Begraafplaatsen : Le Touquet Railway Crossing Cemetery, Tancrez Farm
Cemetery, Motor Car Corner Cemetery, Gunners Farm
Military Cemetery, Calvaire (Essex) Military Cemetery & London Rifle Brigade Military Cemetery
Afstand : 170 Km
Weer : Zonnig maar fris
Deelnemers : Stuart Jervis, Kurt
van Looke
Volgers : Daphné
Vangheluwe, Patrick Verhaeghe
Info :
Vandaag was het precies 28 dagen geleden
dat we in november de 20ste rit hadden gereden met PRWWI en wat voor een. Een
ganse dag in de nattigheid en barre weersomstandigheden, ja deze rit werd
unaniem uitgeroepen tot de rit die alle records brak. Nu een maand later zouden we terug op pad gaan, ondertussen december geworden en wat moet je verwachten van
het weer? Wij in ieder geval hoopten op een droge tocht. In de vroege uurtjes
van vandaag keken we naar buiten en zagen dat het droog was, wat ons ergens
toch al een beetje gerust stelde. Na het maken van het lunchpakket en het
zetten van een thermos koffie, reden we richting Moerkerke waar de tocht voor
vandaag van start zou gaan. Mooi op tijd arriveerden we bij Stuart die net
buiten kwam en meteen al onze spullen begon te laden in de auto. Niet veel
later vertrokken we richting Ploegsteert waar in de buurt alle te bezoeken
begraafplaatsen in een omtrek van 2,5 kilometer bij elkaar lagen.
We arriveerden onder een stralend
ochtendzonnetje om 10u00 bij Le Touquet Railway Crossing Cemetery dat
ongeveer in het midden van de Touquetstraat lag op een 300 meter van de N58
expresweg. We parkeerden er de wagen en merkten op dat we nog, buiten enkele
omwonenden die door het spleetje van hun gordijn stonden te gluren, nog
helemaal alleen waren. We maakten ons stilaan klaar en toen we onze pipes uit
de auto haalden en aanstalten maakten om ze te tunen wouden toch enkele
omwonenden de situatie van korter bij bekijken. We zeiden elkaar vriendelijk
een goeie dag en blijkbaar hadden ze toch wel interesse in wat we gingen doen.
Stuart deed ons PRWWI project zowat uit de doeken waar ze veel respect bleken
voor te hebben.
Niet veel later gingen we Le Touquet
Railway Crossing Cemetery op. Le Touquet lag tijdens de Eerste Wereldoorlog
dicht bij het front. Het terrein van de begraafplaats lag aan een overweg van
de spoorweg Komen naar Armentiers en ze werd gebruikt van oktober 1914 tot juni
1918. Op de begraafplaats worden 74 slachtoffers herdacht waarvan er 28 behoren
tot de 1ste Rifle Brigade die omkwamen tussen oktober en november 1914.
Eveneens liggen er ook 24 niet geïdentificeerde slachtoffers begraven en bij de
ingang liggen ook 3 Special Memorials van slachtoffers waarvan hun graf niet
meer kon worden teruggevonden.
Onze pipes lieten we achter bij het Cross of Sacrifice dat zich aan de oost zijde van de begraafplaats bevond en we begonnen met het nemen van enkele foto's. Daar we tijdens onze voorafgaande research niet veel extra info hadden gevonden over de slachtoffers die hier begraven waren was Stuart zijn lijstje heel kort en moest hij zich daarna ook wat meer toeleggen op het fotograferen want we dachten dat we er vandaag helemaal alleen gingen voorstaan. Nog geen enkele volger was gearriveerd toen we bezig waren met het fotograferen van enkele graven en net toen we niet veel later aanstalten maakten om onze tunes te gaan spelen zagen we een bekend blauw autootje arriveren om 10u23. Daphné had zich overslapen, hoewel zij een andere uitleg had, was dat toch hetgeen Kurt vertelde.
Rifleman John Joseph Holland .
Service number 9471. 1st Bn. Rifle Brigade.
Mooi Epitaaf: ‘We Loved Thee Here And Shall Hereafter’.
Gesneuveld 30 oktober 1914, 32 jaar. Rij B Graf 3.
|
Flower of Scotland klonk prachtig in de vroege ochtend en na een kleine stilte speelden we Amazing Grace. Tijdens de laatste tune zagen we vanuit onze ooghoeken aan de overkant van de straat nog een bekende arriveren met zijn scooter om 10u30. Nadat Patrick zijn helm had afgezet en zich wat comfortabeler had herkleed kwam hij eveneens de begraafplaats op. We zegden elkaar een goeie dag, en besloten om ons PRWWI In Rememberance kruisje plechtig neer te planten bij het Cross of Sacrifice. Daarna wandelden we op naar de ingang waar we de groepsfoto zouden nemen met de graven op de achtergrond. Een bezoekersregister was er niet aanwezig zodat we nog enkele foto's namen en besloten te vertrekken naar de volgende begraafplaats zo'n 750 meter verder. We verlieten Le Touquet Railway Crossing Cemetery om 10u40, laden onze spullen in en vertrokken naar onze volgende bestemming.
Om 10u45 arriveerden we op Tancrez Farm
Cemetery welke ons direct liet denken aan, Derry House Cemetery No2 (onze 7de
rit, route 26). Hier leek het ook of de begraafplaats bestond uit 2 aparte
delen. Vooraan zagen we direct bij de ingang het Cross of Sacrifice staan en
iets verder naar achter een haag lagen de 335 slachtoffers uit WWI begraven. De
begraafplaats ligt een dikke 2 kilometer ten zuidoosten van het dorpscentrum en
zo'n 900m van de grens met Frankrijk. Ze werd ontworpen door Charles Holden
met medewerking van William Cowlishaw en wordt uiteraard zoals de meesten hier
in de buurt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.
Ploegsteert was bijna de hele oorlog in
geallieerde handen, enkel tussen 10 april en 29 september 1918 was het tijdens
het Duitse lenteoffensief bezet door Duitse troepen. De begraafplaats lag
tegenover een hoeve die gedurende de oorlog dienst deed als hulppost. Ze werd
gestart in december 1914 en tot maart 1918 gebruikt door veldhospitalen (Field
Ambulances) en gevechtseenheden.
Er worden 307 Britten waarvan er 6 niet
meer geïdentificeerd konden worden, 19 Australiërs, 3 Nieuw-Zeelanders, 4
Zuid-Afrikanen en 2 Duitsers herdacht. Voor 1 Brit werd een Special Memorial opgericht
omdat zijn graf niet meer gelokaliseerd kon worden en aangenomen wordt dat hij
zich onder een naamloos graf bevindt.
Wie liepen de begraafplaats op en op de
sokkel van het Cross of Sacrifice lieten we onze pipes achter waarna we het
tweede deel van de begraafplaats opliepen om ons lijstje voor het verhaal
achter de steen, te kunnen afwerken. Stuart, die deze taak op zich had genomen
begon direct met zerkjes tellen en foto's van de verschillende graven te nemen.
Kurt ging opzoek naar bijzondere epitafen terwijl Daphné en Patrick eveneens
opzoek gingen naar dat ene ideale
plaatje. Achteraan de begraafplaats vonden we iets raars terug. Daar lag een
rij graven in een andere richting, nader onderzoek liet ons weten dat dit bijna
allemaal Australiërs waren, die lagen ten opzichte van alle andere graven in
tegenovergestelde richting.
Hier wel een rij I. |
Een onbekend Duits slachtoffer. Met de moderne technologie. |
Private James Pilkington.
Service number 6025. “B”Coy. 1st Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment).
Korte epitaaf: ‘Advanced’.
Gesneuveld 13 januari 1915, 36 jaar. Plot I Rij F Graf 14.
|
Private S Dean.
Service number 17607. 6th Bn. King’s Own Scottish Borderers.
Gesneuveld 10 februari 1916. Hij werd 45 jaar en is hiermee de oudste op de begraafplaats.
Plot I Rij B Graf 10.
|
Private J Slater.
Service number 7217. 2nd Bn. Lancashire Fusiliers.
Gesneuveld 2 december 1914. Hij is de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats.
Hij werd 36 jaar. Plot I Rij F Graf 19.
|
Private M Hodgson MM (Military Medal).
Service number 49402. 10th Bn. Cheshire Regiment.
Gesneuveld 16 januari 1917. Plot II Rij D Graf 1.
|
Second Lieutenant Alexander Keith Gorrie.
11th Bn. Highland Light Infantry.
Gesneuveld 26 april 1916, 32 jaar. Plot I Rij E Graf 5.
|
Captain Alexander Reid Gibb.
105th Bty. Royal Field Artillery. Hij was advocaat in Edinburgh.
Gesneuveld 12 oktober 1916, 42 jaar. Plot I Rij J Graf 13.
|
Een tijdje later, toen Stuart zijn lijstje
had afgewerkt, verzamelden we in het midden van de begraafplaats waar we
besloten om onze tunes te spelen. In een kleine open plek tussen de graven
speelden we Flower of Scotland gevolgd door Amazing Grace welke prachtig
klonken in de late ochtend. Daphné en Patrick namen zoals gewoonlijk enkele
foto's waarbij ze ook af en toe eens op het knopje gingen duwen van Stuart's
camera. Toch gemakkelijk als er volgers mee zijn meenden we beiden achteraf. Na
het spelen van onze tunes trokken we stilletjes naar de voorkant van de
begraafplaats waar we tussen het Cross of Sacrifice en het plot met graven
eerst de groepsfoto namen.
De buurvrouw, die ons reeds een tijdje in de
gaten hield, kwam even kijken wat er
allemaal gebeurde op de begraafplaats terwijl we net ons PRWWI In Rememberance
kruisje plechtig wouden plaatsen bij het Cross of Sacrifice. Daar het Cross of
Sacrifice rond om rond geplaveid was met witte steen en het niet echt mogelijk
was om ons PRWWI kruisje in de grond te steken besloten we dat te doen op de
rand van een bloembak tussen het Cross of Sacrifice en het plot met graven.
Kurt die van dat stukje plechtigheid een foto wou nemen stond weer eens te
klungelen met de camera zodat hij spontaan een lachbui kreeg. Stuart die ter
hulp kwam liet de volgers weten dat hij het nooit zou leren al die moderne
technologie.
Toen iedereen weer bij zinnen was gekomen
werd ons PRWWI In Memoriam kruisje plechtig neergeplant in de bloembak tussen
het Cross of Sacrifice en het plot met graven waarna we de camera gingen
opstellen bij de toegangspoort waar we in de omheiningmuur in het kastje het
bezoekersregister terug vonden. Het register kende een laatste input van 4 november 2015
door een zekere David Wyatt, afkomstig uit Australië, - Macquarie ACT 2614 -
een stadje bij Canberra, zo een
230km onder Sydney. Deze mensen waren hier op bezoek geweest bij hun 'great
uncle' groot oom, Eric Lipscomb die hier was begraven. Het stemde ons fijn te
zien dat de slachtoffers uit WWI niet vergeten wordt door familie en
nabestaanden en dat dit werkelijk nog leeft bij die mensen, zelfs na honderd
jaar.
We tekenden allen plechtig het
bezoekersregister waarna we ons stilaan begonnen klaarmaken om verder te
trekken naar een volgende bestemming. We laden al onze spullen in de auto en
verlieten Tancrez Farm Cemetery omstreek 11.30u voor een rit van zo'n kleine 5
minuten, op het einde van de straat, het hoekje rechts om en zo'n 150 meter
verder. Daar zouden we Motor Car Corner Cemetery vinden. Motor Car Corner
Cemetery is een Britse militaire begraafplaats ten zuiden van het dorpscentrum
en slechts 600 m van de Franse grens. Op deze plek gaf Motor Car Corner het
punt aan waar geen enkel voertuig verder naar het front mocht. De begraafplaats
werd gestart in juni 1917 bij de aanvang van de Tweede Slag om Mesen en werd
tot eind maart 1918 gebruikt. Tussen 10 april en 29 september 1918 was de
begraafplaats in Duitse handen als gevolg van het Duitse lenteoffensief.
Gedurende deze bezetting werd ze in noordelijke richting uitgebreid met Duitse
slachtoffers. Deze graven werden later verwijderd en overgebracht naar een
andere begraafplaats. Wel raar dat er één Duits graf is
overgebleven op deze begraafplaats. Er worden 38 Britten, 9 Australiërs, 84
Nieuw-Zeelanders en 1 Duitser herdacht. Er zijn 5 slachtoffers die niet
geïdentificeerd konden worden.
We parkeerden onze wagen half op de weg en
half op een stukje gras omdat hier niet echt veel plaats was om te
parkeren. Daphné die hier de weg goed wist was weer over enthousiast en
parkeerde haar wagen aan de overkant van de straat redelijk kort bij een scheef paaltje. Volgens haar uitleg stond dit al scheef maar
volgens Kurt stond het toch verdacht dicht tegen haar auto. Terwijl Daphné en
Kurt stonden te kibbelen over het paaltje begon Stuart alvast met het uitladen
van onze spullen. Nadat het statief voor de camera was uit gezet werd nog snel het
een en ander gecheckt via de mobiele telefoon van Stuart. Toen iedereen klaar
was met zijn ding besloten we de begraafplaats op te gaan.
We legden onze pipes op de sokkel van het
Cross of Sacricie en begonnen met het nemen van enkele overzichtsfoto's voor
onze archieven. Terwijl Stuart samen met Daphné en Patrick langs de straatkant
de begraafplaats opliepen wou Kurt aan de andere zijde enkele foto's nemen van
hen waarna hij begon met het nemen van enkele bijzondere epitafen. Op een
gegeven moment zat hij gehurkt voor het nemen van een foto en sprong ineens
recht van het verschieten waarbij hij een luidde 'Waaaaa' riep. Net op het
moment dat hij op het knopje van zijn fototoestel wou drukken, raasde er een
haas voorbij tussen de graven en de omheiningmuur, zo'n 50 centimeter voor
Kurt. Het diertje liep voor zijn leven langs de omheiningmuur naar het
Cross of Sacrifice op, draaide het hoekje om en raasde over het achtergelegen
veld de horizon tegemoet.
Daphné, Patrick en Stuart stonden te lachen
toen ze Kurt nog zagen staan nabibberen van het gebeuren. We deden verder met
het nemen van enkele foto's voor ons archief en niet veel later besloten we om
onze tunes te spelen in het midden van de begraafplaats tussen de graven. Nadat
we onze tunes Flower of Scotland en Amazing Grace hadden gespeeld gingen we
terug naar het Cross of Sacrifice waar we onze pipes terug achterlieten op de sokkel. We moesten even overleggen waar we ons PRWWI kruisje zouden
plaatsen. Lang moesten we niet overleggen, we zouden ons PRWWI In Remembrance
kruisje plaatsen bij Allan Holz en Ernest John Holz, 2 broers die uit Nieuw
Zeeland hier vochten en beiden stierven op 26 september 1915. De 2 broers lagen hier
op Motor Car Corner naast elkaar begraven.
Vizefeldwebel Otto Gaertner. JNFR 56.
Gesneuveld 26 juni 1918. Rij C Graf 29.
|
De gebroeders Holz.
Private Allan Holz - Service number 39534,
Private Ernest John Julius Holz - Service number 39535 en
Private William P Holz - Service number waarschijnlijk 39533 of 39536.
Zij waren bij het 3rd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F. en alle drie in dezelfde kamer toen op 13 juni 1917 om 1u30 een Duitse granaat binnen viel. Allan en Ernest waren op slag dood, William raakte zwaargewond. Het volledige verhaal lees je hier http://www.nzhistory.net.nz/media/photo/holz-brothers . Allan werd 24 en Ernest 33 en ze rusten naast elkaar in Rij A Graf 15 & 16.
|
Private Thomas Andrews.
Service number 33500. 3rd Bn. Wellington Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 13 juni 1917, 39 jaar. Rij A Graf 17.
|
Private Arthur Julius Taylor.
Service number 30990. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 13 juni 1917. Rij A Graf 18.
|
Private David Glover Craig.
Service number 12/2678. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 13 juni 1917. Rij B Graf 13.
|
Private Walter Peter Aitken.
Service number 42455. 3rd Bn. Otago Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld op 14 augustus 1917, 27 jaar. Rij B Graf 22.
|
Captain William Allan Forsyth.
79th Sqdn. Royal Air Force and 56th Bde. Royal Field Artillery.
Gesneuveld 27 juni 1918, 23 jaar. Rij C Graf 28.
|
Private William Carson.
Service number 34471. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 2 juli 1917, 25 jaar. Rij D Graf 2.
|
Private James McCarthy.
Service number 39479. 2nd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 6 juli 1917, 32 jaar. Rij D Graf 6.
|
Private John Brown.
Service number 18091. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 13 juli 1917. Rij D Graf 14.
|
Private Peter Keith Buchanan.
Service number 10074. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 14 juli 1917, 52 jaar. Rij D Graf 17.
|
Nadat het PRWWI kruisje plechtig was neer
geplant bij het graf van de broers Holz wandelden we naar de ingang
van de begraafplaats waar we in de omheiningsmuur het kastje terugvonden met het
bezoekersregister in. Het register had een laatste input op 26 september 2015 door een
zekere Anna Forsyth die op bezoek was voor Captain Forsyth. Terwijl wij het
register tekenden zagen we dat Patrick reeds zijn lunch aan het nuttigen was.
Niet veel later liet hij ons weten dat hij hier afscheid van ons moest nemen
omdat hij andere verplichtingen had. Terwijl Patrick wat later alles begon in
te laden en hem klaar te maken zetten Stuart en Kurt de door Kurt meegebrachte
wolvenmuts op maar Patrick had gelijk niks in de gaten. We wuifden Patrick uit
terwijl wij nog de laatste restjes van onze lunch verorberden. Rond 13.00u
laden ook wij alles in om naar een volgende bestemming te trekken.
Rond 13.15u arriveerden we bij de Gunners
Farm Military Cemetery, een schitterend
voorbeeld van een regimentsbegraafplaats die haar naam ontleend aan een hoeve
die hier tegenover stond. De meeste
graven dateren uit de eerste oorlogsjaren. De begraafplaats werd in juli 1915
in gebruik genomen door de 9th Essex en de 7th Suffolk Regiments. Ze bleef in
gebruik van het 11th Bn. Lancashire Fusiliers (Rijen D-J) en de 9th (Scottish)
Division (Rijen J-Q). Behalve een drietal latere bijzettingen werd de
begraafplaats afgesloten in juni 1916 door bataljons van de Royal West Kent en
de Queen's Royal West Surrey regimenten. De
begraafplaats viel in Duitse handen van 10 april tot 29 september 1918, toen
dit gebied werd heroverd. Op deze begraafplaats liggen eveneens vier Duitse
militairen begraven, van wie er twee niet werden geïdentificeerd. Onder
de 179 slachtoffers die er zijn begraven zijn er 163 Britten, 9 Zuid-Afrikanen,
2 Australiërs, 1 Nieuw-Zeelander en 4 Duitsers (waarvan 2 niet
geïdentificeerde).
We betraden de begraafplaats langsheen een
volledig uit witte steen opgetrokken ingang waarna we via een klein verhoog het
Cross of Sacrifice aantroffen waarachter de graven zich bevonden. We lieten
onze pipes achter op de sokkel van het Cross of Sacrifice waarna we over de
begraafplaats heen wandelden opzoek naar enkele slachtoffers waarvan we het
verhaal achter de steen wouden vertellen of een bijzonder epitaaf. Terwijl
Daphné bezig was met het nemen van enkele foto's maakten we ons klaar om onze
tunes te gaan spelen. We namen onze pipes op, en speelden onze tunes tussen het
Cross of Sacrifice en de graven van de slachtoffers. Onder het spelen van
Flower of Scotland kwam de hond van de overburen een kijkje nemen maar durfde
het toch niet aan om dichterbij te komen. Hij bleef er staan tot we gedaan
hadden met de tune Amazing Grace waarna hij terug weg wandelde.
Hier ook een rij I.
Private Lewis Brewster.
Service number 4450. 9th Bn. Essex Regiment.
Gesneuveld 18 augustus 1915, 36 jaar. Rij A Graf 4.
|
Kort daarna namen we eerst de groepsfoto
waarna we ons PRWWI In Rememberance kruisje plechtig neer planten bij het Cross
of Sacrifice. We wandelden terug naar de ingang waar we bij de ingang in de
omheiningmuur het kastje vonden met het bezoekersregister. Het register kende
een laatste input op 25 oktober 2015 door aan zekere Andrew Redmaine, helaas stond
er niet bij vermeld vanwaar die afkomstig was. Wel stond erbij vermeld dat hij
het graf van zijn grootoom Private
James Wildman was komen bezoeken die dag op dag 100 jaar eerder sneuvelde.
Iedereen vulde het bezoekersregister in en een moment later leek het of Kurt
was tot aan zijn middel in de grond gezakt waarbij Daphné en Stuart het
uitschatterden. Niets was minder waar natuurlijk maar naar eigen zeggen was de
omheiningmuur hem te laag en was hij hurkend gaan zitten wat veel gemakkelijker
was.
Nadat iedereen dan uiteindelijk toch
serieus het bezoekersregister had kunnen invullen, laadde Stuart zijn pipes en
andere spullen in de auto en was het tijd om naar de volgende begraafplaats te gaan.
Kurt, die had gezien dat de volgende begraafplaats maar een goeie 150 meter
verder lag, nam zijn pipes onder de arm en besloot de afstand te voet te doen. We
verlieten beiden op onze manier Gunners Farm Military Cemetery om 13.30u. op
weg naar onze volgende stop. Kurt die enkele momenten vroeger was aangekomen
had nog net de tijd om enkele foto's te nemen van hoe Stuart met de PRWWI
mobiel arriveerde om 13.33 bij de Calvaire (Essex) Military Cemetery. We laden
onze spullen uit en betraden Calvaire (Essex) Military Cemetery waarbij we eerst
onze pipes op de sokkel van het Cross of Sacrifice legden wat vooraan bij de
ingang op de begraafplaats stond.
De begraafplaats werd aangelegd naast een
gebouw dat destijds door de Britten Essex House werd genoemd en is ook een
typisch voorbeeld van een regimentsbegraafplaats. De 2nd Essex en de 2nd
Monmouthshire Regiments startten hier in november 1914 met het begraven van hun
doden. Daarna volgden de 9th Royal Fusiliers en het 11th Middlesex Regiment,
dan het 7th Suffolk en het 9th Essex Regiment en daarna het 6th Buffs, het
1/7th en het 1/8th Worcestershire Regiment. Ten slotte werd de begraafplaats
door het 11th Queen's Royal West Surrey en het 10th Royal West Kent Regiment
voltooid in juli 1916. Later werden nog 2 slachtoffers bijgezet. Tijdens het
Duitse lenteoffensief in het voorjaar van 1918 werd het gebied door hen bezet
van 10 april tot 29 september. Hedendaags liggen er 218 Britse slachtoffers
begraven op Calvaire (Essex) Military Cemetery
We liepen de begraafplaats op opzoek naar
enkele mooie foto's, bijzondere epitafen maar vooral opzoek naar enkele graven
waarvan we iets meer wouden vertellen. We merkten op dat de slachtoffers van
alle verschillende regimenten allemaal samen en per regiment waren begraven wat
toch een speciaal zicht gaf. Wat we ook ontdekten op deze begraafplaats was dat
hier vier 16- en vier 17-jarige slachtoffers lagen begraven, nog maar eens het
bewijs van hoe jong men destijds ten strijde trok. Het waren 8 slachtoffers van
de 85.000 slachtoffers aan Britse zijde die sneuvelden met een leeftijd tussen
16 en 19 jaar.
Hier geen rij I. |
Second Lieutenant John Edward Paton.
2nd Bn. Monmouthshire Regiment.
Mooi epitaaf:’He Was Carried Away By The Angels’.
Gesneuveld 31 decemeber 1914, 19 jaar. Plot I Rij B Graf 12.
|
Private John Gandy.
Service number 7687. 2nd Bn. Essex Regiment.
Mooi epitaaf:’God Gave Us Strength To Send You Courage To Let You Go’.
Gesneuveld 17 januari 1915, 35 jaar. Plot I Rij E Graf 2.
|
Private A Kirwin.
Service number 34182. 8th Bn. South Lancashire Regiment.
Gesneuveld 26 januari 1917 en is hiermee de laatst gesneuvelde op de begraafplaats.
Plot IV Rij E Graf 3.
|
Private G Robinson.
Service number 1182. 1st Bn. King’s Own (Royal Lancaster Regiment).
Gesneuveld 22 oktober 1914. Hij is de vroegst gesneuvelde op de begraafplaats.
Plot I Rij N Graf 4.
|
Lieutenant George Aked.
5th Bn. Leicestershire Regiment. Gesneuveld 5 maart 1915.
Plot I Rij H Graf 7.
|
Niet veel later toen Stuart klaar was met
het afwerken van zijn namenlijstje en het tellen van zerkjes, verzamelden we
bij het Cross of Sacrifice waar we onze pipes gingen ophalen. We liepen naar
een iets breder stuk gras waar we ons onze PRWWI tunes Flower of Scotland en
Amazing Grace speelden. Onder het spelen door kwamen 2 andere bezoekers aan die
blijkbaar op zoek waren naar enkele graven waar ze een houten In Remembrance
kruisje gingen bij zetten. Wij op onze beurt namen op dat moment de groepsfoto
en plaatsten iets daarna zelf ons PRWWI In Remembrance kruisje plechtig neer bij
het Cross of Sacrifice. Toen we beiden kort overliepen of we hier alles hadden
afgewerkt, buiten het ondertekenen van het register, zagen we dat de 2 andere
bezoekers terug vertrokken.
Het bezoekersregister register vonden we
terug in de omheiningmuur, mooi opgeborgen in het kastje waar ook enkele
geplastificeerde bladen zaten met info van enkele slachtoffers die hier
begraven waren. Cpl. John Tippins en L/Cpl. John Kings hun nabestaanden hadden
dat hier waarschijnlijk achter gelaten. Voor ons is dit dikwijls ook mooie
informatie omdat we op deze manier ook soms aan andere info geraken die we
nergens anders kunnen vinden over een bepaald iemand.
Het register kende een laatste input op
12 december 2015 door een zekere Rowby & Clare Pillman. Een voor een vulden we op
onze beurt het bezoekersregister in waarbij Kurt echt alle moeite deed om niet
alleen opstap te zijn en erg lette op het feit dat de oorlog geen 100 jaar
duurde. Stuart en Daphné stonden te lachen maar ondanks alles werden er deze
keer geen foutjes geschreven door Kurt.
Lance Corporal John Kings.
Service number 2494. 1st/8th Bn. Worcestershire Regiment.
Zijn foto en verhaal vonden we bij het register.
Gesneuveld 31 mei 1915, 41 jaar. Plot IV Rij B Graf 2.
|
Corporal John Tippins.
Service number 3/3105. 2nd Bn. Essex Regiment.
Zijn foto en verhaal vonden we in het register.
Gesneuveld 26 november 1914, 27 jaar. Plot I Rij C Graf 6.
|
Na het invullen van het register werden
alle spullen ingeladen en verlieten we niet veel later rond 14u10 Calvaire
(Essex) Military Cemetery op weg naar onze volgende en alweer laatste
bestemming voor vandaag. Een rit van zo'n dikke 2 kilometer bracht ons in
Ploegsteert in de Armentierestraat bij het London Rifle Brigade Military
Cemetery. De temperatuur begon stilletjes omlaag te duiken en er stak een fris
windje op toen we onze spullen begonnen uit te laden. Kurt nam zijn
voorzorgsmaatregelen en zette zijn wolvenmuts op waarna hij de begraafplaats
opliep om enkele foto's te nemen van het moment dat Stuart de begraafplaats
betrat. De omheiningmuur bestond volledig uit natuursteen met op de hoeken
grote witte stenen blokken. Helemaal vooraan van aan het toegangshek dat
bestond uit een zware ketting liep een wit stenen pad langsheen de straatkant
naar het schuilhuisje waarin een stenen gedenkplaat was ingemetseld.
De begraafplaats werd destijds aangelegd
door eenheden van de 4th Division in december 1914. Ze werd tot maart 1918
gebruikt door gevechtseenheden en hulpposten (Field Ambulances) hier in de
buurt. Toen de begraafplaats even ten gevolge van het Duitse lenteoffensief in
april en mei 1918 in Duitse handen viel, werden hier eveneens 18 Duitse
slachtoffers begraven, nadien in oktober 1918 werden nog twee Britse graven
bijgezet. De naam werd gegeven door de London Rifle Brigade die hier tijdens de
eerste drie maanden van 1915, 22 van hun manschappen hebben begraven. Vandaag liggen
er 263 Britten, 38 Australiërs, 34 Nieuw-Zeelanders en 18 Duitsers begraven.
In juni 1927 werd door Luitenant-generaal
H.F.M. Wilson een gedenkplaat (in het noordelijke schuilhuisje) onthuld als
herdenking aan de inhuldiging van deze begraafplaats door de bisschop van
Londen op Pasen 1915, en voor de 91 officieren en 1831 manschappen van het
regiment die gedurende de oorlog gevallen zijn. De gedenkplaat vermelde;
"This cemetery was dedicated by the Bishop of London , Chaplain to the
Regiment on Easter Day 4th April 1915. In Grateful Memory of the Fallen".
We liepen deze mooie langwerpige
begraafplaats op waarbij Stuart al meteen begon met het overlopen van zijn
lijstje. Zerkjes tellen was de boodschap terwijl onze wolf Kurt opzoek ging naar
enkele bijzondere epitafen. Daphné
die ondertussen de tweede wolvenmuts had opgezet ging opzoek naar die ene foto
die het verschil zou maken. Stuart en Kurt gingen verder met hun werk toen
nadat het lijstje was afgewerkt ze hun pipes gingen ophalen die ze hadden
achtergelaten op het Cross of Sacrifice dat zich ongeveer in het midden van de
begraafplaats bevond. We besloten
om onze tunes Flowers of Scotland en Amazing Grace te spelen op een beetje een
open plek bij het Cross of Sacrifice en kortbij de 22 manschappen van de London
Rifle Brigade die allemaal samen in een plot zijn begraven.
Kanonier Willy Gorski.
FAR31. Eén van de 18 Duitse slachtoffers op de begraafplaats.
Gesneuveld 2 mei 1918. Plot IV Rij D Graf 12.
|
Het enige Commonwealth slachtoffer dat onbekend bleef op de begraafplaats. |
Lieutenant Andrew Nicol.
6th Bn. King’s Own Scottish Borderers.
Gesneuveld 22 mei 1916, 23 jaar. Plot II Rij C Graf 45.
|
Private DSM Jack.
Service number S/13497. 8th Bn. Gordon Highlanders.
Gesneuveld 1 april 1916. Plot II Rij B Graf 35.
|
Corporal William Percival Cox.
Service number 57180. 106th Field Coy. Royal Engineers.
Gesneuveld 18 november 1915, 19 jaar. Plot II Rij A Graf 37.
|
Private Herbert Henry Brookbanks.
Service number 40503. No.15 North Auckland Coy. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 17 augustus 1917, 26 jaar. Plot IV Rij A Graf 2.
|
Gunner Francis Robert Pearce.
Service number 4222. 6th A.F.A. Bde. Australian Field Artillery.
Gesneuveld 4 juni 1917, 28 jaar. Plot IV Rij A Graf 12.
|
Private Leonard Herbert Sowry.
Service number 32242. No.12 (Nelson) Coy. 3rd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 11 augustus 1917, 22 jaar. Plot IV Rij B Graf 7.
|
Private John Robinson Turner.
Service number 3130. 43rd Bn. Australian Infantry, A.I.F.
Gesneuveld 24 februari 1918, 23 jaar. Plot IV Rij C Graf 3.
|
Private Alexander Campbell.
Service number 43951. 3rd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 16 augustus 1917, 21 jaar. Plot IV Rij C Graf 9.
|
Private Francis George Goodwin.
Service number 34664. 3rd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 16 augustus 1917, 21 jaar. Plot IV Rij C Graf 10.
|
Private Herbert Albert Phillips.
Service number 10/1618. 3rd Bn. Canterbury Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 11 augustus 1917. Plot IV Rij C Graf 14.
|
Private Kenneth James McKenzie.
Service number 36877. 3rd Bn. Auckland Regiment, N.Z.E.F.
Gesneuveld 29 juli 1917. Plot IV Rij C Graf 21.
|
Onder het spelen van onze tunes zagen we
vanuit onze ooghoeken dat er enkele toeschouwers stonden te kijken van bij de
ingang maar we deden rustig verder terwijl Daphné enkele malen op het knopje
ging duwen van Stuart's camera. Tussen de twee tunes door viel er een kleine
stilte, een gepast moment, wat hulde brengen zo mooi kan maken. Nadat we onze
tunes hadden gespeeld was het tijd voor het ons PRWWI In Remembrance Cross, dat
werd voor de laatste keer vandaag plechtig neer gepland bij het Cross of
Sacrifice.
Na het plaatsen van het PRWWI In Remembrance kruisje wandelden we rustig naar de ingang van de begraafplaats want we hadden opgemerkt dat we
vrij veel voor op het tijdschema lagen van onze tocht. Bij de ingang gekomen namen we eerst de groepsfoto waarna we in een van de wit stenen zuilen het kastje met het bezoekers register vonden. Zulk bezoekersregister hadden wij nog niet eerder gezien op onze tochten.
Naar alle waarschijnlijkheid had het kastje een tijdje open gestaan, had het
geregend en was het later terug deftig opgeborgen want het bezoekerregister was
helemaal bespot door de vochtigheid. Niks aan te doen natuurlijk maar we vonden
het wel een beetje spijtig.
Het bezoekersregister kende een laatste
input van Howard Jones op 4 oktober 2015 en Howard was afkomstig van Presteigne in
Wales. Als boodschap schreef hij erbij; "Rest in peace lads." Op onze
beurt tekenden we eveneens het bezoekersregister waarna we het boek terug
opborgen in zijn beschermend kastje.
Hoewel onze tocht van vandaag vrij rustig
en vooral relaxt was verlopen, bleek dat we veel vroeger hadden gedaan als dat
we verwacht hadden. Geen probleem natuurlijk want nu hadden we wat meer tijd om
iets langer na te babbelen tijdens onze traditionele dram op het einde van de
tocht. We verlieten rond 15u London Rifle Brigade Military Cemetery, haalden
onze pipes uit elkaar en borgen ze mooi op in hun koffers waarna alles werd ingeladen
in de auto. Kurt had gezorgd voor de dram vandaag en had een fles Lagavullin
16y bij die hij uitschonk, weeral op zijn Kurt's natuurlijk. Volgens hem was
dit dé maat die je schonk, je gasten moet je verwennen. Stuart en Daphné vonden
dit eerder twee a drie maten maar werkten toch alles mooi naar binnen terwijl
we napraten over de voorbije tocht en de eventuele volgende.
Het was een mooie, zoals eerder reeds
gezegd rustige en vrij relaxte tocht vandaag die ons alweer een stuk verder had
gebracht op onze tocht doorheen België om de vele slachtoffers van De Grote
Oorlog hulde te brengen. Om 15u30 namen we afscheid van Daphné, maakten ons
klaar en zetten koers naar Moerkerke waar we een dik uur later moe en met toch
leuke herinneringen aankwamen bij het thuisfront.
Groeten en tot
een volgende tocht
Stuart en Kurt