niet. Het
landschap was ondertussen voor Kurt zalig geworden, hier zag hij het volledig
zitten, volgens hij vertelde tegen Stuart.
Een rit van ongeveer een uur en twintig
minuten had ons in Champion gebracht waar we doorheen het dorp aan de bosrand
bij de Belgische Militaire Begraafplaats Champion aankwamen om 10u25. Op de
parking voor de begraafplaats stonden enkele wagens geparkeerd en stonden
enkele jagers met open geplooid jachtgeweer een praatje te slaan. Kurt zag het
al direct zitten maar vermoede dat er problemen van gingen komen als we hier
onze tunes zouden gaan spelen. Alle konijntjes slaan immers op de vlucht als er
daar een paar op hun pipes staan te spelen.
We waren nog niet lang uitgestapt en zagen
al een bekend blauw autootje arriveren met daarin Daphné. 'Oei alleen opgang?'
vroeg Stuart. 'Nee, nee, mamsie komt direct, die wou hier langs het baantje
daar eerst even wandelen', liet Daphné ons weten. We begonnen alles klaar te
maken en voor alle zekerheid had Stuart een hele grote paraplu meegebracht
omdat ze regen hadden afgegeven in het laatste weersbericht. Ineens hoorden we
het geluid van fluitjes klinken en bij nader onderzoek bleek dat de jacht
drijvers op het veld aan de andere kant van de begraafplaats vertrokken waren
voor de jacht. Volgens Kurt was dat niet echt meer een sport, als je dat al zo
kon noemen volgens hem. We waren net bezig met het tunen van onze pipes toen
Monique kwam aan gewandeld en de jagers en drijvers reeds een gans eind op het
veld liepen. We namen al onze spullen onder de arm en trokken de begraafplaats
op.
Op de begraafplaats liggen 487 graven van Belgische
gesneuvelden, waarvan 178 onbekend alsook 32 Franse gesneuvelden uit de Eerste
Wereldoorlog. Tevens zouden we er ook 1 graf vinden van een Belgisch militair
die sneuvelde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het merendeel van deze soldaten
vond de dood tijdens de gevechten van de Versterkte Positie Namen en in het
bijzonder tijdens de ontploffing van het fort van Marchovelette op 23 augustus
1914. Vanop de begraafplaats is nog zeer duidelijk de hoge luchtkoker van het
Fort van Marchovelette te zien. Dit Fort, gekend door alle Geniakken, wordt nog
steeds door de Genieschool van Jambes voor het onderricht met springstoffen
gebruikt.
De begraafplaats was proper en mooi
onderhouden merkten we op en Stuart ging al meteen aan het werk door de platte
grond van de begraafplaats te gaan fotograferen in het schuilhutje vooraan de
begraafplaats bij de ingang. Ondertussen wandelden Daphné en Monique langsheen
de graven, die zoals typisch voor Belgische militaire begraafplaatsen, allemaal
naast of tegen een haag stonden naar de achterzijde van de begraafplaats. Kurt
ging opzoek naar graven waar een foto bij stond om een idee te hebben hoe deze
militair er destijds uitzag. Stuart trok langsheen de graven opzoek naar de
namen die op zijn lijstje stonden voor het verhaal achter de steen. Ongeveer in
het midden op de begraafplaats langsheen de middengang troffen we twee grijze
grafmonumenten aan met de inscriptie '1914 RF 1918', daaronder een omgekeerd
zwaard en de tekst, ' Ici
Reposent, 22 Soldats Francais, Inconnus, Morts Pour La Defense, In Droit Et De
La Liberté' wat ons liet weten dat dit een van de twee massagraven was van de
32 Franse ongeïdentificeerde Franse gesneuvelden. Aan de andere zijde, op
dezelfde hoogte, stond een soortgelijke steen met 10 ongeïdentificeerde Fransen
gesneuvelden.
Aan de rechter zijde vonden we het graf van een onbekend soldaat van het 1ste Regiment Jagers Te Voet, die sneuvelde in Ermeton S/Biert, een gedeelte van de Belgische gemeente Mettet in de provincie Namen tussen de Samber en de Maas. Bij het graf van deze onbekende soldaat vonden we een kadertje met daarin een foto van een militair. Waarschijnlijk was die daar neergezet door de nabestaanden van een militair die niet meer kon worden geïdentificeerd en vonden deze op die manier toch de troost om hem op deze manier een plaatsje te geven. Later bleek dat de foto wel degelijk de onbekende militair was. Zijn familie had hem na heel wat opzoek werk terug gevonden. Wat we super vonden om te weten dat er na 100 jaar nog steeds mensen zijn die de zoektocht niet hebben opgegeven. Het volledige verhaal vind je hier http://www.nieuwsblad.be/cnt/blamu_01944059. Een eindje verder vonden we het graf van Nys (Nijs) Philip, Soldaat van het 3de Regiment Artillerie, geboren in Boisschot op 9 augustus 1883 en gesneuveld op 23 augustus 1914. Het graf stond er kleurrijk bij, bloemen, een windmolentje; die je wel eens ziet op het strand, en enkele grafkaarsen. Waarschijnlijk was dit graf onlangs nog bezocht door nabestaanden van deze militair. Tussen de WO1 graven vonden we ook, tussen aan beide zijden twee kleine haagjes, het graf terug van soldaat milicien Ernest Moens, die soldaat bij het RFN (Régiment de Forteresse Namur of Regiment Fortenartillerie Namen) was. Ernest werd gedood in het fort van Marchovelette bij een explosie in Koepel 1 nabij de verluchtingskoker op 18 mei 1940.
Soldaat Baron Frederic Marie Joseph Em. Jos. Von Haeften.
10de Linie. Gesneuveld nabij Bodinne op 23 augustus 1914, 21 jaar.
Plot C Graf 3.
|
Soldaat 2de Klas Hoornblazer Frederic Mariën.
8ste Linie. Gesneuveld nabij Bouge op 23 augustus 1914, 21 jaar.
Plot N Graf 13.
|
Soldaat Edward Willemaers.
10de Linie. Gesneuveld nabij Vedrin op 23 augustus 1914,
5 dagen na zijn 22ste verjaardag. Plot B Graf 1.
|
Korporaal Marcel Gustave Jules Baetens.
8ste Linie. Gesneuveld 31 augustus 1914, 18 jaar.
Plot B Graf 2.
|
Soldaat Alidore Camille Peere. 10de Linie.
Gesneuveld nabij Marches-les-Dames op 22 augustus 1914, 24 jaar.
Plot B Graf 33.
|
Soldaat Jozef H. Janssens. 10de Linie.
Gesneuveld 22 augustus 1914, 23 jaar.
Plot B Graf 35.
|
Soldaat Louis Marie Alphonse Verhofstadt. 8ste Linie.
Gesneuveld nabij Boninne op 23 augustus 1914, 19 jaar.
Plot D Graf 2.
|
Kapitein-Commandant Jules Mellaerts. 8ste Linie.
Gesneuveld nabij Boninne op 23 augustus 1914, 53 jaar.
Plot P Graf 1.
|
Onderluitenant Marcel Hendrik Lepoudre. 10de Linie.
Gesneuveld nabij Wartet op 22 augustus 1914, 9 dagen na zijn 24ste verjaardag.
Plot P Graf 3.
|
Soldaat Aloysius Ongena. 1ste Jagers te Voet.
Gesneuveld 23 augustus 1914, 31 jaar. Plot O Graf 4.
|
Soldaat Leo Joseph Maria Van Ginderachter. 8ste Linie.
Gesneuveld 21 augustus 1914, 23 jaar. Plot O Graf 8.
|
Een foto bij een onbekend graf. Vreemd. Het exacte verhaal vind je hier http://www.nieuwsblad.be/cnt/blamu_01944059 |
Soldaat Petrus Amandus Temmerman. 10de Linie.
Gesneuveld nabij Marche-les-Dames op 22 augustus 1914, 29 jaar.
Plot M Graf 30.
|
Soldaat Ridder Guy Louis Emile Marie Joseph de Wouters d’Oplinter. 10de Linie.
Een beeld op de familie de Wouters https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Wouters.
Gesneuveld nabij Boninne op 23 augustus 1914, 20 jaar.
Plot R Graf 1.
|
Soldaat Philip Nys. 3de Artillerie. Hij kreeg onlangs nog bezoek.
Gesneuveld 23 augustus 1914, 31 jaar. Plot E Graf 5.
|
Na een tijdje verzamelden we rond het
monument achteraan de begraafplaats waar we besloten om hier onze tunes te gaan
spelen. Terwijl Kurt onze pipes ging ophalen die nog steeds veilig in het
schuilhokje lagen, begon Stuart met het in positie brengen van de camera. Enkele
ogenblikken later speelden we de tune Flower of Scotland dat prachtig klonk in
de vroege ochtend tussen de verschillende sparrenbomen op de begraafplaats.
Toen we bijna op het einde van de tune waren gekomen stopte Kurt ineens met
spelen en begon te lachen en moest echt veel moeite doen om niet de slappe lach te
krijgen terwijl Stuart het laatste stukje van de tune stond verder te spelen met een
vragende blik op zijn gezicht van "Wat gebeurt er?"
Nadat Stuart gedaan had met de tune
vertelde Kurt wat er gaande was. Tijdens de tune Flower of Scotland zag Kurt
op een gegeven moment een jogger komen aanlopen in zijn linker ooghoek. Hij
volgde deze en zag dat de jogger steeds in onze richting aan het kijken was
terwijl die verder liep. Op een gegeven punt zag Kurt tussen het hekken door
hoe de man pardoes tegen de omheiningmuur liep van de begraafplaats en
achterwaarts met zijn armen in de lucht neer viel. De man stond op wreef even
op zijn hoofd en liep verder alsof er niks was gebeurt. Even nadien zagen we
hem aan de voorzijde passeren maar hij keek niet meer om. We gingen verder op
een rustige manier deze keer met de tune Amazing Grace die zonder mankementen
verliep om onze ceremonie te beëindigen.
We legden onze pipes op het verhoog tegen
het monument en besloten om ons kruisje te plaatsen bij het monument zelf,
maar waar? Alles was van steen. Bij de voeten van de twee uitgehouwen
militairen die stonden afgebeeld op het monument was een scheur te zien in de
steen waar we ons 'PRWWI In Rememberance' kruisje plechtig neerplanten. Er werden
enkele foto's van ons PRWWI kruisje genomen bij het monument waarna we ook op
deze plaats de groepsfoto namen. Nadien wandelden we rustig over de
begraafplaats langsheen de verschillende graven waarbij we hier en daar terug
een foto namen naar het schuilhokje bij de ingang waar we het register zouden
vinden. Het register had een laatste input van 23 augustus 2015 door de familie Fam
Follets - Nijs uit Kontich (B) met de boodschap; "Na 101 jaar dag op dag
het graf bezocht van de broer van mijn grootvader.". Dat waren de mensen
die de bloemen en het windmolentje bij het graf van Soldaat Nys (Nijs) Philip hadden gezet.
Nadat we alles hadden ingeladen verlieten
we om 10u45 de Belgische Militaire Begraafplaats van Champion voor een rit van een dikke 20 minuten in de
richting van Dinant. Daar zouden we Dinant Citadelle Cimetière Militaire Français
bezoeken een Franse begraafplaats achter de Citadel in Dinant. Tijdens onze rit
praten we wat over deze begraafplaats en wist Kurt te vertellen dat hij
destijds verschillende malen de Citadel had bezocht maar nooit heeft geweten
dat er zich een begraafplaats achter bevond, een raar iets volgens hem. We
parkeerden de wagen laden alles uit toen Stuart aan Kurt vroeg, "Jij hebt
het mapje hé?" Kurt wist van niks maar zag wel dat Stuart enkele
bewegingen nadeed, alsof hij enkele handelingen van het verleden naspeelde.
Ineens zei Stuart, "Shit, ik denk dat we het kwijt zijn want ik had het op
het dak van de auto gelegd toen ik m'n pipes inlaadde.". We stonden er wat
onwennig bij Toen Kurt opmerkte dat Daphné en Monique nog steeds niet waren
gearriveerd. Waarop hij zei, "Waarschijnlijk heeft Daphné dat van de auto
zien vliegen, is gestopt om het op te rapen en verklaart waarom ze hier nog
niet zijn.".
Goed we zouden wel zien en net toen we de
begraafplaats op waren gewandeld om 11u20 zagen we het blauwe autootje van
Daphné arriveren op de parking. Toen ze waren uitgestapt hield Daphné het
zwarte mapje omhoog waarbij ze er even mee zwaaide om onze aandacht te trekken.
Kurt was al blij dat hij het niet was en zei dan ook direct tegen Stuart,
"Ben al blij dat ik het niet alleen ben die oud wordt en dingen vergeet hé
makker, die ga ik onthouden.". Plezier alom en blij dat we ons mapje terug
hadden. Volgens Daphné ons liet weten was het mapje na een dikke honderd meter
van onze wagen gewaaid waarna zij het opraapte en haar weg vervolgde.
Terwijl de zon moeite deed om door het
wolkendak te breken wandelden we de begraafplaats op waar we 1177 oorlogsgraven
zouden terug vinden. 1105 Fransen militairen uit de Eerste Wereldoorlog, 47
Franse militairen uit de Tweede Wereldoorlog en 25 militairen, allen
vliegeniers van het Britse Gemenebest die sneuvelden op 12 en 13 oktober 1941.
Terwijl we over de begraafplaats liepen om
foto's te nemen merkten we op dat we de aandacht hadden van enkele mensen die
op het terras zaten tegenover de begraafplaats en het kleine speeltuintje dat
gelegen was naast de begraafplaats. Tijdens het fotograferen van bepaalde graven
merkten we op dat er zich verschillende Vlaams klinkende namen tussen de
slachtoffers bevonden. Raar, misschien Belgen die dienden in het franse leger? Dit
viel verder te onderzoeken. Eveneens lag hier ook Comd Louis Graussaud
begraven, Commandant Graussaud, geboren op 12 december 1860 was Majoor en commandant
van het 148ste Franse Infanterie Regiment tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij
sneuvelde in Onhaye aan de andere zijde van de maas ten opzichte van de citadel
op 23 augustus 1914 en ligt begraven tussen zijn manschappen in graf 328.
Soldat Maurice Arthur Albert Schipmann.
310ieme Regiment d’ Infanterie.
Gesneuveld 24 augustus 1914. Graf 329.
|
Vreemd |
Sommige namen Klinken wel heel Vlaams. |
Caporal Albert Louis Deharveng.
127ieme Regiment d’Infanterie.
Gesneuveld 23 augustus 1914, 23 jaar. Graf 294.
|
We besloten om onze pipes te nemen en in
het midden van de begraafplaats onze tunes te spelen. Net toen we begonnen
waren met het spelen van onze tune Flower of Scotland kwamen er een paar
jongeren de begraafplaats opgewandeld om een kijkje te nemen en foto's te nemen
van de begraafplaats. Tussen onze twee tunes in liet Stuart weten dat ons doel
was bereikt op dat moment, jongeren interesse opwekken. Bij het einde van de
tune Amazing Grace klonk het; 'Pipes down' wat Kurt, die met zijn rug naar de
ingang stond, liet weten dat er toeschouwers stonden te kijken. Nadat we onze pipes hadden afgezet zagen we dat bijna alle mensen van het terras stonden te
kijken, evenals een grote groep mensen die stond te kijken over de omheining
van de naastliggende speeltuin.
We namen de groepsfoto iets dichterbij de
ingang met de graven op de achtergrond, waarna we naar het monument trokken
achteraan de begraafplaats om ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer te planten. Achteraan op
de begraafplaats, vlak voor de Britse WO 2-graven van bommenwerpercrews, staat
het monument voor de Franse aanval van 15 augustus 1914, toen de citadel op de
Duitsers werd heroverd. Op 15 Augustus 1914 ondanks het verweer van de Fransen
was Dinant en haar citadel om 11u40 nog steeds in Duitse handen. Om 12u35 kreeg het Franse 8ste R.I.(Infanterie Regiment) de taak toegewezen om de
Duitsers uit Dinant te verjagen. De aanval zou uitgevoerd worden met de steun
van het 27e R.A.C. (veldartillerie) en elementen van het 73e R.I.. Het 1ste
bataljon en twee compagnies van het 2e bataljon begaven zich naar Dinant.
Zonder enige tegenstand overschreden de op kop lopende compagnies de gemeentegrens
ten oosten van de hoeve Chestruvin, maar om 14u30 begonnen de Duitse kanonnen
dan toch te vuren. Maar dat belemmerde het oprukkende Franse Regiment niet. De
Fransen infanteristen werden nu ook vanuit de hoogte, uit de citadel, met Duits
mitrailleurvuur bestookt. Het regiment begon zware verliezen te lijden maar dat
belemmerde hen niet om verder op te rukken. Om 15u30 begonnen nu ook de Franse
kanonnen te schieten, gelukkig was hun vuur preciezer dan dat van de Duitse
artillerie. Rond 16u00 trokken de twee bataljons dan toch Dinant binnen maar
bleven verliezen leiden ten gevolge van het Duits vuur komende van uit de
citadel.
De Fransen staken de Maas over en begonnen
de helling van de citadel via de trap, bestaande uit 408 treden, te beklimmen.
Om 18u00u veroverde Sergeant-majoor Bouchez van het 8e R.I. het Duitse
vaandel die op de citadel wapperde. Het beeld van de aanvallende poilu op de
begraafplaats is een eerbetoon aan
Sergeant-majoor Bouchez. Les Dinantois verwelkomden de Fransen met het zingen
van de Marseilleise. Het 8e R.I. verloor 63 man bij de verovering van de stad
en de citadel. Tevergeefs, want op 21augustus bezetten de Duitsers opnieuw
de stad. Tussen 22 en 24 augustus werden 674 burgers gedood en 950 huizen
gingen in vlammen op, zogenaamd als vergelding voor de moord op Duitse soldaten
vermoedelijk door partizanen.
Nadat we ons PRWWI In Remembrance kruisje
plechtig hadden neer gepland bij het monument, wandelden we terug naar de
ingang van de begraafplaats waarbij we tussen de bloemen en planten vierkante
stenen op merkten. Bij nader onderzoek bleken dit de grafstenen te zijn voor de
massagraven van gesneuvelden waarvan de identiteit niet meer kon worden
vastgesteld. Op een daarvan konden we lezen; "Ici Reposent, 190 Soldats Français
Inconnus, Morts Pour La France, Les 15 et 23 Aout 1914". Zo vonden we 4 stenen terug met daarop
telkens hetzelfde aantal, wat ons erop wees wat een gruwel zich hier destijds
had afgespeeld. Net voor we de begraafplaats wouden verlaten vonden we met wat hulp van onze volgers het register dat was
ingewerkt in een van de gemetste zuilen waaraan het toegangshek aanhing. De
laatste input was van 28 augustus 2015
en het gekrabbel werd met de hulp van Daphné een beetje ontcijferd als Luci
& Clementine, zoals we zagen 2 kinderen. Na het plechtig tekenen van het
register laden we alles in, ook het mapje, en verlieten we Dinant Citadelle Cimetière Militaire Français om 13u00 opzoek naar onze volgende bestemming.
Langsheen fotogenieke wegen en baantjes genoten
we van de halfuur durende rit naar Aiseau-Presles waarbij Kurt hier en daar
vanuit de auto enkele foto's nam van het landschap. Na een rit van 37,5
kilometer waar we zo'n 41 minuten over hadden gereden arriveerden we bij de
ingang van Aiseau 'Bellemotte' Cimetière Militaire Français. We zagen
dat er verschillende auto's stonden geparkeerd bij de begraafplaats waarvan
Kurt dacht dat er precies veel volk op de begraafplaats zou zijn. Bij het
uitstappen merkten we direct op dat er naast de begraafplaats een schietstand
was waar je op kleiduiven kon schieten en gezien je op zondag je hobby moet
uitoefenen hoorden we af en toe wat geknal. We besloten om eerst onze lunch te
nuttigen omdat Kurt enorm uitkeek naar een tasje koffie. Onze lunch smaakte
overheerlijk ook al bleven onze buren op de schietstand verder hun ding doen.
Aiseau 'Bellemotte' Cimetière Militaire Français is een
militaire begraafplaats met Franse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog,
gelegen in de Belgische gemeente Aiseau-Presles. De begraafplaats ligt in
Aiseau, tegen de gemeentegrens met Le Roux in de gemeente Fosses-la-Ville. Er
worden 4.060 gesneuvelde Franse militairen herdacht. Meer dan 1.100 doden
rusten in een individueel graf; bijna 2.900 doden rusten in twee massagraven.
Het is de grootste militaire begraafplaats in de provincie Henegouwen en na
Saint-Charles de Potyze en het Ossuaire Kemmelberg de grootste Franse militaire
begraafplaats in België. Centraal op de begraafplaats bevindt zich een monument
in de vorm van een gotische boog.
In de Eerste Wereldoorlog werd hier zwaar
gestreden rond 22 augustus 1914 tijdens de Slag om Charleroi. Vanaf 1917 werden
hier meer dan 300 doden begraven, omgekomen bij Le Roux. De Duitsers legden
hier vanaf 1917 ook een Duitse begraafplaats aan. Later werden ook Franse
gevallenen van augustus 1914 uit de omliggende dorpen bijgezet. De
begraafplaats werd ingewijd op 19 augustus 1923. De begraafplaats werd genoemd
naar de Belle-Motte, een vlakbij gelegen eeuwenoude hoeve. In 1954 kwamen de Belgische
en Duitse overheid overeen om het aantal Duitse begraafplaatsen, die
versnipperd lagen over het Belgisch grondgebied, te beperken. De Duitse
soldaten van de Belle-Motte werden overgebracht naar het Deutscher
Soldatenfriedhof Langemark in Vlaanderen.
We trokken de begraafplaats op en begonnen
meteen met het nemen van enkele overzicht foto's alsook enkele graven die we er
willekeurig uitnamen voor onze zoektocht naar het verhaal achter de steen, want
zoals eerder ondervonden tijdens onze voorbereidingen en tochten is er over de
Franse WW1 graven bitter weinig info te vinden. Onder de Gotische boog troffen
we een bas-reliëf in brons aan die het profiel van Ernest Cotelle, eert
"de grote Franse Ernest Cotelle" die met een indrukwekkende toespraak
de begraafplaats in 1922 inhuldigde. Ernest Cotelle verloor zelf tijdens de
Grote Oorlog zijn 2 zonen. De plaquette werd ingehuldigd 25 augustus 1935.
Niet veel later nabij de Gotische boog
besloten we onze tunes te spelen en trokken meteen al enkele nieuwsgierigen aan
vanuit de richting van de schietclub. Tijdens de tune Flower of Scotland
dierven enkelen het toch aan iets nader te komen waarbij zelfs een koppel begon
rond te wandelen op de begraafplaats. Na het spelen van de tune Amazing Grace
wandelden de meeste terug weg om verder te gaan schieten op hun kleiduifjes.
Wij, op onze beurt, besloten na een kort overleg om ons Pipers Remembering WWI
In Remembrance Cross neer te planten bij een van de 2 grafmonumenten dat was
opgericht voor onbekende gesneuvelden uit WWI. Bij het grafmonument waar ons
kruisje neerplanten lagen 1480 onbekende Franse militaire begraven.
Na het plechtig neerplanten van ons PRWWI
kruisje trokken we terug naar de Gotische boog waaronder we het bezoekers
register zouden terug vinden. Het register kende een laatste input van
21 augustus 2015 van 'Groupe 1914-1918 La Fermes Des Castors'. Als onderdeel van de
honderdste verjaardag van de oorlog 14-18, bood Fermes Des Castors, een
vereniging die kampen organiseert voor kinderen van 3 tot 14 jaar en jongeren tot
18 jaar, een cursus aan op basis van de historische feiten van de Eerste
Wereldoorlog en in het bijzonder de Slag van de Samber van augustus 1914. Deze
jongeren waren hier dus eveneens op bezoek geweest en hadden tussen de
bladeren van het bezoekersregister een Poppy achtergelaten waarvan Kurt meteen
een foto nam. Het was ook daar dat hij opmerkte dat hij infeite ook gewoon het
register kon fotograferen in plaats van alles over te schrijven wat soms wel
wat tijdrovend was. Vanaf hier had Kurt dus het lumineuze idee elk register te
fotograferen.
Na het invullen van het register, namen we
de groepsfoto bij de Gotische boog waarna we langzaam naar de uitgang liepen en
alles inladen in de auto om onze reis verder zetten rond 14u45 naar onze
volgende bestemming de Militaire begraafplaats van Tarcienne. Een rit langsheen fotogenieke baantjes in de
buurt van Charleroi die ongeveer een half uurtje duurde bracht ons aan de
bosrand in de Rue des Noisetiers waar we parkeerden op een kleine parking om 15u10, een half uurtje later dan voorzien. We namen onze spullen onder de
arm en wandelden naar de overkant van de straat waar we bij de ingang van de
begraafplaats een kapel vonden waarin een kruisbeeld en een tablet dat was
opgesteld ter nagedachtenis van de gesneuvelde Duitse, Franse en Russische
militairen die vielen tussen 22 en 24 augustus 1914. Wat ons enigszins
verwonderde, was dat er enkele medaillons, enkele kleine foto's en een kaars op
het verhoog lagen van het kruisbeeld.
We gingen de begraafplaats op die er heel
rustig bijlag. De begraafplaats lag op de hoek van de bosrand, en zo onder de
bomen gaf het ons een immens gevoel van rust en kalmte. Bij de ingang vonden we
een gedenksteen voor Friedrich Johann Bernhard Hermann Heinrich Moritz, Prinz
von Sachsen-Meiningen die een Luitenant-generaal was en het bevel had over de
39ste Reserve Infanterie Brigade en die eveneens sneuvelde op 23 augustus 1914 in het in de buurt gelegen
Nalinnes.
Volgens een houten plank die was gevonden
tijdens renovatie werken van het dak van de kapel waarop eveneens de namen
stonden van de Duitse militairen die de begraafplaats hadden aangelegd, zouden
we hier op deze begraafplaats 394 Franse, 2 Russische en 153 Duitse graven
vinden.
Iets verder op een bankje zat een oudere man
te genieten van de stilte die er heerste en sloeg ons gade toen we verder de
begraafplaats opliepen. Hier en daar tussen de grafstenen stonden enkele stenen
banken waarop we onze pipes achterlieten. Daphné begon direct met het schieten
en enkele foto's terwijl Stuart en Kurt meteen begonnen met hun werk. De
immense rust en stilte die er heerste, op het fluiten van een vogeltje na, was
overweldigend. Stuart en Kurt begonnen met de Duitse graven te fotograferen en
merkten op een gegeven ogenblik de naam Leutnant Hans Gruber. Ze keken raar op
naar elkaar en dachten dat het dé Leutnant Gruber was van Allo, Allo, maar dat
verhaal speelde zich af in WW2. Ze moesten er even om lachen en wandelden
verder langsheen het Franse en Duitse massa graf dat ongeveer in het midden van
de begraafplaats lag. Onder de bomen door zagen we in een grote halve cirkel
langs de omheining allemaal Franse graven. Wat ons hier bij sommige opviel was
dat er soms maar enkele letters waren ingevuld van een naam. Raar en toch maar
weer een bewijs dat je je niet kunt voorstellen welke ravage het hier moet zijn geweest destijds.
Het aandenken aan Prinz Friedrich von Sachsen-Meiningen.
Zijn verhaal vind je hier. https://en.wikipedia.org/wiki/Prince_Friedrich_of_Saxe-Meiningen.
Hij sneuvelde op 23 augustus nabij Nalinnes.
Zijn lichaam werd overgebracht naar het Heilig Hart College in Charleroi waar het gebalsemd werd.
Nadien werd het stoffelijk overschot terug gebracht naar Meiningen om daar begraven te worden.
|
We besloten, nog steeds onder het waakzame
oog van de oudere heer op zijn bankje onze tunes te spelen in het midden van de
begraafplaats. Nadat we onze eerste tune Flower of Scotland hadden gespeeld
keken we beiden in de richting van de oudere heer die op zijn beurt bevestigend
knikje gaf naar ons. De tune Amazing Grace volgde met daarna een moment alleen
maar stilte. Ongelofelijk welk gevoel door je lichaam gaat op zo'n moment
meenden we. Na het spelen van onze PRWWI tunes moesten we niet lang overleggen
over de plaats van waar we ons PRWWI In Remembrance kruisje zouden plaatsen.
Het werd plechtig neer geplant bij de beide massa graven in het midden van de
begraafplaats waarna we besloten om de groepsfoto in de buurt te nemen met ons
PRWWI kruisje op de achtergrond.
We wandelden met een grote bocht naar de
uitgang van de begraafplaats. We passeerden er de oudere man die nog steeds op
het bankje zat en die ons vriendelijk een goeie dag zei toen we voorbij
wandelden. Het register van de begraafplaats vonden we terug in de kapel. Het
kende een laatste input van 25 augustus 2015 door een zekere Jaquely Legrain.
Hier was Kurt ook weer heel gelukkig met zijn idee om het register te
fotograferen, het zou in de toekomst veel makkelijker gaan en vooral niet zo
lang duren meende hij. Nadat we het bezoekers register plechtig ingevuld hadden liepen
we terug naar de auto en meende we enkele druppels regen te voelen. Ja,
inderdaad het begon te druppelen volgens Daphné dus we zouden best wat
opschieten. Het was van korte duur want toen alles terug was ingeladen in de
auto was het reeds gestopt. We verlieten Tarcienne Cimetière Militaire Français & Deutsche Soldatenfriedhof om 15u53 voor een tripje dat ongeveer een half uurtje zou duren en ons bij Lobbes (Thuin) Cimetière Militaire Français zou brengen.
Om 16u20 arriveerden we voor Lobbes (Thuin) Cimetière Militaire Français langsheen een klein en vooral smal baantje. We
zagen dat er reeds een auto stond geparkeerd en op het veld daarnaast waren
plaatselijke boeren hun gewassen aan het rooien met tractoren die drie keer
hoger waren dan onze auto. We gingen de kleine mooie en goed onderhouden
begraafplaats op, die iets speciaals had, zeker met de Bretoense vuurtoren in
het midden van de begraafplaats. Hier op deze Franse militaire begraafplaats
liggen meer dan 200 soldaten van Franse regimenten die sneuvelden tijdens de
zware gevechten rond 23 augustus 1914 in de streek van Lobbes, ten zuiden van
Charleroi.
Meteen gingen we opzoek naar speciale
namen, Vlaams klinkende waarvan we dan een foto namen voor ons archief en om
eens nader te onderzoeken als we thuis waren. Want ook hier hadden we niet
speciaal namen gevonden die ons iets meer zouden vertellen over de persoon die
hier begraven lag. Een spijtige zaak meenden we beiden, dus gingen we op goed
geluk af. Hier en daar werd een foto genomen, zagen we dat hier en daar 'Tombe
Vide' vermeld staan op een graf. Raar vonden we, iemand die waarschijnlijk werd
verplaatst maar waarom dan een lege begraafplaats overhouden?
Er liepen ook 2 dames op de begraafplaats
rond met enkele papieren in de hand en zoals we opmerkten waren deze iets aan
het zoeken. Na wat geaarzel stapte de jongste van het 2 tal op Stuart af met de
vraag of dit de enige begraafplaats was, want op haar papier stond eens Heuleu
en eens Lobbes vermeld. Stuart stond haar te woord met een uitleg over de
begraafplaats want naar eigen zeggen kende Frans onze Kurt wel maar kende Kurt
geen Frans dan enkele woorden als; Oui, non, je, tu, il, nous avons en quand
les zoziaux van Urbanus van Anus.
Blijkbaar dienden de dames een wel bepaald
graf te zoeken voor een of andere
opdracht.
Niet veel later toen de dames hun weg
vervolgden besloten wij om onze tunes te spelen in het midden van de
begraafplaats bij het monument wat een Bretoense vuurtoren voorstelde. Onder
het heen en weer rijden van onze plaatselijke boeren met hun monsters door,
speelden we onze tunes Flower of Scotland en Amazing Grace, terwijl Daphné zo
nu en dan eens op het knoppeke drukte van de camera en daarbij ook enkele shots
nam met haar toestel. Ons PRWWI In Remembrance kruisje werd recht tegenover de
ingang tussen een rij graven geplaatst daar je hier niet echt een Cross of
Sacrifice had en bij de vuurtoren hadden we niet echt de mogelijkheid om het
vast te zetten.
Nadien werd op dezelfde plaats de
groepsfoto genomen en gingen we opzoek naar het register wat we terugvonden bij
de ingang in een kastje. Het kende een laatste input van 30 augustus 2015 van een
persoon die er enkel een tekstje in achter liet wat vermelde; "Je ne l'ai pas connu mais un ami m'a expliqué. Il s'appelait Ghilian Michel il a recule guere qu'il repose en paix.."
Niet veel later laden we alles vakkundig
terug de auto in en verlieten we Lobbes (Thuin) Cimetière Militaire Français rond 16u50 en zetten koers naar Carnières-Collarmont.
Het zonnetje was nog steeds van de partij
toen we een 20 minuten later arriveerden bij Carnieres Cimetière Militaire Français. We parkeerden er onze wagen en net toen we waren
uitgestapt arriveerde Daphné en Monique vanuit een geheel andere richting. Hoe
de dames het altijd voor elkaar kregen wisten we niet maar we hadden al
opgemerkt dat zij, ook al navigeerden zij met een gps, meestal uit een andere
richting kwamen dan wij. We gingen de begraafplaats op en bij de ingang vonden
we een bord terug met daarop info over de begraafplaats.
Deze begraafplaats werd aangelegd na een
algemene vergadering van het Rode Kruis op 8 november 1917. De burgemeester van
Carnières en twee Franse afgevaardigden kozen samen de locatie. De gemeente
betaalde het terrein en de werken. Het Rode Kruis stond in voor de opgravingen
en de kisten. Het verzoek voor de locatie van de begraafplaats werd gericht aan
de Duitse burgerlijke commissaris van Thuin. Op 15 maart 1918 werd de huidige
locatie goedgekeurd. Op 23 augustus 1918 geeft de Gouverneur-generaal van
België het beheer van de begraafplaats in handen van de gemeente Carnières. Na
de overbrenging van de Duitse, Engelse en Franse graven zijn er nu nog 247 graven
van Franse soldaten over op de Nationale Franse dodenakker van Collarmont.
De begraafplaats lag er mooi en verzorgd
bij en we zagen aan het monument aan de zijkant van de begraafplaats aan de
bloemkransen die er nog lagen, dat hier noet zo lang geleden een herdenking was
geweest. Bij het monument lieten we onze Pipes op een veilige plaats achter en
begaven we ons verder op de begraafplaats. We merkten op dat de graven een
allemaal op een speciale manier waren ingeplant. Gelijk waar je liep, je had
steeds een rechte lijn graven voor je en op 45graden links en rechts van je.
Zoals Kurt zich liet ontvallen, was dit ook zo op Amerikaanse begraafplaatsen.
Normaliter zijn het gewone rijen of soms twee rijen tegen elkaar aan die je kon
vinden op de Franse begraafplaatsen, hier waren het verschillende blokken met
vele graven in.
Ieder ging een beetje zijn eigen weg op de
begraafplaats opzoek naar een merkwaardige naam op een grafsteen of om dat ene
plaatje te nemen die zich zou onderscheiden van de vele andere. Kurt trok over
de begraafplaats heen en had eveneens oog voor het natuurschoon toen hij in een
boomholte een nest eieren vond. Het trok zijn aandacht en hij kwam tot de
conclusie dat het paddestoelen waren. Amaai, das oud worden meende hij en
verzweeg dan ook het voorval voor de anderen. Terwijl hij daar zo in de lucht
stond te turen merkte hij ook op dat er donkere wolken verzamelden aan de
horizon en dat die vooral onze richting uitkwamen. Hij liet het Stuart weten
waarop we besloten om onze PRWWI tunes te spelen. Daar de begraafplaats een min
of meer vierkante vorm had dienden we ook niet lang te zoeken naar een plaats.
In het midden van de begraafplaats speelden
we Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace welke overweldigend klonken
onder het steeds flauwer wordende zonnetje. De wind begon eveneens op te zetten
waaruit we concludeerden dat we het vandaag toch niet droog zouden houden. Na
onze tunes namen we hier in het midden va de begraafplaats eveneens de
groepsfoto waarna we naar het monument aan de zijkant wandelden om er het PRWWI
kruisje plechtig neer te planten. Nu was het de beurt aan Stuart om eens met
zijn blote knieën in de kiezeltjes te zitten en Kurt moest lachen toen hij zag
hoe Stuart rechtkwam. Volgens Kurt ook precies een kreupele en hij genoot ervan
Stuart zo bezig te zien.
Nadat ons PRWWI kruisje was neergezet wandelden
onder een steeds donker wordende hemel naar de auto terug waar we onze pipes
uiteen haalden en veilig opborgen voor onze terug weg want een register was
hier blijkbaar niet aanwezig. Daarna was het tijd voor onze traditiegetrouwe
dram. Ditmaal konden we kiezen uit een Cu Bocan en een Frasers Reserve waar
Kurt voor had gezorgd. Terwijl we genoten van de dram werd er nog wat nagepraat
over de tocht, de reeds voorbije tochten en werd er hier en daar wel al eens
een tipje van de sluier opgelicht voor de toekomst. Het werd steeds donkerder en
donkerder en juist na onze laatste nip van onze dram begonnen er zware druppels
neer te vallen. Vooraleer we klets nat waren namen we snel afscheid van elkaar
en verlieten we om 17u45 Carnieres Cimetière Militaire Français.
We waren nog maar net vertrokken of de hemelsluizen werden volledig opengezet.
Het goot water wat het rijden een iets of wat bemoeilijkte door het opspattende
water op de autosnelweg.
Een half uurtje later dan voorzien
arriveerden we veilig en wel terug op het thuisfront na een alweer mooie tocht.
Alweer een ervaring rijker en blij dat we onze vrienden eveneens een waardige
hulde hadden kunnen brengen.
Trip 48 verliep heel vlot en
ontspannen, we kenden goed weer, de sfeer zat perfect en net op tijd geëindigd
zodat we onze trip droog konden afsluiten. Nogmaals bedankt aan Daphné en
Monique om er bij te zijn en de verschillende mooie foto's. Graag tot een
volgende, groeten Stuart en Kurt