Begraafplaatsen
: Halle Communal
Cemetery, Braine-le-Comte Communal Cemetery ('s Gravenbrakel), La Louvière Town Cemetery en
Nivelles (Nijvel) Communal Cemetery
Afstand : 265 Km
Weer : IJskoude wind afwisselend met smeltende
sneeuw en regen
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Patrick Verhaeghe
Info :
Het lot had ervoor gezorgd dat we vandaag 1
februari 2015 onze 11de rit zouden gaan rijden waarbij een onschuldige kinderhand
Trip 3 had geloot. We hielden, eveneens een paar van onze volgers, de
weersberichten nauwlettend in de gaten de dagen ervoor en het beloofde niet
veel goeds.
Optimistisch zoals we altijd zijn vertrokken we stipt om 9u onder een donkere grijze hemel richting Halle. Toen we in de buurt van Gent de E40 richting Brussel opreden, vielen de eerste druppels regen.
Optimistisch zoals we altijd zijn vertrokken we stipt om 9u onder een donkere grijze hemel richting Halle. Toen we in de buurt van Gent de E40 richting Brussel opreden, vielen de eerste druppels regen.
Een uurtje later en zo'n 15 minuten voor op
schema arriveerden we aan de ingang van de begraafplaats in Halle. Toen we
uitstapten viel er nog een zware motregen uit de hemel zodat we onze pipes
gingen tunen onder de openstaande achterdeur van de auto. Dat voordeel heb je
natuurlijk als je met een grote gezinswagen rijd. Na het tunen maakten we ons
klaar en Stuart maakte zich een beetje zorgen over de camera, het was inderdaad
niet echt goed voor het toestel om een ganse dag in de regen te vertoeven. Een
paraplu boven de camera plaatsen was de boodschap maar hoe houden we die dan
vast? We zochten wat rond in de
auto maar vonden niet echt iets wat ons zou kunnen helpen tot Kurt aan de
overkant van de weg iets zoals een turnzakje zag liggen. Met de 2 touwtjes die
erin zaten zouden we ons kunnen behelpen dacht hij. Inventief zoals we zijn
werd de paraplu vakkundig op het statief vast gebonden waarbij de camera mooi
in het midden onder de paraplu stond. We waren klaar, we gingen ervoor.
Om 10u15 trokken we onder lichte regen
Halle Communal Cemetery op, waarbij we niet lang dienden te zoeken naar de
CWG's die in een lichte boog vooraan op de begraafplaats lagen. Volgens onze
research werd Halle Communal Cemetery door
de Duitsers gebruikt tijdens
de Eerste Wereldoorlog, en na de wapenstilstand verder gebruikt door het
1ste Australische veldhospitaal. Het bevat twee rijen CGWC graven. Langs de westzijde
zijn negentien graven in rij B gehergroepeerd
van het Duitse perceel aan de noordkant. Twee van de graven zijn in geïsoleerde posities elders op de
begraafplaats gelegen. De begraafplaats
telt 105 Gemenebest graven
uit de Eerste Wereldoorlog. Er zijn ook twee Tweede Wereldoorlog-slachtoffers,
begraven mei 1940, in de buurt van het Eerste Wereldoorlog
plot.
We besloten om onze pipes op de stenen bank
van het CWGC plot te leggen. Stuart plaatste het statief open en begon het
lijstje met te zoeken graven te bekijken toen de wind kwam opzetten. Resultaat,
met openstaande paraplu waaide het statief om zodat het in feite ook niet echt
een hulp was. Door de weersomstandigheden, die we zo nog niet eerder hadden
meegemaakt, moesten we inventief zijn en steeds zoeken naar oplossingen voor de
regen. Kurt zag een grote schuilplaats bij de ingang en besloot om de pipes
daar veilig en uit de regen te leggen. Op deze manier konden we iets aangenamer
werken bij het nemen van foto's en andere. Net toen we zouden beginnen zagen we
bij de ingang een bekend iemand arriveren. Het was Patrick Verhaeghe die ons
vandaag zou volgen. We zegden elkaar een goeie dag en waren er het allen over
eens, het zou een lange natte koude dag worden.
Private C Healing.
Service number M2/102263. III Corps Troops M.T. Coy. Royal Army Service Corps.
Gesneuveld 6 maart 1919. Graf referentie 24.4. Helemaal rechts achteraan in het burgerplot.
|
Serjeant Edwin Lucas.
Service number 201091. 1st/4th Bn. The Loyal North Lancashire Regiment.
Gesneuveld 13 november 1916. Graf referentie 6.11. Vooraan in het burgerplot rechts aan de ingang.
|
Terwijl Stuart verder ging met het nemen
van foto's voor het verhaal achter de steen, trokken Kurt en Patrick op zoek
naar het Duitse plot aan de noordkant van de begraafplaats. Bij het doorkruisen
van de begraafplaats vonden we vrij snel de geïsoleerde CWG's van WWI en ook de
twee van WW2, maar geen van beiden vond ook maar enig teken van Duitse graven.
We hadden het er ook over dat vele gegevens die je tegenwoordig 'online' kunt vinden
gewoon, soms letterlijk, zijn gekopieerd van andere websites wat maakt dat vele
info soms niet accuraat is, wat dan weer de realiteit bemoeilijk. Het is
algemeen geweten dat de meeste Duitse slachtoffers op gewone burger begraafplaatsen
bijna allemaal zijn weg gehaald. In 1952 besloten de regering van België en de
Bondsrepubliek Duitsland om de Duitse begraafplaatsen samen te brengen tot 4
grote Duitse begraafplaatsen in Vladslo, Hooglede, Menen en Langemark. Bijgevolg
werden deze begraafplaatsen in de periode 1955 – 1957 uitgebreid met zo'n 22000
doden afkomstig uit meer dan 60 kleinere begraafplaatsen over gans België. Waarschijnlijk
was dat de reden waarom we hier geen Duitse graven vonden.
Rifleman Sydney Carpenter.
Service number 46253. 2nd Bn. Rifle Brigade.
Een mooi epitaaf: ‘He Gave All In His Youth For King And Country’.
Gesneuveld 16 februari 1919, 19 jaar. Rij A Graf 47.
|
Quartermaster Serjeant AE Dyer MM and 2 bars (Military Medal).
Service number 48248. 15th Div. Ammunition Col. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 17 februari 1919. Rij A Graf 54.
|
Lieutenant Randolph George Finlay McMahon MC (Military Cross).
4th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 23 februari 1919, 32 jaar. Rij A Graf 68.
|
Pioneer Richard Friend.
Service number 137268. Postal Sect. Royal Engineers.
Gesneuveld 23 februari 1919, 41 jaar. Rij A Graf 49.
|
Captain L Woods MC (Military Cross).
15th Div. Ammunition Col. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 25 februari 1919. Rij A Graf 75.
|
Pioneer John Murphy.
Service number WR/126030. 271st Railway Coy. Royal Engineers.
Zijn zerk werd blijkbaar hersteld.
Gesneuveld 28 februari 1919, 22 jaar. Rij A Graf 76.
|
De wind wakkerde een beetje aan en de zware
motregen werd regen. We gingen naar de schuilhut waar onze pipes lagen en
bespraken hoe we het zouden aanpakken want ondertussen was de regen veranderd
naar smeltende sneeuw. Hoewel het in feite geen zicht is omdat het bijna alles
verbergt, besloten we toch om onze capes aan te trekken zodat we toch iets of
wat beschermd waren tegen de nattigheid. Achter het glas van de schuilplaats
keken we naar de vallende sneeuwvlokken en het zag er naar uit dat het niet
direct zou stoppen. Wat gingen we doen? Doorgaan natuurlijk! We waren het er
allen over eens, destijds in WW1 konden deze mensen de weersomstandigheden ook
niet kiezen. Dus we gingen ervoor, onze vrienden (de WO1 slachtoffers) waren
ons vandaag vergeten. Het was de eerste trip waarbij we regen kenden. Alle
vorige trips kenden we steeds droog weer, hoewel het er toen ook dikwijls
anders uitzag. We wreven onze handen en vooral vingers eens goed warm en
trokken vanuit onze schuilplaats gewapend met onze pipes doorheen de smeltende
sneeuwvlokken naar het Cross of Sacrifice waar we onze tunes zouden gaan
spelen. We stonden klaar en dienden toch eerst onze handen en chanter nog even
droog te maken alvorens we zouden beginnen. We begonnen Flower of Scotland te
spelen wat door de koude en verkrampte vingers toch heel mooi klonk in deze
natte ochtend. Toen niet veel later de eerste noten van Amazing Grace klonken,
stopte het ineens met sneeuwen en ging het enkele seconden later over in
motregen. Een magisch moment voor ons beiden.
Na het spelen van onze tunes namen we
tussen de regendruppels in de groepsfoto en besloten om dan terug onze Pipes in
het schuilhok te gaan leggen, waar ze toch iets veiliger en vooral droger
zouden liggen. Terwijl we wat stonden na te praten in ons schuilhok ging Kurt
het bezoekersregister halen dat was ingewerkt in de witte stenen zitbank bij de
graven. Door de regen zou het tijdens het invullen helemaal nat worden met alle
gevolgen van dien. Het register kende een laatste input van 12 november 2014 door een
zekere G.G. Audrent uit Ierland en nadat Kurt het had ingevuld gaf hij het boek
door aan Stuart. Ineens een brede glimlach op Stuart's gezicht. Toen Patrick
vroeg wat er gaande was antwoordde hij; 'Onze Kurt doet het weer, 't manneke
loopt een jaar achter.' Bij nader onderzoek bleek dat Kurt 01 februari 2014 had
ingevuld in plaats van 2015. We konden ermee lachen want volgens Kurt kwam dat
door de koude, de nattigheid en vooral door het ploegwerk. Volgens Patrick had
Kurt wel altijd een uitleg om zijn fout te verantwoorden.
Nadat we het bezoekersregister hadden
ingevuld trokken we richting Cross of Sacrifice waar we ons PRWWI In
Remembrance kruisje zouden plaatsen en wonder boven wonder stopte het even met
regenen. Doordat we niet veel plaats hadden bij het Cross of Sacrifice omdat
dit naast een gangpad van de begraafplaats stond en aan de andere kant ervan
het niet echt zichtbaar zou zijn besloten we om het tussen de graven te
plaatsen. Ons PRWWI kruisje werd plechtig neergeplant waarna er enkele foto's
van werden genomen.
Niet veel later liepen we terug naar de schuilhok, namen onze pipes en bij het verlaten van de begraafplaats begon het terug stilletjes te druppelen. Na het inladen van onze spullen namen we plaats in de auto die ons naar de volgende bestemming zou brengen met de meer dan welkome warme lucht uit de chauffage.
Niet veel later liepen we terug naar de schuilhok, namen onze pipes en bij het verlaten van de begraafplaats begon het terug stilletjes te druppelen. Na het inladen van onze spullen namen we plaats in de auto die ons naar de volgende bestemming zou brengen met de meer dan welkome warme lucht uit de chauffage.
Om 11u50, een tien minuten eerder dan
voorzien, arriveerden we bij de begraafplaats van Braine-le-Comte. Deze
burgerlijke begraafplaats telde een 33 CWG's uit de eerste Wereldoorlog. Al
deze slachtoffers waren gestorven als krijgsgevangenen. Eveneens zouden er 1
Belg en 33 Duitsers en 7 WW2 piloten zijn begraven. Dankzij onze research op
voorhand dienden we niet lang te zoeken naar de CWG's want ondertussen was er
nog steeds een lichte regen die ons parten speelde. De graven lagen in perkjes
van grijze kiezelsteentjes omringd door een ander soort kiezelsteentjes
waardoor alles er grauw en grijs uitzag. Beschutting vonden we er niet echt
zodat we onze pipes maar in de hand hielden om ons ding te doen.
Omdat hier op deze begraafplaats maar 33
slachtoffers waren begraven diende Stuart niet lang te zoeken naar de enkele
graven die hij had uitgezocht voor het verhaal achter de steen. Dat voordeel
heb je natuurlijk bij kleinere begraafplaatsen. Het bleef maar miezeren en
ondertussen trachtte Patrick toch ook enkele verwoedde pogingen te ondernemen om
een mooie foto te nemen waarbij hij en Stuart op zoek gingen naar de Belg op
deze begraafplaats. Kurt ging ondertussen op zoek naar enkele bijzondere epitafen
op de CWG's. Aan de overkant van het gangpad vonden we nog enkele WWI
slachtoffers, waarvan verschillende afkomstig waren van de Cameron Highlanders.
Daarnaast lag een gedenksteen, dat eerst op een andere plaats had gestaan, voor
de bemanning van de Lancaster R5728 van het 50ste Squadron die allen om het
leven kwamen. Het toestel werd neergehaald op 30 juli 1942 door Reinhold Eckardt
en ontplofte boven Braine-le-Comte. Een motor van het toestel kwam neer op een
school waar Duitse soldaten waren gelegerd, zes van hen kwamen om het leven.
Hoewel het monument niet is beschermd, werd het wel geregistreerd door het
Cultureel Erfgoed in België op 28 september 2006.
Private William Henry Croucher.
Service number 35412. 2nd Bn. Essex Regiment.
Gestorven aan een ziekte als Prisoner of War op 29 juni 1918, 39 jaar. Plot I Rij B Graf 2.
|
Toen Stuart en Patrick terug bij de CWG’s
kwamen, besloten we om onze tunes te spelen in het gangpad, daar stonden we ook
een beetje centraal tussen de verschillende graven. Na het spelen van onze
tunes besloten we om het PRWWI kruisje vooraan in een van de verschillende
perkjes te steken. Op dergelijke plaats is het soms een beetje moeilijker om de
plaats uit te zoeken waar we ons kruisje zouden zetten. We zochten dus een zo
centraal mogelijk perkje uit en plantten er ons PRWWI kruisje tussen de grijze
kiezelsteentjes. Kort nadien namen we de groepsfoto, eveneens op het gangpad en
wandelden rustig naar de uitgang van de begraafplaats. Net voor de uitgang zag
Stuart de Belgische driekleur op een grafsteen waarbij we allen op zoek gingen.
Tijdens het stappen tussen de graven merkten we enkele orthodox kruisen op. Bij
nader onderzoek bleek dat er hier heel wat van die orthodoxe kruisen stonden waar
we uit af konden leiden dat er hier een hele grote Russische gemeenschap
woonachtig is. Het bewuste graf dat we eerst hadden gezien bleek van een
oud-strijder te zijn.
Het ‘PRWWI In Remembrance’ kruisje bij het graf van
Private John Munro.
Service number 20644. 13th Bn. Royal Scots.
Gesneuveld 14 april 1918, 20 jaar. Plot I Rij A Graf 21.
|
Toen we bij de auto aankwamen stonden we
voor een dilemma. Normaal zouden we hier onze lunch nuttigen maar omdat we in
een grote open vlakte stonden en nergens beschutting vonden om rustig en droog
onze lunch te verorberen, besloten we maar om ineens door te rijden naar La Louvière
Town Cemetery. Deze begraafplaats lag omgeven door huizen wat ons toch iets of
wat bescherming zou geven tegen de koude wind. We verlieten Braine-le-Comte om 12u20
en trokken richting La Louvière waar we parkeerden in de straat bij de ingang
van de begraafplaats om 12u50. Onze frigobox, waarin onze lunch zat, werd naar
de auto van Patrick gebracht die de achterklep van de auto had opengezet zodat
we toch een beetje beschermd stonden tegen de fijne motregen. Een kop warme
koffie of thee was meer dan welkom en verwarmde ons toch een klein beetje. Na
onze maaltijd borgen we alles proper op, namen onze pipes, mapje en
canvas-zeiltje onder de arm en trokken de begraafplaats op.
Het No. 30 Veldhospitaal was gelegerd in La Louvière na de
wapenstilstand, van december 1918 tot april 1919, ze begonnen het CWGC-plot in
de gemeentelijke begraafplaats. 11 CWG's gemaakt door de Duitsers, werden van
elders op de begraafplaats bijgezet. De begraafplaats bevat nu 49 CWG's uit de
Eerste Wereldoorlog waarvan 1 van deze graven, een Indiër, nog ligt begraven
tussen de burger graven.
Niet ver van de ingang stond een groot gebouw op de
begraafplaats en we besloten om een kijkje te gaan nemen. Het bleek een ganse
muur te zijn met grafnissen in. Een enkele frontplaat was eraf en dan zagen we
een vierkante opening met een lengte van ongeveer 2 meter. Alle andere
frontplaten, de een al wat properder dan de andere, dateerden soms van enkele
eeuwen terug. In een hoek vonden we dan op een frontplaat het logo van de
vrijmetselarij terug. In het midden van de lange muur stond een voorhistorisch
lift systeem om een kist bovenaan in een grafnis te kunnen schuiven. Het zien
van dit stuk antiek had meer iets lugubers dan iets wat je hier zou verwachten.
We verlieten het gebouw en gingen verder de begraafplaats op op zoek naar het
CWGC plot dat niet veel verder lag. Zoals steeds vonden we er een mooi
onderhouden en afgewerkt plot met het altijd groene gemillimeterd gras. Het
oogde nog mooier omdat alles er rond er grauw en grijs uitzag. Niet dat deze
begraafplaats in erbarmelijke staat was, het was zelfs een mooie begraafplaats
maar tussen de grijze en zwarte grafstenen van de burgergraven stak het CWGC
plot er bovenuit.
Naast het CWGC plot troffen
we enkele soms soortgelijk grafstenen aan, of mooi wit geverfd. We zagen een
volledige plot met een mooie wit geverfde boord er rond die onze aandacht trok.
Dit bleken allemaal oud-strijders te zijn die hier begraven lagen. Onze volger
gewapend met paraplu en wij met onze cape wandelden het kleine CWGC plot op
waarbij Kurt onze pipes, ingewikkeld in het grote canvas doek ter bescherming tegen
de regen, op de stenen bank ging leggen. We begonnen direct met het nemen van
foto's en het zoeken naar de enkele graven die we hadden uitgekozen voor 'het
gezicht achter de steen'. Terwijl Stuart op zoek ging naar het graf van een
Indiër, die een geïsoleerde locatie had ergens verder op de begraafplaats,
begon Kurt met het fotograferen van enkele bijzondere epitafen. Niet veel later
stonden we allen rond het Cross of Sacrifice, niet echt beschut tegen de zachte
regen die ondertussen viel. Het had geen zin om te blijven wachten tot de regen
zou stoppen. We raapten onze moed bijeen en zeiden tegen elkaar, "Oké, we
gaan ervoor."
Rifleman Edward Ernest West.
Service number 44340. 2nd Bn. King’s Royal Rifle Corps.
Op de foto samen met zijn zus Dorothy.
Gesneuveld 19 januari 1919, 19 jaar. Rij A Graf 12.
|
Private Ernest Bond.
Service number 85731. 42nd Bn. Machine Gun Corps (Infantry).
Gesneuveld 8 november 1918. Rij A Graf 17.
|
We namen onze pipes op en
besloten om onze tunes te spelen tussen het Cross of Sacrifice en de graven.
Door de regen probeerden we zo goed als mogelijk onze chanters droog te houden
want het is niet altijd evident met een glibberige chanter te spelen in
combinatie met van de koude, verkrampte vingers. Het lukte vrij aardig, hoewel
de koude en natte dag toch stilletjes zijn tol begon te eisen op de klank van
onze pipes. Nadat we mooi en sereen ons muzikaal stuk hadden afgewerkt voor
deze WWI slachtoffers, besloten we om onze pipes terug onder het canvas doek te steken.
Schuin over het CWGC plot
vonden we enkele opvallende graven en we gingen op onderzoek uit. Het bleken de
graven te zijn van 9 Russische WWI slachtoffers. Wat ons zo opviel was dat het precies
gerecycleerde CWGC headstones bleken te zijn want het kruisteken erop, alsook
andere inkepingen werden niet echt proper dichtgesmeerd met beton. Dit alles
werd dan mooi in het wit geverfd alsof het leek dat ze eenzelfde steen hadden
als in het CWGC plot. Hoewel geen van de grafstenen was voorzien van een naam
en ze er wat verwaarloosd bij stonden, de een al wat schever dan de andere, had
men hier toch wel enige moeite gedaan om deze mensen een klein plot te geven
wat in schril contrast stond met het naastgelegen CWGC plot.
Ons PRWWI In Remembrance
kruisje werd plechtig neergeplant bij het Cross of Sacrifice. We vonden het
bezoekersregister terug in de stenen bank en vulden het in onder de takken van een spar. Daar
vonden we toch een klein beetje beschutting want nog steeds was het aan het
regenen. Met een bibberend hand van de kou, probeerden we het zo goed als
mogelijk in te vullen. De laatste input was van 28 december 2014 van een zekere G.
Willet. Nadat we plechtig het register hadden ingevuld borgen we het terug
proper op in het kastje besloten we eerst de groepsfoto te nemen nu de camera nog beschut stond.
Nadien gingen we terug richting uitgang want hier langer in de regen blijven staan had niet veel zin en we verlieten rond 14u00 de begraafplaats om niet veel later koers te zetten naar Nivelles Communal Cemetery.
Nadien gingen we terug richting uitgang want hier langer in de regen blijven staan had niet veel zin en we verlieten rond 14u00 de begraafplaats om niet veel later koers te zetten naar Nivelles Communal Cemetery.
Het regende nog zachtjes toen
we aankwamen bij de begraafplaats van Nijvel om 14u20. We parkeerden de auto op
de parking naast een gebouw van de Gendarmerie. Aan de ingang van de
begraafplaats vonden we een klein rechthoekig bord waarop stond: 1815 - Français
104 - Prussiens 13 - Anglais 8 en Hollandes-Belges 4 welke ons te kennen gaf
dat hier ook slachtoffers waren begraven uit de Napolitaanse periode van de
Honderd Dagen of Zevende Coalitieoorlog (1804-1815) welke eindigde bij de Slag
van Waterloo op 18 juni 1815. In de nog steeds zachte regen vervolgden we onze
weg over het met fijne, rode kiezelsteentjes bezaaide pad naar het midden van
de begraafplaats.
Langsheen het pad, ongeveer
in het midden van de begraafplaats, vonden we een heel mooi onderhouden perk
met graven en in het midden een monument voor beide wereldoorlogen waarnaast de
Belgische driekleur wapperde, geflankeerd door de vlag van de Europese Unie. Op
dat moment begon het ineens harder te regenen zodat we genoodzaakt waren om een
in de buurt staand schuilhokje op te zoeken. Het was niet veel meer dan iets
dat leek op een oud bushokje waar je met 3 personen in kon maar het bood toch
min of meer wat bescherming en dat was de bedoeling. Ondertussen praatten we
wat over de tocht en het slechte weer en wat we gingen doen als het zo hard zou
blijven regen? Doorgaan natuurlijk. Niet veel later was het buitje over en er
hing een lichte motregen in de lucht. Dat was het moment om naar het CWGC plot
te trekken waar we 24 CWG's en 1 Fransman zouden terug vinden.
De CWG's die we ondertussen
gewoon zijn, hadden allemaal een mooie witte steen terwijl het ene Franse graf,
dat in dezelfde rij lag, een smeedijzeren zwaard voorstelde dat in een steen
zat. Bij het zien van dit grafmonument dacht Kurt meteen aan Excalibur, het
zwaard in de steen. Bij de WWI graven troffen we ook een grotere herdenkingssteen
aan voor de 3 WW2 CWGC graven elders op deze begraafplaats. Dit waren allen
geïsoleerde graven. We besloten niet veel later onze tunes te spelen in het
gangpad waarnaast de CWG's zich bevonden. Voor de laatste keer vandaag klonk
Flower of Scotland tussen de lichte regendruppels over de begraafplaats.
Tijdens het spelen van Amazing Grace had Kurt een probleem, hij kon zijn lach
bijna niet inhouden toen hij zag dat Stuart reeds een paar centimeter in de
grond was gezakt. Stuart, die met zijn voeten de maat aan gaf tijdens het
spelen, zakte steeds dieper in het, door de regen, doorweekte gangpad weg door
steeds met zijn voeten te tikken op de grond. Kurt die nogal een levendige
fantasie heeft zag Stuart daar al staan tot aan zijn knieën in de grond, vandaar
het lachsalvo, hoewel dit het spelen van de tune niet hinderde.
Corporal Albert Harold Hammill.
Service number 475093. Canadian Postal Corps.
Mooi epitaaf: ‘ He Died As He Lived, Defending The Weak’.
Gesneuveld 26 november 1918, 26 jaar. Graf 3.
|
Corporal Albert Harold Hammill.
Service number 475093. Canadian Postal Corps.
Mooi epitaaf: ‘ He Died As He Lived, Defending The Weak’.
Gesneuveld 26 november 1918, 26 jaar. Graf 3.
|
Shoeing Smith Rupert Ginger.
Service number 2627. 4th Dragoon Guards (Royal Irish).
Een ‘rank’ die we nog niet vaak zijn tegen gekomen.
Gesneuveld 30 november 1918, 31 jaar. Graf 11.
|
Na onze tunes werd het PRWWI
In Remembrance kruisje plechtig neergeplant in de kiezelsteentjes naast de
herdenkingssteen voor de 3 WWII slachtoffers die voor de WWI graven lag. De
groepsfoto werd kort nadien genomen voor de WWI graven en waar Stuart iets
daarvoor zijn voetafdrukken had achtergelaten, merkten we op dat deze reeds vol
stonden met water. Niet veel later trokken we langs de andere kant van de
begraafplaats terug naar de ingang daar ook hier zoals op Braine-le-Comte geen
bezoekersregister aanwezig bleek te zijn. We verlieten deze mooie begraafplaats
rond 15u50 waarna we alles mooi
opborgen in de koffer van onze wagen.
Hoewel trip 3 volledig in het
water viel, met veel regen en zelf bij het begin smeltende sneeuw, denken we
toch dat dit ondanks het zeer slechte en zeer koude weer toch terug een mooie
tocht was. Bij het begin zakte de moed ons even in de schoenen maar we besloten
toch door te gaan. We hadden reeds 10 trips gemaakt met goed weer, soms wel
zeer koud maar droog. De koude, gevoed met nattigheid, dringt door tot in je
beenderen en na enige tijd kun je jezelf niet meer verwarmen. De
begraafplaatsen lagen allemaal zo ongeveer een half uurtje uit elkaar waardoor
we ons toch een beetje konden opwarmen bij het kacheltje in de auto maar de
lange koude en natte dag zorgde er toch voor dat we verkleumd thuis kwamen.
Eender hoe, we did it ! Op de
parking naast het gebouw van de gendarmerie trakteerde onze volger Patrick
ondertussen traditiegetrouw nog met een lekkere dram, hetgeen ons innerlijk iets
of wat verwarmde.
We praten nog wat na en vertrokken niet veel later huiswaarts. Op de ring rond Brussel tegen de wisselaar van Groot Bijgaarden stond het infobord langs de snelweg waarop te lezen stond; 'Opgelet - Winter toestanden' nog steeds te knipperen. En je raad het of niet, maar toen we in de buurt van Zelzate op de R4 reden kwam het kille zonnetje piepen vanachter de wolken en konden we niet veel later genieten van brede opklaringen.
We praten nog wat na en vertrokken niet veel later huiswaarts. Op de ring rond Brussel tegen de wisselaar van Groot Bijgaarden stond het infobord langs de snelweg waarop te lezen stond; 'Opgelet - Winter toestanden' nog steeds te knipperen. En je raad het of niet, maar toen we in de buurt van Zelzate op de R4 reden kwam het kille zonnetje piepen vanachter de wolken en konden we niet veel later genieten van brede opklaringen.
Alweer een ervaring rijker en
na een zeer warme douche en een warme kop choco vielen niet veel later de
oogjes stilletjes toe.
Tot
volgende
Stuart en Kurt