Datum : 11/01/2015
Begraafplaatsen
: Mening Gate Memorial, Ypres Town Cemetery and Extension, Ypres Reservoir Cemetery, Ramparts Cemetery (Lille Gate), Menin Road South Military Cemetery.
Afstand : 162 Km
Weer : Mooie en frisse dag
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt van Looke
Volgers : Daphné Vangheluwe, Patrick Verhaeghe,
Robrecht Verhaeghe en Pieter Van Zele
Info :
Na de periode van Kerst, Nieuwjaar en het
een beetje tot rust komen naast het haardvuur wisten we algauw dat we het nieuwe
jaar 2015 zouden starten met de 10de Trip van het Pipers Remembering WWI
project. Het voorbije jaar, 2014, bezochten we maar liefst 55 begraafplaatsen
en monumenten verdeeld over 9 trips waarbij we maar liefst een 2000 kilometer
rondtoerden in ons Belgenland.
Op 4 januari besloten we om met ons beiden
deel te nemen aan de uitstap; 'Naar het Front', die georganiseerd werd door de
facebookgroep Wereldoorlog 1914 (https://www.facebook.com/groups/582074755138513/?fref=nf). We bezochten er verschillende sites zoals;
Tyne Cot, Pond Farm (waar we ook het mooie privé museum bezochten www.depondfarm.be ), The Brooding
Soldier, het Soldatenfriedhof in Langemark, Essex Farm Cemetery , de John McRae
site met als afsluiter de Last Post bij de Menenpoort of 'Menin Gate'. Voor ons
beiden was het een zeer leerrijke dag want onze gids Bert Degrauwe (www.battlefields1.com) haalde
verschillende punten aan die we nog wisten. Voor ons was het ook eens iets
anders want tijdens ons strakke tijdsschema van de Pipers Remembering WWI
tochten, hebben we niet de tijd en mogelijkheid om zulke dingen te doen.
Daar de organisatie, die eveneens ons PRWWI
project volgen, tijdens de uitstap hier en daar enkele bloemkransen wou neerleggen had men Stuart gevraagd of
het niet mogelijk was om enkele tunes te spelen tijdens deze korte ceremonie.
Stuart hield een kort overleg met Kurt want alles moest een beetje snel gaan,
om maar niet te zeggen in een paar dagen georganiseerd worden. Toen alles,
enkele dagen voor de uitstap klaar was kregen we van de organisatie ook te
horen dat we eveneens onder de Menin Gate en tijdens de Last Post ceremonie mochten spelen.
Samen met enkele Pipers/volgers van ons
Pipers Remembering WWI project, Alec Jervis en Patrick Mahieu namen we deel aan
de uitstap waarbij we als afsluiter de eer hadden om tijdens de Last Post onder
de Menenpoort de tune Amazing Grace te spelen. Iedereen van de groep, de
organisatie, de klaroeners en zelfs de ceremoniemeester van de Last Post
Association stonden versteld van ons buitengewone performance, wat ons alle 4
een kippenvel moment gaf nadien. De mensen van de Last Post Assocation kwamen
ons alle 4 feliciteren en vroeger zelfs onze contact gegevens voor eventueel in
de toekomst. Iedereen sprak vol lof over de mooie afsluiter van de uitstap 'Naar het Front', zodat we allen voldaan, een beetje moe maar met een immens goed
gevoel huiswaarts reden.
De groepsfoto samen met de klaroenblazers. |
We besloten vanuit het Pipers Remembering
WWI project dan ook maar om op zondag 11 januari 2015 onze 10de tocht en meteen
ook de eerste tocht van het nieuwe jaar te rijden en deze te starten aan de
Menenpoort waar we vorige week nog hadden gespeeld. Een grotere eer dan tijdens
de Last Post ceremonie spelen konden de Pipers van het PRWWI project niet
hebben dus besloten we om daar enkel de namen te gaan zoeken, ons PRWWI kruisje
te plaatsen en de groepsfoto te nemen.
Een 10 minuten voor 10 uur kwamen we aan
bij de Menin Gate te Ieper waar Trip 37 van start zou gaan en parkeerden we
vlakbij de Menin Gate. Het was licht bewolkt en er zat een erg koude wind. Daar
we onze pipes niet hoefden te tunen hier, trokken we maar direct gewapend met
handschoenen, muts en ons mapje onder de Menin Gate op zoek naar de namen
waarover we iets extra wilden vertellen.
Stuart had een perfecte research gedaan want heel lang dienden we nooit te zoeken naar een bepaalde naam. We merkten wel op dat verschillende joggers langsheen de trappen naar beneden kwamen, waarschijnlijk na hun tripje over of langsheen de stadsomwalling. Kurt duidde de te zoeken namen aan op het lijstje dat was klaar gemaakt terwijl Stuart foto's nam van die naam. Voor alle zekerheid had hij een andere lens op de camera gedraaid omdat hij deze soms helemaal bovenaan staande naam duidelijk wou fotograferen.
Stuart had een perfecte research gedaan want heel lang dienden we nooit te zoeken naar een bepaalde naam. We merkten wel op dat verschillende joggers langsheen de trappen naar beneden kwamen, waarschijnlijk na hun tripje over of langsheen de stadsomwalling. Kurt duidde de te zoeken namen aan op het lijstje dat was klaar gemaakt terwijl Stuart foto's nam van die naam. Voor alle zekerheid had hij een andere lens op de camera gedraaid omdat hij deze soms helemaal bovenaan staande naam duidelijk wou fotograferen.
Net toen trapjes afkwamen om van de
linkerzijde naar de rechterzijde van de Menenpoort te gaan zagen we iets verder
2 bekenden arriveren. Daphné Vangheluwe en Patrick Verhaeghe zouden ons vandaag
gans de dag volgen. Na elkaar een
goede morgen te hebben gewenst en Patrick een gelukkig nieuwjaar gingen we
allen op pad op zoek naar de andere namen die we nog zochten aan de rechter
kant van de Menenpoort. Toen Kurt op het lijstje enkele namen zag staan waarbij
stond 'SAD', Shot At Dawn, stond vroeg hij zich af hoe die slachtoffers in
feite vermist konden zijn. Na een klein overleg met Stuart, Daphné en Patrick
kwamen ze tot de conclusie dat die mensen waarschijnlijk geblinddoekt in
'Niemandsland' werden gestuurd en ze hoogstwaarschijnlijk vielen onder
vijandelijk vuur. Daar hun lichamen in 'Niemandsland' lagen en de oorlog verder
duurde werden hun lichamen waarschijnlijk nooit meer terug gevonden. Dit zou
wel eens de reden kunnen zijn geweest dat deze mensen hun naam is vermeld op de
Menenpoort.
Private William Jervis. Service number 23349. 3rd Bn. Worcestershire Regiment.
Gesneuveld 7 juni 1917. Herdacht op paneel 34.
|
Private Richard Jervis. Service number 19280. 1st Bn. North Staffordshire Regiment.
Gesneuveld 28 juni 1917, 26 jaar. Word herdacht op paneel 55.
|
Private Hugh Reginald Baily. Service number 24201. 13th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 24 april 1915, 23 jaar. Herdacht op paneel 24.
|
Lieutenant Ralph Hamilton Fane Gladwin. 2nd Bn. Scots Guards.
Gesneuveld 26 oktober 1914. Hoewel op de foto 33 jaar staat vermeld de CWGC-site dat hij 29 jaar werd.
Herdacht op paneel 11.
|
Alle namen werden vrij snel gevonden en we
daalden terug af naar de begane grond om er ons PRWWI kruisje neer te planten
bij de vele bloemkransen en In Remembrance kruisjes. Gelukkig was er in het
ijzeren frame nog net 1 plaatsje vrij om het er te zetten. Daarna besloten we
om de groepsfoto bovenaan in het park te nemen naast het kleine schaalmodel van
het Menin Gate Memorial. Het nieuwtje van de dag was afkomstig van Stuart. Hij
kon niet om met de gedachte dat Patrick, die meestal op het knopje drukt van de
timer, toch eens zou vallen tijdens het nemen van de groepsfoto. De camera was
vandaag uitgerust met een afstandsbediening. Patrick die heel tevreden was dat
hij niet meer hoefde te lopen nu om mee op de foto te staan, glunderde.
Na de groepsfoto gingen we het register
tekenen wat we terug vonden in een zuil op de begane grond. Toen we het kastje
open deden stonden we allemaal versteld van het aantal boeken die erin zaten.
Het namenregister telde dan ook maar liefst een klein 60.000 namen dat om die
reden werd verdeeld over een 10-tal boeken. Het bezoekersregister dat mee
tussen zat was laatst getekend door een zekere Carla Sirign uit Gagliari Italy
op 10 januari 2015, daags voordien dus. We tekenden het register van dit
indrukwekkend en bekende Memorial waarna we terug op weg gingen naar de auto
rond 10u54.
Na een rit van welgeteld 1 minuut kwamen we
aan op Ypres Town Cemetery om 10u55. waar we net aan de ingang ervan konden
parkeren. We besloten hier op het voetpad onze pipes te tunen alvorens de
begraafplaats op te gaan.
Ypres Town Cemetery, vlakbij de Menenpoort werd gebruikt van oktober 1914 tot mei 1915, en nog een keer in 1918. We troffen hier 145 CWG's aan uit WO1 gegroepeerd in percelen tussen de burger graven. We wandelden het pad op die ons aan de andere kant van de begraafplaats zou brengen, want volgens onze research bevonden zich die allemaal aan de achterzijde tegen de omheiningsmuur. Wat ons meteen opviel toen we bij de graven arriveerden was dat dit allemaal officieren waren die hier begraven lagen. Stuart nam meteen de foto's die hij nodig had voor het verhaal achter de steen terwijl Daphné en Patrick op zoek gingen naar een mooi plaatje. Kurt, die daags ervoor ergens op een tasting had gezeten probeerde toch ook enkele epitafen te fotograferen wat niet altijd van een leien dak leek te lopen. We vervolgden onze weg over de begraafplaats in de richting van de Ypres Town Cemetery Extention want net er naast vonden we nog een deel van de WO1 graven.
Ypres Town Cemetery, vlakbij de Menenpoort werd gebruikt van oktober 1914 tot mei 1915, en nog een keer in 1918. We troffen hier 145 CWG's aan uit WO1 gegroepeerd in percelen tussen de burger graven. We wandelden het pad op die ons aan de andere kant van de begraafplaats zou brengen, want volgens onze research bevonden zich die allemaal aan de achterzijde tegen de omheiningsmuur. Wat ons meteen opviel toen we bij de graven arriveerden was dat dit allemaal officieren waren die hier begraven lagen. Stuart nam meteen de foto's die hij nodig had voor het verhaal achter de steen terwijl Daphné en Patrick op zoek gingen naar een mooi plaatje. Kurt, die daags ervoor ergens op een tasting had gezeten probeerde toch ook enkele epitafen te fotograferen wat niet altijd van een leien dak leek te lopen. We vervolgden onze weg over de begraafplaats in de richting van de Ypres Town Cemetery Extention want net er naast vonden we nog een deel van de WO1 graven.
Captain Edward Radcliffe Nash. 16th (The Queen’s) Lancers.
Gesneuveld 21 februari 1915, 26 jaar. Rij G Graf 4.
|
Second Lieutenant Gervase Thorpe Spendlove. 2nd Bn. South Lancashire Regiment.
Gesneuveld 17 november 1914, 18 jaar. Rij E2 Graf 19.
|
Second Lieutenant William Beresford Gosset. 115th Bty. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 1 november 1914, 20 jaar. Rij E2 Graf 12.
|
Captain Charles Fremoult Preston Battersby. 113th Bty. 25th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 4 november 1914, 27 jaar. Rij E1 Graf 4.
|
Captain The Hon. Andrew Edward Somerset Mulholland. 1st Bn Irish Guards.
Gesneuveld 1 november 1914, 32 jaar. Rij E2 Graf 3.
|
Na het nemen van de nodige foto's besloten
we om hier tussen de graven in het gras onze tunes te spelen. Deze plaats leek
ons het meest geschikt want op een burgerlijke begraafplaats waar dikwijls de
graven verspreid liggen is het vaak een moeilijk keuze waar we onze tunes
zouden spelen. We kunnen niet bij elk graf spelen dus overleggen we altijd even
over wat de meest geschikte plaats is om dat te doen. Na het spelen van Flower of Scotland en Amazing Grace besloten we om eerst de groepsfoto te nemen op het
pad voor de CWG's. Met het nieuwe hebbedingetje van Stuart lukte dat perfect en
Patrick hoefde zich hier dus ook niet te haasten om mee op de groepsfoto te
staan. Kurt nam de pipes mee om die op de Ypres Town Cemetery Extention veilig
aan de kant te leggen terwijl de anderen nog enkele foto's namen. Toen Kurt
terug was zei Stuart; "Je moet hier eens kijken, hier liggen 5000 schotten
begraven." "Ouw zeker, serieus?" antwoordde Kurt maar Stuart kon
zijn lach niet verbergen waardoor Kurt wist dat hij hem alweer was voor
vandaag. Op de grafsteen stond de stamnummer vermeld; 5000 Guardsman P. Mc
Donald, Scots Guards, gesneuveld op 24 oktober 1914. Eveneens waren hier ook
een 50-tal medewerkers van de Commonwealth War Grave Commission, vroeger ook
wel Imperial War Grave Commission genoemd, begraven.
We besloten om ons PRWWI In Remembrance
kruisje in de eerste rij tussen de graven neer te planten waarbij Stuart even
diende te blijven zitten vooraleer Kurt klaar was met het nemen van de foto.
Hoewel het fris was bleek het zonnetje toch deugd te doen op onze rug en net
voor we verder zouden gaan op onze tocht passeerden we ook nog het graf van de
zoon van Prins Maurice Victor Donald of Battenberg, een luitenant bij het 1st
King's Royal Rifle Corps. Hij was de kleinzoon van Koningin Victoria die
sneuvelde op 23 jarige leeftijd op 27 oktober 1914 tijdens de gevechten nabij
Broodeinde. Zijn neven, zonen van de Duitse keizer Willem II, vochten aan Duitse
zijde.
We verlieten Ypres Town Cemetery om 11u40
en kwamen dus op dezelfde tijd aan op de Ypres Town Cemetery Extention
begraafplaats welke enkel bestond uit militaire graven uit WOI en WO2. Volgens het huidige
register liggen er op 'Ypres Town Cemetery Extension' 600 doden uit WOI en 43
doden uit WOII begraven. Wat WOI betreft gaat het om 568 doden uit het Verenigd
Koninkrijk (waarvan er 137 niet geïdentificeerd konden worden), 13 Australiërs,
15 Canadezen, 1 Indiër, 1 Zuid-Afrikaan en 2 onbekende Duitsers. Wat WOII
betreft, liggen er 42 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan 13 onbekenden)
en 1 Canadees. 16 Britten, waarvan aangenomen wordt dat ze zich onder de
onbekenden bevinden, worden herdacht met een 'special memorial'.
De 'Extension' begraafplaats
werd gebruikt vanaf oktober 1914 tot april 1915, behalve 2 bijzettingen die nog
in 1918 volgden. Na de wapenstilstand werden 367 graven in perk I en perk II
toegevoegd, afkomstig van kleinere begraafplaatsen en geïsoleerde graven uit de
slagvelden in de buurt van Ieper. De volgende begraafplaatsen werden ontruimd
en naar hier overgebracht : Dragoon Farm Cemetery (Ieper) Deze begraafplaats
lag ten zuiden van de Potyze. In juni en juli 1917 werden er 24 militairen uit
het Verenigd Koninkrijk begraven. 20 ervan behoorden tot de 11th Argyll and
Sutherland Highlanders, die sneuvelden op 10 juli 1917. La Premiere Borne (Ieper),
dit was een groepje van 20 graven van militairen uit het Verenigd Koninkrijk
achter een schuurtje ten zuiden van de Meenseweg. Ypres Benedictine Convent
Grounds (Ieper), deze begraafplaats in de Aalmoezeniersstraat bevatte 10
militairen uit het Verenigd Koninkrijk waarvan er 4 bijgezet werden in de
'Extension' en 6 in 'Ypres Reservoir Cemetery'. Deze stierven allen tussen juli
en september 1915. Onder de doden bevindt zich Lord Charles Sackville Pelham
Worsley, zoon van de 'Earl' (graaf) van Yarborough en officier bij de 'Royal
Horse Guards'. Hij werd gedood tijdens de verdediging van Zandvoorde op 30
oktober 1914. Zijn lichaam werd door de Duitsers begraven, maar nadien
overgebracht naar hier. Het gedenkteken voor de 'Household Cavalry'
(Zandvoorde) is opgericht op de plaats waar zijn lichaam gevonden werd. Er
liggen eveneens 43 doden uit WOII.
We trokken deze
rechthoekige begraafplaats op en het zonnetje scheen fel wat bij sommige
fotografen enkele stunts opleverde om de eigen schaduw maar niet mee op de foto
te zetten. Terwijl Stuart op zoek ging naar de uitgekozen graven, ging Kurt op
zoek naar de begraafplaats van 2 onbekende Duitse militairen. Bij de westelijke
omheiningmuur vonden we 13 graven naast elkaar waar we 'Believed To Be Buried
In This Cemetery' op konden lezen. Aan de overkant van de begraafplaats bevond
zich net naast de omheining een ganse rij graven waar telkens 2 slachtoffers
waren in begraven, buiten 1 enkele grafsteen waar enkel en alleen maar een
kruisteken op stond.
Second Lieutenant Byron Edward Brenan. 2nd Bn. Gloucestershire Regiment.
Gesneuveld 18 april 1915, 20 jaar. Plot I Rij G Graf 10.
|
Private WW Maxwell. Service number 4014. 11th Bn. Argyll and Sutherland Highlanders.
Gesneuveld 10 juli 1917, 22 jaar. Plot I Rij C Graf 15.
|
Major Vincent Robertson Hoare. 12th Bn. London Regiment (The Rangers).
Gesneuveld 15 februari 1915, 41 jaar. Plot III Rij A Graf 7.
|
Captain Lionel Fairfax Studd. 12th Bn. London Regiment (The Rangers).
Gesneuveld 15 februari 1915, 24 jaar. Plot III Rij A Graf 8.
|
Private William Edward Grosvenor. Service number 7027.
5th Dragoon Guards (Princess Charlotte of Wales's).
Gesneuveld 16 november 1914, 20 jaar. Plot III Rij B Graf 19.
|
Private George Lutas.
Service number 359251. 10th Bn. The King's (Liverpool Regiment).
Gesneuveld 1 juli 1917, 27 jaar. Plot III Rij F Graf 12.
|
Driver Clive Townsend Thompson.
Service number 30183. 10th Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 8 oktober 1917. Plot III Rij F Graf 25.
|
Korte tijd nadien kwamen
we allen samen in het midden van de begraafplaats tussen de Stone Of
Remembrance en een boom waar we ook besloten om onze tunes te spelen. Met het
felle zonnetje aan de hemel en de warmte die het gaf vergaten we even de koude
snijdende wind. Het statief voor de camera stond opgesteld zodat de volgers
wisten wat te doen terwijl Stuart en Kurt hun tunes stonden te spelen. Na al de
verschillende trips die we reden en bijna altijd dezelfde volgers is alles een
beetje routine geworden wat het heel aangenaam maakt. Na het spelen van de
tunes besloten we om terug eerst de groepsfoto te nemen en lieten onze pipes
achter op het canvaszeil dat we sinds een tijdje mee hebben. Daar de Stone of
Remembrance, in tegenstelling tot het Cross of Sacrifice, in het midden van de
begraafplaats stond besloten we om hier ons PRWWI kruisje te plaatsen. Waarna
we naar de uitgang trokken waar we het register vonden in een van de zuilen
waaraan het zware smeedijzeren hek hing.
Het viel ons wel op dat
de registers van de begraafplaatsen in en rond Ieper allemaal goed gevuld waren
met berichtjes van bezoekers in tegenstelling van andere begraafplaatsen ergens
in de velden of meer afgelegen dorpen. Het register hier was laatst getekend op
22 december 2014 door een zekere David Malkin afkomstig uit Hants, Nova Scotia.
Terwijl we het bezoekersregister invulden werden ook hier de nodige foto's
genomen door onze volgers waarna we de begraafplaats achter ons lieten om 12u20 en naar de auto wandelden voor onze volgende bestemming.
Een kleine rit van
ongeveer 1,5 kilometer bracht ons om 12u35 bij Ypres Reservoir Cemetery, een
half uurtje later dan voorzien. Vanaf hier zouden we volgens enkele berichten
op onze faceboekpagina nog een extra volger hebben. We keken wat rond bij de
wagen maar zagen niemand staan die wachtte op ons. Volgens Kurt was dat logisch
want we waren reeds een half uur te laat en waren nog maar net vertrokken. Dat
beloofde dus voor de verdere dag. Volgens Stuart was er geen enkel probleem, we
zouden veel kunnen goed maken tijdens onze lunch. Toen we de begraafplaats op
liepen zagen we dat er een man rustig tussen de graven wandelde. Hij kwam tot
bij ons en stelde zich voor als Pieter Van Zele, die Commonwealth War Graves
Commission medewerker was. De man die we nodig hadden volgens Stuart want die
verwees Kurt meteen naar Pieter met enkele vragen.
Meteen werden er enkel
vragen afgeschoten op Pieter die hij zo goed als mogelijk trachtte te
beantwoorden. Enkele vragen moest hij ons eveneens verschuldigd blijven zoals
het mysterie van de letter 'I' in bepaalde plots op begraafplaatsen. Ook waarom
kleinere begraafplaatsen een bezoekersregister hebben en andere iets grotere
niet. Pieter liet ons weten dat hij eens verder ging informeren zodat we onze
vraagstukken in de toekomst alsnog krijgen opgelost.
Ypres Reservoir Cemetery
is samen met Ramparts Cemetery de enige begraafplaats binnen de stadsmuren van
Ieper en ligt ongeveer een 600 meter van de Grote Markt. Het terrein heeft een
trapeziumvormig grondplan en een oppervlakte van ongeveer 11900 m². Het Cross
of Sacrifice staat in het midden van de 2 toegangshekken en de Stone of
Remembrance staat centraal op het terrein. Hier op deze begraafplaats worden
2614 slachtoffers herdacht waarvan 1035 niet meer geïdentificeerd konden
worden.
Gedurende de hele oorlog was
Ieper het centrum van de Ieperboog, het stuk front rond Ieper waar jarenlang de
Duitsers werden tegengehouden. De stad werd echter zwaar gebombardeerd en werd
helemaal vernield vanaf 1915. Aan de westkant van de stad bevonden zich de
gevangenis, het reservoir en de watertoren, waar tijdens de oorlog drie
begraafplaatsen werden ingericht. Twee ervan lagen tussen de gevangenis en het
reservoir en één ten noorden van de gevangenis. Deze begraafplaats, waaruit de
huidige groeide, noemde men Cemetery North of the Prison en later Ypres
Reservoir North Cemetery. Vanaf oktober 1915 werd ze aangelegd en tot het eind
van de oorlog gebruikt door gevechtseenheden en medische posten. Op het eind
van de oorlog lagen er zo'n 1100 gesneuvelden. Na de oorlog werd de
begraafplaats uitgebreid met gesneuvelden uit de omliggende slagvelden en met
graven die werden overgebracht uit andere begraafplaatsen, waaronder de twee
andere begraafplaatsen nabij het reservoir en de gevangenis. Die ontruimde begraafplaatsen
waren Ypres Reservoir South Cemetery (ook wel Broadley's Cemetery en Prison
Cemetery No.1 genoemd), Ypres Reservoir Middle Cemetery (ook wel Prison
Cemetery No.2 en Middle Prison Cemetery genoemd) en Cemetery at the Infantry
Barracks (ook wel The Esplanade genoemd) in Ieper.
Onder de 2614 doden zijn er 2273
Britten (waarvan er 948 niet geïdentificeerd konden worden), 143 Australiërs
(waarvan 22 niet geïdentificeerd konden worden), 155 Canadezen (waarvan 49 niet
geïdentificeerd konden worden), 2 Indiërs, 28 Nieuw-Zeelanders (waarvan 10 niet
geïdentificeerd konden worden), 12 Zuid-Afrikanen (waarvan 5 niet geïdentificeerd
konden worden) en 1 onbekende Duitser. Er werden 2 Special Memorials opgericht
voor slachtoffers waarvan men aanneemt dat ze zich onder de onbekende graven
bevinden. Er werd een Duhallow Block opgericht voor 10 doden die op andere
begraafplaatsen begraven lagen, maar wiens graf door het oorlogsgeweld niet
meer teruggevonden kon worden. In 2009 werd de begraafplaats beschermd als
monument.
Kurt ging meteen op zoek naar
bijzondere epitafen terwijl Stuart hier en daar werd bijgestaan door Pieter
tijdens het fotograferen van de uitgekozen graven. Ook Daphné had als volger
een taak gekregen van Stuart. Zij moest op zoek naar dezelfde plaats en hoek
waar enkele archieffoto's waren genomen en er een nieuwe foto van nemen. Aan de
oostelijke zijde naast de omheiningmuur vonden we de 10 Special Memorials. Hier
lag ook Brigade Generaal Francis Aylmer Maxwell (VC, DSO en het Order of the
Star of India)van het 18th King George's Own Lancers, Indian Cavalry die sneuvelde
door de kogel van een Duitse scherpschutter tijdens het commando van het 27th
Brigade, 9de Scottish Division op 21 september 1917. Eveneens lagen hier ook 3 SAD (Shot at Dawn) slachtoffers begraven. Hier en daar werden we bijgestaan door
Pieter en volgens Kurt waren het net zulke personen die we nodig zouden moeten
hebben voor het bezoek van een bepaalde begraafplaats. Zij zijn de bron van
informatie over de begraafplaats en bepaalde personen die er zijn begraven.
Een tijdje nadien zagen we nog
een persoon arriveren op de begraafplaats. Hij leek een grote wasmand met
allerlei spullen in bij zich te hebben en was vergezeld door Patrick. Niet veel
later toen Daphné en Kurt bij die persoon arriveerden merkte Kurt op dat het
niemand minder was dan Robrecht
Verhaeghe, zoon van Patrick. Robrecht had blijkbaar allerhande filmapparatuur
mee en was al druk in de weer met het vast leggen van enkele unieke
sfeerbeelden in de buurt van de Stone of Remembrance. Stuart die ondertussen
aan de overkant van de begraafplaats stond met Pieter, was druk bezig met het
nemen van de laatste uitgekozen graven voor het verhaal achter de steen.
Kurt die nog steeds bij de anderen aan de Stone of Remembrance stond, had zich al een paar keer laten ontvallen dat hij 'een knaagje in zijn maagje' begon te krijgen en blijkbaar was hij niet alleen. Daar Stuart en Pieter nog steeds stonden te praten maakte Kurt met enkele gebaren richting Stuart dat het tijd was voor het spelen van de tunes. We besloten dit te doen tussen het Cross of Sacrifice en de Stone of Remembrance, in het midden van de begraafplaats.
Chaplain 4th Class The Reverend BC Ruck-Keene.
Army Chaplains’ Department.
Gesneuveld 26 september 1917. Plot I Rij F Graf 37.
|
Private Thomas Lionel Moles.
Service number 443288. 54th Canadian Infantry.
'Shot at Dawn’ voor desertie op 22 oktober 1917, 28 jaar. Plot I Rij H Graf 76.
|
Private Ernest Lawrence.
Service number 20279. 2nd Bn. Devonshire Regiment.
‘Shot at Dawn’ voor desertie op 22 november 1917, 21 jaar. Plot I Rij I Graf 145.
|
Private P Finn.
Service number 11480. 6th Bn. King’s Own Yorkshire Light Infantry.
Ook gesneuveld op 20 september 1915 en ook maar amper 16 jaar geworden.
Hij ligt begraven in Plot XI Rij E Graf 34.
|
Private William Arthur Murray Elderkin.
Service number 475834. Princess Patricia’s Canadian Light Infantry (Eastern Ontario Regiment).
Gesneuveld 2 juni 1916, 26 jaar. Plot XI Rij D Graf 25.
|
Major Aubrey Webster Buckingham.
3rd Bn. attd. 1st/5th Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 17 november 1914, 44 jaar. Plot XI Rij D Graf 33.
|
Corporal Richard Wilfred Brown.
Service number 15319. “B” Coy. 10th Bn. Durham Light Infantry.
Gesneuveld 17 september 1915, 26 jaar. Plot XI Rij E Graf 24.
|
Bombardier William Birkhead.
Service number 39019. “D” Bty. 79th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 10 december 1915, 29 jaar. Plot I Rij A Graf 18.
|
Captain Trumbull Warren. 15th Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 20 april 1915, 28 jaar. Plot I Rij A Graf 68.
|
Rifleman William Moore.
Service number R/4042. 12th Bn. King’s Royal Rifle Corps. De foto is van zijn huwelijk in 1905.
Gesneuveld 30 juni 1916. Plot I Rij C Graf 25.
|
Gunner J Orr.
Service number 317475. 1st (Kent) Heavy Bty. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 10 september 1917. Plot I Rij E Graf 66.
|
Lieutenant Thomas Agnew Baldock. 8th Rifle Brigade.
Gesneuveld 3 december 1917, 21 jaar. Plot III Rij A Graf 6.
|
Private Charles McColl. Service number 11/81. 4th Bn. East Yorkshire Regiment.
Zijn verhaal vind je op http://www.hullandeastridingatwar.co.uk/index.php/ourheroes/ptecharlesmccoll .
‘Shot at Dawn’ voor desertie op 28 december 1917, 26 jaar. Plot IV Rij A Graf 6.
|
Gunner William Thomas Beer.
Service number 149905. 39th Ammunition Supply Park, Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 22 december 1917. Plot IV Rij B Graf 15.
|
Kurt die nog steeds bij de anderen aan de Stone of Remembrance stond, had zich al een paar keer laten ontvallen dat hij 'een knaagje in zijn maagje' begon te krijgen en blijkbaar was hij niet alleen. Daar Stuart en Pieter nog steeds stonden te praten maakte Kurt met enkele gebaren richting Stuart dat het tijd was voor het spelen van de tunes. We besloten dit te doen tussen het Cross of Sacrifice en de Stone of Remembrance, in het midden van de begraafplaats.
We maakten ons klaar en begonnen met het spelen van de
tune Flower of Scotland, gevolgd door Amazing Grace. Nadat de laatste noten
hadden geklonken van onze laatste tune hoorden we een applaus waarbij we keken
in de richting vanwaar het kwam. Aan de achterzijde van de begraafplaats
passeerde er een fietser die al rijdend applaudisseerde. Na het spelen van onze
tunes besloten we om eerst de groepsfoto te nemen wat met Stuart zijn nieuwe
hebbedingetje vrij snel was gebeurd. Ja, volgens Kurt ging hij erop vooruit de
laatste tijd. Het PRWWI In Remembrance kruisje besloten we neer te planten
naast een ander bij de Stone of Remembrance, welke we plechtig deden.
Kort nadien gingen we naar de uitgang van de begraafplaats waar we in een van de zuilen van de omheiningmuur het bezoekersregister aantroffen. Een vlugge blik in het register liet ons weten dat het een laatste input had gehad van een zekere Rony op 5/1/2015. De input daarvoor was op 31 december 2014 door Portugezen. Het bezoekersregister werd zorgvuldig ingevuld en Stuart hield Kurt steeds in de gaten of hij wel goed bezig was. In het verleden was Kurt soms wel eens alleen op stap, duurde WOI maar een jaar, of bezocht hij de begraafplaats de dag ervoor. Volgens Kurt was dit allemaal een beetje overdreven en als dat al zo was, was dit alleen maar te wijten aan het ploegwerk. Een 'inside' joke die reeds een tijdje meegaat.
We verlieten allen de begraafplaats om 13u40, staken de weg over waar onze wagens stonden geparkeerd en konden onze picknick nuttigen. Na enkele koppen koffie voor de een of thee voor de andere, enkele sandwiches en wat fruit besloten we verder te rijden naar de volgende begraafplaats op onze weg want volgens Kurt liepen we reeds 40 minuten achter op schema.
Een rit van een 2 kilometer bracht ons bij de Rijselpoort waar we op de oude stadsvesting Ramparts Cemetery zouden aantreffen. De Rijselpoort was één van de belangrijkste 'doorgangen' naar het front en werd meer gebruikt dan de Menenpoort, omdat deze weg beter beschermd kon worden tegen vijandelijke artillerie. De eerste begravingen op de vestingen van Ieper gebeurden door Franse troepen in november 1914. Tussen februari 1915 en april 1918 begroeven ook de Britten heel wat doden op de stadswallen. Vele graven van de vestingen werden na de oorlog 'geconcentreerd' op andere begraafplaatsen. Enkel degenen die nu deel uitmaken van 'Ramparts Cemetery', zijn behouden. De Franse graven werden na de oorlog verwijderd. Op 8 november 1956 werd, op verzoek van de familie, het stoffelijk overschot van Lt. W.G.F. Welch ('117th Battery, Royal Field Artillery') overgebracht naar 'Ramparts Cemetery, Lille Gate'. Welch was gestorven op 30 oktober 1914 aan de zuidoost-rand van 'Herenthage Wood (Zillebeke). Tot het midden van de jaren '50 stond er een stenen grafkruis, dat na de herbegraving vernietigd werd. Het pad naar de begraafplaats is opgedragen aan Rose Coombs. Op 4 mei 1991 werden de assen van de auteur van 'Before Endeavour Fades' op deze begraafplaats uitgestrooid. Ze was op 7 januari 1991 gestorven. Op 11 oktober 1999 werden de lichamen van 4 militairen bijgezet, die werden opgegraven nabij de Sint-Jacobskerk. Tijdens de oorlog fungeerden de gebastonneerde vestingmuren als beschutting. Onder de hoofdwal kwam er een ondergrondse verbinding tussen de Rijselpoort en de Menenpoort. In de kazematten werden hoofdkwartieren, medische posten en slaapruimtes ondergebracht. In het zogenaamde Poortwachtershuis (kazematten) ten oosten van de Rijselpoort werd het hoofdkwartier van het Britse leger, onder bevel van generaal Sir Plumer gevestigd. Ter hoogte van het Houten Paard werd zelfs een soldatenkrantje gedrukt: "The Wipers Times".
Kort nadien gingen we naar de uitgang van de begraafplaats waar we in een van de zuilen van de omheiningmuur het bezoekersregister aantroffen. Een vlugge blik in het register liet ons weten dat het een laatste input had gehad van een zekere Rony op 5/1/2015. De input daarvoor was op 31 december 2014 door Portugezen. Het bezoekersregister werd zorgvuldig ingevuld en Stuart hield Kurt steeds in de gaten of hij wel goed bezig was. In het verleden was Kurt soms wel eens alleen op stap, duurde WOI maar een jaar, of bezocht hij de begraafplaats de dag ervoor. Volgens Kurt was dit allemaal een beetje overdreven en als dat al zo was, was dit alleen maar te wijten aan het ploegwerk. Een 'inside' joke die reeds een tijdje meegaat.
We verlieten allen de begraafplaats om 13u40, staken de weg over waar onze wagens stonden geparkeerd en konden onze picknick nuttigen. Na enkele koppen koffie voor de een of thee voor de andere, enkele sandwiches en wat fruit besloten we verder te rijden naar de volgende begraafplaats op onze weg want volgens Kurt liepen we reeds 40 minuten achter op schema.
Een rit van een 2 kilometer bracht ons bij de Rijselpoort waar we op de oude stadsvesting Ramparts Cemetery zouden aantreffen. De Rijselpoort was één van de belangrijkste 'doorgangen' naar het front en werd meer gebruikt dan de Menenpoort, omdat deze weg beter beschermd kon worden tegen vijandelijke artillerie. De eerste begravingen op de vestingen van Ieper gebeurden door Franse troepen in november 1914. Tussen februari 1915 en april 1918 begroeven ook de Britten heel wat doden op de stadswallen. Vele graven van de vestingen werden na de oorlog 'geconcentreerd' op andere begraafplaatsen. Enkel degenen die nu deel uitmaken van 'Ramparts Cemetery', zijn behouden. De Franse graven werden na de oorlog verwijderd. Op 8 november 1956 werd, op verzoek van de familie, het stoffelijk overschot van Lt. W.G.F. Welch ('117th Battery, Royal Field Artillery') overgebracht naar 'Ramparts Cemetery, Lille Gate'. Welch was gestorven op 30 oktober 1914 aan de zuidoost-rand van 'Herenthage Wood (Zillebeke). Tot het midden van de jaren '50 stond er een stenen grafkruis, dat na de herbegraving vernietigd werd. Het pad naar de begraafplaats is opgedragen aan Rose Coombs. Op 4 mei 1991 werden de assen van de auteur van 'Before Endeavour Fades' op deze begraafplaats uitgestrooid. Ze was op 7 januari 1991 gestorven. Op 11 oktober 1999 werden de lichamen van 4 militairen bijgezet, die werden opgegraven nabij de Sint-Jacobskerk. Tijdens de oorlog fungeerden de gebastonneerde vestingmuren als beschutting. Onder de hoofdwal kwam er een ondergrondse verbinding tussen de Rijselpoort en de Menenpoort. In de kazematten werden hoofdkwartieren, medische posten en slaapruimtes ondergebracht. In het zogenaamde Poortwachtershuis (kazematten) ten oosten van de Rijselpoort werd het hoofdkwartier van het Britse leger, onder bevel van generaal Sir Plumer gevestigd. Ter hoogte van het Houten Paard werd zelfs een soldatenkrantje gedrukt: "The Wipers Times".
De begraafplaats heeft een grotendeels gebogen
grondplan, met een oppervlakte van ca. 1870m² en een afhellend terrein. Ze is
ontworpen door Reginald Blomfield, met medewerking van G.H. Goldsmith. De
begraafplaats wordt grotendeels omgeven door een haag, aan de zuidkant (kant
van het water) is geen omheining. De toegang wordt gevormd door een
smeedijzeren hekken, geflankeerd door 2 witstenen zuilen, waarop te lezen staat
'Ramparts Cemetery Lille Gate'. Bij de toegang bevindt zich het registerkastje.
Aan de oostkant prijkt de 'Cross of Sacrifice' (type A), aan de westkant is een
witstenen zitbank, geflankeerd door 2 witte rechtopstaande stenen, waarin de
teksten van de landplaten gegrift zijn. Hier bevindt zich eveneens de metalen
CWGC-infoplaat. Volgens het huidige register liggen op deze begraafplaats 197
militairen begraven, waaronder 162 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan er
9 niet geïdentificeerd konden worden), 11 Australiërs, 10 Canadezen en 14
Nieuw-Zeelanders. Deze begraafplaats werd sinds 1986 beschermd als monument.
We trokken deze kleine en zeer mooi gelegen
begraafplaats op om 14u20. Terwijl Kurt de pipes even veilig ging leggen op de
stenen bank, was Stuart al bezig met het nemen van de foto's voor ons archief.
Hier en daar stond Pieter ons bij met enkele verhalen en weetjes over de CWGC
begraafplaatsen, terwijl Daphné, Patrick en Robrecht eveneens druk in de weer waren
met het nemen van foto's of het bezoek vast te leggen op film.
Naast de begraafplaats bevindt zich ook een wandelpad dat zich over de stadsvesting slingert, wat maakte dat we niet onopgemerkt bleven. Af en toe werd er door enkele passanten wel even halt gehouden om ons doen en laten gade te slaan. Toen we niet veel later onze Pipes erbij namen en aanstalten maakten om onze tunes te spelen bleven er al wat passanten staan. Toen we onze tunes begonnen te spelen kwamen er ineens verschillende mensen de begraafplaats opgewandeld om het gebeuren van iets dichterbij te bekijken. Eveneens van op de overkant van het water stonden mensen te kijken naar wat er zich afspeelde op deze begraafplaats.
Lieutenant Walter Tennyson McCurry. Royal Army Medical Corps.
Gesneuveld 14 maart 1915, 22 jaar. Rij D Graf 27.
|
Trooper Langford Wild. Service number 2877. 2nd Life Guards.
Gesneuveld 6 februari 1915, hij werd net geen 23 jaar. Rij B Graf 15.
|
Sergeant Donald Trevlyn Hood. Service number 59. 2nd H.Q. Australion Division.
Gesneuveld 29 oktober 1917. Rij B Graf 8.
|
Private Waata Taukamo. Service number 19753. New Zealand Maori (Pioneer) Battalion.
Gesneuveld 31 december 1917, 26 jaar. Rij B Graf 4.
|
Lance Corporal Raika Whakarongotai Murray.
Service number 20846. New Zealand Maori (Pioneer) Battalion.
Gesneuveld 31 december 1917, 19 jaar. Rij B Graf 3.
|
Private Pona Marunui. Service number 19621. New Zealand Maori (Pioneer) Battalion.
Gesneuveld 23 december 1917, 31 jaar. Rij J Graf 3.
|
Lieutenant Charles Caledon Egerton. 2nd Bn. Duke of Wellington’s (West Riding Regiment).
Gesneuveld 18 april 1915, 28 jaar. Rij E Graf 1.
|
Naast de begraafplaats bevindt zich ook een wandelpad dat zich over de stadsvesting slingert, wat maakte dat we niet onopgemerkt bleven. Af en toe werd er door enkele passanten wel even halt gehouden om ons doen en laten gade te slaan. Toen we niet veel later onze Pipes erbij namen en aanstalten maakten om onze tunes te spelen bleven er al wat passanten staan. Toen we onze tunes begonnen te spelen kwamen er ineens verschillende mensen de begraafplaats opgewandeld om het gebeuren van iets dichterbij te bekijken. Eveneens van op de overkant van het water stonden mensen te kijken naar wat er zich afspeelde op deze begraafplaats.
Er was ineens veel volk op de begraafplaats toen we
rond ons keken nadat we gedaan hadden met spelen en deden gewoon rustig verder
ons ding. Kurt die had vernomen van Stuart dat Pieter ook de pipes kon spelen,
stapte op hem af en vroeg waarom hij zijn pipes niet had meegenomen. Na een
kleine babbel zou hij ze de volgende keer meebrengen en kon hij samen met ons
de tunes meespelen. Niet veel later besloten we om het PRWWI kruisje neer te
planten bij het Cross of Sacrifice waarna we allen op een kleine open plaats
tussen de graven de groepsfoto maakten. We stonden nog een klein beetje na te
praten toen Kurt aanspoorde dat we het register nog dienden in te vullen. Was
het omdat hij het koud kreeg, we ondertussen 45 minuten uitliepen of omdat hij
zo uitkeek naar het einde van de tocht? We zullen het waarschijnlijk nooit
weten maar Patrick meende dat het het einde van de tocht was voor de
nieuwjaarstoast van Pipers Remembering WWI. We trokken naar de ingang van de
begraafplaats waar we in een van de zuilen het registerkastje vonden. Toen Kurt
het bezoekersregister stond in te vullen dat een laatste input had van Jean
Pierre Verfaillie uit Roeselare, kwam er een gezin bij staan waarvan de mama
het kind een uitleg aan het geven was over het namenregister dat ze ondertussen
in haar handen had, de begraafplaats en Wereldoorlog I. Kurt vond het plezant
dat te horen waarna hij zijn balpen doorgaf aan Stuart. Na Stuart besloot het
gezin ook zijn voorbeeld te volgen terwijl wij alles nog eens overliepen.
We waren niks vergeten te doen en besloten om te
vertrekken naar de laatste begraafplaats voor vandaag. Pieter, die andere
verplichtingen had, nam hier afscheid van ons en beloofde om er in de toekomst
wel eens terug bij te zijn. Om 15u00 verlieten we Ramparts Cemetery en gingen
we op weg naar de auto die iets verder in de straat stond geparkeerd. Niet veel
later reden we doorheen de Rijselpoort op weg naar de volgende begraafplaats
die eveneens een dikke 2 kilometer verder lag.
Om 15u06, een uur en 6 minuten later dan voorzien,
kwamen we aan bij de Menin Road South Military Cemetery. Ieper bleef gedurende
de oorlog het centrum van de Ieperboog, het stuk front rond de stad waar de
Britten jarenlang tegenover de Duitsers stonden. De stad zelf werd helemaal
vernield, maar bleef steeds in geallieerde handen. De Meenseweg liep van het
stadscentrum oostwaarts naar het front toe. De begraafplaats werd in gebruik
genomen vanaf januari 1916 en werd tot de zomer van 1918 gebruikt door medische
posten en gevechtseenheden. Ten noorden van de Meenseweg werd tijdens de oorlog
de Menin Road North Military Cemetery gebruikt. Deze begraafplaats werd
ontruimd na de oorlog en de ruim 130 graven werden overgebracht naar de
begraafplaats aan de zuidkant van de weg, die nog verder werd uitgebreid met
verschillende verspreide graven uit de slagvelden verder ten oosten.
Er liggen 1190 Britten (waaronder 109 niet
geïdentificeerde), 267 Australiërs (waaronder 8 niet geïdentificeerde), 148
Canadezen (waaronder 2 niet geïdentificeerde), 52 Nieuw-Zeelanders en 1
onbekende Duitser. Voor 24 slachtoffers werden Special Memorials opgericht
omdat men aanneemt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden. De 54 doden,
die oorspronkelijk op Menin Road North Military Cemetery begraven waren maar
van wie de graven door het oorlogsgeweld werden vernietigd, worden herdacht met
twee Duhallow Blocks.
We wandelden de begraafplaats op en merkten op dat er
bewolking kwam opzetten. Dat maakte dat het direct een stuk frisser werd, maar
ook een ietsje donkerder. Aan beide zijden langs de straat kant troffen we de
Special Memorials aan, Memorials van militairen van wie hun graf door
oorlogsgeweld vernietigd was. Stuart schoot meteen in actie en verdween bijna
uit ons zicht, terwijl Kurt eveneens over de begraafplaats zwierf op zoek naar
bijzondere epitafen en het graf van de onbekende Duitser terwijl onze volgers
eveneens plaatjes schoten. Een tijd nadien kruisten Stuart en Kurt hun paden en
kwamen beiden tot de conclusie dat ook hier op deze begraafplaats de
mysterieuze letter 'I' terug was. Alle verschillende plots op deze
begraafplaats hadden een 'I' rij. Toch raar dat deze vraag steeds terug komt.
Waarom is er op de ene begraafplaats een rij 'I' en wordt deze op een andere
begraafplaats overgeslagen? We komen het ooit wel eens aan de weet.
'Believed to Buried in this Cemetery' |
De mysterieuze rij 'I'. Hier wel in elk plot. Op andere begraafplaatsen enkel in Plot 'I'. |
Een onbekende Duitse soldaat. |
Lieutenant Richard Francis Christianson.
2nd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Mooi epitaaf: ‘Though Death Divides, Fond Memories Cling’.
Gesneuveld 4 oktober 1917, 25 jaar. Plot II Rij J Graf 11.
|
Captain WD Reid MC (Military Cross).
Royal Army Medical Corps attd. 21st Bn. Manchester Regiment.
Gesneuveld 5 oktober 1917, 30 jaar. Plot I Rij E Graf 37.
|
Captain Harold Frank Barclay Turner.
“C” Coy. 1st Bn. Wiltshire Regiment.
Zijn verhaal werd bij zijn zerk geplaatst.
Gesneuveld 1 september 1917, 22 jaar. Plot II Rij A Graf 12.
|
Acting Bombardier John Robert Hawling.
Service number 66882. 329th Siege By. Royal Garrison Artillery.
Gesneuveld 21 oktober 1917, 27 jaar. Plot I Rij U Graf 25.
|
Sapper Harry Victor Valle.
Service number 1588. 2nd Div. Signal Coy. Australian Engineers.
Gesneuveld 17 september 1917. Plot I Rij U Graf 21.
|
Gunner Henry Wilkinson.
Service number 1924. 11th Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 17 september 1917, 20 jaar. Plot I Rij U Graf 17.
|
Private A D Brown.
Service number 408399. 42nd Bn. Canadian Infantry.
Gesneuveld 30 april 1916. Plot I Rij O Graf 12.
|
Private R Wiley.
Service number 442238. Royal Canadian Regiment.
Gesneuveld 27 april 1916. Plot I Rij M Graf 24.
|
Private William Alexander Reid.
Service number 114867. 5th Canadian Mounted Rifles Battalion.
Geboren in Glasgow, Scotland op 17 april 1897.
Gesneuveld 12 april 1916, 19 jaar. Plot I Rij L Graf 21.
|
Private Joseph Brown.
Service number 15869. 7th Northamptonshire Regiment.
Gesneuveld 14 februari 1916. Plot I Rij H Graf 10.
|
Private M H Vardy.
Service number 29777. 15th Bn. Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment).
Gesneuveld 30 september 1918, 21 jaar. Plot I Rij C Graf 15.
|
Lieutenant Bryce Thomas Davidson.
20th Sqdn. Royal Air Force.
Geneuveld 2 juli 1918, 25 jaar. Plot I Rij C Graf 17.
|
Sergeant Eric Arthur Allsopp MM (Military Medal).
Service number 3621. 18th Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 8 oktober 1917. Plot II Rij J Graf 37.
|
2nd Corporal Frederick Robert Benson.
Service number 2051. 3rd Australian Light Railway Operating Coy. Australian Railway Corps.
Gesneuveld 19 oktober 1917, 20 jaar. Plot II Rij J Graf 22.
|
Driver Oliver William Woolfrey.
Service number 149. 2nd Ammunition Sub. Park, Australian Army Service Corps.
Gesneuveld 20 augustus 1917, 27 jaar. Plot II Rij C Graf 4.
|
Private James Mugford Wood.
Service number 478027. Royal Canadian Regiment.
Gesneuveld 7 juni 1916. Plot III Rij E Graf 9.
|
Lieutenant James Thomson Steven.
Service number 10716. New Zealand Cyclist Battalion.
Gesneuveld 17 november 1917, 25 jaar. Plot III Rij M Graf 30.
|
Na het nemen van de foto's voor ons archief kwam er ineens
een wat oudere man de begraafplaats opgelopen in onze richting. Kurt had hem al
een paar keer zien passeren met zijn wagen zo bleek achteraf. Hij was op zoek
naar Gunner Thomas Armstrong Mordue die begraven was op Bard
Cottage Cemetery wat helemaal aan de andere kant van de stad Ieper was gelegen
en vond die niet meteen terug of reed steeds mis. Stuart vroeg de gegevens op
via zijn telefoon, dat is de moderne tijd volgens Kurt, in zijn tijd deden ze
blijkbaar nog alles met een hamer en een beitel. Na wat getokkel op zijn
telefoontoestel wist Stuart de man uit de nood te helpen en hem te vertellen
waar hij precies moest zijn. De man bedankte ons en met een goed gevoel omdat
we hem hadden kunnen helpen besloten we om onze tunes te spelen op een iets
breder gangpad tussen de graven in de buurt van het Cross of Sacrifice. Net
voor we zouden gaan spelen ontdekte Kurt naar eigen zeggen,een paar oortjes in
het gras. Hij had blijkbaar deze term al eens gehoord bij de jongere generatie.
Toen hij die wilde oprapen liet Robrecht weten dat het de microfoon was van
zijn camera. Niet goed wetende wat er gaande was besloot hij 'de oortjes' maar
rustig te laten liggen.
Na het spelen van onze tunes Flower of Scotland en
Amazing Grace werd op dezelfde plaats ook de groepsfoto genomen waarna we
besloten om ons PRWWI kruisje neer te planten bij het Cross of Sacrifice.
Volledig aan de rechterzijde en in een hoek bevond zich ook een Stone of
Remembrance welke volgens Kurt wel een beetje misplaatst was, precies verstopt.
Zoals ons draaiboek ondertussen is ingesteld, gingen we na het plaatsen van ons
kruisje op zoek naar het bezoekersregister dat we terug vonden bij de ingang in
een kastje. De laatste input dateerde van 28 december 2014 door een zekere David
Longsman afkomstig uit North Yorkshire (UK). Nadat we het bezoekersregister
hadden ingevuld met onze naam vanwege het PRWWI project werd nog wat nagepraat
met onze volgers voor vandaag.
Trip 37 kon natuurlijk niet gewoon onopgemerkt
voorbijgaan. Het was tevens de 10de tocht van het Pipers Remembering WWI
project, eveneens werd ook hier ons 60ste PRWWI In Remembrance Cross neer
geplant en was het de eerste tocht van het nieuwe jaar 2015. Dat moest gevierd
worden en Kurt had dan ook gezorgd voor een fles Cù Bòcan. Ondertussen is de
toast achteraf een traditie geworden en volgens Patrick en Daphné waren het wel
erg grote drams dat Kurt had uitgegoten. Volgens Kurt was dit normaal,
waarschijnlijk had hij volgens Stuart weer last van zijn ploegwerk en was hij
het vergeten. Gelukkig we konden er allen hartelijk mee lachen en er werd
getoast op een fantastisch 2015 met heel veel mooie tochten voor het PRWWI
project.
Terwijl we allen genoten van het glas whisky werd er nog wat nagepraat over de gepasseerde dag, de begraafplaatsen die we hadden bezocht
en de ervaringen die we weer rijker waren. Niet veel later namen we afscheid
van elkaar en vertrokken richting thuisfront om 16u15 waar we een dik uur later
veilig en wel arriveerden. Tocht 10 was een hele speciale en mooie tocht
waarbij we verschillende hele mooie begraafplaatsen en Memorials bezochten.
Alweer een avontuur en een ervaring rijker konden we thuis nagenieten van de
voorbije dag. We hebben er meer dan van genoten en kijken uit naar de
volgende...
Groeten en tot volgende,